Het oude jaar J rr rf van F* ihco I /z Cochabamba, december 2004 CX aan het verdwijnen was. Hij loste op in het niets, zomaar weg. In paniek keek Jan om zich heen, hij werd bang. Hij stond op een open plek in het bos die hij niet kende. Volkomen in de war begon hij te rennen en te hollen. In de duisternis van het onbekende bos struikelde hij over een boomwortel en viel languit in een greppel. En even tjes, heel raar, meende hij in de verte het huilen van een baby te horen. Toen werd het zwart voor zijn ogen. ”Jan, Jan, word wakker, wakker worden”. Iemand schudde hem ruw heen en weer. Hij opende zijn ogen en keek in het verbaasde gezicht van zijn moeder. ”Wat is er gebeurd, wie is er hier geweest?” vroeg zijn moeder. Jan merkte dat hij naast het bankje bij de open haard lag. Hij moest in slaap zijn gevallen, na het vertrek van zijn moeder. En zijn moeder zei, wie heeft die kerstboom gebracht,- en, en de rest?” Jan sprong overeind en keek met grote ogen naar de prachtige kerstboom die achter het papieren stalletje stond. Naast de met ballen en lichtjes en slingers versierde boom lagen grote en kleine pakjes. ”Ik, ik weet het niet”, stotterde Jan. ”Ik, ik, ik heb liggen slapen geloof ik”. En terwijl moeder van verbazing geen woord meer uit kon brengen, liep Jan vol bewondering rond de kerst boom. Van alles hing erin, ballen, klokjes, engeltjes, zil veren slingers en, en, een briefje. Netjes opgevouwen en verborgen tussen de takken hing een briefje. Met trillende vingers maakte Jan het open en las wat er op stond. ’’Beste Jan, je eerste boom, is hij niet prachtig? Ik schenk hem jou, eind ’83. Vanavond stond jij voor mij klaar, ik ben, ik was.het oude jaar! Theo Raaijmakers, Casilla 2431, Cochabamba Bolivia, theoraaij@bo.net Giften graag naar Rabobank, Moergestel, rekeningnummer 13 45 20 769 t.n.v. Stichting Werk Theo Raaijmakers r» Het was eind december 1983, tussen kerstmis en nieuwjaar. De wind gierde rond het oude scheefgeza kte huisje aan de rand van het bos. Jan zat op een bankje voor het open haardvuur en keek in de vlam men die knetterend hun weg zochten tussen de dorre takken. "Jan, Jan, ik ben weg, niet te Iaat naar bed hè,” klonk het achter zijn rug. ’’Enne, doe de deur weer op slot hoor.” De deur piepte en even later was het weer zo stil in huis datje de sneeuwvlokken tegen de ramen hoorde slaan. Zijn moeder moest gaan werken. Zoals elke vrijdagavond ging ze met een paar vrouwen uit het dorp de kerk schoonmaken. Jan bleef dan helemaal alleen thuis. Broers of zusjes had hij niet en zijn vader had hij nooit gekend. In deze tijd voelde Jan zich altijd een beetje bedroefd. Soms keek hij ’s avonds wel eens stiekem bij andere mensen naar binnen en dan zag hij zo’n hele familie gezellig rond de kerstboom zitten. Die zongen dan samen liedjes die ze op school van de meester geleerd had den. Tja, zo’n kerstboom hè, hij had er dit jaar zo graag een willen hebben maar ze hadden het geld niet om er een te kopen. Jan stond op en liep naar het kerst- stalletje dat hij samen met zijn moeder van een oude schoenendoos had gemaakt. De beeldjes hadden ze uit een tijdschrift geknipt en op stukjes karton geplakt ”Nou ja, het mos is in ieder geval echt,” dacht Jan. Maar dat groeide er dan ook genoeg achter hun huisje. Ineens schoot hij op uit zijn gedachten. Er klopte iemand op de deur. Hij dacht aan wat zijn moeder gezegd had. ’’Laat niemand binnen als je alleen thuis bent hoor”Maar weer werd er geklopt. Boven het huilen van de wind uit hoorde hij plotseling iemand roepen. ”Doe open alstublieft, ik heb het zo koud. Laat me even warmen”. Het klonk zo zielig dat Jan medelijden kreeg. Met een bang gevoel liep hij naar de deur en trok de grote roes tige grendel uit de muur. Hij deed open en zag een oude man, door wind en sneeuw verkleumd op het stoepje staan. Jan vond het wel een beetje vreemd maar gebaarde dat de man binnen kon komen en sloot achter hem de deur weer af. Leunend op een stok sjokte de bezoeker in de richting van het vuur. ’’Bedankt jongen,” zij hij rillend van de kou, toen Jan de leunstoel van zijn moeder dichter bij het vuur schoof. Vanuit het gerimpelde gezicht keken twee ogen hem vriendelijk aan. ”Ik ben blij jongen, dat jij open deed, want mijn tijd is nog niet gekomen,” sprak de man geheimzinnig. Jan goot de warme chocolademelk, die moeder voor hem had klaargezet, over in twee kop pen. Dankbaar pakte de grijsaard de drank aan en warm de zijn handen. ”Wie eh, wie bent u,?” stotterde Jan, ”en •- wat doet u met dit-weer buiten?” De vreemde gast u zuchtte en zei, ”wie ik ben is niet belangrijk.” Hij zakte Dit verhaal werd geschreven door Hans van Brunschot in 1983. Hij schreef het speciaal voor de MTV-uitzending van 30 december in dat jaar. In de uitzending zat een aantal kinderen rond de open haard bij de familie Hoefnagels aan de Broekzijde terwijl Ad de Beer het verhaal voorlas. PAGINA 17 eind deze maand ongeveer 20 nieuwen binnenkomen, en op Casa Jerusalén zeker zes, maar dat zullen er wel meer worden. Degenen die bij ons weggaan blijven we altijd minstens zes maanden volgen, maar ze weten dat ze altijd bij ons kunnen aan kloppen als er een probleem is; we hebben dan wel liever dat ze aankloppen voor ’wijze’ raad dan voor geld!! Natuurlijk zijn er ook problemen: Juan Gabriel die maar niet aan het werk blijft en problemen heeft met drugs, Luis die agressief is en lijm snuift en veel steelt, Cristhian die drugs doet en veel steelt, Fernando die schoenen poetst en geld spaart maar die regel matig aanvallen heeft van epilepsie, Javier die in het psychiatrisch ziekenhuis heeft gezeten en nog problemen heeft maar die toch wel in januari in mili taire dienst zal gaan, Tiburcio die wegens een of andere ziekte een deel van zijn gezichtsvermogen is kwijtgeraakt en daardoor een deel van zijn moge lijkheden, etc. etc. Ik zou een boek kunnen schrijven, maar ik heb er geen tijd voor! Wat ik verteld heb is voor jullie om jullie allemaal heel hartelijk te bedanken voor al jul lie hulp in dit jaar. Vaak komt het er niet van om te schrijven aan iedereen afzonderlijk, maar wij zijn echt enorm dankbaar. Al die mensen die nu wat meer hoop hebben dan voorheen, daar hebben jullie heel veel aan bijgedragen; namens hen en namens mij: heel veel dank voor alles!! En uiteraard hopen we op jullie te mogen blijven rekenen in de toekomst. Het werk gaat stap voor stap, maar, samen met jul lie, kunnen we een heel eind komen. Er zijn dit jaar ook veel bezoekrs geweest vanuit Nederland en andere landen, en veel vrijwilligers en -sters, en die hebben ook erg veel voor en met ons gedaan, en ook aan hen allen een woord van dank!! Beste mensen, een Zalig Kerstfeest en alle goeds voor het Nieuwe Jaar!! Ik hoop dal het voor ons allen een goed 2005 mag worden. Veel groeten en de beste wensen!! Met onze studenten is het dit jaar over het algemeen goed gegaan en we hebben er nu een behoorlijk aan tal; dat zal nog wel gaan groeien, want we hebben weer een aantal jongens en meisjes die de middel bare school dit jaar hebben af gemaakt, en er zijn er wel bij die verder willen studeren; we proberen hen een kans te geven, maar ze moeten ook weten dat ze er vanaf dag één tegenaan moeten, want anders kunnen we er niet mee doorgaan om hen te steunen. Er zijn nog veel mensen die op een kans wachten. Een voorbeel van iemand die het goed doet: Sylvia zal volgend jaar haar studie vreemde talen afma ken en geeft nu al Spaanse les aan vrijwilligers en -sters en andere bezoekers die hier komen! Edgar heeft nog ongeveer een half jaar te gaan in zijn tand artsstudie, Patricia is ver in de verpleegopleiding, alles bijeen zijn er nu ongeveer 20,en ik probeer met iedereen minstens een keer per week kontakt te hebben. We zijn dit jaar ook begonnen met een kleine tim merwerkplaats, zijn bijna klaar met de bouw van een bakkerijtje, en zullen binnen een paar weken starten met en metaalwerkplaats; wij zetten het op en houden ook een beetje controle, maar een aantal jongens moeten het zelf runnen; ze moeten zelf klanten/werk zoeken, plannen maken, berekenen, afleveren en geldzaken regelen, etc. We moedigen hen ook aan om wat geld opzij te leggen voor andere zaken (bv. voor een dokter!medicijnen, voor nieuw gereedschap, een spaarcentje voor als het wat min der gaat, etc.). Als ze werken hebben ze geld, en anders niet, daar komt het op neer. Ze hebben jarenlang bij ons gewoond, en dit helpt hen enorm om onafhanke lijk te zijn. Er zijn nog plannen voor andere werk plaatsen (reparatie van auto”, electriciteit, loodgi eterij, en we hebben zelfs al plannen oms ergens lamas te gaan fokkenWe zijn nog niet zo lang bezig hiermee, maar zij en wij zijn er positief over. Je had hen moeten zien toen ze hun eerste echt verdiende centen hadden!! Ze glunderden en terecht!! Van de twee huizen waarover ik ga, Casa Ana Maria en Casa Jerusalén, zullen een aantal mensen vertrekken. Die gaan op zichzelf wonen of soms terug naar hun familie. Van Ana Maria gaan er een paar naar Jerusalén. Op Casa Ana Maria zullen DE GÈSSELSE’ - WOENSDAG 22 DECEMBER 2004 Victor Hugo heeft heel veel capaciteiten en had grootse plannen, maar die zijn een beetje veran derd. Maar we hebben met de ouders van het meisje kunnen praten en wat plannen kunnen maken; Victor werkt sinds kort op een fabriek en gaat volgend jaar ’s avonds zijn school afmaken en zoveel mogelijk geld sparen; hij gaat zeer binnenkort op een kamer wonen en zij blijft met de baby bij haar ou ders; of ze straks samen zullen gaan wonen zullen we nog moeten bekijken samen; het is weer allemaal wat duidelijker en ze weten dat wij er zijn om hen te steunen waar dat kan; Victor zal ook elke week zeker een keer langs komen en zo kunnen we blij ven volgen hoe het gaat; we proberen hem te steunen bij zijn studie en zo, en hij weet dat hij niet alleen staat: er is hoop!! We hebben dit jaar ook een klein aantal families geholpen met het bouwen van een huisje (kamertje); dat waren dan veelal jonge mensen die bij ons waren geweest, die aan het werk zijn, maar die veelal boven op een berg zaten te wonen in huisjes van plas tic en karton; ze waren bij ons geweest, weggegaan, verloren gelopen, en toch weer na een tijdje op het rechte pad gekomen; ze werken, maar hadden geen plaats om te wonen en daar ook niet veel uitzicht op, de lonen zijn te laag; nu hoeven ze geen huur te betalen, kunnen hopelijk wat sparen, en hebben een beetje meer hoop op een betere toekomst voor hen zelf en hun kinderen. Ook daar, boven op die berg, is hoop!! Luis en Hugo zijn ook jarenlang bij ons (geweest) en hebben thuis veel te lijden gehad van de vader; het zijn twee prachtige mensen die het zonnig inzien; Hugo werkt al een aantal jaren en woont nu bij het ouderlijk huis en heeft daar een paar kamertjes gebouwd en een keukentje en ze zijn nu bezig met een douchelw.c. Hij woont daar op het ogenblik alleen met zijn vader; soms is een van zijn drie zussen daar (met kinderen), soms wonen die daar een tijdje, maar vaak zorgt de vader voor problemen; de vader, Eleuterio, zal niet lang meer leven van wege de drank; zowel Hugo als Luis zeggen toch, ondanks alles wat hun vader hen heeft aangedaan: ”We zullen voor hem zorgen tot hij doodgaat, want het is en blijft toch ons vader”!! Mijn petje af!! Beste familie, vrienden en bekenden, Er zijn al enkele babies geboren; het is nog geen Kerst maar toch is het al zover. Juan Carlos (20) en Jhovanna (19) hebben zijn eerste en haar tweede kind gekregen; zij heeft al een dochtertje van 3 jaar; ik heb wel vaker over hen geschreven; Juan Carlos - die sinds kort voor het eerst in zijn leven een geboor tebewijs heeft en voortaan eigenlijk gewoon Carlos heet - heeft er zeker cd tien jaar van lijm snuiven opzit ten en ook Jhovanna heeft een al veel ervaring daarmee; bovendien is de drank ook af en toe een probleem; maar het gaat al een tijdje goed met hen; Juan Carlos werkt al een aantal maanden in een bakkerij en doet dat goed, en Jhovanna verkoopt nor maalgesproken op de markt. Ze proberen wat geld te sparen en dat lukt wel. Het lijkt me moeilijk dat ze ooit met de lijm zullen stoppen, en tóch hebben we hoop; we zien bij hen zoveel geluk en vriendschap en liefde, dus we geven het niet op. We blijven hen op alle mogelijke manieren steunen en aanmoedi gen, niet zozeer financieel, maar hen gewoon laten weten dat we er zijn en achter hen staan. Het is voor mij een genot om bij hen op bezoek te gaan of hen hier te ontvangen, we genieten er van!! Het heeft ook al over namen gegaan voor hun zoontje, en ze stelden lachend voor om hemjuan Theo te noemen!! Ik zeg: ”Als jullie dat doen, dan kom ik nooit meer!!” Victor Hugo (19) van Casa Jerusalén en zijn vriendin (17) van school hebben ook sinds een tijd je een kind en dat was eigenlijk niet de bedoeling; nog wat verder in elkaar en Jan zag dat de tranen in zijn ogen sprongen. Wat ik buiten doe, daar kan ik kort over zijn,” zei de grijze man. ”Het hele jaar door ben ik buiten en leef ik onder de mensen. Het hele jaar door ben ik ook binnen, en leef ik in de mensen. Ik ben eigen lijk overal”. Jan snapte er geen sikkepit van, van dat vreemde antwoord. ”Goh,” was het enige dat hij uit kon brengen. "Vertel mij nu maar eens wie jij bent”. De oude man boog zich vriendelijk naar Jan toe. ”Nou eh, ik heet Jan en ik woon hier alleen met mijn moeder. Die is nu werken en ik ben alleen thuis”De oude man boog zich nog verder naar hem toe en zei, ”heb jij dan geen broertjes of zusjes?” Jan sloeg zijn ogen neer en zijn stem trilde een beetje, ”nee, nee, die heb ik niet. En ook geen vader”. De man voelde dat Jan hier niet graag over sprak. Hij keek eens om zich heen. Wat een mooie kerst stal heb je daar”. Hij stond op, liep naar het stalletje en boog zich belangstellend voorover. ’’Zelf gemaakt?” ”Ja,” zei Jan, "maar moeder heeft me geholpen hoor. Voor een echte hebben wij geen geld”. De oude man schudde bijna onmerkbaar zijn hoofd. Jan zag er best een beetje zielig uit. Aan zijn voeten had hij de oude pantof fels van zijn opa. Je weet wel, van die ouderwetse geruite. Zeker vijf maten te groot. En op zijn broek zaten aller lei lappen van verschillende kleuren stof en zijn bloes was veel te groot en hing slobberig over zijn smalle schouders. Jan bekeek op zijn beurt de oude man. Er was iets vreemds met hem aan de hand. Hij kon niet direct zeggen wat het was. ”Ik mbest maar weer eens opstap pen”. Jan schrok op uit zijn gedachten en stotterde, ik, ik, ik had gehoopt dat u nog even zou blijven, tot moe der terug was, wij krijgen nooit bezoek”. ”Nee, nee, ik moet gaan, ik heb niet veel tijd meer”. De grijsaard sjokte in de richting van de achterdeur en Jan vond dat hij nog moeilijker liep dan toen hij binnen kwam. ”Zal ik een eindje met u meelopen? Waar moet u naar toe?” ”Ik moet vanavond nog heel ver weg,” mompelde de grijsaard zichtbaar vermoeid. ’’Maar als je persé wilt dan mag je een klein eindje.Nou. Jan hoefde de rest niet te horen. Vlug pakte hij de jas van de haak en liep, de vreemde bezoeker ondersteunend, het bos in. De jongen kon hem maar amper houden, zo zwaar was de man. Steeds zwaarder leunde de vreemdeling op hem. En toen Jan opzij keek schrok hij zich een hoed je. Het gegroefde gezicht was helemaal grijs geworden. De ogen stonden hele maal dof in zijn hoofd. De hele gestalte van de man leek op te lossen in een vlaag mist. Jan greep zich steeds vaster in de kleren van de man. Het leek wel of deze tussen zijn vingers doorglipten. En ontzet zag Jan dat zijn oude vriend

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 2004 | | pagina 17