I)
fes®.
W°°n
RONDOM DE KERK
ins ,981J
jaar
kerkgebouw,
S AVONDS TUSSEN 17.00 EN 19.00 UUR ZIJN WE NIET BEREIKBAAR
Redactie 'Moergestel-Nieuws' en Buro '76
ii
“NIEUWE” DRAAGSTOEL
VOOR MARIABEELD
PELGRIMSREIS
SANTIAGO OP WEBSITE
DE BANK-
VERPACHTING
$T. JfiKONnMWW/C
PAGINA 9
’MOERGESTEL NIEUWS’ - WOENSDAG 22 AUGUSTUS 2007
I
75
I
sequenties ervan zelfs in de kerk.
Afhankelijk van de financiële mogelijkheden
en de motivatie van de gegadigden kwam
men vaak tot zeer hoge biedingen
seren! We weten het niet. Het eindbedrag
van de taxatie is wel bekend: fl. 5600.
Het was de pastoor ter oren gekomen dat er
veel animo was en er hoog geboden zou kun
nen worden. Deze ‘menselijke' pastoor waar
schuwde dus zijn parochianen: "Ik heb
gezegd tot driemaal toe: menschen, neem de
banken aan taxaat. Als u het niet doet en U
biedt elkander op dan niet zeggen: de pas
toor of het kerkbestuur is er de schuld van.
Neen, niet opbieden, neem de banken aan
taxaat en nu vooruit, we gaan in zee.
Hij moet tegen zijn financiële behoeften in
gesproken hebben, want hij had al zicht op
een grote overschrijding van zijn interieurbe-
groting. Ook vocht hij tegen de wensen van
de bisschop die een familielid als potentiële
leverancier/kunstenaar had gestuurd voor zijn
altaar en andere attributen. Diezelfde bis
schop moest ook zijn financiële wensen goed
keuren!
Is het een wonder dat na de verpachting,
toen Mgr. Diepen na de consecratie van de
kerk in de pastorie dineerde, het volgende
gesprek plaats vond:
"Monseigneur, er is me een steen van het
hart.
"Hoezo?", vroeg Monseigneur.
“Ja, ik geloof dat nog nooit onder Uw bestuur
is gebouwd een kerk, waarmede U zo weinig
werd lastig gevallen. Maar die steen is van mijn
hart, want dezer dagen heb ik de banken
verpacht. Ons kerk is wel arm, maar ik meen
toch niet bij U aan hoeven te kloppen om
financiële steun. Tot nu toe brachten de ban
ken caf. 6000op
Dit zei hij heel korte tijd nadat hij in zijn memo
riaal schreef:
“Voordat Mgr. Diepen op 30 mei de kerk kwam
consacreren, heb ikzelf met hulp van de kerk
meesters de banken verpacht. Ons bestuur
had ze gebaseerd op circa f. 5600
Enkele banken gingen natuurlijk veel te hoog
weg: er was er één bij van f. 500. Dit is te zien
in de bank- en stoelenverpachtingsboeken,
die op het raadhuis liggen, waar ook de laat
ste jaren betaald werd bij de Edelachtbare
Burgemeester Bardoel (secretaris van het
kerkbestuur). Ze brachten den eersten keer
op ca. f. 7200. Ik zou mijn opvolger aanraden
in de verpachting niet te veel verandering te
brengen. Ik was gelukkig
Met dit leugentje om bestwil gaf hij zichzelf
financiële armslag en kon hij zijn wensen voor
zijn interieur een steuntje in de rug geven.”.
Wie op woensdagavond 15 augustus bij de
viering van het feest van Maria Tenhemel-
‘opneming goed heeft opgelet, heeft gezien
dat het beeld van Maria werd vervoerd op een
andere draagstoel dan in alle vorige jaren. De
oude draagstoel was niet fraai, moeilijk te
hanteren en provisorisch. Het gilde St.
Sebastiaan wilde daarom gebruik gaan maken
van de fraaie en gemakkelijker hanteerbare
draagstoel waarmee normaliter het beeld van
St. Sebastiaan wordt gedragen. Daartoe
moesten er in de basis van het Mariabeeld
enkele voorzieningen worden aangebracht,
waardoor het gebruik van deze draagstoel met
dit beeld mogelijk werd. Op de foto is te zien
hoe Jaap Drubbel bezig is die voorzieningen
in de basis van het beeld aan te brengen. De
bedoeling is dat voortaan elk van de drie
Moergestelse gilden dragers levert voor het
dragen van het Mariabeeld. Alleen dit jaar (de
eerste keer) werd de stoel gedragen door
leden van gilde St.Sebastiaan alleen.
Desgevraagd vonden ze het dragen met deze
draagstoel gemakkelijker dan het dragen van
de vroegere stoel, maar met het Mariabeeld
erop vonden ze het dragen over de route van
de sporthal naar het kapelletje toch wel zwaar.
AvE
Vorig jaar heeft het verslag over de reis die
een groep Moergestelnaren maakte naar
Griekenland onder het motto: “Paulus achter
na in Griekenland” vrij lang op de website van
de parochie gestaan.
De groep van 38 pelgrims uit Moergestel is
intussen weer op stap geweest en nu naar
Santiago de Compostela, naar het graf van
de H. Jacobus. Het boeiende verslag van
deze pelgrimstocht, met tekst van Ria Willems,
tekeningen van Irene Soons, foto’s van Ton van
Elsdingen en kaderteksten van Theo
Schepens, Ton van Elsdingen, Carel van de
Velden en Maike Horsten, staat nu op de
website van de parochie Moergestel
(www. parochiemoergestel.nl
Kies tabblad: “Spiritualiteit" en daarin
“Overige”).
TER INLEIDING
Wanneer het verpachten van banken is ont
staan is niet duidelijk. Waarschijnlijk is het
rond 1900 geleidelijk in de parochies inge
voerd. We weten uit overlevering dat pastoor
van Rijckevorsel van Kessel het rond 1904 in
onze kerk heeft geïntroduceerd. Deze pastoor
van gegoede huize, de energieke bouwer
van het verenigingsgebouw en de boterfa-
briek, was erg vooruitstrevend.. Hij betaalde
het verenigingsgebouw voor een deel uit
eigen, middelen en had graag een nieuwe
kerk gebouwd, waarvoor hij al in 1915 een
fonds oprichtte. Niet onwaarschijnlijk dat hij
al vroeg begreep dat de arme parochie op
gestructureerde wijze het jaarlijks inkomen
moest zien te vergroten.
Als een vorm van systematische aanpak om
de parochianen bij te laten dragen aan de
instandhouding van kerk en parochie die toen
in zwang kwam, was bankverpachting een
goede methode voor het verkrijgen van een
vaste bron van inkomen. Hierbij was ook spra
ke van een zekere vrijwilligheid op basis van
keuze en een vorm van betaling naar draag
kracht. De ‘betere standen’ konden hun draag
kracht tonen en natuurlijk ook hun betrokken
heid bij hun kerk of beide. Hun aanzien kon
er mee vergroot worden, wat een sterk motief
was, zeker in de eerste helft van de vorige
eeuw.
Deze vorm van financiële bijdrage vond in de
jaren zestig zijn einde. De democratiserende
jaren en de grote vernieuwingsdrang die volg
den op het Tweede Vaticaans Concilie maak
ten korte metten met de bankverpachting,
maar voor pastoor Janssen bleek het in 1932
nog een zeer welkome inkomstenbron.
ALGEMEEN - VERPACHTEN
BIJ OPBOD NA TAXATIE
Het verpachten van de kerkbanken was dus
algemeen gebruik en vormde een belangrij
ke, vaste bron van inkomsten voor de
parochies. Hoe ging dat in zijn werk?
De banken waren vooraf getaxeerd door enke
le leden van het kerkbestuur. Het bedrag van
de voorste banken langs het middenpad was
uiteraard het hoogst en daalde naarmate de
positie van de banken minder riant werd. De
toewijzing aan de parochianen geschiedde
door verpachting na bieding bij opbod.
Door taxatie werd dus een pacht bepaald, die
jaarlijks betaald moest worden; voor de nieu
we pachter gold alleen het eerste jaar het
bedrag van zijn bieding.
De pachter kon zijn pacht opzeggen, waar
door de bank vrijviel. Bij overlijden gingen
zijn rechten over op zijn vrouw, maar daarna
niet op de kinderen, wanneer ook de vrouw
overleed. Er zijn schrijnende situaties bekend.
Zo viel in een groot gezin met opgroeiende
kinderen de vader weg. Moeder kon het zeer
bescheiden bedrag van een bank achter in
de kerk niet opbrengen en de bank verviel;
pijnlijke accentuering van het verlies met con-
PROCEDURE IN ONZE PAROCHIE
Jaarlijks werden in de maand mei de vrijge
vallen banken verpacht. Plaats en datum en
nummer van de bank werden van te voren
vanaf de preekstoel bekend gemaakt. Na de
aankondiging kwamen de gegadigden naar
de kerk en namen hun plaats in in de vrijge
vallen, genummerde bank van hun keuze.
Pastoor Janssen en burgemeester Bardoel,
in zijn hoedanigheid van secretaris van het
kerkbestuur, regelden de verpachting bij
opbod. Soms werd er flink tegen elkaar opge
boden, vooral voor de eerste rijen. De fabri
kanten en andere notabelen boden hoog,
wanneer men zijn zinnen op een bepaalde
bank had gezet. Maar ook rijke boeren boden
nogal eens goed partij. Aanzien en prestige
speelden hierbij een rol. Ook de afzonderlijk
bidstoelen en klapstoelen werden verpacht.
Het bezit van een bank gaf de pachter de
mogelijkheid wat laat in de kerk te komen, want
men had toch immers altijd een plaats. Boze
tongen beweerden dat het een bijkomend
‘voordeel’ had; iedereen kon je goed zien
binnenkomen.
De pachtbedragen lagen in de jaren vijftig en
zestig in onze parochie tussen de vijfentwin
tig en honderd gulden per jaar. Deze moes
ten bij burgemeester Bardoel (als secretaris
van het kerkbestuur) op het gemeentehuis
contant betaald worden.
Soms pachtten twee gezinnen een bank of
vond onderpacht plaats. Hierbij ‘kocht’ de
onderpachter enkele plaatsen voor bepaal
de afgesproken missen.
Als een plaats voor onderpacht beschikbaar
kwam meldde men dit bij de kerkmeester.
Op gezétte tijden trof men achter in de kerk
lijsten aan met banknummers die beschik
baar waren. Hierop werd tevens aangege
ven hoeveel plaatsen en in welke missen.
Gegadigden namen rechtstreeks contact op
met de hoofdpachter.
De mensen voor wie pachten financieel niet
haalbaar was mochten na het evangelie de
lege plaatsen innemen, anders resteerden
de ‘geméén benkskes’ voor de kinderen of
staanplaatsen voor de volwassenen (altijd
mannen!) achter de laatste banken of onder
de toren. Gekscherend werd wel eens gezegd:
‘Ik heb een plavuis gepacht’.
De vaste ‘staanders’, die door de pastoor
goed in de gaten werden gehouden om klet
sen en soms zelfs kaarten zoveel mogelijk
tegen te gaan, waren er vaak niet op uit om
in de banken te gaan zitten. De preek begon
nogal eens met een oproep aan deze men
sen. De pastoor wachtte wel eens extra lang
in een poging het verhuizingproces te versnel
len.
De mensen wachtten zich ervoor om vóór het
evangelie in een gepachte bank te gaan zit
ten om niet weggestuurd te worden.
De voorste bank was gereserveerd voor de
kerkmeesters die tevens collectanten waren.
Ook was een bank gereserveerd voor de
huisarts, vanwege de bereikbaarheid. Dr. Van
Delft zat in de eerste rij in de zijbeuk en de
hele parochie wist dit, zodat hij snel opgeroe
pen (lees gehaald) kon worden.
DE BANKVERPACHTING
VAN DE NIEUWE KERK
Een van de taken van pastoor Janssen, die
voortkwam uit de naderende oplevering van
zijn nieuwe kerk, was het verpachten van de
nieuwe banken. De eerst stap was het taxe
ren van de banken. Het bestuur zal het wel
hoofdbrekens hebben gekost, omdat er ten
opzichte van de oude kerk nogal wat ver
schillen waren. Het bestuur moest nieuwe
inschattingen maken van de aantrekkelijk
heid van de plaatsen in een kerk met een
heel ander interieur. Zo stonden langs de
hoofdpad in het middenschip van de oude
kerk aan weerszijde een rij banken voor
slechts vier personen en langs de zijkanten
een rij voor drie personen per bank. Aan de
zijkanten van het middenschip stond een rij
pilaren als gevolg van de grote restauratie en
uitbreiding van 1880. Het zicht van de buiten
ste rij moet dus beduidend slechter zijn
geweest. Moesten zij de parochianen voor hun
nieuwe riante kerk meer laten betalen? Of
werd hier van af gezien omdat de grotere
capaciteit van de kerk dit wel zou compen-
NIEUWE TIJDEN, NIEUWE WERKWIJZEN
De verpachtingen gingen door tot medio
1960. Zij werden toen vervangen door ‘plaats-
engeld’ - vijftien cent, schoolkinderen vrijge
steld. Daarmede was het voor iedereen vrij
ergens te gaan zitten tegen betaling van vijf
tien en later vijfentwintig cent. Dit bedrag
werd opgehaald door de koster en een hel
per, buiten de bestaande collecten om.
In 1958 was het plaatsengeld al ingevoerd
voor de zondagse 8.00 uur mis. Dit had veel
weerstand opgeroepen; soms werden men
sen uit de bank geweerd. Het was zo erg dat
de pastoor in zijn mededelingen vanaf de
preekstoel sommeerde dat het afgelopen
moest zijn, omdat anders de bankverpachting
helemaal zou worden afgeschaft. Dit gebeur
de dus binnen twee jaar.
In december 1961 werd het plaatsengeld
afgeschaft en de gezinsbijdrage ingevoerd.
De parochianen werd verzocht hieraan deel
te nemen door invulling van een formulier,
waarin tevens het bedrag van de deelname
moest worden ingevuld. Als richtbedrag werd
aangegeven 25 cent voor elke duizend gul
den verteerbaar inkomen. De pastoor lichtte
een en ander vanaf de preekstoel toe. Hij
besloot dit betoog met zijn vertrouwen uit te
spreken in de eerlijkheid en volwassenheid
van zijn parochianen. Het formulier moest
vóór een bepaalde datum op de pastorie
worden ingeleverd. De ontbrekende formulie
ren zouden vervolgens door Jan Jonkers aan
huis worden opgehaald.
Ondanks deze werkwijze beschaamden de
parochianen kennelijk toch het vertrouwen
van hun herder, want in augustus 1964 meldt
deze vanaf de preekstoel dat er in de schaal
van de afgelopen zondag meer dan duizend
koperen centen waren aangetroffen.Hij zou
hierop regelmatig terugkomen stelde hij.
Hiermede werd de aftrap gegeven voor de
‘koperactie’ van de pastoor. Wekelijks wees
hij op ludieke wijze op de aanwezigheid van
koper en de noodzaak om op zilver over te
gaan.
Tot op de dag van vandaag kan de gezins
bijdrage niet bogen op grote successen, maar
dat valt buiten de context van dit verhaal.
AW
Redactie: Ton van Elsdingen
Hans Festen
Jo van Os
Ireen Stieger
Ad Wolfs
Paul Dijckmans
www.parochiemoergestel.nl
www.kerk-in-oisterwijk.nl
i
.s
Al