Het leven van Carol Schade (1935-1977),
opmerkelijk inwoner van Moergestel
door
jan van Leest
De Jonge Hertog vóór de verbouwing
reen
door
Wordt vervolgd...
Carol met zijn buit in Kenya.
Bevrijding
Zo bescheiden als Carol zich hield tijdens de oor
logsjaren, zo dominant en actief was hij bij de
Het artikel over het leven van Carol Schade
is in 2010 geplaatst in de 61e jaargang
van het vlugschrift van heemkundekring
De Kleine Meijerij.
Met dank aan de auteur die ons
toestemming verleende voor publicatie!
In Kenya nam hij afscheid van Willy, die vanwege
het vervullen van de militaire dienstplicht naar
In 1952 vertrekken zij en Persoons verhuisde van de
opzichterswoning naar De Koekoek, waarbij zijn vrij
gekomen woning aan de Hulterberg werd ingenomen
door de familie Heeffer. Na het overlijden van Carol
erfde zijn chauffeur 'Hoos' de oude 'donder-Ford'.
Trots ging hij er mee in Moergestel ter kerke, maar 17
de zondag daarop liet hij 'dieë gróte woage' toch
maar staan en gingen ze weer met de fiets naar de
kerk, want rijden met 'zonne gróte Amerikaanse Ford
in zo'n klein durpke', dat bleek voor ene gewone mens
iets te veul van't goeie.
Boer Kennes woonde in het oostelijk gedeelte van zijn
landgoed in boerderij De Hondsberghoeve, maar deze
hoeve werd al in 1934 voor de komst van Carol gron
dig aangepakt. Vlakbij de boerderij ligt een klein ven
en Carol heeft dat de toepasselijke naam 'Jennekes-
ven' gegeven. Zo heet het in de volksmond nu nog,
maar het naambordje is tijdens een jachtpartij vreemd
genoeg verdwenen..
Voor de Brabanders was er aan alles gebrek, maar
jenneke, de vrouw van Carol wist nog wel wat vlees
van de Duitse keukenwagens te ontfutselen. On
danks vergunning van de luchtbeschermingsdienst
en van de 'bosbrandweer' werd zijn vrijheid om
zich op zijn landgoed te begeven, toch verder be
perkt. Het gebied rond de Hondsberg was abso
luut niet meer toegankelijk (Sperrgebiet), wegens
inkwartiering van de Duitsers ter plekke, maar ook
door de vele Russische krijgsgevangen en opslag
van munitie. Met leedwezen zag Carol zijn bezittin
gen richting Duitsland vertrekken. Hij liet dan ook
na de oorlog zijn personeel een lijst aanleggen van
vervreemde eigendommen. Tot in het kleinste de
tail werd in 1945 alles vermeld aan de Schade En
quête Commissie. Zo ontbrak een zadel van f 150,-
fiets zonder banden, 2 kastdeuren en een karpe-
tuer van de tractor voor een tientje (wat Carol met
pen verbeterde in carburateur en nog 3 schroe
vendraaiers met een totale waarde van f 1,50.
Carol bij het stafkwartier met Prins Bernhard
Café Restaurant De jonge Hertog is tijdens de oor
log wel een doorgangshuis geweest voor piloten.
In november 1943 werd een BI7 neergeschoten bij
Heusden en de piloot 2de Luitenant Tom Apple
white is vanuit Vught naar deze herberg gebracht.
Nog diezelfde dag is de Amerikaan op transport
gezet richting Hilvarenbeek-Weelde*. Het is niet
bekend of van Kasteren dan wel Carol, als eigenaar
van dit etablissement, hierbij actief betrokken
waren of zelfs hiervan op de hoogte waren. De
naam Lentink wordt in de stukken wel vermeld als
actief helper evenals de bekende Oisterwijkse ver
zetsstrijder Gerrit van der Linden. Lentink was
nachtwaker bij de fabriek van Pessers in Tilbuq-
deed op het landgoed het werk, wat later c__.
Heeffer is overgenomen.
Bij de Bokkenrijders in Esbeek vindt u de vlucht
route van Tom Applewhite.
jachtvriend
iGergen een
reis door Afrika. Ze scheepten zich in op een
lun Ford V8 voet aan
Ondanks brieven in oktober 1944 van K. Ayer, de
toenmalige voorzitter van het plaatselijke Rode
Kruis en van de Voedselcommissaris in Noord
Brabant, gelukte het Carol niet om al zijn materieel
te behouden. Om te ontkomen aan de Duitse eis,
verborg Carol zijn tractor en een personenwagen
Ford V8 uit 1936 onder balen hooi en stro, maar de
rest van zijn 'rollend materieel' werd in beslag
genomen. Ook de jachtwagen, die 'geparkeercr
stond bij de Ford dealer autobedrijf Pompen en
Verlouw in den Bosch, kwam boven water; diezelf
de Ford stationwagen uit zijn Afrika avontuur. De
overgebleven 2 deurs Ford V8 van 1936 stond dan
ook direct na de oorlog boven aan de lijst van de
plaatselijke commandant van de Binnenlandse
Strijdkrachten (Carol zelf). Wel ontkwam hij aan de
Arbeidseinsatz vanwege zijn aktiviteiten 'für die
Forstwirtschaft'.
bevrijding. Met zijn stentorstem trok hij dan ook
snel de leiding naar zich toe.
De brug aan de Oirschotseweg werd in oktober
nog door de Duitsers opgeblazen, maar enkele
dagen later plaatsten de 15de Schotse divisie
onder leiding van commandant Colin Muir Barber
al een noodbrug over de Reusel en op 26 oktober
1944 bevrijdden de geallieerden Moergestel. Bij
deze gebeurtenis was Carol prominent aanwezig.
De ordedienst (OD) die enkele dagen na de oorlog
uit 14 manschappen bestond, werd omgevormd
tot de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten
(N.B.S.), met als plaatselijk commandant C.A.B.
A.M. Schade als 1ste luitenant der Artillerie. Zijn
buurman Frans Janssens, wonende aan de 'Maria-
hoeve' en zijn vriend Rob Hin, die hij nog kende uit
de Haarlemse tijd en die bij hem inwoonde, fun
geerden als tolk voor dit corps, dat verder nog werd
aangevuld door Wim Mutsaerts als motorordon
nans en een 12 tal lokale jongens. Zij werden voor
namelijk ingezet voor de bewaking van de wegen.
Een incident, dat toen landelijke bekendheid heeft
verkregen, was de aanhouding op 24 december
1944 van de toenmalige minister van justitie en
oud verzetsstrijder de Heer van Heuven Goedhart
met zijn secretaresse door de N.B.S., wegens een
niet geldig persoonsbewijs. Dit gaf natuurlijk de
nodige heibel, maar door tactisch ingrijpen van
Carol als hoofd van de plaatselijke N.B.S. werd
deze zaak alsnog in der minne geschikt.
Naast bewaken van wegen en het handhaven van
orde had de N.B.S. nog tot taak om plaatselijke colla
borateurs, NSB'ers en wapendragers op te brengen.
Ook in Moergestel waren uitingen van ‘onvaderlands
lievend gedrag' en Carol had in navolging van andere
gemeenten als hoofd van de N.B.S. verschillende affi
ches in het dorp laten ophangen, waarin werd opge
roepen om uitingen van on-Nederlands gedrag te mel
den. Hier werd gevolg aan gegeven en de 'delinquen
ten' werden door de N.B.S. vervoerd naar het arres
tantenlokaal in Oisterwijk. Wel brak Carol nog een
lans voor burgemeester Bardoel van Moergestel, die
voor de zuiveringscommissie moest verschijnen van
wege oneigenlijke afwezigheid van zijn burgemeester
schap tijdens de bezetting en een heikele kwestie
omtrent de arrestatie van Frans Kluitmans tijdens de
staking in 1943.
Alhoewel Carol in de dertiger jaren, zowel in Vught
als in Oisterwijk, er de brui aan gaf om zich het vak
Gemeente Administratie eigen te maken, heeft hij
voordien wel de H.B.S. afgemaakt. Dit gaf hem de
mogelijkheid om eind jaren twintig de officiersop
leiding te kunnen volgen, waarna hij als officier
heeft gediend in het 3de Regiment van de veldartil
lerie in Ede. Volgens zijn zeggen maakte Carol daar
vrienden voor het leven. Als noofd van de plaatse
lijke N.B.S. kwam hij dan ook direct in beeld en
werd vrij spoedig daarna bevorderd als transport-
officier bij het stafkwartier van Prins Bernhard. Zijn
patriottisme heeft hem waarschijnlijk geruime tijd
bij dit stafkwartier gehouden, want voor de soldij
van slechts f 3,50 per week kon hij het beter laten.
Na zijn bevordering volgde Theo Verbakel hem op
als hoofd van de plaatselijke N.B.S.
Enkele dagen voor het einde van de oorlog lukte
het Carol nog om zijn woning te vrijwaren 'von
Deutsche Truppen' onder de voorwaarde, dat hij
wel 4 gemeubileerde vertrekken ter beschikking
moest houden voor het Duitse officierskader. Maar
in de bijgebouwen, het kantoor, de garage en schu
ren van de Hooge Braaken scholen in de laatste
maand van de oorlog tussen de 60-150 Duitsers.
Op de binnenplaats stonden 3 keukenwagens.
Voor de 'Mannschaft' was er voldoende eten. Som
mige Duitsers waren wel geschikt, maar het gros
jatte als de raven. Koeien, schapen, varkens, kip
pen, ja alles werd uit de wijde omtrek voor con
sumptie binnengehaald en werd met de inhoud
van nog honderden gestolen weckflessen veror
berd. Dit alles onder het motto Krieg ist Krieg”.
Uit verveling gooiden ingekwartierde Duitsers
hand-granaten in het Putven. Door de druk stier
ven de vissen en kwamen ze boven drijven. De
grootste exemplaren werden er uitgehaald, maar
Carol verschalkte nog wel een snoek van 96 cm. Dit
werd dan ook aanleiding voor een klein feestje. De
volgende dag savoureerde de familie samen met
nog 9 gasten deze welkome lekkernij, wat volgens
Carol “muzikaal werd opgeluisterd door het
afweergeschut bij Kennes. Het glas vliegt me
zowaar uit de hand”, zo schreef hij en dat was bij
zo'n visbacchanaal een onprettige gebeurtenis.
Doordat de familie Schade haar intrek had geno
men in hun nieuwe 'havezaat De Kennemerhof
kwam het huis aan het Putven vrij. Deze woning
werd betrokken door Ernest Mutsaerts met zijn
gezin. Carol ging voortvarend te werk en bouwde of
verbouwde flink op zijn landgoed: Een kleine
woning vlak bij de villa voor zijn houtvester Jan
Persoons en aansluitend een opzichterswoning op
de grens tussen Moergestel en Oisterwijk. Dit huis
is echter niet getekend door architect Van der Ven,
maar door de lokale Oisterwijkse architecten van
de Biggelaar en Johan (Jan) Visser. De tekening van
de eerste verbouwing van het bekende Café Res
taurant De Jonge Hertog is wel door architect
Willem van der Ven uitgevoerd. De uitbater daar
was Jan van Kasteren en het lokaal werd later lan
delijk bekend om zijn heerlijke haantjes. De uit
spanning werd grondig verbouwd inclusief de aan
leg van 2 16 tennisbanen. Of het aan Carol, of aan
Van der Ven gelegen heeft, is niet bekend, maar
nadien vindt men deze zogenaamde Engelse land
huizenstijl in Oisterwijk alom terug.
Al vlot betrok houtvester en voorman Persoons de
opzichterswoning aan de Hulterberg, die zoals ze
zeiden met deze 'grenswoning' in Oisterwijk sliep
en in Moergestel at. De vrijgekomen woning nabij
de villa werd betrokken door Carols tuinman Jan
Hoosemans, die naast zijn hovenierswerk ook als
chauffeur dienst deed. Hoosemans kwam van De
Nagtegaal aan de Moergestelseweg, waar tot 1950
G. Trure heeft gewoond. De naam 'De Nagtegaal'
komt waarschijnlijk ook uit de koker van Carol. Het
is gelijk aan de naam van het café in Hillegom,
waar de door hem georganiseerde Kraantje Lek
wedstrijden finishten. De Nagtegaal is aan de
Westzijde het einde van zijn domein. Dit pand
heeft zeker nog enige historische betekenis, want
in 1845 woonde daar namelijk het protestantse ge
zin Vorsterman van Oijen en de zoon Anthonie
Abraham werd landelijk bekend als publicist en
heraldiek kenner. In huize De Koekoek aan de Oud
Hondsbergselaan verbleef de familie van Summe-
ren.
’MOERGESTEL NIEUWS’ - WOENSDAG 29 JUNI 2011PAGINA 7
Ontdekkingstocht door Afrika
In april 1938 maakte Carol met zijn jachtvriend
Willem (Willy) B. Dresselhuys uit Driebergen een
reis door Afri'
Noorse vrachtboot om met
wal te kunnen zetten in Kaapstad. De plaatselijke
pers wijdde zelfs nog een artikel aan de komst van
Carol en zijn maat: “Hulle hoop om een aantal
leeus en olifante plat te trek op hul tog" en dat ze
het schieten blijkbaar hadden bekwaamd aan
boord waarbij leee bottels” als schietschijven
werden gebruikt. Carol nam, als fervent jager, het
de schrijver van dit stukje hoogst kwalijk en en
noemde het dan ook een paardeleugen. “Zowel
leeuwen, olifanten, gnoes, buffels en wilde zwijnen
vielen ten prooi aan den vervaarlijken loop van
mijn zware olifantenMauser”, aldus Carol. Al
jagend trokken de twee noordwaarts dwars door
het 'Zwarte Werelddeel', zoals Carol dat zo plas
tisch verwoordde, vele 'trofeeën' achterlatend. De
safari voerden hen vanuit de Zuid Afrikaanse pro
vincies Natal en Transvaal naar Mozambique en
vandaar uit naar Tanganyika (nu Tanzania), naar de
Mount Meru, een veertienhonderd meter hoge
berg met besneeuwde toppen op 3 graden ten zui
den van de equator. Carol met zijn kompaan
mogen zeker voor die tijd als globetrotters worden
bestempeld, maar in Tanganyika na een dag een
zaam rijden in de rimboe, Kwamen ze een Am-ster-
dammer tegen, die het plan had opgevat om met
zijn fiets naar zijn broer in Zuid Afrika te rijden.
Carol en Jenneke hebben zich tijdens de oorlog zeker
f*zoh,;,
-- ■- - Leo Fick, een aardrijkskunde leraar, die naast zijn
beroep er nog een busonderneming op na hield. Met
zijn onderneming Presto, het latere Vitesse onderhield
hij een lijndienst tussen Moer-gestel en Oisterwijk. Bij
het uitbreken van de oorlog was er flink paniek, dat de
Duitsers alles zouden confisqueren. Carol gaf dan ook
ruimhartig toestemming om de bussen op zijn domein
te verbergen. Een vrees, die later ijdel bleek te zijn,
want al na 3 dagen tuften de benzineploffers weer vro
lijk rond in het Brabantse landschap. Na de beschie
ting van St. Stanislaus was het Carol, die de zusters
aan nieuw vensterglas hielp. Op het einde van de oor
log werden de huizen van Stuylemeijer, Bouvry en
...„rgestel, waardoor hij zich onbe- ^ecblin aa” deL Moergestelseweg gevorderd en de
gebied kon begeven. Om goed zicht te ^toevlucht tot De Hooge Braaken.
ueel 'Waldfeuer' bouwde Carol in Ook *oh ult Hilversum, een oud rally kompaan
van Carol, die op doorreis was naar Brussel en hier
strandde. Bij het zien van de vele vluchtelingen
komende vanuit Oirschot en Best, die huis en haard
verloren hadden, gaf Jenneke kleren en mondbehoef
ten.
Carol Schade.
Nederland moest terugkeren. En zo stoomde Carol
in zijn eentje op, richting het Noorden.
In Oeganda legde hij bijna het loodje en was ook dit
verhaal geëindigd vanwege een woedende leeuw, die
hij op slechts 3 meter afstand neerschoot. De reis ver
volgde van Kampala (het huidige Oeganda) om daar
na, vanwege veiligheidsredenen, in Juba (Sudan) de
boot te nemen naar Khartoum. Daar aangekomen
trok hij met een Engelse kapitein van het kamelen
corps uit British Somaliland, mr. Consett en zijn
Arabische chauffeur de woestijn in richting Luxor in
Egypte. De laatste 80 kilometer werden de wagens,
vanwege het onbegaanbare zandlandschap, tussen de
spoorrails gemanoeuvreerd, om zo, spoorbielzen trot
serend, toch vooruit te kunnen komen wel met de
angstige gedachte in het achterhoofd van een nade
rende trein. Blijkbaar liep dit ook nog goed af en na
acht maanden zwerven kwam er een einde aan dit
avontuur toen de boot in december 1938 in Triëst
aanmeerde. Het gehele Afrika avontuur is door Carol
op filmbeeld vastgelegd.
Ómdat zo'n reis destijds uitzonderlijk was en ook een
goede weergave gaf van het technische kunnen van
een Ford, heeft Ford Nederland dit filmmateriaal des
tijds geschikt gemaakt voor bioscoop vertoning. (Film
in Noord Hollands archief).
De Oorlogsjaren
Carol heeft, zo bleek uit overlevering, bijzonder
weinig op gehad met de bezetter maar probeerde
er wel zo veel mogelijk uit te slepen. Met behulp
van de plaatselijke autoriteiten en uiteraard via zijn
natuurlijke gave des woords, wist hij wel een en
ander te realiseren en zette zich ook in voor de
Moergestelse bevolking. Op 9 april 1942 wilden de
Duitsers intrekken in de woning Hoogen Huijzen
aan de Oirschotseweg, maar door de inzet van
Carol en burgemeester Bardoel kon het pand
behouden blijven voor de paters Assumptionisten.
De Duitsers zagen er blijkbaar vanaf, omdat er
naar Carols zeggen 'geen stromend water' zou zijn.
De Burgemeester van Moergestel vorderde in juni
■pji x_ - --
kenteken N 293636 met chauffeur (Carol zelf) ten
behoeve van de luchtbeschermingsdienst. Op 1
augustus 1942 om 03:10 uur crashte een tweemo-
torige Engelse Hampden I tegen de hoogspan
ningsmast ten noorden van de Oirschotseweg
nabij het Allemansven. Een van de bemanningsle
den werd zwaargewond en is met deze auto afge
voerd naar het Sint Elisabethziekenhuis in Tilburg.
Oponthoud in de Oisterwijkse en Moergestelse
bossen was door de Duitse bezetter ten strengste
verboden, maar Carol wist wel een vergunning los
te peuteren als 'Unterführer Waldfeuerwehr der
Gemeinde Moeq
perkt in zijn gebier
nouden bij eventueel 'Waldfeuer' bouwde Carol in
1943 een brandtoren op zijn domein. Deze toren
staat er nu nog en was oorspronkelijk een waterto
ren voor de vakantiewoning van de familie
Donders aan het Aalsven. Als tegenprestatie voor
Donders zou Carol gratis een stuk land omploegen
en hiermee was de ruil bezegeld. Zijn tractor, een
Mac Cormick-Deering (voorzien van een houtver-
gasser) werd door de Duitsers gevorderd, maar
Carol wist te regelen, dat deze 'Zugmaschine not-
wendig war für den Dreschbetrieb'.
Tot op heden is niet bekend of Carol actief is
geweest in het verzet, maar getuige het feit, dat
Prins Bernhard al eind september 1944 plaatselijke
verzetsgroepen had geformeerd, waaronder ook
het 14 leden plaatselijke corps onder leiding van
C.A.B.A.M Schade zou erop kunnen duiden, dat hij
in die kringen zeker niet passief moet zijn geweest.
Ook vinden we brieven terug van Carol in de
archief van Maryland US, waarin hij melding maakt
betrokken te zijn geweest bij transport van geal
lieerden tijdens de bezetting. Op 13 oktober 1944
schreven de Duitsers Carol nog een keurig getypt
briefje, dat zijn 'Fahrrad war Beschlagnahmt', maar
dat net hen spoedig te heet onder hun voeten
werd, getuige 10 dagen later een met potlood
geschreven kattebelletje, waar we alleen nog het
woord 'Fahrrad' kunnen ontcijferen.