van de bevrijding rig eten, koude en natte voeten, dode vingers ALLROUND MAKELAARDIJ Onze viering ALLROUND MAKELAARDIJ zaken “back DEZE WONING IS VANAVOND (WOENSDAG 13 OKTOBER) OM 18.00 UUR TE ZIEN IN HET SBS-PROGRAMMA 'HUIZENJACHT' Gikerbaan34 5037 KV Tilburg T013-5920080 F013-4688259 lwww.allroundmakelaardij.nl WONING VAN DE WEEK! Op zondag 24 oktober a.s. is de jaarlijkse herdenking weer een feit. Om onze jonge generatie het besef bij te brengen, dat leven in vrijheid geen vanzelfspre kendheid is, is namens de “Werkgroep Oorlog en Bevrijding” voor de basisscholen een lesbrief samengesteld. Deze lesbrief handelt deze keer over de Canadezen. Via Moergestel-Nieuws wil de Werkgroep u in een tweetal bijdragen (13 en 20 oktober) van achtergrondinformatie voorzien. ALBERTdeBOOU LOU DE GROOT 'Ï/T GERMANY KHPtn I1AU) ~tütto F~wro Herte We Corner Militairen van het 5e Medium Regiment Royal Canadian. granaten en rookpotten. Tot de morgen waren D'N DUYP 16, MOERGESTEL _l geweest. We proberen geen regen op het brood ndehjk - na terugl de balans opmaken aan ’MOERGESTEL NIEUWS’ - WOENSDAG 13 OKTOBER 2010 29 december: Midden in de nacht iedereen wakker gemaakt. De Duitsers beginnen een iokgranaten omhoog, aanval, heet het. Onze sector onder de rook. Ik Moaning Minnies. Ik bezocht de voorposten, controleerde munitie, granaten en rookpotten. Tot de morgen waren we op ons qui vive, ieder moment verwachtten latrouilles elkaar ze bespie- ekken 12 december, Den Heuvel: Terug in de loopgra ven, terug naar de regen, terug naar een aroge dag in de week, terug naar modder tot aan je enL.L. 2_i der en houdt modder zacht, terwijl rondom ons de koude wind de grond verhardt. Overdag kunnen we ons niet bewegen omdat we in het volle zicht van de vijand zijn. We zitten doodstil en wach ten, rapporteren en kijken uit naar de resulta ten van ons mortier- en kanonvuur. We eten tweemaal per dag, ’s morgens en ’s avonds. Voedsel wordt over een modderig pad aange voerd en het transport wordt begeleid door vuurstoten van de vijand, die onze gewoonten kent. We geven de hap van put naar put door, zoveel van dit, zoveel van dat, een beetje extra voor hen die gisteravond op patrouille zijn posities verraadt aan de Duitsers, die overdag op ongeveer een kilometer van ons vandaan zitten, ’s Nachts naderen patroui soms tot op een paar pas afstand, den elkaar of luisteren alleen maar en tr< tegen de morgen terug. Normaal sturen de Duitsers iedere nacht Moaning Minnies (mor- tierbommen) in series van tien of twaalf; hun geluid wordt sterker en sterker en tenslotte is er een verdomd luide ontploffing. Ze vuren vanuit verschillende posities een aantal salvo's af en maken dan dat ze wegkomen. 26 november: We zijn weer overgeplaatst, nu naar een klein dennenbos in een ravijn net over de grens. We leven in loopgraven en holen in de beboste heuvels en hebben voortdurend een patrouille op pad. Ik heb een telefoon in mijn schuttersput, zodat ik in contact kan blij ven met het hoofdkwartier en met onze artille- rie-waarnemer. Vaak pak ik de telefoon om mee te luisteren. Wat een verschil! De lui van het HK ontspannen, luid schreeuwend, zingend en De Royal Canadian Air Force (RCAF) verloor, inclusief mannen, die bij de RAF (Royal Air - Force) dienden, 18.000 vliegers, van wie 17.000 omkwamen. Van hen sneuvelden 1.150 vlie gers boven of in Nederland; op vijf na zijn zij allen in ons land begraven. De in ons land gesneuvelde Canadese militai ren zijn ter aarde besteld op de Canadese begraafplaatsen in Bergen op Zoom, Croes- beek en Holten. In Bergen op Zoom vindt men de graven van 964 Canadezen. Op alle drie kerlmoven bevinden zich ook graven van ande re geallieerde soldaten. In Croesbeek en Hol ten zijn ook Canadezen ter aarde besteld die bij de operaties Véritable en Blockbuster om het leven kwamen. PAGINA 5 we figuren uit de rook te voorschijn te zien komen. Als grote anticlimax kwam opeens het bericht, dat de RAF een rookgordijn bij de brug had gelegd omdat er een aanval van de Luftwaffe werd verwacht. 10 februari, weg Goch-Kalkar: Wat houdt deze oorlog gaande? Wat denken de Duitsers van ons en wij van hen? Ik kan nadenken over hun wapens, granaten, mitrailleurs, maar niet over de mannen die erachter staan. Ik voel het niet alsof ik tegen mensen vecht, maar tegen machines. Soms zie ik het zo, dat ieder gevecht definitief is. Zelfverdediging. Als een mitrail- leurstelling wordt aangevallen en uitgescha keld door mijn peloton, voel ik dat niet alsof ik een mens heb aangevallen. Het is altijd zo, dat ik mezelf tegen iets heb verdedigd dat mij aan viel en niet tegen iemand. Als een soldaat wordt gedood of gewond, zeggen zijn makkers alleen maar: “Arme Joe, ze hebben hem te pak ken gekregen. Hij ging zo maar die heuvel op en daar kregen ze hem!” Alsof het zo simpel was, alsof hij daar gewoon op de verkeerde plaats en op de verkeerde tijd was en dat leven of dood alleen maar een kwestie van geluk is en niet afhangt van de berekening van mense lijke wezens aan de andere kant van een geweer. Toen we in onze stellingen bij Nijmegen waren, werd de vijand voor het eerst reëel voor me. Wekenlang keek ik naar hem, ik zag hem lopen, graven, vuren, eten. Ik wist dat hij daar was. Ik kende zijn gewoonten. Hij bestond, hij was echt.” De Canadezen trekken verder oostwaarts: Doetinchem, Doesburg, Deventer, Meppel, Veenendaal, Groningen, Delfzijl en de grens over naar Duitsland. De Canadezen hadden in onze regio een goede indruk achtergelaten. En tochsoms was er meer. Kortstondige relaties met de Nederlandse meisjes bleven niet altijd zonder gevolgen: menig meisje moest na enige tijd vaststellen, dat ze zwanger was. Of een geslachtsziekte had opgelopen. De vader was dan bijna altijd spoorloos, naam, legeronder deel en andere antecedenten waren vaak onbe kend. Een andere situatie deed zich echter voor, toen het front nauwelijks in beweging was. Soldaten waren dan weken, maanden zelfs in een bepaalde omgeving gelegerd en dan was er soms wel eens sprake van een duurzame relatie. De repatriëring van andere nationaliteiten verliep na de bevrijding in een rap tempo; anders was dat met de Canadezen die soms nog vele maanden in ons land verble ven, omdat Nederland tevens leave-centre was voor de in Duitsland gelegerde Canadezen. Menige Canadese soldaat had tegenover zijn "sweetheart" verzwegen, dat hij getrouwd was en vader, of dat hij een verloofde dan wel een vriendinnetje had in Canada. Na de oorlog zijn de kinderen van de Canadese verwekker op zoek gegaan naar hun vader. Als de Canadezen uiteindelijk - na terugkeer in hun “home countiy" - de balans opmaken aan verliezen, dan geeft dat het volgende beeld: Canada verloor in de Tweede Wereldoorlog 102.954 militairen, van wie 37.206 mannen gedood werden. Van de drie dienstvakken (leger, luchtmacht en marine) betaalde het leger de zwaarste tol. Daar bedroeg het aantal aan verliezen 79.774 man, van wie 21.978 mili tairen het leven lieten. De campagne op het West-Europese vasteland van 6 juni 1944 tot de Duitse capitulatie in mei 1945 leidde tot het verlies van 47.952 man, van wie er 12.579 sneuvelden. Vooral in Normandië, Zeeland en tijdens de laatste oorlogsfase van februari 1945 tot het einde leden de Canadese divisies zeer zware verliezen. De Royal Canadian Air Force (F inclusief mannen, die bij de R. die vuil zijn van geweervet, het kruipen door de loopgraaf met lege gamellen. Vreemde man nen, die Duitsers. Soms zitten ze weken ach tereen op onze mortier- en kanondoelen. Je moet hen echt met infanterie verdrijven, want ze verdwijnen niet voor Typhoons bereiken dat niet. beeld deden acht van die vliegtuigen een aan val op hun stelling. Omdat het doel maar drie honderd meter van ons vandaan was, zat ik eerste rang. Ze cirkelden eerst als haviken rond hun prooi om vijandelijke Flak te ontwijken, toen vormden ze een linie achter hun leider, klaar om aan te vallen. De voorste machine wierp drie merkers in de boomgaard. Toen stortten ze zich in duikvlucht omlaag. Ik kon de kleine zwarte raketten tot aan de doelen vol gen, ze explodeerden tussen bomen en huizen die onder een wolk van zwarte rook werden bedolven. Ze keerden vrijwel direct terug en namen alles en iedereen met hun 20 mm kanonnen onder vuur. Toen vlogen ze weg. Nadat de rook was opgetrokken zag ik de geruïneerde huizen en bomen en een flap van een tent wapperend in de wind. De hele dag zagen we de Duitsers weer op en neer lopen. Er zal toch eens iemand met de bajonet op af moeten om ze weg te krijgen. 15 december, verlof in Brussel: 48 datgene te doen waarvan je in de loopgraaf hebt gedroomd. Maar niemand weet werkelijk wat hij er zal gaan doen. Ie weet alleen dat je naar een plaats gaat vol licht, warme baden, goed eten, gave gebouwen, stromen mensen, stemmen, cafés, cinema’s, muziek. Dat je de spanning de rug toekeert, maar ook de ruwe cameraaerie van de loopgraven: je gaat terug, zo voel je het, naar de ecnte wereld. 25 december, Waaldijk: Kerstmorgen. Geen geluid, geen schot valt. Ik heb net sterke gevoel, dat ik de stilte kan zien. De rivier, dui delijk zichtbaar achter de bevroren velden met hier en daar een drijvende tak, traag vallende sneeuwvlokken, dat zijn de enige bewegende zaken. Een stem zou mijlen verte horen zijn. Ik heb nooit zo’n stilte gehoord. Even voor de middag ging soldaat Fraser er vandoor. Hij was I een halve mijl weg toen ze het mij meldden. Je zag zijn silhouet tegen de witte velden, hij was ongewapend, zijn hoofd hing omlaag, handen in de zak, een uitgelezen doelwit voor een scherpschutter. Een uur of wat later kwam hij terug. Hij had de Duitsers gegroet, zei hij. Ze hadden hun helmen in de lucht gegooid en hem met sneeuwballen bekogeld. Niemand maakte aanstalten te schieten. Ik geloofde hem en heb hem niet gerapporteerd. l 28 december, Beek: We hebben de rivier en de grappend makend. De mannen van de obser- 1 bru~ a^ vatiepost dichtbij de vijandelijke stellingen flui- 1 steren met een brok in de keel; zij zijn gespan nen, soms bonzen hun harten luid genoeg om hun stemmen te laten trillen. Zij houden het gesprek altijd zo kort mogelijk. Het lijkt alsof ze spreken met het hoofd onder hun overjas. 1 december: Een nieuwe vooruitgeschoven positie. Ruim zevenhonderd meter scheiden ons van de vijand. Vrijwel voortdurend obser veer ik zijn loopgravensysteem door mijn kij ker, noteer posities op de kaart, onderzoek hui zen en schuren in de verte, probeer de locatie van mijnenvelden te achterhalen. Vandaag zag ik hem opeens weer, voor het eerst sinds twee dagen toen hij rennend van een schuur naar een huis liep en weer terug met iets (eieren?) in zijn handen. Ik schatte dat hij zo'n twaalf honderd meter van ons was verwijderd en belde HK om mortiervuur op zijn positie. Enkele minuten later vielen er vier mortierbom- men op onze eigen stelling, waardoor wij de kelder in moesten. Ik belde pronto opnieuw dat ze maar moesten stoppen. Ik hoop dat de eieren hem smaakten. 5 december: Vroeg in de avond begon Jerry (soldatennaam voor Duitser) met het opvoe ren van een show. Hij liet lampen branden in onbezette huizen, lichtjes dansten op kabels langs de wegen of op hoeken van huizen, stuurde lichtkogels en ro< Om 0400 uur stuurde hij Moaning liep net achter de schuur toen ik ze hoorde aankomen, dan knarsend gejank, alsof je met nagels over een schoolbord krast. Ik wierp mezelf op de grond, midden in een latrine. De besmeurde planken vlogen over het erf., de muren van het huis schudden. Salvo nummer 1, ik rende naar onze kelder en bereikte die juist toen de volgende serie van zes viel. In de Kleine kelder was het alsof je in een olievat zat waar iemand uit alle macht op sloeg. Dit ging zo nog vier salvo's door. 12 december, Den Heuvel: Terug in de loopj ven, terug naar de regen, terug naar een droge ig in de week, terug naar modder tot aan je ikels. Sommige dagen liggen we in de mod- de warmte van ons lichaam de naar deze - in hun ogen - helden. Menig meis je heeft haar poëzie-album aangeboden om er een mooi gedicht in te laten schrijven. De tie ners noteerden ijverig de adressen van de sol daten om - eenmaal thuis in Canada - de cor respondentie voort te zetten. Menige Canadese soldaat heeft zelfs vanuit veroverde plaatsen brieven geschreven, waaruit bepaalde gevoelens van affectie te lezen stonden. Niet vreemd uiteraard, omdat een groot aantal zaken hen deed denken aan zaken “back home”. Maar wat ging vooraf aan het “op verhaal komen” van de Canadezen en wat was hun ver volg na deze rustperiode? Het is daarom goed om de inbreng van de Canadezen te volgen vanaf het begin, te weten, D-Day, 6 juni 1944. Montgomery, de Britse opperbevelhebber van de operatie “Overlord” belastte de Canadezen met drie taken: 1. De Franse Kanaalhavens ver overen, de lanceerbases van de vliegende bom (V-l) uitschakelen, evenals de Duitse kustbat- terijen en de vliegvelden in Noord-Frankrijk en België in handen krijgen; 2. Voorbereidingen treffen voor de zuivering van de oevers van de Westerschelde; 3. Zorgen voor beveiliging van de linkerflank van Montgomery's 21e Legergroep. Voor deze drievoudige taak ont brak het de Canadezen echter aan de benodig de mankracht; met name het beleg van de Kanaalhavens was een tijdrovende en offers kostende zaak. Menige commandant en veel Canadese geschiedschrijvers hebben met bit terheid gewag gemaakt van het feit, dat de Canadese eenheden desondanks met een zo groot aantal taken werden belast. De Canadezen voelden zich de "Assepoesters” van Montgomery, voor wie zij het vuile werk moesten opknappen. De hergroepering van Montgomery’s troepen, die begin november 1944 plaatsvond, leidde ertoe dat het Canadese le Leger (bestaande uit het Canadese 2e Coq de posities van het Bri Brabant en Gelderland in het najaar van 1944 verliep is het best op te maken uit enige bladzijden uit het dagboek van een Canadese militair. “EEN WINTER IN DE LOOPGRAVEN” Wat het voor de frontsoldaat betekende dag en nacht te moeten verblijven in een vaak onder water staande loopgraaf of schuttersput en later bij temperaturen van minus 10 graden en lager is zelden zo indringend verwoord als door de Canadese It. Donald Pearce uit Brantford, Ontario. Hij diende bij de North Nova Scotia Highlanders van de 3e Infanteriedivisie en was op 10 november met zijn eenheid in de omgeving van Nijmegen beland. Hier volgen enkele uittreksels uit zijn dagboek: “20 november, Beek: We zijn overgeplaatst naar een punt ten oosten van Nijmegen en het weer is bar slecht. We hebben enkele kleine huizen in boerderijstijl betrokken. We kunnen de kachels niet gebruiken, omdat de rook onze ug nu zo lang bewaakt, dat we aan niets anders meer kunnen denken. Ze trekken onze gedachten aan las reuze magneten. granaten. Zelfs Gisteren bijvoor- op hun stelling. Omdat het doel iderd meter van ons vandaan uur om al igraat kelijk ps en het Britse le Corps) Britse 2e Leger in Noord- ..J overnam. Hoe de strijd maken uit enige bladzijden uit het dagboek van - -UgC.. -- 1 of gewond, ze; alleen maar: “Arme Joe, ze I.. 1 gekregen. Hij ging zo maar daar kregen ze hem!” Alsof het zo simpel alsof hij daar gewoon op de verkeerde of dood alleen maar een kwestie van geluk is de andere kant van geweer. Toen we in onze stellingen bij Ni) reëel voor me. Wekenlang keek ik naar hem, ik zab' hij daar was. In onze regio, te weten Midden-Brabant, waar onder plaatsen als Moergestel, Oisterwijk, Uden-hout, waren nogal wat Canadezen inge- kwartierd. Om op verhaal te komen mochten de soldaten - alvorens verder te trekken - bij particulieren en anderszins ondergebracht worden en bovendien hadden zij toegang tot de zogeheten “Leave Centres”, plaatsen, waar voor hen voor “entertainment” - ontspanning - werd verzorgd. In Oisterwijk was zo’n Leave Centre in de barakken van de leerlooierij en in de productieruimten van de KVL. De Canadezen waren in feite “echte familie- mensen”en zij verbroederden op een snelle manier met de gezinsleden, waar zij ingekwar- tierd lagen. Vooral “bakvissen” (tienermeisjes) keken met meer dan gewone belangstelling loëzie-album aangeboden om er cnrijven. De tie- noteerden ijverig de adressen van de sol- l te zetten. Menige Canadese soldaat heeft zelfs vanuit veroven g' iffectie te lezen stonden. Niet l®r Het nieuwe I .Succesnummer van TEKST v« (•rrV.Um€itr<>

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 2010 | | pagina 5