I
ft
I
RONDOM DE KERK
GIRO
44
.rSAVE
ML
DOOüh
El
1
I
DE ZEVEN WERKEN VAN
BARMHARTIGHEID (2)
DE NAAKTE WAARHEID
I
I
I
MOERGESTEL NIEUWS’ - WOENSDAG 11 APRIL 2007
PAGINA 3
I
Mevr. Voorham
TvE
Gratis advertentie
In het kader van het 75 jarig bestaarïvan de
parochiekerk, met als thema: “de zeven wer
ken van barmhartigheid”, worden er vier
thema-avonden georganiseerd. De tweede
avond zal gaan over een van de werken: de
naakten kleden. Wij nodigen u van harte uit
om deze avond aanwezig te zijn.
Redactie: Ton van Elsdingen
Hans Festen
Jo van Os
Ireen Stieger
Ad Wolfs
Paul Dijckmans
Op 28 februari jl vond in Huize Stanislaus de
eerste lezing plaats in het kader van het thema
bij het 75-jarig bestaan van het kerkgebouw.
Leo Fijen, de bekende TV-redacteur van KRO's
Kruispunt hield daar in het kader van de twee
eerste werken van barmhartigheid (hongeri-
gen spijzen en dorstigen laven) een gloedvol
betoog om ons aan te sporen naar buiten te
treden en meer voor ons geloof op te komen.
Meer dan 100 aanwezigen lagen een uur aan
zijn lippen.
Op 18 april zal de tweede lezing worden
gehouden. Lt-kolonel, mevr. Dr. C.A. Voorham
(de opvolgster van majoor Bosshardt van het
Leger des Hells) zal dan een inleiding komen
houden met als thema “de naakten kleden”.
die men draagt is vaak de enige kleding die
men heeft. Schoolkinderen in minder ontwik
kelde landen dragen bijna altijd uniformen. Ten
eerste om ze er netjes te laten uitzien, ten twee
de om voor gelijkheid onder hen te zorgen en
geldopdrijvende competitie uit te sluiten. Hoe
’arm de ouders ook zijn, de kinderen lopen
altijd in piekfijne en schone bloesjes, broeken
en rokjes.
opruimen, en de kleding die we niet meer
nodig hebben ter beschikking stellen van
charitatieve kledinginzamelaars en ook wan
neer we in wereldwinkels een eerlijke prijs
betalen voor producten uit de Derde Wereld,
zijn we solidair bezig en verrichten belangrijk
werk in een rechtvaardiger verdeling van
mondiale welvaart.
slechte gezondheid, verslaving en veelvuldi
ge contacten met politie en justitie. Met veel
al weinig vaardigheden om contacten te leg
gen en te onderhouden. Kortom: mensen
voelen zich er buiten staan. Ze kunnen niet
meedoen, ze mogen niet meedoen en soms
willen ze ook niet meer meedoen in de samen
leving. Het zijn mensen die sociaal zijn uitge
sloten.
Al vanaf de oprichting stelt het Leger des
Heils zich ten doel te strijden tegen armoe
de, uitbuiting en uitsluiting. De aanpak van het
Leger des Heils is gebaseerd op de Bijbelse
boodschap dat alle mensen Gods mensen zijn
en dat ieder mens recht heeft op het horen
van het heil. De oprichter van het Leger des
Heils, William Booth legde zijn soldaten uit dat
mensen die honger hebben geen oren heb
ben naar het evangelie. Dan gaat de daad
voor het woord. Het handelen voor het spre
ken. Nog steeds vertelt het Leger des Heils
over Gods liefde door mensen met raad en
daad terzijde te staan. Gelovend dat het
geven van een boterham aan iemand die
honger heeft, een glimlach aan iemand die
verdriet heeft en een jas geven aan iemand
die het koud heeft, Gods Woord verkondigen
is. Dan zie je de naakte waarheid onder ogen
en ga je samen op zoek naar bedekking tegen
storm en kou.
U kunt zich opgeven tot zaterdag 14 april in
het parochiecentrum), of telefonisch 513 2774
(tussen 10.00 en 12.00) of via het emailadres:
secretariaat@parochiemoergestel.nl
Thema: De naakten kleden
Spreker: Lt.-kolonel mevr. dr. C.A. Voorham,
directeur van het Leger des Heils. Mevrouw
Ine Voorham verzorgt momenteel lezingen, die
voorheen Majoor Bosshart gaf door het hele
land.
Woensdag 18 april 2007 aula Zorgcentrum
Stanislaus
Programma:
19.30 uur - 20.OÓ uur ontvangst met koffie en
thee
20.00 uur-20.15 uur opening door Will Pellis,
voorzitter parochiebestuur
20.15 uur-21.00 uur lezing door mevrouw Ine
Voorham
21.00 uur - 2115 uur pauze
21.15 uur - 22.00 uur informeel samen zijn,
discussie, mogelijkheid tot het stellen van
vragen
www.parochiemoergestel.nl
www.kerk-in-oisterwijk.nl
Winkels
Ook winkels zijn actief op kledinggebied.
Denk bijvoorbeeld aan de kringloopbedrij-
ven. Deze hebben een dubbel doel: stimule
ren van hergebruik van goederen én sociale
werkvoorziening.
Denk ook aan de kledingwinkels van kerk- of
buurtwerk, die zich richten op hergebruik van
kleding. Behalve de verkoop van schone,
gebruikte kleding, bieden ze ook ontmoe-
tingsmoge-lijkheden en werkgelegenheid voor
vrijwilligers.
Denk tenslotte aan de Wereldwinkels, waar het
idee van “de naakten kleden" op een ande
re manier gestalte krijgt. Niet door de men
sen in de Derde Wereld kleding te zenden,
maar door ze een goede en eerlijke prijs te
betalen voor producten uit deze niet-Westerse
culturen, waardoor de mensen daar zelf in hun
naakte bestaan kunnen voorzien.
In deze wereldwinkéls wordt ook “eerlijke kle
ding” verkocht, waardoor deze winkels ook wel
“Fair Trade-winkels” worden genoemd. De
textiel- en kledingindustrie is vergaand geglo-
baliseerd: kleding wordt déér gemaakt waar
dat het goedkoopste kan. Naar de rechten en
de arbeidsomstandigheden van de naaisters
wordt nauwelijks gekeken. Fair Trade-winkels
dringen daarom aan op opheffing van han-
delsbelemmeringen die producenten in ont-
wikke-lingslanden ondervinden, werken aan
de bevordering van een duurzaam ontwikke
lingsproces en bieden de producenten een
eerlijke prijs en bevorderen met dit alles de
levensstandaard in de Derde Wereld.
Solidariteit
Wanneer we, denkend aan de mogelijkhe
den die gebruikte kleding kan opleveren,
onze kledingkasten regelmatig inspecteren en
Zwervers, bedelaars, daklozen
Een bekend verschijnsel in de grote steden
overal ter wereld zijn de zwervers, bedelaars
en daklozen. Zij zijn eigenlijk de nieuwe "naak
ten”. Zij beschikken meestal niet over een
eigen woongelegenheid en hebben ook niet
de middelen om daar uit eigen kracht voor te
zorgen. Een dakloze heeft vaak zijn sociale
netwerken verloren, heeft geen band (meer)
met zijn eventuele familie, bekenden of ande
re mensen die hem of haar tot steun zouden
kunnen zijn. Een minderheid van de daklozen
lijdt aan alcoholisme, aan drugsverslaving of
aan een mentale ziekte. Soms trachten zij
aan geld te geraken door te bedelen of te ste
len, of - wat lucratiever is - door op straat
muziek te maken of voorstellingen te geven.
Het is dus niet zo vreemd dat, wanneer je aan
stadsbewoners vraagt wat hun grootste bron
van ergernis is, je ten antwoord krijgt: “junks
en daklozen die om geld vragen”.
De overheid springt hier dan ook op verschil
lende wijzen op in:
- Over het algemeen wordt bedelen streng
aangepakt. De gemeente Rotterdam bij
voorbeeld wil alle bedelaars weren uit het
centrum: er geldt een bedelverbod. In één
jaar werden er ongeveer 400 boetes uitge
deeld aan bedelaars.
- Er worden anti-bedelcampagnes uitgevoerd,
waarin burgers worden aangemoedigd niet
aan bedelaars te geven, maar aan organi
saties, onder het motto: “Geef om hem, niet
aan hem!”
De overheid is nl van mening, dat het geven
van geld en het uitdelen van voedsel, drank
en kleding door particulieren, maar ook door
kerkelijke instanties de dakloze teveel beves
tigt in hun daklozenbestaan en deze mensen
te weinig stimuleert om een ander leven te
gaan leiden. De gemeente Rotterdam bij
voorbeeld ligt voortdurend overhoop met de
Pauluskerk aldaar. Die verhindert met haar
acties de pogingen van de gemeente de dak
lozen uit het centrum te weren.
- Hulpverleners proberen de dakloze eigen
verantwoordelijkheid te leren. De bedoeling
is dat hij het uiteindelijk zelf doet. De hulp
verleners helpen hem zichzelf te helpen.
- Daklozen hebben recht op zak- en kleedgeld
van enkele honderden euro per maand.
Wanneer ze aankloppen bij een opvangin
stelling om onderdak, moeten ze echter hun
inkomen afstaan als eigen bijdrage voor de
woonlasten. Dat heeft gezorgd voor veel
onvrede. In de W.M.O., de Wet Maatschap
pelijke Ondersteuning, is de hoogte van de
eigen bijdrage niet geregeld. Het gevolg is
dat daklozen gaan zwerven van de ene naar
de andere van de ongeveer negentig
opvanginstellingen.
- Het rijk heeft in 2006 een plan van aanpak
gemaakt met de bedoeling om in 2010 alle
10.000 daklozen voorzien te hebben van
inkomen, zorg en werk, waarbij tenminste 60
van hen dan een passende huisvesting
zou moeten hebben. Daartoe zullen dan
niet-vrijblijvende afspraken met de daklozen
worden gemaakt, leder dakloze krijgt daar
bij een eigen behandelplan en een begelei
der. Ze krijgen alleen therapie als er een
kans is dat die helpt.
Ondanks deze maatregelen en veel goede wil
neemt het aantal daklozen echter nog steeds
toe. Afspraken tussen rijk en grote steden
ten spijt willen enkele gemeenten enkel nog
maar hun “eigen” daklozen helpen. Het aan
tal op straat levende daklozen blijft daardoor
groot, temeer daar nu ook steeds meer dak
lozen uit Oost-Europa ons land binnenkomen.
Dezen zorgen voor nogal veel overlast en
worden dan niet door de opvang geaccep
teerd.
Al met al is duidelijk dat opvanginstanties,
waaronder ook het Leger des Heils, een
belangrijke taak hebben in de opvang van
deze mensen, die door welke oorzaak dan ook
zijn beland in een vicieuze cirkel.
In je hemd worden gezet, is geen prettige erva
ring. Je voelt je voor gek staan, bekeken en
aan je lot over gelaten. Er zijn mensen die niet
eens meer een hemd hebben. Zij zijn alles kwijt
of missen veel van wat het leven zinvol kan
maken. Medewerkers van het Leger des Heils
ontmoeten dagelijks honderden mensen die
in materiële of in immateriële zin zo in de kou
staan. Ze hebben met veel problemen te
maken die zich vaak allemaal tegelijk aandie
nen. Geldzorgen omdat er hoge schulden
zijn. Geen goede woonomgeving omdat men
uit huis is gezet. Er kan sprake zijn van een
Inzamelingen.
De meeste mensen gaan zuinig om met de
kleding die zij hebben, maar ook met de kle
ding die zij niet meer nodig hebben.
Weggooien'is zonde, de kleding kan nog op
een óf andere manier van nut zijn. Zo ontston
den in het midden van de vorige eeuw de inza
melingsacties voor kleding. Zakken werden
huis aan huis bezorgd, via kerken en over
heidsorganisaties werd overtollige kleding
ingezameld. Tegenwoordig gebeurt het voor
namelijk door middel van de bekende contai
ners en depots bij particulieren, waarin behal
ve goede en schone gebruikte kleding, ook
schoenen, dekens, lakens en dekbedden,
gordijnen en zelfs stoffen beesten welkom
zijn.
Inzameling voor het goede doel sluit aan bij
de beleving en motivatie van mensen, omdat
tweedehands kleding een emotionele waar
de heeft en mensen verwachten dat de kle
ding ten goede komt aan wie geen nieuwe kle
ren kan kopen.
De algemene gedachte is, dat inzamelaars de
tweedehands kleding'direct ter beschikking
stellen aan kansarmen in binnen- en buiten
land. De meeste kleding wordt echter verkocht
in Nederland. Een van de organisaties die kle
ding inzamelt, “Mensen in nood”, besteedt de
opbrengst van de kledingverkoop vooral aan
noodhulp en kinderprojecten, zoals bv de
opvang van straatkinderen in Latijns Amerika.
De verkochte kleding zelf gaat naar arme
landen buiten de Europese Unie. De inza
meling dient dus een dubbel doel: kleding ver
schaffen aan mensen in Oost Europa en de
Derde Wereld, én financiën verwerven voor
projecten in het kader van de inzet voor een
menswaardiger en rechtvaardiger bestaan
wereldwijd..
Behalve "Mensen in Nood” (deel van de katho
lieke organisatie “Cordaid”) is ook KICI
(Kleding Inzameling Charitatieve Instellingen)
actief op dezelfde wijze. De opbrengst gaat
naar Amnesty International, Hivos, Gered
Gereedschap én nog andere projectèn voor
kansarmen. Ook het Leger des Heils is op dit
terrein actief.
De naakten kleden
Kleding is belangrijk:
- Ze beschermt je tegen de kou. Anders dan
in tropische landen heeft de mens kleding
nodig om op temperatuur te blijven.
- Ze beschermt je voor schaamte. Naakt voor
een ander mens te moeten staan wordt erva
ren als een vernedering: onbedekt voel je
je kwetsbaar.
- Ze geeft status. Met kleding die bij je past
kun je jezelf zijn. Dat begint al op jonge leef
tijd. Brugklassers vinden het heel belangrijk
de juiste kleren aan te hebben; zij beoorde
len elkaar vaak op hun uiterlijk. Stoer en
“cool” willen en moeten ze eruit zien, anders
tellen ze niet mee. Maar ook al op veel jon
gere leeftijd heeft het kind tegenwoordig
zijn eigen keuzes.
Dat kleding de volwassene status geeft is
voor iedereen duidelijk. De vele modehuizen
en modeshows, de telkens weer wijzigende
modetrends, alles duidt niet alleen op status,
maar wordt ook nog eens onderhouden van
uit economische motieven.
- Ze geeft onderscheid. Denk maar eens aan
de kleding van sportteams, muziekkorpsen,
verenigingen. Denk aan de beroepskleding
van rechters, advocaten, professoren; aan
soldaten, medisch personeel, brandweer
en politie; aan bankpersoneel in krijtstreep-
pakken. Denk ook aan de kerk met zijn litur
gische kleding.
Het bovenstaande is vooral van belang voor
het rijke deel van de wereld. Maar toch kun
je in zuidelijke landen niet vaak aan de kle
ding zien of iemand arm is. Men doet zijn
best om armoede te verbergen door er zo
goed mogelijk uit te zien. Alleen: de kleding