Het leven van Carol Schade (1935-1977), opmerkelijk inwoner van Moergestel J? door Jan van Leest g«‘ Wonnhuis aan het Putven. Wordt vervolgd... Bruiloftsfeest van Jenneke en Carol in de Villa. Het artikel over het leven van Carol Schade is in 2010 geplaatst in de 61e jaargang van het vlugschrift van heemkundekring De Kleine Meijerij. Met dank aan de auteur die ons toestemming verleende voor publicatie! ;en ter tijdens de rit de motor van de Ford opg< de oorlog vond in 1946 nog eenmaal de ne versie van deze rit plaats bij een temperatuur graden. Rob Hin, een naam die we •naai nog tegen zullen komen, won Niet alleen nationaal was Carol bekend in de rally De Haarlemse familie Schade was zeker niet onver mogend. Vader Carol (Carolus Josephus Maria Romualdus Schade) huwde op 16 januari 1908 met Clara (Clara Alphonse Johanna Maria) Povel en ze kregen een zoon Carol en dochter Claar. In 1931 over leed Carol senior al vroeg op 56-jarige leeftijd en met zijn overlijden kwam er voor Carol vermogen vrij. Hij moet waarschijnlijk door zijn verblijf in het gemeente huis van Oisterwijk goed op de hoogte zijn geweest van het feit, dat Adnaan Hendrik Kleiweg de Zwaan voornemens was om het gebied achter villa De Hondsberg, inhoudende de omliggende landerijen, vennen, landbouwpercelen en boerderijen te verkopen. Dat paste exact in de wens van Carol om dit jacntre- vier te kunnen verkrijgen. Rond 1937 heeft een zekere van Heek nog gepoogd om het land aan te kopen voor recreatieve doeleinden, maar de kater over het Oisterwijkse socialistische-communistische vakantie oord Mor-genrood was dusdanig groot, dat men een koper zocht van goede katholieke huize. Vaste voet op Brabantse bodem. In 1938 heeft Carol dit gebied verworven. In het netje met deelname aan verscheidene rally’s waar onder die van Monte Carlo. In 1932 met jan Erens in een splinternieuwe Mercedes en in 1933 de Monte Carlo met als startplaats Lissabon. Met Alex van Strien won Carol in 1934 de Coupe de Glaciers in hun klasse, evenals de Tilburgers Mutsaerts en Kouwenberg. In 1937 reed Carol met Lex van Strien de Harzrit en vervolgens in januari 1938 de rally Monte Carlo met wederom zijn vriend van Strien en Lex Beels. Zij vertrokken met startnummer 11 vanuit Stavanger in Noorwegen. De auto is een Amerikaanse Ford, bouwjaar 1937 model 78. Carol was eigenaar van de Haarlemse Auto Centrale (H.A.C.T de Ford dealer rond het Spaarne. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Carol zijn rallycap- riolen in een Ford maakte. Bij de prijsuitreiking op 31 januari werd 's avonds in de jardin Exotique menig 'bouteille champagne' opengetrokken, niet alleen vanwege de overwinning van het Nederlan ders equipe Bakker Schut en Ton, maar zeker ook, toen die avond de geboorte van kroonprinses Beatrix bekend werd. spoeden om de dames toe te zwaaien. Die dag kon sus niet aan Carol besteed en van zijn belofte aan zijn vader, een studie voor het ambl meester, kwam dus weinig terecht. We zien hem •I - I I land, vervolgens bij zijn voorouderlijk huis in Oi terbeek bij Arnhem en dan weer bij zijn 'streek| nooten' in Kennemerland. Tot 1938 pei.J.™. regelmatig op en neer tussen Noord B andere dek.. ------ auto- en rallyrijder en nam deel aan allerlei rally's. Vanaf 1935 tot maart 1940 organiseerde Carol met zijn oude Haarlemse vrienden Paul Erens en Lex Beels de bekende Kraantje Lek autoritten. Die rit ten vertrokken vanuit de herberg met de gelijkwaar dige naam aan de voet van de BÏinkert in Bloemendaal, de vooroorlogse broedplaats van de rally scene. Deze ritten waren vermaard en zelfs vervaarlijk, immers het ging 'om een partijtje om het hardst'. Iets wat heden ten dagen absoluut ondenkbaar zou zijn. Carol reed zelf ook mee in wat hij noemde zijn 'scheurford'. In 1936 heeft hij 'eblazen. Na de oorlog vond in 1946 nog eenmaal de clandestie- 1 van minus 25 graden. Rob Hin, een naam die we later in dit verf die wedstrijd. scene, maar ook internationaal stond hij zijn man oostelijke deel van de Hooge Braaken in het buurt schap Vurhaai aan het Putven wilde Carol een nieu we woning bouwen. Aan dit ven zou een klein dag- lonershuisje moeten hebben gestaan, wat be woond werd door een zekere Nagel, die door de bevolking Neus Nagel werd genoemd. Carol was aanhanger van de traditionele Engelse bouwstijl en en het was zijn vriend en architect Willem A.M. van der Ven uit het Gelderse Velp, die de opdracht kreeg om een huis te tekenen aan het Putven. Op 8 april 1938 gaf de Gemeente Moergestel Carol toestemming voor het bouwen van een 'zomerhuis werd weldra beschermheer van ging De Zilvermeeuw. Saillant van de vereniging, op handen zijnde Indië met het Fokker vliegtuig 'De Zilvermeeuw'. Vanwege motorpech is die machine aan de grond gebleven en de vlucht werd overgenomen door 'De Pelikaan'. In september 1936 verlaat Carol Berli- cum en trekt weer richting Haarlem. Hij blijft zeker tot na de oorlog beschermheer van deze vereniging en binnen de Bossche gelederen was de 'Schade Beker' voor de beste duif een begrip. Jaren later heeft Carol op zijn landgoed in Moergestel een oude tramwagon aangeschaft voor zijn duiven, maar in 1949 sloeg het noodlot toe. Mijn duiven hebben “'t snot" zo schreef hij moedeloos en liet de verzorging van zijn doffers maar over aan Hun Jachtrevier lag in Salland, om en nabij de gehuchten Lettele en Schalkhaar in de buurt van Deventer. De afstand naar het revier bleek een zware handicap zo blijkt uit de vele corresponden tie en al ras haakten verschillende 'jachtgenooten' af, mede vanwege de hoge reiskosten. Waarschijn lijk was dat een van de redenen, dat Carol zuid waarts trok richting Brabant. Tijdens zijn verblijf in Hotel De Hut betaalde hij een bedrag van dertig gulden voor een jachtakte aan bur gemeester J. Verwiel van Oisterwijk. Vervol-gens vin den we hem terug in Berlicum bij den Bosch, weder om als volontair en ingeschreven op 12 februari 1935. Al vroeg gaf hij blijk van zijn weldoenerschap. We vin den brieven, waarin hij beschermheer is geweest van de plaatselijke Roomsch Katholieke Berlicumse Voetbalvereni-ging. Als adres wordt vermeld Selden Sate, een buiten, dat toen eigendom was van de fami lie Laman Trip. Het huis was in vervallen staat en dat werd destijds nog verergerd door het verleggen van het riviertje de Aa. Door de gewijzigde grondwaterstand begonnen de houten funderingspalen onder het deplo rabele pand te rotten, waardoor het langzaam steeds verder instortte. Carol woonde daar dan ook in het poortgebouw. In Berlicum was Carol verwoed duivenmelker en hij -1 .._u_ i-;.-n pQstduivenvereni- t detail is de naam die voortkwam uit de destijds postvlucht naar Nederlands- Het bruidspaar bij aankomst op de villa Harmonie luliana was uiteraard van de partij met een aubade bij de villa, die door Carol inmiddels de toepasselij ke naam ‘Kennemerhof had gekregen. Om de 'ko ninklijke' allure van het huwelijk nog meer kracht bij te zetten, begon de voorzitter van het R.K. Mannenkoor Crescendo zijn speech met “Weledel geboren Heer en Mevrouw”. Jenneke was be schermvrouwe van dit koor. Dat kwam door Jan Welvaarts, een Moergestelse schilder, die naast zijn schildersbedrijf ook nog dirigent was van het plaatselijke zangkoor en tijdens net schilderwerk aan de villa al snel contact legde met het echtpaar Schade. In 1940 schonk Jenneke de vereniging een nieuw vaandel. Veel bijval van de gasten kreeg mirlitonfanfare 'De Klomp’ uit zijn buurtschap de Vurhaai. Niet alleen door de sonore klanken van de kazoo's, geplakt op de uit triplex gezaagde blaasinstrumenten, maar zeker ook door hun folkloristische klederdracht en het cadeau van witte hortensia's gedragen door een schare van 'bruidsmeisjes'. BH Carol Schade zoals we hem het best kennen... Moergestelnaar Jan van Elderen. Die oude tramwa gen overigens behoorde tot de Ooster Stoomtram- Maatschappij O.S.M. Met het uitzicht op de tram rails vanuit het huis van zijn grootouders, gelegen aan het Corneliapark, Utrechtseweg in Oosterbeek, was Carol waarschijnlijk al als kind geobsedeerd van dit 'elektrisch fenomeen' en toen later deze rij tuigen in de verkoop kwamen, besloot hij dan ook maar om een rijtuig aan te schaffen. De vader van Carol Alexander Bavo Andreas Maria Schade, zoals hij officieel heette, zag voor hem het ambt van Burgemeester weggelegd en Caroljr. beloof de zijn vader op het sterfbeafdat hij naar dit ambt zou streven. Hij zocht een locatie, waar hij zich het burge meesterschap eigen kon maken en dat vond hij op de gemeentesecretarie van Vught o.l.v. burgemeester Loeff. Blijkbaar vorderde de studie als 'volontair ter secretarie' niet zoals gewenst, want Carol had naast zijn studie nog vele andere besognes, die hem het leven aangenaam maakte. Uiteindelijk schreef hij zich eind 1936 in te Oisterwijk om onder de gezaghebben de leiding van Burgemeester Johannes Verwiel de cur sus Gemeente Administratie (CA) weer op te pakken. Samen met zijn kompaan Johannes A. M Rouppe van der Voort, die al in 1938 zou worden geïnstalleerd als burgemeester van Berkel Enschot, en de oud verzets strijder Gerrit van der Linden zaten ze op de eerste etage om zich in dit vak te bekwamen. Als de dochters van de bekende Udenhoutse huis arts Lobach zomers in het Staalbergven ging, zwemmen, dan spraken ze af, dat ze al fietsend t hoogte van het Raadhuis zouden bellen, waarop de jonge 'ambtenaren' zich naar het raam konden spoeden om de dames toe te zwaaien. Die dag kon dus niet meer kapot. Ook in Oisterwijk was de cur sus niet aan Carol besteed en van zijn belofte aan zijn vader, een studie voor het ambt van Burge meester, kwam dus weinig terecht. We zien hem opduiken tijdens de jacht in het oosten van het land, vervolgens bij zijn voorouderlijk huis in Oos terbeek bij Arnhem en dan weer bij zijn 'streekge- nooten' in Kennemerland. Tot 1938 pendelde hij regelmatig op en neer tussen Noora Brabant en andere delen van de wereld. Carol was een fervent ’MOERGESTEL NIEUWS’ - WOENSDAG 22 JUNI 2011PAGINA 7 Carol schreef in maart vanuit zijn ouderlijke woning aan het Staten Bolwerk 5 in Haarlem, dat ze in Monte Carlo als 5de aankwamen, maar het volledig verprutsten bij de klassementsproef, waar door ze uiteindelijk als 52ste finishten. voor tijdelijke bewoning' aan het huidige Stokeind nr 16. Deze aanvraag verliep via een zijn gemach tigde, P. Gadiot uit Breda. Woonhuis aan het Putven In die tijd zou Carol nabij Brussel op won derbaarlijke wijze een zwaar ongeluk hebben over leefd en het verhaal gaat, dat hij, als belofte op zijn goede genezing, een Mariakapel liet bouwen. Ook deze kapel werd getekend door Van der Ven, naar men zegt naar het voorbeeld van een Mariakapel uit het Brusselse, die Carol direct na zijn ongeluk zou hebben opgemerkt. De kapel werd op 8 december 1939 door Pastoor Janssen ingezegend. Dit ging voorshands niet zonder slag of stoot. Bisschop Diepens was mordicus tegen omdat alleen gebouwen in eigendom van de parochie konden worden ingewijd, maar Pastoor Janssen, een goede vriend van Carol, hield een gloedvol betoog en 10 overeengekomen werd, dat na het overlijden van Carol de kapel in eigendom over zou gaan naar de parochie van Moergestel. Al tijdens de bouw aan het Putven had Carol plannen om zijn 'villa' verderop te bouwen, een honderd meter ten zuiden van het ven. In oktober 1939 waren de tekeningen van architect Van der Ven gereed. Veel rui mer van opzet, getekend in een U vorm met grote inrijpoort en binnenplaats. Dit huis is waarschijnlijk in het begin van de oorlog afgebouwd, want het brui loftsfeest van Carol met Jenneke (Jeanne Marie) van Kempen heeft zich op dinsdag 22 april 1941 hier in Moergestel voltrokken, enkele dagen later gevolgd door de kerkelijke inzegening op zaterdag 26 april in Baam, de woonplaats van Jenneke. Wat beweegt mij eigenlijk om een verhaal te schrijven over Carol Schade, in de volksmond ook vaak CABAM genoemd? Ik heb hem nauwelijks gekend en heb hem slechts en paar keer in mijn leven ontmoet, maar nooit gesproken. De eerste keer, dat ik Carol zag was bij kapper Vugs Builens in de Stationsstraat, waar hij zich liet scheren. Bij Ome Harrie heette dat toen. Alhoewel het geen oom van me was, werden buren en bekenden vaak met oom en tante aangeduid. Ik moet zo'n 5 of 6 jaar zijn geweest en het knippen ging toen nog met een hand-tondeuse, zowel door Ome Harrie als door zijn assistent, die wij 'Leo Longanoemden vanwege zijn adoratie voor deze Tilburgse voetbal club. Vervolgens zag ik Carol bij autoclub De Vennenrijders, in Cafe Restaurant de Jonge Hertog aan de Moergestelseweg. Mijn vader was lid van De Vennenrijders en jaarlijks vond daar voor ons kinderen het Sinterklaasfeest plaats. Sinterklaas kwam met zijn auto, dus niet te paard. Nou wilde het geval, dat dit exact dezelfde auto was, die ook regelmatig bij kapper Vugs voor de deur stond. Een blauwe Ford met een groot imperiaal van houten latten op het dak en een beweegbare schijnwerper links. Door die auto werd het bestaan van de goedheiligman door mij in twijfel getrokken en dat werd zeker nog versterkt door de houding van de goede Sint, wat later bleek onze buur man Jan Merkelbach, die te diep in het glaasje had gekeken. De laatste keer, dat ik hem zag was bij toneelgezelschap De Brug in de zaal van Klein Speijck. Destijds een 2 jaarlijks terugkomende Rode Kruis gebeurtenis, waar vele notabelen van het dorp in mee speelden De opbrengst hiervan kwam ten gunste aan het Rode Kruis. Carol was voorzitter en had het woord. Volgens Wim de Bakker van de Heemkundekring De Kleine Meijerij is er van Carol weinig vastgelegd en vroeg me of ik in de geschiedenis van deze Bourgondiër wilde duiken. Carol was een flamboyant figuur, die als Heer van stand leefde en woonde op zijn landgoed De Hooge Braaken aan het Stokeind te Moergestel. Carol heeft voor de lokale bevolking veel betekend. Hij was een man met een groot hart voor ieder die hij kende, zonder aanzien des persoons. Hij maakte mensen deelgenoot van zijn leefwijze in tegenstelling tot latere generaties, waar genot vaak wordt vertaald in het materiële. Een oude re dame, die Carol goed gekend heeft, omschreef hem als een prachtkerel, maar nooit volwassen geworden. Mannen blijven immers altijd kinderen, toch? Pendelen tussen Brabant en Holland Ruim honderd jaar geleden, op 30 november 1909, zag Carol Schade in Haarlem het levenslicht. Het eerst komen we hem, ver van zijn domicilie, tegen in januari 1932 als volontair bij de gemeente in Vught. Daar heeft hij op 22 jarige leeftijd intrek genomen in Hotel De Hut aan de Loonscne Baan. In Vujght werd hem op 14 juli 1933 door het hoofd van de plaatselijke politie een 'Groote Jacht-Acte' verstrekt. Het jagen zat de Schade's al vroeg in het bloed. In november 1870 kocht zijn grootvader C. Schade voor 95 toenmalige Britse ponden twee jachtgeweren in Londen en ruim 50 jaren nadien kocht Carol samen met zijn zus Claartje in 1933 voor ruim vijfhonderd gulden aan jachtgeweren met toebehoren. Oom Alphons Povel, die getrouwd was met de zus van zijn vader Carol (Trees Povel-Schade), was de grote stimulator van de jacht. In september 1934 schrijft zijn oom hem de eerste jachtinstructies. Normaliter vinden vrijgezellenavonden plaats vóór het huwelijk, maar Carol toog op 23 april, een dag na het feest in Moergestel richting Amsterdam om samen met zijn oude strijdmakkers in Willy's tap perij zijn afscheid te vieren. Als aandenken ontving de oude drinkebroer een beker en werd hem een ode voorgedragen. Een uitspraak, die later helaas de waarheid bleek te zijn. Met de kreet La garde meurt, mais ne se rend jamais" werd die avond afgesloten. Het huwelijk van Schade was voor Moergestel zeker voor die jaren een hele happening. Het leek wel of de onderkoning van Egypte werd binnenge haald. Drommen nieuwsgierige mensen stonden samengepakt voor het raadhuis, waar vele charet- tes en landauers af- en aanreden. De plaatseliike bevolking liet zich bij dit huwelijk zeker niet onbe tuigd. I

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 2011 | | pagina 7