RONDOM DE KERK M HET KERKGEBOUW IN DE LOOP VAN DE TIJD ’PftROCMf iw 'MOERGESTEL NIEUWS’ - WOENSDAG 20 JUNI 2007 PAGINA 4 Het priesterkoor De eerste aanpassing - meer een kwestie van onderhoud - dateert al uit de jaren vijf tig. De tegels met de omranding van smal le tegelbanden op het priesterkoor werden vervangen, omdat veel tegelbanden los kwamen te liggen. Zij werden vervangen door de huidige zwarte leisteen. In het verlengde van het Tweede Vaticaans Concilie werd onder meer bepaald dat het altaar dichter bij de gelovigen geplaatst moest worden, met de voorzijde er naar toe gewend. Het altaar met een nieuw onder stel, maar met de bestaande altaarsteen, kwam omgekeerd en dichter naar het mid denschip. De oorspronkelijke houten altaar- verhoging van drie treden werd gesloopt en de vloer betegeld. Tegen de achtermuur van de absis stond het z.g. sacramentsaltaar met een taberna kel waarin Ons Heer werd bewaard. Dit verdween naar het rechts gelegen, inmid dels voormalige, St. Jozefaltaar; St. Jozef ging naar achteren in de kerk. In de absis was hiermede een grote vrije ruimte ontstaan, waar later het koor kon De doopvont De oorspronkelijke doopvoht stond links achter in de kerk in de doopkapel. Hij was al in de oude kerk aanwezig en bleef tot 1959 in gebruik. De nieuwe doopvont, ‘de Stad’ genaamd, werd vóór in de kerk geplaatst. De doopkapel werd gedachte niskapel genoemd, omdat er de gedach teniskruisjes van de overledenen kwamen te hangen.. De kroonluchters Oorspronkelijk bezat de kerk vier zesarmi- ge luchters. Die welke in de zijbeuken hin gen zijn verdwenen. Zij bestaan nog leven dig in de herinnering van de koster die in de jaren vijftig de vier kroonluchters drapeer de met grote kerstkransen met rode linten en dikke kaarsen als onderdeel van de kerstversiering - een ‘heidens’ karwei. De beide resterende kroonluchters in het middenschip waren in oude tijden zwart. Toen men besloot ze op te knappen bleek dat het geen laagje vuil of een oxidelaag- je was, maar dat ze zwart waren geverfd. Na reiniging kwamen er twee prachtige koperen luchters te voorschijn. Het ver moeden bestaat dat ze zwart waren geverfd om ze te beschermen tegen de op koper beluste Duitse bezetter, die immers ook al de klokken had geroofd! Het Angelusklokje Het angelusklokje, de eigenlijke naam is doopklokje - op de kerk - werd vele jaren om twaalf uur geluid door middel Van een luizeel, dat midden op het priesterkoor uit kwam. Lang heeft men hiervan af moeten zien, omdat het klokkentorentje niet meer geheel veilig was. Na de reparatie hiervan bij de grote restauratie in 1980 werd het opnieuw in gebruik genomen. Vele jaren kon het vervolgens niet gebruikt worden omdat het inmiddels elektrische luidsysteem het lange tijd af liet weten. De godslamp Oorspronkelijk hing er op het priesterkoor een torenvormige godslamp, die met olie moest worden gevuld. Rond 1950 werd de huidige, schaalvormige godslamp geplaatst, die vaste brandstof verbruikt. De banken In de nieuwe kerk werden nieuwe banken geplaatst. Her en der werden nog de oude zitstoeltjes en klapstoeltjes geplaatst. Deze vormden met name de laatste rijen achter in de kerk. Ze stonden ook vooraan in de zijbeuken naast de pilaren bij de biechtstoe len. Ervoor stonden nog enkele rijen z.g. gemeen benkskes, waar de jeugd tracht te het einde van de dienst te halen. Waarschijnlijk rond 1973 werden nagenoeg alle zit- en klepstoelen verwijderd. Ze vorm den een geweldige storingsbron door het lawaai dat ontstond als de mensen gingen knielen of zitten. De gemeen benkskes waren toen al weggenomen. In de zijbeu ken werd de eerste twee rijen banken weg genomen, waardoor het looppad breder werd. Een aantal banken worden in de dag kapel gebruikt. Het orgel In 1961 werd het huidige elektronische orgel aangeschaft. De prijs hiervoor was wel dat het mooie Ceciliaraam vanuit de kerk niet meer zichtbaar was. In een apart arti kel zal aandacht worden besteed aan het orgel. De verwarming In de jaren zeventig werd de kolengestook- te verwarmingsketel vervangen door een oliegestookte. De kerk was op steenkool onvoldoende te verwarmen. In 1963 was gebleken, dat de temperatuur maar op 6 graden gebracht kon worden; kosten 35 gul den per dag! In 2003 vond een roetexplosie in de ketel plaats die de gehele kerk met roet besmeur de. Het bleek noodzakelijk het gehele inte rieur inclusief alle binnenmuren te reinigen. Het metselwerk, dat ook in de tijd geleide lijk vervuild was, kwam weer prachtig naar voren. De verwarmingsinstallatie werd ver vangen door een hoogrendement gasinstal latie. Het heteluchtsysteem bleef gehand haafd. Voor de sacristie werd een apart C.V.ketel- tje geplaatst. Het kerkdak In 1994 werd besloten tot herstel van het kerkdak in een meerjarig project. Geleidelijk werden de leien op de grote dakvlakken aan de noord- en zuidzijde vernieuwd. De nog goede leien hiervan werden bewaard. Hiermede lukte het in de loop der jaren ook de andere daken in orde te maken. Daar waar nodig werd het dakbeschot ver nieuwd, nieuwe goten en nieuwe roestvrije ladderhaken geplaatst en andere zwakke punten aangepast. Het bleek een zeer kost baar project dat zeer recent werd voltooid. Redactie: Ton van Elsdingen Hans Festen Jo van Os Ireen Stieger Ad Wolfs Paul Dijckmans Tot besluit Sprekend over veranderingen in de afge lopen 75 jaar blijken de oudere parochia nen een zeer levendige herinnering te heb ben aan de liturgie en de rituelen uit hun jeugd. In dit artikel beperken we ons tot het kerkgebouw; in een apart artikel zullen we aandacht schenken aan die elementen uit het Rijke Roomse Leven, die de geloofsbe leving in die tijd zo sterk beïnvloed hebben. Van verschillende van de bovengenoemde interieurwijzigingen kunt u details vinden in "Rondgang door de kerk van St. Jans Onthoofding te Moergestel” door Ton van Elsdingen en Jaap Drubbel. Mocht u, uit uw geheugen puttend, bij kun nen dragen aan verbetering of aanvulling van dit artikel, schroom dan niet om con tact op te nemen met Ad Wolfs tel. 5132309, (a.p.wolfs@home.nl) AW Medio 1932 kijken de Moergestelnaren trots naar hun grote en nieuwe kerk met haar moderne interieur. Niets blijft echter zoals het is, alles verandert. Ook het kerkgebouw en vooral het interieur stond onder invloed van de tijd. Het Tweede Vaticaans Concilie, tussen 1962 en 1965 en de aanpassing van de litur gie hierna, zijn van grote invloed geweest. Na de tijd van het Rijke Roomse Leven kwam de tijd van secularisering en indivi dualisering. De kerk geraakte ‘uit’. Geleidelijk ontstond echter ook waarde ring voor elementen uit die periode en de drang om het goede te behouden. Velen waren met name blij dat in onze kerk de prachtige beelden niet waren opgeofferd, men kreeg er hernieuwde bewondering voor en de behoefte tot behoud ervan groei de. In de artikelenreeks rond het 75-jarig bestaan van het kerkgebouw past een over zicht van de veranderingen hierin in de loop van de tijd. Deze veranderingen zijn vaak niet schriftelijk vastgelegd. De eerste, nog eenvoudige notulen, dateren pas van 1963; alleen grote onderhoudswerken vin den we hierin terug. Het juiste jaartal was daarom soms moeilijk vast te stellen. Dus moest wel eens een beroep worden gedaan op het collectieve geheugen van de oude re parochianen; De dagkapel De noodzaak, die ontstond om de kerk overdag om veiligheidsredenen te sluiten, groeide, terwijl anderzijds de mogelijkheid moest worden geboden de mensen een moment van stilte, bezinning en gebed te bieden. Als een van de argumenten voor de bouw van een kapel zegt het bestuur: ‘om in te spelen op de constatering dat de H. Missen voor veel mensen te lang duren. Aan een kort bezoek aan een devotieplaats zou wel behoefte zijn. Misschien zouden de missen op dinsdag en donderdagavond, die slecht bezocht worden, wel kunnen ver vallen.' Was aanvankelijk de locatie van de kapel een moeilijk punt, het slopen van de biecht stoel van de pastoor en het afschermen van de ontstane nis bood echter een ideale plek. Deze kon gemakkelijk worden afge sloten van de kerk, terwijl die door een pas sende glazen afscheiding toch zichtbaar bleef. Het plan kreeg zijn beslag in 1997. Adry Hoeven maakte het Mariabeeld en de ramen zijn van Jan Dijker. Diversen Het missiekruis, waartoe de gelovigen zich na de Eucharistieviering omdraaiden voor een kort gebed voor de Missie, rechts ach ter in de kerk, verdween. Het hangt nu, na reparatie, in de gedachteniskapel. In 1995 werden alle oorspronkelijke licht- armaturen, die versleten bleken, vernieuwd. De voor bijzondere plechtigheden gebruik te rode loper werd vervangen en van een rolmechanisme voorzien, wat zeer arbeids besparend bleek. In 2002 werd de kerk officieel opgenomen op de Rijks Monumentenlijst In 2002 is tegen de zuidzijde van de kerk een gedachteniskruis geplaatst. Het herin nert aan de plek van het oude kerkhof op deze plaats. Met name de afgelopen jaren werden ver schillende kunstwerken gerestaureerd en daarmee in hun oude glorie hersteld: het schilderij van St. Joris, het schilderij van Margaretha Maria Alacoque en alle kruis wegstaties (2002). Eveneens in 2002 werd de gehele elektri sche bedrading van de kerk vernieuwd, inclusief de schakelpanelen In 2003 werden de oude toegangsdeuren van de zijbeuken en de sacristie vernieuwd. De oude scharnieren en het beslag konden na behandeling opnieuw gebruikt worden. In 2003 werd op het plaveisel voor de kerk een mozaïek van straatstenen gelegd: het hoofd van St. Jan op een schaal. In 2006 werd de kerk voorzien van nood verlichting en z.g. ‘uit’armaturen en werd de gebruiksvergunning verleend. De biechtstoelen De biechtstoelen, rechts die van de kape laan, links die van de pastoor, zijn na het Tweede Vaticaans Concilie snel in onbruik geraakt. Het ‘minstens eenmaal per jaar biechten werd vervangen door de gemeenschappelijke biecht. De individuele biecht werd als mogelijkheid aangegeven, maar was verre van populair. De twee biechtstoelen met hun zware, donkerrode pluche gordijnen bleven nog vele jaren in tact, al werden ze niet meer gebruikt. Het uiterlijk van de biechtstoelen blijkt voor een deel uit onze collectieve herinnering te zijn verdwenen. Deze beschrijving lijkt het meest waarschijnlijk: oorspronkelijk ging de pries ter zijn biechtstoel binnen door een half deurtje met daarboven twee halve, zware, rode gordijnen. De toegang voor de parochianen bestond alleen twee halve -identieke gordijnen, zonder deurtje. Het is niet duidelijk wanneer de huidige deurtjes zijn geplaatst en waarom. De hoofdingang/portaal De aansluiting van de nieuwe kerk op de oude toren liet een hoogteverschil in de vloeren zien. De vloer van het kerkportaal werd daarom aanzienlijk opgehoogd, zoda nig dat men eerst iets naar beneden gaat, alvorens de torentrap op te kunnen. Bij deze grote torenrestauratie werd een raam in de boogvormige toegang verwij derd. De naar buiten draaiende deuren werden vervangen en werden naar binnen draaiend, zoals nu nog te zien is. Een onbe grijpelijke beslissing van de externe spe cialisten, omdat de huidige wetgeving om veiligheidsredenen naar buiten draaiende deuren eist. Een snellere uitstroom van het kerkvolk is hiermee gediend. In het plafond werd een stalen balk geplaatst om het orgel te dragen. Ook werd op esthetische gronden een grijs, vlak pla fond in het portaal noodzakelijk geacht. Dit plafond is er later ‘uit gevallen’. Het gezond verstand zegevierde. www.parochiemoergestel.nl www.kerk-in-oisterwijk.nl plaatsnemen, nadat er een terrasvormige verhoging met zitbankjes was gemaakt. Dit ging niet zonder slag of stoot. Nogal wat koorleden hadden er de grootste moeite mee, vooral die met een. lange staat van dienst. Om deze verplaatsing te comple teren plaatste men een nieuw elektronisch orgel. Het bestaande ‘fiepding’ van het jon gerenkoor werd afgedankt. De gelovigen gingen de communie in de hand ontvangen, als zij dat wensten bleef ook de communie-uitreiking rechtstreeks op de tong mogelijk. Hiermede werden de communiebanken tussen de beide pilaren overbodig. Zij werden gesloopt. De onder ste van de drie treden van het priesterkoor werden aanzienlijk verbreed en betegeld. Hiervoor werd aan het bovenblad van de communiebanken een nuttige bestemming gegeven. Het duidelijke kleurverschil getuigt hier nog van. Pas vier jaar na de bouw van de nieuwe kerk werd de preekstoel geplaatst aan de pilaar aan de linkerzijde van het hoofdaltaar. Korte tijd bleef de losse, staande preekstoel uit de beginjaren nog gehandhaafd. Deze werd bijvoorbeeld nog gebruikt in de Missiedagen, waarin twee kapucijnen of redemptoristen als duo het woord voer den. In de jaren zeventig, verdween de preek stoel - de panelen kwamen jaren later tegen de balustrade van het koor te hangen. Gods woord werd voortaan verkondigd vanaf een los spreekgestoelte. In de jaren zestig zou pastoor Van den Boogaard het stenen H. Hartbeeld, dat al vanaf 1939 links achter op het priesterkoor tegen de achterste hoekpilaar stond, laten wegnemen. De pastoor zou het stenen beeld niet passend hebben gevonden in een kerk met allemaal mooie houten beel den. Anderen zeggen dat het in 1953 buiten werd verplaatst om het grote mozaïek ach ter in de kerk te kunnen aanbrengen - het glas in loodraampje dat daar zat moest verdwijnen. Aan de overkant van de Mariakapel, in de gedachteniskapel, is de evenknie van dit raam te zien. Het werd aan de binnenzijde dichtgemetseld zo dat aan de buitenzijde een nis ontstond, waarin een beeld geplaatst kon worden. Ook wordt nadrukkelijk beweerd dat de mensen een H. Hart in de buitenlucht terug wilden. Het grote H. Hartbeeld aan het Rootven was in de ‘kleine beeldenstorm’ van de jaren zestig weggenomen en opgesla gen in de pastorie. Pastoor Müskens liet het later vernietigen. Dit beeld werd door de mensen gemist. De oorspronkelijke plaats op het priester koor waar het kleine H. Hartbeeld stond is nog duidelijk te herkennen, want het uitste kende stenen onderstuk werd afgezaagd.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 2007 | | pagina 4