'dood
RONDOM DE KERK
kerkgebouw
[M
WW.VW
75 JAAR KATHOLIEK
LEVEN IN MOERGESTEL (2)
PfHWMC
$T JfirtOWWOFM/C
'MOERGESTEL NIEUWS’ - WOENSDAG 5 DECEMBER 2007
PAGINA 8.
I
75
GEDURIGE AANBIDDING.
AW
Daarnaast waren er echter een groot aantal andere
broederschappen die, in de tijd gezien, in een wis
selende belangstelling stonden:
- De Altaarwacht
Deze broederschap is in Moergestel opgericht in
1923, men werd lid bij de vernieuwing van de
doopbeloften. In de statuten vinden we dat het
doel is: ‘het mishoren op de werkdagen en het
bevorderen van de dagelijkse H. Communie. Zij
tracht haar doel te bereiken door het doen oprich
ten van parochiale en niet- parochiale verenigin
gen.’
De leden moeten minimaal hun Plechtige H
Communie hebben gedaan.
- Het Broederschap van de Gedurige Aanbidding
van Jezus in het Allerheiligste Sacrament des
Altaars
Het doel van deze broederschap was ‘dat er altijd,
het hele jaar door, dag en nacht, mensen waren
die voor Hem baden, om wat tegenwicht te bieden
aan de oneer en versmaadheden die hem door de
ongelovigen en slechte christenen aangedaan
worden’. De leden namen in een schema een vast
biduur voor hun rekening. Daarmee waren aflaten
te verdienen.
Deze oude broederschap dateert al van 1799. In
1850 zien we voor het eerst een eerste ledenlijst,
waarop vooral een groot aantal Zusters van
Stanislaus te vinden zijn. Normaal gesproken werd
er alleen in het jaar van oprichting een ledenlijst
gemaakt; wat zijn oorsprong vond in een artikel van
het reglement, dat bepaalde dat bij oprichting een
namenlijst moest worden gemaakt In de oorlogs
jaren is er kennelijk een opleving geweest, want we
zien plots tussen 1941 en 1951 weer een ledenre
gister met de jongens en meisjes die in het
betreffende jaar de Plechtige H. Communie had
den gedaan. Heeft nood leren bidden?
daarna alleen uit nieuwe plechtige communicam
ten bestond, die automatisch lid werden.
Later werd in vele plaatsen ‘de congregatie', alleen
voor 'jonge dochters’, opengesteld en konden de
gehuwde vrouwen terecht bij de St. Annavereniging.
De laatste kende Moergestel niet.
Het ging niet alleen om de devotie tot Maria, maar
ook om, toegewijd aan haar, een godsdienstig en
deugdzaam leven te leiden.
Naast deze primaire doelstelling beoogde de con
gregatie ook ‘een algemeen vormende maatschap
pelijke opvoeding en gepaste vormen van ont
spanning te bieden'. Het geheel was doortrokken
van de zorg om het behoud van de onschuld van
de jeugd. In de zondagbijeenkomst werd er gebe
den en gezongen uit een ‘eigen’ gebeden- en
zangbundel. Anna van de Wouw en Leen Smits
waren jarenlang als resp. organiste en dirigente de
drijvende krachtenDe laatste vijf jaar (tot 1955) zou
den er nog 150 meisjes lid van zijn geweest.
- De Broederschap van het H. Hart van Jezus
Opgericht 1855 - 505 leden.
- Congregatie van deugdzame dochters onder
bescherming van O.L.V. van de zeven Weeën en
van St. Joseph, bruidegom van Maria.
Opgericht in 1846 De leden moesten hun Eerste
H. Communie hebben gedaan. Tweemaal per
maand moest men in de vergadering aanwezig zijn.
Deze vergadering werd ingevuld volgens aange
geven gezangen en gebeden.
Tijdens het werk moest men schietgebedjes doen;
elke dag moesten zeven Onze Vaders en
Weesgegroeten worden gebeden ter ere van St.
Jozef en het welzijn van de kerk. Voor het slapen
gaan moest gewetensonderzoek gedaan worden.
Daarnaast moest 's morgens tussen 11 en 12 uur
over zijn drift of grootste zwakheid worden nage
dacht.
Zieke medeleden moesten worden bezocht, en
men moest betrokken zijn bij ziekte en dood
- Broederschap van O.L.V. van Altijddurende Bijstand
Opgericht in 1837 had deze broederschap in 1850
- 28 leden.
- Broederschap de Godvruchtige Vereniging van
Sinte Ermelindis
Pastoor van den Boogaard trachtte in 1951 de
verering van St. Ermelindis nieuw leven in te bla
zen. Een onderdeel hiervan was het oprichten
van deze broederschap, waarvoor hij in mei van
dat jaar goedkeuring van het bisdom verkreeg.
Pauselijk genootschappen en godsdienstige ver
enigingen
nog 750 kinderen te boek als lid. De landelijke
organisatie gaf ook een blad uit, waarvan de naam
nogal eens veranderde. Bekend zijn 'De Annalen
van de H.Kindsheid’ en na 1934 lange tijd 'De
Kleine Apostel’.
- De St. Fidelis Missiebond
De kapucijn Pater Andreas, die blind uit de Borneo-
missie terugkeerde, is de oprichter van deze bond
voor steun aan de missie. Hij richtte in den lande
onder meer de Missienaaikringen op en werkte
aan verbetering van de positie van doven en blin
den. Hiervoor werd jaarlijks gecollecteerd.
Talloos waren verder de bedevaart- en processie-
verenigingen: H. Cornelius van Esbeek, H. Gerardus,
de bedevaart naar Kevelaer, naar Scherpenheuvel,
naar Hakendover, naar Den Briel (Martelaren van
Gorkum), naar Lourdes
- De Vereniging van het H. Sacrament, waarvan
Jacoba van den Meijdenberg en Fientje Witlox in
de jaren dertig de zelatricen waren. Zij verzorgden
de H .Hartoptocht voor wat betreft de deelname van
de bruidjes.
Epiloog
Tijden veranderen, maar onmiskenbaar is er door de
eeuwen heen een behoefte geweest zich te vereni
gen, samen te werken aan sociaal-maatschappelij-
ke of religieuze doelstellingen of idealen. Dat de
kerken hierin het initiatief namen is niet verwonder
lijk, immers naastenliefde en de zorg voor de ander
is toch het adagium van elke godsdienst, niet alleen
van de katholieke kerk. De mens is in de kern een
sociaal wezen. Dat de katholieke kerk wat door
sloeg is misschien te verklaren uit de drang naar een
eigen identiteit, na de vele jaren van onderdrukking
en strijd. De geestelijkheid ging vóór in deze nieu
we tijd, de herder hoedde zijn schapen in een strik
te vorm waarin de scheidingsgrens tussen goed en
kwaad duidelijk werd gemarkeerd. We zijn die tijd
ontgroeid, het was een fase in onze ontwikkeling. In
onze tijd weten we zelf wel wat goed voor ons is en
past zulke bemoeienis niet meer, wat het gevaar
inhoudt dat we door een sterk individualistische hou
ding los komen te staan van onze medemens.
Tegelijkertijd zien we nog steeds behoefte om geza
menlijk uitdrukking te geven aan idealen en doel
stellingen, zoals we die terugvinden in bewegin
gen en broederschappen als Morele Herbewa
pening, de vrijmetselaarsloge, de Rozenkruisers en
misschien ook wel ‘de Gouden Dageraad’. Waar
de grens met 'sekte' wordt overschreden is niet altijd
duidelijk.
(Noot: ongetwijfeld zullen er mensen zijn die nog veel
andere herinneringen hebben aan de broederschap
pen in ons dorp. Als u vindt dat deze voor het nage
slacht bewaard moeten blijven belt u dan naar Ad
Wolfs, tel. 5132309, of e-mailt u naar
a.p.wolfs@home.nl. In een volgende publicatie kan
dan daarop worden teruggekomen.
voor minder bedeelden mogelijk te maken aan ret
raites deel te nemen. Deze werden gecreëerd uit
de contributies. De leden kregen bij deelname aan
een retraite de helft van de kosten terug. Jongens
in militaire dienst kregen alles vergoed (mits lid).
BROKDKKHCHAP
ikti Sf 4 fff/
n WW*
tfi ft 4*
Broederschappen, godsdienstige
verenigingen, en genootschappen
In de 75 jaar sinds de bouw van onze kerk, maar ook
daarvoor, waren de parochianen vergroeid met de
begrippen broederschappen en genootschappen (al
dan niet pauselijke). Velen waren lid en bezochten
de diensten of vergaderingen ervan. Allen hoorden
er via de preekstoel bijna wekelijks over wanneer er
aankondigingen waren van bijvoorbeeld de H.
Familie, de Congregatie en de bijeenkomsten van
de verschillende zelatricen t.w. van Voortplanting
des Geloofs, Kindsheid, Retraitepenning, St.
Pieterspenning, O.L.V. van Altijddurende Bijstand, St.
Ermelindis en Apostolaat des gebeds, die in de mis
sen afgekondigd werden.
Waarschijnlijk zullen niet veel parochianen zich het
hoofd gebroken hebben over de betekenis en ach
tergrond van deze teksten.
Waarom ook? Veel van de liturgie en de activiteiten
van toen omhulden ons als een warme deken. Zij
hoorden bij het geheel van de uiterlijke godsdienst
beleving, waren een geworteld, door onze voorou
ders aangenomen - onderdeel van kerk-zijn. Als we
ons er toe geroepen voelden, maar vaker omdat
dat zo hoorde, gingen we erheen. We waren kenne
lijk lid, maar we wisten niet dat de inschrijving vaak
een automatisme was, wat samenhing met het doen
van de Plechtige Heilige Communie, of zelfs met het
gegeven dat we geboren waren.
In de zakjes, die opgehaald werden, stopten we
'wat er toe stond' of betaalden aan de zelatricen, die
de wijk afliepen, onze contributie.
Het hoorde erbij, net als het missiebusje op de toon
bank van de kruidenier of zelfs op de groentekar en
op de tap in het café. We gaven aan de missie, de
blinden, de doofstommen, de priesterstudenten, het
orgelfonds en we kochten de missiekalender. Logisch
toch, want we dienden de katholieke zaak. Bovendien
werden we met klem hiertoe aangeraden. Ook dat
vonden we gewoon, we hoorden er immers bij: één
gemeenschap, één kerk met één waarheid!
- De Mariacongregatie is in Moergestel opgericht in
1848. Zij heet officieel 'Broederschap van het aller
heiligste en onbevlekte Hart van de Allerheiligste
Maagd Maria’ De ledenlijst laat in dat jaar het
ongelooflijke aantal van 1050 mannen en vrouwen
zien. Dat moet dus het hele dorp zijn geweest! De
indruk bestaat dat de nieuwe leden in de 25 jaren
- St. Petrus Liefdewerk voor de priesteropleidingen
In 1918 werd kardinaal Van Rossum aangesteld tot
prefect van de Congregatie 'Propaganda Fide',
d.w.z. voor de geloofsver-
breiding. Met zijn missie-
encyclieken werd het mis
siewerk enorm gestimu
leerd. De grondvesting
van zelfstandige inheem
se kerken kwam nu als
doel voorop te staan. Om
dit zo spoedig mogelijk te
bereiken wezen Van
Rossum en de pausen
van die tijd voortdurend
op de urgentie inheemse
priesters op te leiden. In
de missielanden werden
daarom vele seminaries opgericht of vergroot. In
de missionerende landen propageerde Van Rossum
het Sint-Petrus Liefdewerk voor de opleiding van
inheemse priesters. In 1920 werd op zijn aandrin
gen ook in ons land een afdeling hiervan opgericht.
De hiervoor benodigde fondsen werden gevonden
in de contributies van de plaatselijke leden.
- Retraitepenning
Het doel hiervan was een fonds te vormen om het
'X Redactie: Ton van Elsdingen
V\, Hans Festen
Jo van Os
Ireen Stieger
Ad Wolfs
1 Paul Oijckmans
www.parochiemoergestel.nl
www kerk-in-oisterwijk.nl
- De Broederschap van de Rozenkrans
Het bidden van de rozenkrans werd vooral gepro
pageerd door de Dominicanen, wat later door
enkele pausen is overgenomen. Paus Gregorius XIII
stelde het feest van de Heilige Rozenkrans vast óp
7 oktober, ter herdenking van de overwinning van
de christenen op de Turken in 1571 bij’ Lepanto.
Deze werd aan de uitzonderlijke tussenkomst van
Maria toegeschreven. Door deze zeeslag, waarbij
de Turkeo 167 schepen verloren tegen 12 van de
christenen, werd de Turkse opmars in Europa tot
staan gebracht, een voor de katholieke kerk uiter
mate belangrijke gebeurtenis
Deze broederschap werd in Moergestel in 1880
opgericht met 80 leden.
Het doel was de H. Maagd te vereren door het bid
den van de Rozenkrans. Men moest zich officieel
door een pater Dominicaan in laten schrijven.
Oorspronkelijk bestond het rozenhoedje niet uit
51 weesgegroeten, maar uit de 51 psalmen van
David. Waarschijnlijk was dit voor de grotendeels
ongeletterde bevolking niet werkbaar en werd een
overstapje naar het huidige rozenhoedje wense
lijk.
De leden moesten één keer per week een rozen
krans van 15 tientjes of drie maal per week een
rozenhoedje van vijf tientjes bidden. Ook hiermee
waren aflaten te verdienen. Tot ver in de jaren
zestig werd het rozenhoedje 's avonds in vele
Moergestelse gezinnen gebeden. (Vaak ging dat
onder het aardappelen schillen, bonen uitzoeken
en koe melken door).
- Broederschap tot uitroeiing van Godslastering en
vuile gesprekken.
Opgericht ca. 1850. De eerste leden zijn een tien
tal religieuzen. In de jaren daarna zien we 35 reli
gieuzen terug en worden ook de jaarlijkse plech
tige communicanten genoemd.
- Apostolaat des Gebeds (1874)
Oorspronkelijk opgericht in 1874 is het in 1946
nieuw leven ingeblazen. Door dit lidmaatschap
verbonden de leden zich te bidden en al hun wer
ken van die dag te offeren aan de intenties, die de
Paus maandelijks aangaf.
- Het veertigurengebed
Dit vond plaats op de twee dagen voor Aswoensdag
en besloten op Aswoensdag.
Om 6,00 uur 's morgens werd Ons Heer uitgesteld
en de H. Communie uitgereikt. Alle drie de dagen
om 3 uur gezamenlijke aanbidding. Elke avond
om half zeven H. Lof; dinsdagavond met “Te Deum'
‘De leden der H. Familie, de leden der Congregatie
en de georganiseerde jeugd worden verzocht
trouw op de opgegeven uren ter kerke te komen',
kondigde de pastoor ruim van tevoren aan.
Ook de plechtige communicanten namen voor een
aangegeven uur deel in de aanbidding.
Ook vond hier de scapulieroplegging voor deze jon
gens en meisjes plaats.
Op Aschwoensdag worden vóór en na de H. Missen
aschkruisjes gegeven’zo completeerde de pas
toor elk jaar zijn oproep.
- De Voortplantig des Geloofs (1842) ligt in het ver
lengde van de Kindsheid, eveneens bevordering
van missiewerk. De leden zijn hier echter 12 jaar
of ouder.
- Vruchten der aarde.
Dit genootschap is gericht op het houden van pro
cessies om een goede oogst af te smeken. De
'Vruchten-der-Aardeprocessies' vonden plaats op
de Kruisdagen - de drie dagen vóór Hemelvaarts
dag. 's Morgens vroeg trok men in processie elke
dag naar de velden in een ander deel van het
dorp. Na afloop, om 6.30 uur was er een H.Mis.
Tijdens de processie werd de Litanie van alle
Heiligen gebeden.
Algemeen
De broederschappen in vroegere tijden
In de vroege Middeleeuwen zien we naast de
ambachts- en schuttersgilden ook de geestelijke
broederschappen ontstaan Vaak kwamen de eer
ste uit de broederschappen voort. Dat gold ook voor
de rederijkerskamers die aanvankelijk de feestelijk
heden van belangrijke kerkelijke gebeurtenissen
organiseerden, maar zich later toelegden op het
schrijven en dichten van toneelstukken, refreinen
etc.
Broederschappen waren door de (R.K.) kerk goed
gekeurde verenigingen van leken met een gods
vruchtig doel. Van de leden van deze verenigingen,
broederschappen en genootschappen, werd ver
wacht dat zij door een godsvruchtig en deugdzaam
leven zich niet alleen verre hielden van de in de
ogen van de Kerk verderfelijke vermakelijkheden
en uitspattingen, maar zo ook een voorbeeld stelden
aan anderen. Ook langs deze weg trachtte de kerk
de gelovigen meer aan de Kerk te binden.
Rond 1850 was er een sterke opleving. Door de
grondwet van 1848 kwam er weer vrijheid van gods
dienst. De katholieken, die al rond 1800 uit hun
schuurkerken waren gekomen, kregen nu ook vrij
heid van geloofsuiting en de kerkelijke hiërarchie werd
in 1853 hersteld - we hadden weer bisschoppen en
daarmede leiding.
Hier begint in feite het rijke roomse leven, een stor
machtige ontwikkeling in nieuwe vormen van geloofs
uiting, die tot 1960 zou voortduren. Het hoogtepunt
zou komen in de jaren dertig, toen het devotialise-
ringsproces krachtig ter hand werd genomen. Naast
de bestaande kwamen er vele nieuwe broeder
schappen, waarvan er enkele in de jaren na 1920
sterk opleefden. Het merendeel hiervan vinden we
terug in Moergestelse lijst. Daarnaast zijn er die
Moergestel niet heeft gekend, zoals de Broederschap
tot Lafenis der Geloovige Zielen (1897), de St.
Vincenfiusvereniging, de Elisabeth-Vereniging, de
vrouwelijke evenknie.
De broederschappen en genootschappen In
Moergestel
Hoe was het ook weer?
De meest 'afgeroepen' berichten in de zondagse mis
sen betroffen de 'Kleine H. Familie’ (voor de jon
gens) en de H. Familie (voor de mannen). Voor de
meisjes was er de H. Congregatie.
- De H. Familie
De aartsbroederschap van de H. Familie was als
landelijke vereniging opgericht door de Redemp
toristen, met plaatselijke afdelingen waarin man
nen en vrouwen gescheiden deelnamen.
Doel was de ontkerstening van de huisgezinnen
tegen te gaan door verering van de H. Familie te
bevorderen. Het stond zó in de doelstelling: 'door
de banden der godvruchtigheid de christen huis
gezinnen aan de H. Familie toe te wijden, opdat
Jezus, Jozef en Maria voor dezelve zouden zorg
dragen Dit vond plaats door wekelijkse bijeen
komsten in de kerk. Ook werd men geacht thuis
dagelijks te bidden en oefeningen te doen.
De Broederschap van de H. Familie in Moergestel,
die dateert van 1850, was wel de populairste en
de grootste in ledental van de vele broederschap
pen en congregaties, maar kende vanaf 1950 een
langzame maar zekere neergang. In de jaren 1950
- 1953 geeft de ledenadministratie van onze
parochie elk jaar een stabiel getal van 290 te zien.
Erg onwaarschijnlijk, want in 1954 bedraagt het aan
tal ineens 160. Daarna is gestopt met de registra
tie. In 1962 werd het landelijk eigen tijdschrift
'Familieblad' opgeheven.
- Broederschap van de St. Pieterspenning
Opgericht in 1861 met 57 leden. In deze tijd, de
tijd van de zouaven, moest de kerkelijke staat grote
stukken land afstaan aan het koninkrijk Italië en ont
stond de noodzaak nieuwe inkomsten te vinden
voor het bestuursapparaat van de kerkelijke staat
in Rome. Aanvankelijk volstond een vrijwillige gift.
In de jaren vijftig waren alle gezinnen lid, althans
zij betaalden 1 cent per maand per communicant
aan bijdrage.
In de 17de eeuw nam het aantal gelovigen dat op
kerkelijke hoogdagen als Pinksteren, Allerheiligen en
Kerstmis ter communie ging, steeds meer toe. De
broederschappen die vanaf 1640 in vele parochies
opgericht werden, hebben er toe bijgedragen dat een
groot aantal gelovigen maandelijks biechtte en ter
communie ging, omdat de statuten van deze vereni
gingen hun leden hiertoe verplichtten.
De trend van broederschapstichtingen uit de 17de
eeuw zette in de 18de eeuw in nog in sterkere mate
door. Bedevaartsoorden bleven een groot aantal
gelovigen lokken. Relieken wonnen enorm aan
belang. Daarom werden er door vele priesters en
leken ook grote inspanningen geleverd om relieken
te bemachtigen.
Het priestertekort, waaronder de 17de eeuw te lij
den had, werd in de 18de eeuw volledig weggewerkt,
maar in 1797, na verovering door de Fransen, wer
den tevens alle actieve congregaties opgeheven.
- Broederschap van de H. Kindsheid
Hiervan waren de kinderen vanaf de geboorte tot
de Plechtige H. Communie lid. Deze broederschap
beoogde de liefde en de zorg voor het missie
werk. Aanvankelijk was er minimaal één kinds-
heidprocessie per jaar (op wereldmissiedag). Deze
stond in ons dorp onder regie van Martina Reijnen.
Bij haar bracht men ook het gespaarde zilverpa
pier en postzegels voor de missie Menigeen her
innert zich nog hoe belangrijk het was op goede
voet met Martina te staan, wilde men ooit kans
hebben 'Maria' te worden of zelfs ‘engeltje,
Chineesje en Kapucijn'!
Beroemd was de traktatie
r na afloop: chocolademelk
met een krentenbol - wie
J kreeg dat thuis ooit!
a Wanneer de kinderen 12
jaar waren werden ze over-
geschreven naar 'De
Voortplanting des Geloofs'
I om de belangstelling voor
I het missiewerk levendig te
houden.
M De H Kindsheid dateert al
Ji vanaf 1850. Begin jaren vijf-
tig stonden in onze parochie