3 Het leven van Carol Schade (1935-1977), opmerkelijk inwoner van Moergestel door Jan van Leest leiden patroonheiligen van geplaatst in J< De kinderen Schade in de Minerva bij de villa, v.I.n.r Carol het Belgische Meldert, bij Aalst. De heilige Ermelindis i worden in de Moergestelse kerk bewaard. Het artikel over het leven van Carol Schade is in 2010 geplaatst in de 6ie jaargang van het vlugschrift van heemkundekring De Kleine Meijerij. Met dank aan de auteur die ons toestemming verleende voor publicatie! Carol nam elke gelegenheid te baat om er een feest je van te maken. Naast zijn 'jagersactiviteiten' was hij de pater familias en initiator van allerlei clubjes en verenigingen. Zo organiseerde hij de Veluwe Hunt met Lou de Beer en Van Oers. Ook de Moergestelse ex generaal majoor F.J.G. Brackel nam hieraan deel. Na de oorlog woonden in Moergestel vele evacués, maar slechts enkelen zijn er gebleven, waaronder de Duitse familie Tekath, Jie gebruik mocht maken van de woonwagen, die op het grondgebied stond van Carol Schade. Met 13 personen heeft de familie Tekath daar geruime tijd in gebivakkeerd alvorens zij een oud boerderijtje betrokken aan de Hoevenseweg nr 5 in Oisterwijk. In de jaren vijftig zochten de jonge ouders van Ad Wolfs woonruimte in Moergestel en ook zij bivakkeerden tijdelijk in deze woonwagen. Dat Carol een man was van oude waarden, bewees 7 954, dat “De Cildetrom een goede toekomst tege- hij met zijn oude Belgische Minerva met een schui- Samen met de destijds bekende auto-journalist en directeur van het circuit van Zandvoort, J.B.Th. Hu- Leden van zangvereniging Crescendo op de binnen plaats van de villa. op 20 juni 1954 van de 23-jarige Tilburger Willy van bod schoot de commissievoor- zitster in het verkeerde keelgat en zij vroeg om een motie van afkeuring tegen Bardoel. Maar dat was tegen het zere been van Schade. “Het lanceren van moties hoort in de raad van Moergestel niet thuis”, zo fulmineerde hij. Hiermee was net einde van de 'Hollandse Nieuwe' bezegeld. hoofding in Moergestel. Het glas-in-lood is vervaar- J:~J J---L*"-j en geeft he( leven weer van de heilige Carolus Borromeus en de heilige Jeanne d'Arc, Carol en Jenneke. Het raam is geplaatst in Je wand van de zuidelijke dwarsbeuk. Carol had het niet meer zo op paarden en verruilde de viervoeter in voor een Jeep, een Willy's Overlander Jeep MB 308294 Commander Netherlands Forces CNF 27 later Nederlands kenteken PA 59-28, die hij na de oorlog verwierf als plaatselijk bevelhebber van de N.B.S. en die hij voor allerlei evenementen gebruik te. Thuis had Carol een eigen biljartkamer en met Cijs van den Bergh van villa Zonnewende, Rob Stevens, die inmiddels op Mariahoeve huisde, en zijn buur man Dijker vormden ze het biljartdubje De Vrolijke Stoters. Dat bij al deze gelegenheden de Meder rij kelijk vloeide en hierdoor zijn gezondheid ernstig onder leed, behoeft hierbij geen betoog. In 1968 werd Carol zelfs enige tijd opgenomen in net zieken huis. In een brief aan Meder van de gelijknamige bran derij schreef Carol, dat zijn gezondheid nog zou bij trekken, al voelde hij zich wel een “slappe Tinus". Het meest pijnlijke was echter voor hem net verbod op enig alcohol, “geen borreltje en zelfs geen glas wijn”, zo schreef hij. Het is de schrijver niet duidelijk wie de eer toebedeeld krijgt als eigenaar van 'de natte drie hoek' maar zeker is net, dat Carol tot een van het tri umviraat behoorde. Bij dit jaarlijks terugkerend evenement deed zang- genholtz en H. Visser richtte Carol op 13 mei 1956 vereniging Crescendo mee. Na het optreden werden in het voormalige Hotel Pays Bas aan de St Janskerk- de leden uitgenodigd voor het nuttigen van een ver snapering op de binnenplaats van de Villa. Inmiddels is het lofvervangen dooreen H. Mis die jaarlijks op 15 augustus wordt opgedragen. Ook werd de binnen in haar slaap werd ze door de engelen gewaarschuwd: 'Vlucht, vlucht van hier..., als je tenminste je maagde lijke staat wilt bewaren die je zo rein hebt geofferd aan God onze Heer.Onmiddellijk zocht ze een goed heen komen en vond dat te Meldert bij Hoegaarden (Bra bant). Daar zette zij haar godgewijde leven van eenzaam heid voort. Zij onderhield een strenge vasten, en werd dikwijls door geestelijken opgezocht om raad. Ze stierf op 47-jarige leeftijd. Ondanks zijn goede verstandhouding met Pastoor snaperingen, die in de hal waar dat filmfestijn plaats- ging hij toch vaak ter kerke bij de Trappisten ïn Til- Wordt vervolgd... burg, om na de mis onder het genot van een tripple met vader abt nog wat na te filosoferen over allerlei onderwerpen. Ook broeder Isodoor was vaak van de partij en hij liet zich ook graag zien op het Stokeind. Met wat uit te lenen spullen als excuus, bood Carol hem een paar neutjes aan, waarna 38 hij beneveld en laverend huiswaarts trok, terug in de totale zwijg plicht van het klooster. Aan de lokale bevolking stelde Caroljoviaal zijn Putven ter beschikking om er te kunnen zwemmen. Ze moes ten wel de sleutel van de kleedruimte na gebruik netjes terughangen in de keuken. Zo ook de slagersjongen, die het vlees bij Carol thuis bracht en Toos van de Wouw, die bij feestelijke gelegenheden regelmatig hielp in de villa. Zij vertelde, dat in de winter "als het lee en ze kon den schaatsen" het Putven hen veel ijspret bezorgde. De dikte van het ijs werd persoonlijk gecontroleerd door Carol, die tot ontsteltenis van de aanwezigen, zich als een ware ijsmeester met zijn jeep op het ijs waagde en vervolgens glunderend het groene licht gaf. Carol Schade. de kou". Carol liet het zich allemaal welgevallen, want hij begreep de noden van de bevolking. Hom men kon dit niet verkroppen en in 1945 legde hij het bijltje er bij neer. Het werk op het landgoed werd over genomen door Fr. Kennes en de administratie door makelaar H. Schreppers uit Oirschot. De dames van de Wouw uit Moergestel 'praoten mar gewon' tegen de Prins, die het klaarblijkelijk nogal amu sant vond. Die woonwagen was eigendom van Marinus Heijnes, een bekend kunstschilder, die in 1923 de woonwagen aankocht van ene mijnheer Verniet uit Amsterdam, iemand van het circus De Smet, die in de wintermaan den voorstellingen verzorgde in Carré. De woonwagen stond aan de Amstel en was ingericht met apenkooien. Na een grondige verbouwing is de woonwagen per trein naar Tilburg vervoerd en vandaar naar Moergestel en via allerlei omzwervingen van het laantje bij de oude boerderij van Van Elderen uiteindelijk beland op het zand pad bij de Hooge Braaken. Marinus en de 4 kinderen, Rien, Felix, Charles en Theo overnachtten regelmatig in deze wagen. Later heeft Theo, die in de voetsporen van zijn vader zich ook toe legde op de schilderkunst, deze 'pipowagen' verworven. Na de oorlog bracht hij regelmatig met zijn familie de zomermaanden door op het landgoed van de Hooge Braaken. Omwonenden herinnerden zich nog de vrouw van Theo, die door hen 'lapse' werd genoemd, vanwege de vaak bonte kleding die ze droeg. Wanneer Theo naar het zuiden trok, dan schal de Carol over de heg naar zijn buurman Dijker de komst aan van Heijnes en in de woonwagen werd de eerste fles al ontkurkt. Prins Bernhard was een graag geziene gast op de Hooge Braaken. Hij landde menigmaal met de heli kopter op het achterliggende weiland. Carol schoof de coniferen opzij om zijne hoogheid via de heg door te laten en hem te ontvangen. De Prins bracht eens een middag door met ou J-onderofficieren van zijn voormalige le en 2e Cie Staf van de Binnenlands Nederlandse Strijdkrachten, waar ook Carol deelge noot van was. In de stromende regen brachten de muzikanten van Harmonie Prinses Juliana nog een aubade aan de Prins. Bij die gelegenheid heeft Zijne Hoogheid nog een trommelvel gesigneerd van tam boer Marian Mouthaan. Prins Bernhard schreef nog een treffende brief na het overlijden van zijn persoon lijke vriend Carol, die gekopieerd is in het boek van Jan Apetz. Tijdens een van die jachtpartijen op een landgoed gelegen aan de Lopensestraat in Oirschot was ook Prins Bernhard aanwezig. Na het nodige wild gescho ten (en gemist) te hebben, gingen ze genieten van een wildbraad, dat ze wegspoelden met het geestrij ke vocht uit de branderij van Meder, die eigendom was van zijn schoonfamilie. ’MOERGESTEL NIEUWS’ - WOENSDAG 6 JULI 2011PAGINA 7 In 1952 stond Carol wederom achter burgemeester Bardoel. Het rommelde flink in de Gemeente en op 10 december schreef Carol aan de commissaris van de Koningin in Noord Brabant Mr. Jan de Quay, dat het uitoefenen van het ambt van zijn burgemeester net gesetteld in op ongeoorloofde en ongepaste wijze werd gedwars- ivijkse gilde Sint boomd. Dat het niet zo'n vaart liep, bewees Carol met een nieuwe brief een week later aan De Quay, waar in hij vroeg om zijn brief van 10 dec. jl. als niet ge schreven te bescnouwen. Toch raakte Carol meer betrokken bij de plaatselijke politiek. In 1953 werd hij zelfs, op voordracht van Mevrouw van Dusseldorp- Geise, gekozen in de gemeenteraad van Moergestel. 1 LJ y-xl I o ■-» KIlAintiz)1 van Sebastiaan dooreen onenigheid in 1920. Om de (zowel Schade als van Dusseldorp waren geen au- gildeleden ter wille te zijn, werd de naam St Sebas- tochtonen) nam zitting in de gemeenteraad. Van tiaan Barbara gekozen, maar de naam Sint Sebas- een langdurige samenwerking is geen sprake geweest, tiaan zal waarschijnlijk overleven. want al in 1954 was er het Allemansven-incident. Van Dusseldorp was fervent voorvechtster om het Alle- De schietvereniging Sint Barbara werd door het bestuur mansven open te houden voor de Moergestelse bur- van het Kwartier van Oirschot niet erkend. Dus paste gers en met name voor het jeugdzwemmen. Vanwege dejusie Carol prima. Hij was inmiddels opgeklommen de vijfentwintig cent entreeprijs werd er nauwelijks tot Opperdeken waardoor voor hem de weg vrij kwam gebruik van gemaakt en de commissie onder (ei- om toe te treden tot het bestuur van het Kwartier van ding van mevrouw van Dusseldorp moest hierin ver- OirschotCarol is tot aan zijn overlijden lid gebleven betering gaan brengen. Burgemeester Bardoel vaar- van het gilde. Als Opperdeken droeg hij zorg, dat de leden digde echter op eigen houtje daar een zwemverbod zich volledig aan het protocol hielden en dat zij bij uit. Dit na de verdrinkingsdood in het Allemansven optochten en ceremonies netjes in de pas liepen. Carol j is tot 1972 lid geweest van het bestuurvan het Kwartier Öers. Dat zwemverbod schoot de commissievoor- van Oirschot. Hij had niet alleen de gave van het woord, maar ook een vlotte pen, getuige de artikelen van zijn hand in De Auto, een maandblad van de Koninklijke Nederlandse Automobiel Club (KNAC) en het uitbren gen op 16 oktober 1954 van het particuliere periodiek De Cildetrom, waar hij zowel redacteur als uitgever van was. Dit periodiek, waarvan hij dus de grondlegger is geweest, bestaat nog steeds. Zo schreef hij op 1 okto ber 1954, dat “De Cildetrom een goe moet zal gaan, wanneer althans de genomen moeite venmotor, waar hij regelmatig mee door het land tufte. en de toewijding beloond zouden worden door een c-J* J—*-"J- L-1-1-*•- - enthousiaste ontvangst en De Cildetrom zal blijven roffelen voor Cod, Koningin en Vaderland", een spreuk, die hij per regelmaat fulmineerde. Bijzijn overlijden was het gilde dan ook prominent aanwezig tijdens de uit vaart in de kerk van Moergestel. Het katholieke geloof was bij hem diep geworteld, getuige de bouw van een Mariakapel aan de Moer- gesteïseweg in 1939. Deze Mariakapel staat officieel ingeschreven als de Kapel van Onze lieve Vrouw van de Vrede. Dien en Jan Hoozemans hebben vele decennia lang vrijwillig de dagelijkse zorg voor deze kapel op zich genomen. Vanaf mei 1949 werd in de zomermaand achter de Jan, Ernst, Felix en Regine. kapel in de openlucht het Plechtig Lof opgedragen. 6. Ad Fundum Zoals bekend was Carol een fervent jager, jonge omwonenden, waaronder de zoon van boer Kennes werden opgetrommeld om als drijvers bij de jacht te fungeren. Zij waarschuwden elkaar om wel bij Carol uit de buurt te blijven. Hij schoot immers op alles wat bewoog. Carol had een jachtvergunning overeen gebied van niet minder dan 640 ha., wat zijn privédomein omvatte en nog gronden van Natuurmo numenten. Hij joeg samen met de Goirlese jagers van Puijenbroex en Akkermans en de Oisterwijker Jean Hommen, die be-kend was van huize Waldemar en allerlei zaken voor Carol behartigde, zoals de administratie van zijn landgoed. In latere jaren heeft Carol nog gejaagd met SjefVan Bommel, Sjef Helmer en de Oisterwijkse tandarts Croon. Toen zij na afloop van de maaltijd zich nog wat gingen verpozen met een wandeling door dreven, akkers en wei den, kwamen zij langs het boerderijtje van Snelders, de zoon van “Jaon Lek" zoals hij in Oirschot werd genoemd. De prins wilde graag zo'n boerderijtje van binnen zien en daarbij de bewoners spreken. Carol, joviaal als altijd, stapte meteen naar binnen en vroeg of zij de boerderij eens van binnen mochten bekijken. “Jé genist, wellie kêken hier nie zo nauw" was het antwoord. Toen dan ook de 'Heren Jagers' het een en ander hadden beke ken zoals het woongedeelte, stal en schuur, bedankte Bernhard netjes voorde gastvrijheid. “Des al lang goed" zei Kees Ce komt mer us terug en dan brengae oew weef en ouw jong ok mar mee" Een verhaal van wijlen Koos van de Wouw, die het meer dan eens uit de mond van Carol had gehoord. Volgens zijn schoonzoon Wim van de Wouw zal het geestrijke vocht van de Mederbran- derij wel debet zijn aan deze geschiedenis, want zowel Carol als zijn schoonvader Koos 'spietsten' er niet in. Carol heeft nog geruime tijd veel werk gemaakt om zijn landgoed te laten renderen. Na de oorlog ver kocht hij veel brandhout uit zijn domein en dat lever de hem ruim duizend gulden per maand op. Ook het boeren leverde hem wat geld op, samen met de huuropbrengst van de woningen en nog wat inkom sten uit het Haarlemse. Jeanne Hom-men van huize Waldemar was zijn rentmeester, maar uit de maand- rapportage bleek, dat de op-brengsten niet opwogen tegen de kosten van personeel en het onderhoud. Door de hevige kou in de winter van 1945 waren de Moergestelnaren op rooftocht gegaan en ook de bossen van Carol Schade werden hierbij niet ontzien. Tot groot ongenoegen van Hommen sleepten zij het kostbare brandhout mee naar hun 31 huizen. Hommen, die corrigerend optrad, kreeg de wind van voren: "Schrijf het mar op, volgende week zit ik in Engeland". Of: “Gij moest oe schaomen om dieën rijken Heer te beschermen, terwijl wij verrekken van In 1941 hebben Carol en zijn vrouw Jenneke 2 glas- in-loodramen geschonken aan de kerk St. Jans Ont- digd door Toon Ninaber van Eijben Carol was erevoorzitter van de Harmonie en Jenneke erelid. Hij was een ware voorzitter en steunpilaar, die de vereniging niet alleen financieel, maar ook in moreel en organisatorisch opzicht steunde. De har monie was dan ook een graag geziene gast bij bezoek van de vele prominenten op De Hooge Braaken. In 1957 heeft Carol zich ingezet voor 'zijn' 3 muziek gezelschappen in het dorp, Zangvereniging Prinses Irene, de koninklijke erkende Muziekvereniging Prinses Juliana en Je zangvereniging Crescendo om een muziektent op te ricnten. De gemeente Moer gestel had hiervoor op 9 september 1957 goedkeu ring verleend en zelfs Gedeputeerde Staten van Noord Brabant verstrekte een machtiging tot het doen van een 'kapitaals uitgaaf voor dit doel ten bedrage van fl. 2.400,=. De kiosk is er gekomen, eerst aan het St. Jansplein en later is het 'Moergestelse Odeon' verplaatst naar de Kerkstraat, om in de loop der decennia toch weer uit het straatbeeld van het dorp te verdwijnen. Bij zijn Erevoorzitterschap werd Carol de mars 'De Hoge Braken' aangeboden, gecom poneerd door Rini van de Wouw. Carol heeft waar schijnlijk het 'schrijffoutje' van de componist maar door de vingers gezien. 7. Voor God, Koningin en Vaderland Carol was een man van oude waarden en normen, maar die moesten wel passen in de flamboyante levensstijl van deze Nimrod. Hij was een liefhebber van oude culturen en heeft zich ingezet voor het behoud van de Gilden. Nog maar r Brabant werd hij lid van de Oisterwijkse gilde Sint Barbara maar al snel ging hij over naar de naamge noot in het Moergestelse. Dit was echter een schiet vereniging maar dat paste mogelijk beter in zijn beleving als jager en schutter. In 1954 besloten de gilden Sint Barbara en Sint Sebastiaan samen te gaan om de toekomst van beide gilden te kunnen waarborgen. Eigenlijk was Barbara al een afsplitsing Dit tweetal met de bijnaam De Hollandse Nieuwe' gildeleden ter wille te zijn, werd de naam St Sebas- tochtonen) ige Hotel Pays Bas aan de St Janskerk- hof in Utrecht de Pionier Automobielen Club (PAC) op, een club, die nog steeds bestaat. In 1971 nam Carol het voorzitterschap over van Hugenholtz en werd, gezien het internationale karakter van de club plaats van De Hooge Braaken op 1 mei 1950 gebruikt al direct als President van de PAC aangeduid, voor het opvoeren van het toneelstuk 'Het Leven van de Heilige Ermelindis' door een toneelgezelschap uit Televisie stond in die tijd nog in de kinderschoenen, het Belgische Meldert, bij Aalst. De heilige Ermelindis Bovendien waren slechts enkelen in het bezit van een is eind zesde eeuw in Meldert gestorven en relieken toestel, dus moest vertier anders worden aange pakt. Naast jagen en automobielen was filmen een hobby van deze plaatselijke nimrod. Al op 21 jarige leeftijd heeft Carol een film gemaakt over de Maria- stichting, het ziekenhuis van Haarlem. (Hollands archief)Ook tijdens zijn verblijf in Afrika heeft Carol vele gebeurtenissen op film vastgelegd en hij had dan ook thuis uitgebreide 16mm film apparatuurtotzijn beschikking. Zodoende nodigde hij met regelmaat vrienden en bekenden uit, om onder het genot van een glaasje te genieten van destijds bekende bio- v scoopfilms, waaronder die van Alfred Hitchcock. Hooymaayer, zijn butler zorgde hierbij voor de ver- Janssen van de 'St. Jans Onthoofding in Moergestel vond, werden genuttigd.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 2011 | | pagina 7