r
RONDOM DE KERK
00
DE NAAKTEN KLEDEN
VERPLAATSING VAN HET
KERKHOF, BOUW VAN DE
NOODKERK EN SLOOP VAN
DE OUDE KERK
PftROCMC
I
I
MOERGESTEL NIEUWS’ - WOENSDAG 25 APRIL 2007
PAGINA 8
AW
Lt. Kol. Voorham
AW
Geen thuis meer, niemand zit op hen te
wachten!
‘Zwervers’ roepen bij velen weerstand op.
Ze worden geïdentificeerd met overlast,
drugs, alcohol en criminaliteit.
Dakloosheid en thuisloosheid, een op tien
Nederlanders heeft de kans hier mee te
maken te krijgen, ook meer en meer vrou
wen en kinderen door bijvoorbeeld geweld.
En het beeld verslechtert. Vier op de tien
gevallen van dak- en thuisloosheid vindt zijn
oorzaak in overlast in de buurt, criminaliteit,
verslaving en agressie. Andere problemen
die een rol spelen kunnen onder andere
zijn: relatie- en opvoedingsproblemen,
financieel vastlopen, weglopen van huis
(kinderen) met de dreiging van prostitutie,
leder van ons kan er mee te maken krijgen.
In deze groep vinden we ook managers, art
sen, advocaten en ambtenaren!
De oude
parochie
kerk
vanaf de
Postelstraat
Inleiding
De bouw van een nieuwe kerk is een groot
project, zeker als dat gepaard gaat met de
ruiming van de graven op het kerkhof en de
sloop van de oude kerk om de bouwplaats
vrij te maken, terwijl de diensten door moe
ten gaan. Zoals we zagen liep financieel
alles van een leien dakje, en organisatorisch
zal het een zeer geslaagd bouwproject wor
den. De kerk was op het geplande tijdstip
klaar!
Respect voor de ander is de leidraad in hun
werk.
Het kerkhof
Een logische eerste stap in de totaalaanpak
is de verplaatsing van het kerkhof. Pastoor
Janssen bofte dat hij niet helemaal opnieuw
moest beginnen met het zoeken van een
nieuwe locatie;
de nieuwe begraafplaats lag al klaar. Het
probleem van het kerkhof speelde al zeer
lange tijd; pastoor Janssen - hij begon in
1921 aan zijn pastoraat in Moergestel - kon
in 1925 al voor de oplossing zorgen door
nieuwe grond hiervoor aan te kopen.
De geschiedenis van het kerkhof is een ver
haal op zich en het is interessant dat in dit
verband te vertellen.
De begraafplaats rond het kerkgebouw was
niet uitzonderlijk, integendeel, oorspronke
lijk lagen alle katholieke begraafplaatsen in
en rond de kerk. Het woord ‘kerkhof’ getuigt
hiervan.
Het kerkhof is in onze parochie in de loop
van 100 jaar vaker onderwerp van gesprek
geweest.
Al in 1810 krijgt de gemeente de vraag van
de Sous-prefect, we leven dan in de Franse
tijd, hoever de begraafplaats van de huizen
ligt en hij geeft vervolgens aan dat eventu
eel een andere plek moet worden gekozen
die ‘niet schadelijk is aan de lucht’. Deze
vraag leidde niet tot enige actie, noch bij het
gemeentebestuur noch in de parochie. Het
gemeentebestuur zat nog met de naweeën
van de oorlogslasten van Napoleon, en de
parochie had iets anders aan het hoofd,
namelijk proberen de parochiekerk terug te
krijgen van de protestanten en uit de
schuurkerk weg te geraken.
Nagesprek en afsluiting
In een ontspannen sfeer, waarin diverse vra
gen werden gesteld, werd de avond afge
rond. Dagvoorzitter Will Pellis sloot tenslotte
deze redelijk bezochte en boeiende bijeen
komst.
Dit detail van de luchtfoto uit 1931 laat het
gapende gat aan de kerk zien.
Let op de bouwketen aan de zuidzijde van
de toren.
Het 75-jarig bestaan van onze parochiekerk
wordt onder meer gevierd met een viertal
thema-avonden over de Werken van
Barmhartigheid. ‘De naakten kleden’ was
het thema van de tweede, recente bijeen
komst in Stanislaus. De spreker was Lt.
Kolonel mevr. dr. C.A. Voorham, directeur
van het Leger des Heils.
In 1827 constateert het gemeentebestuur,
na de nieuwste instructies uit Den Haag om
een nieuwe begraafplaats te creëren, dat er
geen geld voor is en verzoekt om uitstel. Dit
is te wijten aan de grote achterstallige
schulden door de oorlog, de aanschaf van
een brandspuit en de bouw van een brand-
huisje. Men berekent dat het kerkhof met 20
In maart 1931 zijn de menselijke resten en
de grafmonumenten overgebracht, reden
om de pastoor te doen verzuchten: 'het
oude kerkhof is kerkhof af!
Wanneer pastoor Janssen in 1925, omdat
het oude kerkhof opnieuw te klein wordt,
van de bisschop toestemming krijgt een
nieuwe begraafplaats te maken, neemt hij
hiervoor een stukje fruittuin van de pastorie
de huidige begraafplaats aan de
Bosstraat. In 1926 wordt het ingericht door
beplanting en het zaaien van gras. Uit over
levering is bekend dat Simon van Lommel -
jawel Simon van Simonne pedje! - als eerste
op het nieuwe kerkhof ter aarde werd
gesteld. Simon overleed op 20 januari 1928.
De nieuwe begraafplaats is dus niet direct
in 1926 in gebruik genomen.
Op 11 januari 1931 kan de pastoor van de
preekstoel tenslotte de verplaatsing afkon
digen.
Hij vraagt om medewerking van de beminde
gelovigen en verzoekt geen bezwaar te
maken.
Hij houdt zijn hart vast, want bezwaar bete
kent uitstel en moeilijke en langdurige
.bezwaarprocedures. Spannend, want de
noodkerk is al in aanbouw en de startdatum
van de bouw van de nieuwe kerk ligt vast!
Het grootste probleem blijkt dat er ook nog
familieleden van de familie Witlox (eigenaar
van landgoed ‘Mariahoeve’) liggen. De
familie roept hem prompt voor ‘de vier
schaar’, zoals de pastoor het zelf uitdrukt.
Maar gelukkig is een gesprek mogelijk. Als
de familie Witlox'zou eisen dat de stoffelijke
resten van moeder moesten blijven liggen
had de pastoor een probleem, want de zerk
zou dan gedeeltelijk in de kerk vallen. De
familie gaat tenslotte akkoord met verplaat
sing en de pastoor kan aan de slag. Het
moet een hartelijke verhouding zijn geble
ven of geworden, want mijnheer Witlox mag
de bisschop later in zijn auto aan de
gemeentegrens afhalen en in een plechtige
optocht naar de nieuwe kerk rijden voor de
inzegening.
Voor het opruimen van het kerkhof wordt
een grote jute-omheining geplaatst.
Timmerman André Nagel maakt een twintig
tal nieuwe kisten en onder regie van
Architect Teon Vriens verloopt het geheel
rimpelloos.
In 1845 wordt het kerkhof echt te klein; nu
blijken de bovengenoemde berekeningen
van 1827 correct te zijn geweest. De uitbrei
ding wordt verkregen door de basisschool
te slopen - dat was toch een bouwval - en
de vrijkomende speelplaats weer bij het
kerkhof te voegen. Dit had tevens het voor
deel dat kerkgangers weer door de hoofdin
gang de kerk binnen konden. De voetpaad
jes, die dwars over het kerkhof liepen, wer
den er omheen gelegd en een grote beu
kenhaag erom heen completeerde het
geheel. Afgezien van de lage muurtjes met
een ijzeren hek, dat in 1880 de beuken heg
verving, is het aanzicht daarna niet meer
gewijzigd.
Bijgaande luchtfoto uit 1931 laat een
begraafplaats zien die al redelijk ‘ingericht'
is, met onder meer een Calvarieberg. Er is
veel activiteit, waarschijnlijk als door actuele
ter aarde bestellingen als gevolg van de
verplaatsing vanaf de kerk.
Het verenigingsgebouw, dat als noodkerk
dienst deed, heeft op deze foto een aan
bouw op de jongensspeel-plaats. In deze
aanbouw werd het priesterkoor gevestigd.
De hoofdingang van het Verenigings
gebouw bleef in tact ook voor de kerkgan
gers.
De sloop
Van de sloop zijn geen gegevens bekend.
De oude kerk verdween onder de slopers
hamer, ook de prachtige hekwerken. In de
sloopovereenkomst blijkt te worden vermeld
dat eventuele vondsten eigendom van de
parochie blijven. Meldingen van bijzondere
oudheidkundige of andere vondsten zijn er
echter niet. Moergestel kijkt uit naar haar
nieuwe kerk.
Opzoeken en helpen
In een warm betoog schildert Mevr.
Voorham de ellende van deze mensen: het
ontbreken van elke zingeving in het leven,
geen dagbesteding kennen, niemand heb
ben die je verwacht, die je nodig heeft, een
leven moeten leiden zonder enig uitzicht op
een oplossing, alleen zijn - dat laatste voor
al, alleen en eenzaam zijn.
Zelf spreekt ze vol bewondering over de
duizenden mensen van haar organisatie die
hulp bieden in een scala van activiteiten,
zoals verblijfsmogelijkheden en maaltijden
bieden, opvanghuizen creëren. Een indruk
wekkende opsomming van hulpvormen
geeft een indruk van het werk van de vele
helpers: ontwenningskuren, eerste medi
sche hulp, bezoek arts, schuldsanering,
politiecontact, hulp bij opvoeding in gezin
nen, hospice-opname, hulp in aparte ver
pleeghuisunits enz.
Vele dak- en thuisloze mensen hebben het
vermogen om vriendschap te sluiten en te
onderhouden verloren. Ze hebben vaak
nooit vrienden gehad en geen affectieve
gevoelens meegekregen in hun opvoeding.
De hulpverleners moeten vaak een lange
weg gaan om enig vertrouwen te winnen.
www.parochiemoergestel.nl
www.kerk-in-oisterwijk.nl
Geschiktheid en motivatie
Wat beweegt deze hulpverleners toch?
Mevr. Voorham vertelt dat de aannamevoor-
waarden van haar mensen tweeledig zijn.
Zij moeten vakbekwaam zijn op basis van
opleiding, ervaring en geschiktheid, maar
daarnaast de christelijke solidariteit als uit
gangspunt hebben.
In de loop van haar inleiding wordt meer en
meer duidelijk dat de liefde voor de mede
mens, die geworteld is in een diep geloof in
God en zijn schepping, de basis is van hun
werk. Is dat ook de boodschap voor de vol
gende 75 jaar van onze parochie? Vanuit
het geloof de medemens meer en meer te
hulp te schieten. De thuislozen en naakten
komen in andere vormen ook in onze
gemeenschap voor. Ligt daar niet onze
nieuwe taak?
lijken per jaar nog 18 jaar vooruit kan. De
gemeente kan het echt niet betalen, maar
het verzoek om uitstel met drie jaar wordt
afgewezen. Zelfs een verzoek om uitstel van
een jaar aan de Koning vindt geen gehoor.
Dan koopt de gemeente tenslotte een stuk
je grond voor 135 gulden voor een nieuwe
openbare begraafplaats; men kan er door
geldgebrek geen hek of haag omheen zet
ten, terwijl dat toch wettelijk verplicht is! Er
wordt geen tarief vastgesteld, 'want er is
geen grafdelver nodig omdat de buren dat
zelf meestal doen’.
Ook van deze plannen wordt nooit meer iets
gehoord en de begrafenissen op het kerk
hof aan de kerk gaan gewoon door. Het is
niet bekend of de pastoor, Hieronymus
Pessers, hierover contact heeft gehad met
zijn abt. De parochiegeestelijken werd toen
nog aangesteld door de abdij van Tongerlo.
Men mag aannemen dat deze wet een van
de eerste stappen was in een reeks om de
hygiënische omstandigheden te verbeteren
en epidemische ziekten te bestrijden, waar
steden en dorpen door geplaagd werden.
Maatregelen met dit doel hadden in dat tijd
vak hoge prioriteit bij het landsbestuur.
Voorschriften uitvaardigen in een koninkrijk-
in-opbouw na de woelige Franse tijd - die
gemeente en burgers berooid achter laat -
is echter eenvoudiger dan te zorgen dat die
worden uitgevoerd.
En dan is het zover. De pastoor meldt: ‘Met
machtiging van Mgr. heb ik de noodkerk op
17 april 1931 in gezegend na alles eerst in
orde te hebben bevonden. De noodkerk
werd zaterdag 15 april in gebruik genomen.
De timing is perfect. Parallel aan de bouw
van de noodkerk loopt de aanbesteding van
de kerk en de aanvraag naar bisdom en
‘Heilige stoel’. Op 18 april gaat de opdracht
de deur uit en kan aannemer de Vries uit
Helmond aan de sloop van de kerk begin
nen.
Redactie: Ton van Elsdingen
Vi Hans Festen
Jo van Os
Ireen Stieger
JI Ad Wolfs
1Paul Dijckmans
De' noodkerk
Al eerder was nagedacht over een nood
kerk. De diensten moesten immers onge
stoord door kunnen gaan.
Een oplossing van dit probleem lag voor de
hand. De pastoor beschikte immers over de
‘Vereniging’, het gemeenschapshuis dat zijn
voorganger pastoor van Rijckevorsel van
Kessel in 1902 onder de naam 'St.
Paulusgebouw’ had gebouwd! Het was bij
uitstek het vergaderlokaal van de Sint
Paulusvereniging. Deze vereniging, in
Moergestel werd dit later de
Mariavereniging ter bestrijding van drank
misbruik, groeide in korte tijd uit tot een
belangrijke en zeer actieve vereniging. Door
middel van allerlei culturele activiteiten
(toneel- en muziekuitvoeringen) en goede
voorlichting over de gevaren van het alco
holisme werd de drankbestrijding ter hand
genomen.
Het ‘Verenigingsgebouw’ was uitgegroeid
tot een cultureel centrum en leende zich uit
stekend voor een tijdelijke noodkerk door de
aanbouw van een noodlokaal op de aanlig
gende speelplaats van de jongensschool.
Deze was kort daarvoor, in 1928, gereed
gekomen. Door doorbreking van de zijmuur
ontstond een T-vormige ruimte van aanzien
lijke grootte.
De bouw werd officieel éanbesteed. Onder
de véle inschrijvers werd Jan Wolfs L.zn. de
gelukkige. Hij was de laagste inschrijver
voor een bedrag van fl. 3580. Hij moest voor
fl. 2740 het gesloopte bouwmateriaal na
gebruik weer terugnemen. Veel kan hij er
niet aan verdiend hebben. De inrichting van
het noodgebouw kostte overigens nog eens
fl. 3430.
In 1871 wordt het kerkhof opnieuw onder
werp van gesprek. In dat jaar worden
gemeenten verplicht een openbare
begraafplaats te hebben. Op tijdelijke basis
mag eerst een stukje van het bestaande
R.K. kerkhof worden afgescheiden. Dit stuk
je openbare begraafplaats werd dus een
onderdeel van het bestaande kerkhof. Veel
gebruik is er niet van.gemaakt. Met name
werden hier enkele leden van de familie
Vorsterman-van Ooijen en Witlox
(Mariahoeve) begraven.
In datzelfde jaar al wordt een geheel nieuwe
openbare begraafplaats aangelegd in een
gerooid stukje mastbos aan de Molenstraat.
Hiervan zijn de restanten nog zichtbaar in
het bosje tegenover camping ‘De
Bosfazant’.
I
I