Hooglied van barmhartigheid Het was al schemerdonker toen ze met haar onverlichte, groen gespoten fiets over het hobbelige onverharde paadje, opgesloten tussen een muur van schuttingen van allerlei bijeen geraapte bouwsels, achter de huizen van de buren fietste om vervolgens met haar voorwiel het pove re poortje van de achterplaats van het ouderlijk huis te openen. Het felle blauwe gekleurde tl-licht wat vanuit de keuken de binnen plaats verlichtte deed zeer aan haar ogen. ’MOERGESTEL-NIEUWS’ - WOENSDAG 17 DECEMBER 2014 PAGINA 16 Over een week was het carnaval en dit was het gesprek van de dag op school, wie gaat waar op stap, wie loopt er mee in de plaatselijke optocht, wat trek je aan, een boerenkiel of wat kleurrijke oude kleren versierd met glitters en bespoten met felle primaire kleuren. Een enke ling gaat met zijn ouders op wintersport maar het merendeel wil delen in het jaarlijkse vier daagse zottenfeest. Simone heeft afgesproken om met twee vrien dinnen op zaterdagavond te gaan carnavallen in café De Lamme Goedzak in het centrum van de stad, het bruisende hart van feestneuzen en eeuwig zingende lamme goedzakken. In het orakel van de olijke dansende hossende menigte ziet ze soms herkenbare gezichten voorbij flitsen, mannen uit de wijk, leerlingen van school, meiden van de handbalclub, en lal lende jongens die als jonge honden vrolijk blaf fend de carnavalsmelodieën ondersteunen. Het opeen gepakte mensenvlees stinkt naar zweet vermengd met bier, wat rijkelijk ver dampt in het oververhitte en overvolle cafeetje. En als de nacht invalt en de vorst de bezwete lichamen onderkoelt, zoekt eenieder zijn weg, alleen of in gezelschap van omarmde en elkaar ondersteunende vrienden. Op weg naar mor gen, in een roes naar een nieuwe lange enerve rende zware dag vol ritme. Samen met haar vriendinnen lopen ze door de koude nacht op weg naar huis, hun stemmen reflecteren door de holle inmiddels verlaten straten, her en der flitst nog een televisie door de kieren van de gordijnen, maar de wereld is verder in ruste. Bij het afscheid op de hoek van de straat spreken ze af om samen morgen opnieuw de bloemetjes buiten te zetten. Na de optocht op zondagmiddag duiken ze in de warmte van café De Lustige Weduwe, nor maal een keurig café met stam- en leestafel, waarin de ouderen een sociëteit hebben en bespreken hoe goed het vroeger wel niet was, Na jaren van studeren afgewisseld met losse bijbaantjes hebben ze besloten ondanks hun geringe budget toch samen op kamers te gaan wonen ergens in een volkswijk, door haar ouders bestempeld als achterbuurt, maar alleen hier zijn betaalbare kamers voor starters. Een keukentje afgescheiden door een open kast met de woonkamer, een gezamenlijke douche en toilet met medebewoners, en een slaapka mertje op de eerste verdieping, alles aange kleed met overjarige tweedehands spulletjes bijeen geschaard bij familie en vrienden. Een overdaad aan liefde en genegenheid vullen de avonden in de eerste maanden dat ze thuis zijn in hun dromerige domeintje. Maar langzaamaan verdampt de warme zoete honing en ontstaan er kristalletjes op de stroopzoete huid. De monotone fluisterende zwanensymfonie verandert langzaam in korte warrige woorden, volzinnen zijn verworden tot een ijzige stilte. De zoete tederheid waarmee Peter haar lief had heeft plaats gemaakt voor een dominante houding waarbij hij haar, waar mogelijk, klei neert en negeert. Zijn dagelijks cafébezoek met het daarbij behorende drankgebruik komt de relatie ook niet ten goede. Erger nog, de drank maakt hem onbehouwen en onbesuisd. En als Simone voorzichtig probeert de proble matiek te bespreken reageert hij niet of vlucht weer weg naar zijn drinkbroeders in de naburi ge kroeg. Haar dromen van blonde krullende kinderen smelten langzaam weg in een kolkende rivier van verdriet. En dan midden in de nacht als hij weer met de nodige consumpties zich met zijn koude onge wassen lichaam nestelt tegen het warme sla pende naakte vrouwenlichaam ontstaat er een liefdesgevecht van haat en liefde, waarbij ongeremde dierlijke instincten het bronstige mannetje het tedere hertje dwingt tot een korte brute paring. Twee handen omhelzen haar middel temidden van de dringende drukte terwijl de speakers de decibellen uitbraken. Peter is verkleed als zwer ver met een rauw baardje van enkele dagen en hij lacht haar toe terwijl hij zijn lichaam stevig tegen haar aandrukt. Ze kennen elkaar al jaren en zijn tevens klasgenoten maar een dergelijke intieme intense ontmoeting hebben ze nog nooit gehad. Uitgezonderd het weekendje Parijs met school toen ze op de terugreis samen in de bus op de achterste rij half sla pend op eikaars schouders de vermoeide licha men te rusten legden. Ondanks de drukkende dreunende drukte en het geduw der hossende menigte bleven ze tot de late avond dicht bij elkaar terwijl ze voortdu rend kusten op alles wat zoenbaar was, wan gen, mond, neus, hals hun handen gestren geld, geen oog voor de omgeving, alleen oor voor mekaar. De nieuw geboren liefde was in al zijn pure pril heid zuiver als de eerste sneeuwvlokken en teder en dun gelijk het ijs na een eerste lichte november nachtvorst. maar nu een lusthof met maskers en halfnaakte etalagepoppen aan het door rook gebruinde met slingers versierde plafond. De stemming zit er inmiddels al weer goed in en de koude lucht heeft de lichamen gereinigd van het vergif der lusten. Alles is nog onveranderd in het pittoreske dorp je en het uit mergelstenen opgebouwde huisje. Met het hout wat opgestapeld ligt bij een schuurtje in de tuin brengt ze warmte in de vochtige muffe kamer. In de loop van de avond als ze zich samen met haar poes genesteld heeft op de oude bank ontspant eindelijk haar lichaam om zich over te geven aan de stilte die zwijgzaam een sluier over de lijdende ziel uit spreidt. Ze dreef mee op de golven van de zoute zilte zee en voelde de hete zon op haar lichte lichaam branden, de azuurblauwe luchten dansten als een ballerina lichtvoetig over de waterspiegel en het monotone geluid van de spetterende golven galmden door haar brein. Halverwege de ochtend ontwaakte ze uit haar illustere surrealistische droom, het vuur smeul de nog na en het daglicht probeerde door het kleine raam de donkere ruimte te verlichten. De eerste dagen kwam ze nauwelijks buiten, het lage voorjaarslicht deed zeer aan haar ogen, haar benen waren te vermoeid om te lopen en alles brandde in het gezwollen lichaam. Met wat ingeblikt proviand uit de kel der kon ze zich de eerste week wel redden en in de kast stond nog een aantal stoffige flessen wijn en andere spirituele dranken. Nadat ze de verweerde fietsbanden had opge pompt en het stof en spinnenwebben tussen de spaken had verwijderd kwam ze voor het eerst sinds veertien dagen in de frisse open lucht op weg naar het dorpje negen kilometer verderop. Ze had moeite de lichtglooiende hel ling op te komen, haar conditie had een behoorlijke tik gehad, daarom besloot ze om dit stuk maar lopend te doen. In de boulangerie op de hoek bij het kerkje, naast het cafeetje, kocht ze zoveel als ze kwijt kon in haar boodschappentas, dagelijkse beno digdheden met een lange houdbaarheiddatum, tenslotte was ze aangewezen op de overjarige herenfiets, zonder versnellingen. De stad is nog in diepe slaap als ze dolend door de straten loopt met haar poes tegen zich aan gedrukt en haar koffertje stevig in haar handen geklemd. Flitsende koplampen van de weinige auto's die er rijden reflecteren in haar betraan de gezicht. Op de vlucht, zonder bestemming met als doel alles te ontvluchten wat haar kan doen herinneren aan deze nacht, aan die vrese lijke vernedering. De zon schijnt flauwtjes door de laaghangende bewolking als ze op het einde van de middag na een treinreis en liftend, aankomt in de Franse Ardennen bij het huisje van vrienden van haar ouders waar ze in het verleden vaak is geweest tijdens weekendjes. Verdwaasd en verdwaald zoekt ze haar gevoel bijeen, huilend en bibberend, overmand door een nare nachtmerrie, en terwijl de kou haar lichaam afkoelt en de geest langzaam ontwaakt is ze al onbewust haar kleren in een koffertje aan het verzamelen. Met dank aan mijn geliefde omgeving voor de vrijheid van denken. Mstislav Rostropovich Bach voor de muzikale inspiratie tomaten- en courgetteplantjes te poten als voorziening van het dagelijkse maal. Ondertussen is ze twintig weken zwanger wat ze pas na drie maanden in de gaten had vanwe ge de opstand in haar lijf en de dagelijkse strijd met het geweten waarin misselijkheid aan de orde van de dag was. Bedrukte blijdschap ver mengt zich met diepe angst voor de ongebore ne die verwekt is in een liefdesgevecht van ongelijke partners met als resultaat een eeuwi ge verwijdering van beide scheppers. Als al eens de ongewenste gedachte opborrelt om vroegtijdig afstand te doen van het onver wachte kind verdringt ze dit al badend in het zweet. Hoe dit te voldragen en op te voeden in een zaamheid is een te verstandelijke overweging in deze fase van zwakheid en gevoelige emotie. De kwetterende veldleeuweriken vliegen laag over het zojuist gemaaide weiland en de geur van het vers gemaaide gras dringt binnen in het huisje waar Simone samen met haar poes in de stoel bij de achterdeur een middagdutje doet. LouisVanDenMeijdenberg December MMXIV Een gemengde geur van sudderende soep en kokende kolenstamp hing in het kleine keuken tje bij een aangename tropisch aanvoelende temperatuur die haar lichaam streelde en haar wangen deed blossen. Opgewekt begroette moeder haar oudste dochter, blij dat iedereen weer veilig thuis was. Vader was al rond vier uur thuis omdat hij de vroege ploeg had bij de Spoorwegen waar hij al bijna vijfentwintig jaar werkt, eerst als maga zijnbediende, vervolgens als monteur en de laatste jaren als chef van de werkplaats. Haar jongere zusje was vandaag de gehele dag vrij vanwege een studiedag van de leerkrachten van de plaatselijke christelijke middelbare school waar ze in de tweede klas zat. De avond verliep zoals vele andere avonden in de winterperiode, wat huiswerk, TV kijken, een plaatje draaien, vluchtig door de leesmap bla deren en op tijd naar bed. Eenmaal in ruste tussen de warme dekens op het kleine onverwarmde zolderkamertje flitste de dag door haar heen, de docente Frans die haar kritisch toegesproken had vanwege het slechte cijfer voor grammatica, de leraar maat schappijleer met zijn zwart krullend lang haar wat net over de kraag van het zacht roze bloes je valt waarvan hij altijd de bovenste knopen open had staan waardoor net zijn borstharen zichtbaar werden met daaronder zijn strakke spijkerbroek die zijn benen visueel nog langer maakten. Raymond, de vrijgezelle zoon van de bejaarde overbuurvrouw, is nog bezig om de laatste rest jes gras met de zeis te maaien omdat hij daar niet bij kan met zijn tractor. Hoestend en proestend vanwege het stof zwaait zijn robuuste bovenlichaam met stevige slagen over de ruige met stenen bedekte aarde. Nooit heeft ze hem gesproken, alleen een handgebaar als begroeting was het enige con tact sinds de maanden dat ze daar ondergedo ken zit. Als ze hem roept om wat te komen drinken schrikt hij zichtbaar van de onverwachte aan wezigheid van een vrouw langs zijn weiland. Even later zitten ze onwennig op de witte plas tic tuinstoeltjes onder de oude notenboom aan de zelfgemaakte kamillethee. Met bevende handen brengt hij de theekop naar zijn mond en zacht slurpend lest hij zijn dorst terwijl zijn grote bruine ogen onrustig op en neer flitsen. Het gesprek verloopt moeizaam, deels door het dialect wat hij spreekt en anderzijds door de confrontatie van twee onbekenden die beide uit een andere wereld stammen. De enige over eenkomst is dat ze beide een eenzaam en teruggetrokken bestaan leiden waarin commu nicatieve vaardigheden onbekend zijn. In de daarop volgende weken zien ze elkaar vaker en de inhoud van de korte gesprekjes wordt stilletjes aan minder oppervlakkig en iets persoonlijker. Het leeftijdsverschil is vijftien jaar maar door de diepe depressie waarin Simone de laatste maanden heeft gezeten is dit niet te zien, ze is ouder geworden en van haar stadse modieuze uiterlijk is weinig overgebleven. Met grote regelmaat brengt hij haar groenten en melk, soms huisgemaakte geitenkaasjes of honing die hijzelf slingert afkomstig van zijn bij envolk dat huist aan de rand van het bos. Toegewijd en zorgzaam, met gepaste afstande lijkheid, heeft Raymond onbewust de verant woordelijkheid op zich genomen om zijn zwak ke zwangere onbekende overbuurvrouw bij te staan en de verzorgen zoals hij dat ook al jaren voor zijn demente moeder doet. Nog nooit heeft ze haar gevoel van de zwanger schap kunnen en willen delen, maar toen Raymond op een late namiddag weer met een mandje proviand op de stoep stond pakte ze zijn hand en drukte die tegen haar inmiddels bollende buik. De warmte straalde door haar baarmoeder, de helpende hand die haar onge boren kind beschermde en deelgenoot maakte van ontluikend nieuw leven. Zwijgend aaide hij zachtjes en teder over haar ontblote strakke buik, aangelicht door de ondergaande zon, en hij voelde de golvende bewegingen van de baby waarvan hij de biologische vader niet kende. Ze was inmiddels uitgeteld en de dagen vielen haar zwaar, haar lichaam was moe, maar ze voelde zich sterker dan ooit om het leven te delen met het wonder in wording. Een roepende uil in de nacht, een volle maan, dansende vleermuizen rond de notenboom, een kindje gaat geboren worden. En trots hield Raymond het naakte huilende glimmende lichaampje in zijn stevige ruige robuuste handen middels de navelstreng ver bonden aan zijn grote platonische liefde. Een Hooglied van barmhartigheid Het dorpje werd slechts nog bewoond door wat oudere mensen en wat vrijgezellen die inwoon den bij hun ouders en die waar nodig het land bewerkten en hout kapten in de naburige bos sen ten gerieve van de stook van de kachels. Eenvoud en saamhorigheid waren de grootste rijkdom te midden van het paradijselijke glooi ende groene landschap waar honderd jaar gele den de grond nog doordrenkt was met bloe dende soldaten die vochten tegen de wereld wijde waanzin en waaraan alleen nog de stand beelden met ingegraveerde namen herinneren aan de gevallenen. Behalve haar ouders wist niemand dat ze zich teruggetrokken had op het Franse platteland, niemand mocht het weten en zeker haar ex niet uit vrees voor de confrontatie met de gestoorde en ziekelijke geest die nooit zou rus ten omdat hij gepasseerd en aangetast is in zijn primitieve eer van mannelijkheid. En als het koolzaad de dalen bedekt met een glanzende gele gloed van bloeiende bloemen en de vogels elkaar fluitend toezingen is Simone haar tuintje aan het spitten om de

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 2014 | | pagina 16