Herdenking Oorlog
Bevrijding
en
Zingend ging Rinus Oerlemans de verveling te lijf
INTERVIEWS
"Komt er uit, het is oorlog!Met deze kreet, een mengeling van wanhoop,
angst en ongeloof, riep op 10 mei 1940 Sien Oerlemans-Van Belkom haar
zoon Rinus uit bed. Moeder stond onder aan de trap van een van de huisjes
van de Cambrinus, de legendarische bebouwing rond de kerk. Tijdens het recente
evenement van WieKentKunst heeft menigeen daar herinneringen over opge
haald op de tentoonstelling van oude foto's in Galerie De Verdieping. Hoewel
Rinus Oerlemans in 1924 in de Kèts (Kaatsheuvel) is geboren, groeide hij op
in de Cambrinus in Moergestel. Het gezin-Oerlemans, 11 kinderen van wie
Rinus de vierde, verkaste in 1929 naar Moergestel. Rinus Oerlemans was 16
jaar oud toen zijn moeder het onvoorstelbare nieuws uitschreeuwde: "Komt
er uit, het is oorlog.
0
'DE GÉSSELSE’ - WOENSDAG 20 OKTOBER 2004
PAGINA 4
Rinus Oerlemans zag zijn jeugd door de oorlog vervliegen.
>n legendarische
Oerlemans werk-
DUITSERS VERBIEDEN DANSEN
Op een nogal typische manier ervoer Rinus
Oerlemans wat oorlog was. Hij ging bij de dansles,
Het was de eerste keer dat Rinus Oerlemans naar
huis mocht. Hij kreeg op het hart gedrukt, dat, als
hij niet terug zou komen, niemand van zijn colle-
ga-slaven nog permissie zou krijgen voor een
vakantie. Drie dagen mocht hij thuis in Moergestel
blijven. Rinus Oerlemans besloot echter niet terug
te keren, ondanks de sancties die daar op rusten,
voor hem en zijn maten. "Bij die Moffen had ik niks
te zuuke. Werken voor de vijand, ik kon dat niet
meer verteren. Onze pa en ons moeder waren blij
met mijn besluit. Ze stonden helemaal achter me."
In Moergestel heeft Rinus Oerlemans een keer in zijn
rats gezeten. Tijdens de mis waarschuwde pastoor
Janssen van een op handen zijnde razzia. De koster
had dat tegen hem gezegd. Een twintigtal jonge
mannen stond als een razende op. Ze verdwenen
vliegensvlug door een zij-ingang. Onder hen Rinus
Oerlemans. Het verhaal van deze razzia is tijdens
de interviews voor deze serie in De Gèsselse overi
gens een paar keer meer ter sprake geweest. Het
is een razzia geweest die blijkbaar diepe indruk
heeft gemaakt op de jongemannen die als een gek
de serene sfeer van de kerk tijdens een mis moesten
ontvluchten en met bonkend hart hun heil zochten
op bijvoorbeeld de heide achter de trappisten.
Het was zes uur in de ochtend. Rinus Oerlemans
deelde een kamertje met zijn broers Wim en Bernard. dag op
Rinus Oerlemans schiet zijn broek aan en vliegt naar
beneden, de straat op. Daar is het al een drukte
van belang, een oploopje op de hoek van de
Kerkstraat, de Roodvensche- straat en de Pianostraat.
Iedereen kijkt richting Oirschot. Naar men zegt
moet de Mof uit die richting komen. Vliegtuigen
scheren laag over. De oorlog kwam met een hoop
herrie, vat Rinus Oerlemans de situatie invoelbaar
samen.
Rinus Oerlemans en zijn drie maten Toon Klomp,
André Habraken en Huub van Berkel hadden nóg
een probaat middel om de landerigheid de kop in
te drukken. Zingen. "We gingen langs de
Oisterwijkseweg langs een slootkant zitten te zin
gen. Niet zomaar eens een keer, maar elke zondag.
We zongen levensliedjes. Die leerden we van de
radiodistributie van Jo Schepens. Elke dag draaide
hij een uur per dag levensliedjes. Jo Schepens was
de diskjockey van Moergestel", aldus Rinus
Oerlemans en hij zingt een lied dat hij toen ook zong
langs de slootkant langs de Oisterwijkseweg:
Bloemen die spelen
een zeer grote rol in het menselijk leven.
't Zij bij vreugd,
't Zij bij smart.
De een geeft bloemen als vorm van reklaam,
de ander schenkt ze recht uit het hart.
OP DE VLUCHT
Voortdurend moest de onderduiker op zijn hoede
zijn. In Oisterwijk liep het bijna verkeerd af met Rinus
Oerlemans. Hij praat nu snel, in korte zinnen en met
steekwoorden. Een razzia. Vluchten. Door tuinen.
Over schuttingen. Snel. "Op de Oisterwijkseweg
kwam ik twee kameraden tegen, Toon Klomp en
Huub van Berkel. Ze lieten me een sjèkske draaien.
Ik stond te rèère als een rietje."
Geheel volgens de traditie gjpg Rinus werken waar
zijn vader werkte, bij De Duifjes. Veel viel er overi
gens niet te werken zo kort voor de oorlog. Drie
dagen per week maakte hij schoenen, meer werk
was er niet. Werk of niet, die tiende mei 1940 zou
er helemaal niet gewerkt worden. "Komt er uit, het
is oorlog", roept moeder Oerlemans onder aan de
trap.
ONDERGEDOKEN
Na een halfjaar arbeiten kreeg Rinus Oerlemans
verlof om thuis de zilveren bruiloft van zijn ouders
bij te wonen. De trein uit Duitsland liep pas het sta
tion van Oisterwijk binnen na het ingaan van de
spertijd. Er zat niks anders op dan overnachten in
het station. De volgende ochtend wandelde hij op
huis aan. In zijn hand het houten koffertje, vakkundig
getimmerd door de Moergestelse meester-timmerman
Toon Fonken.
Rinus Oerlemans: "Ik heur 't ze nog roepen..."
In zijn seniorenappartement in De Korenschuur, let
terlijk pal tegenover de woning aan de Schoolstraat
waar hij tientallen jaren heeft gewoond en samen
met zijn echtgenote zijn gezin heeft grootgebracht,
probeert Rinus Oerlemans bijna 65 jaar na dato te
schetsen hoe het voor een jonge knaap is als zich
een oorlog aandient.
schaepm&kejt
MOERGESTEL
De identiteitskaart van
WANDELEN EN ZINGEN
Veel meer dan fietsen, doodde de Moergestelse jeugd
de oorlogstijd met wandelen. Zoals Rinus Oerlemans
het vertelt, komt het heel sterk over als "je moest toch
wat van pure verveling." Want, wat te denken van
bijvoorbeeld drie keer op en neer naar Oisterwijk
op de zondagmiddag. Deze laatste tijdsbepaling
is belangrijk omdat de zondag in die tijd voor de
katholieke Moergestelse mens het enige moment van
ontspanning in de week was. Drie keer heen en terug
naar Moergestel en nóg was die zondagmiddag
niet voorbij.
Rinus Oerlemans: "Onze pa die zei 't aachter-
mekaare al: "Dees gao nie goed."Oudere mensen
die ook buiten stonden lieten zich in dezelfde zin
uit. Ze waren bang, ze hielden rekening met het erg
ste. Omdat het Duitsers waren. Maar voor ons, jon
geren, was het een soort sport. Ja, gewoon sport,
een verzetje. En wat wisten wij toen eigenlijk?
Niets, helemaal niets. Iemand van 16 jaar? Toen?
Je wist niks. Je mocht niks weten. Daarom, je kon
niet bang zijn, want je wist gewoon niet waarvoor.
Maar die vliegtuigen boven Moergestel, die waren
echt. Toen kwam de Mof. De eerste Mof die ik zag
liep voorop in een rij soldaten. De rij trok door de
straat. Heel de buurt stond te kijken, Jan van Pelt,
d'n ouwe Jan Bertens, een hoop jong volk. Met zijn
allen hadden we meteen een hekel aan de Duitsers.
Onze pa, die was helemaal anti-Duits.
KRANT EN RADIODISTRIBUTIE
Hij zegt dat de buurt zo'n beetje heel de dag bij
elkaar heeft gestaan, wat heeft rondgehangen.
Wat voor houding moet je je immers aanmeten als
het oorlog wordt. "Je wist toch niet wat oorlog
was", aldus Rinus Oerlemans. In ieder geval één
persoon kon zich wel iets van een voorstelling vor
men. Dat was zijn vader, die Rinus Oerlemans zich
herinnert als iemand die de krant dagelijks van A
tot Z uitspelde. Deze krant was Het Huisgezin, een
Bossche krant die toen veel abonnees had in
Moergestel omdat de Bossche marktberichten er in
stonden, nuttige informatie voor de boeren. Vader
Oerlemans kon zich de luxe van een courant
veroorloven omdat zoon Rinus hem rondbracht.
Dan bleef er altijd wel eentje over.
In de aanloop naar de viering van de 60e ver
jaardag van de bevrijding wordt U als lezer op
de hoogte gehouden van het programma, dat
eind oktober aandacht besteedt aan dit nog
immer heuglijke feit. Er worden tevens herin
neringen opgehaald met Moergesfelnaren, die
ieder op hun eigen manier een beeld schetsen
van hoe zij die donkere oorlogsdagen beleefd
hebben. De weergave van de interviews is een
"brok” plaatselijke geschiedenis, die waard is
om een goede plaats Ie krijgen in Uw boekenkast.
Vandaar, dat de interviews met foto's gebundeld
worden in een brochure, welke tijdens de vier
ing tegen kostprijs verkrijgbaar zal zijn.
maar deze in die tijd zeer belangrijke vorm van
ontspanning (samen met kaarten en buurten hoog
in de vermaak top-10) voor jongeren werd door de
Duitsers verboden. Pas in 1947 kon Rinus weer naar
de dansles. Of het daar aan heeft gelegen? Wie
zal het zeggen, maar de vrouw van Rinus Oerlemans
weet te zeggen dat hare mens helemaal niet zo goed
kan dansen, eigenlijk een hekel heeft aan dansen.
Laten we het er op houden dat het de schuld is van
de bezetter, al ging het dansen wel gewoon door.
Niet meer bij Evers op de Lind in Oisterwijk, maar
illegaal, bij de mensen thuis. Rinus Oerlemans
gebruikt daar de uitdrukking "op de smokkel" voor.
Het dansen’ "op de smokkel" werd begeleid door
accordeonist Koos van Velthoven.
Andere verzetjes voor Moergestelse ieugd als Rinus
Oerlemans, waren fietsen en wandelen. Overigens
veel meer wandelen dan fietsen. Fietsen waren een
uitermate kostbaar bezit, in die zin te vergelijken
met de auto nu. Bij Rinus Oerlemans thuis hadden
ze in de oorlog één fiets voor acht mensen. Deze
fiets was bovendien afgesteld op de vrij geringe
lengte van vader Oerlemans en Rinus was nogal
lang. Toen Rotterdam was gebombardeerd huurde
hij bij Van Opstal in Moergestel een tandem en fiet
ste met nog een tweede tandembemanning naar
Rotterdam om daar de gevolgen van het Duits bom
bardement op deze onschuldige stad te bekijken.
Dit oorlogstoerisme naar Rotterdam is toen door veel
nieuwsgierigen uit Midden-Brabant in de praktijk
gebracht. Tandemrijder Rinus Oerlemans reed in één
en neer. "Daar, in Rotterdam, heb ik voor
de eerste keer ten volle beseft wat oorlog is. De ver
woestingen van Rotterdam hebben diepe indruk
op mij gemaakt."
M 44 JV 001051
moergestel kb
Kerkpad A.J3
Desalniettemin zette het besluit niet terug te gaan,
het leven van Rinus Oerlemans volkomen op zijn
kop. Overdag zat hij meest thuis, slapen deed hij
in net begin bij buurman Jan van Pelt. Na een paar
weken bleef hij voortaan ook thuis om te slapen.
Hij durfde dit risico te nemen, omdat hij een
vluchtweg had gevonden. Vanaf de zolder van
huizeOenemans in de Cambrinus kon hij op de zold
er van de buren komen. Door een ladderke weg te
halen was het vrijwel onmogelijk hem te achter
volgen. Buiten liep de vluchtweg over het Kerkpad.
In een mum van tijd was de vogel gevlogen.
Niet teruggaan naar Duitsland betekende onder
duiken. Rinus Oerlemans was een jongvolwassene
die zich grotendeels uit het dagelijks leven moest
terugtrekken. Al was het leven van een onderduik
er volgens hem in een dorp als Moergestel wel
gemakkelijker te leven dan in een stad als Tilburg,
in Moergestel werden niet zo dikwijls controleurs
gesignaleerd, aldus Rinus Oerlemans en van de
"gewone" Duitse militair had een onderduiker die
aan de Arbeitseinsatz probeerde te ontkomen, min
der te duchten. "En als er Duitsers waren, zorgde
je wel dat je je niet liet zien", aldus Rinus Oerle
mans.
Rinus Oerlemans voegde zich dus onder dwang bij
het legioen Arbeitseinsatz-dwangarbeiders in
Moffrika, zoals Duitsland toen spottend werd
genoemd. En, eerlijk is eerlijk, zegt hij 61 jaar
later: "De Duitsers hebben goed voor me gezorgd.
Ik ben goed behandeld. Ik verdiende een goed
salaris." Rinus Oerlemans werkte in Müllheim aan
de Roer, slechts 250 kilometer van Moergestel.
Deze afstand kan hij sinds kort vrij exact noemen.
In augustus van dit jaar maakten Rinus Oerlemans,
zijn vrouw, hun zoon Gerard (de derde) en diens
vrouw Erica een dagtochtje naar Duitsland. Bij toe-
Rinus Oerlemans. Let op de vingerafdrukken.
val kwamen ze in de buurt van Mullheim. De besliss
ing was snel genomen. Voor de eerste keer na de
oorlog ging Rinus Oerlemans terug naar deze Duitse
plaats: "Ik nad het er moeilijk mee. Het besef kwam
neel sterk boven dat ik in de oorlog mijn jeugd heb
verspeeld. Het gevoel dat ik in één keer van 16 jaar
20 jaar ben geworden. Onze jeugd is door de oor
log naar de verdommenis geholpen."
Het huisje van de Cambrinus was zogezegd een
ouw knip, waarmee de Brabander een woninkje
bedoelt dat onder meer nat is en veel te klein voor
een groot gezin. Het was een huis van De Duifjes,
een schoenfabriek met een al even legendarische
klank als de Cambrinus. Vader Tinus Oerlemans werk
te bij De Duifjes, later overigens bij Van Gils.
Ondanks de niet al te florissante woonsituatie, herin
nert Rinus Oerlemans zich dat het gezin er goed
heeft gewoond. "Het was een hecht gemeen
schapje,die buurt. Allemaal werkmensen. Geen
opscheppers."
DAGTOCHTJE NAAR MOFFRIKA
Maar het zingen zou Rinus Oerlemans vergaan. In
het voorjaar van 1943 kreeg hij een oproep om
zich te melden bij het arbeidsbureau in Tilburg. Daar
kreeg hij te horen, dat hij verplicht in Duitsland
moest gaan werken. "Ik ging nie gèère. Ik heb er
bij geschrood. Onze Wim, die was ook al in
Duitsland. Stel je voor, naar Duitsland, werken voor
de vijand. Ik was nauwelijks van huis geweest.
Verder dan Rotterdam en Limburg was ik nooit
geweest. Nooit had ik iets meegemaakt en dan sturen
ze je naar Duitsland. Je maakte ineens té veel mee.
Maar, het kwam niet in je op om niet te gaan. In
die tijd waren wij, jongeren uit Moergestel, heel
gezeglijk."
De bevrijding was dan ook een bevrijding. Rinus
Oerlemans: "Ik heb de bevrijders over de Reusel zien
komen. Blij, jongen, blij. Overal stonden de
Moergesfelnaren, tranen in de ogen. Blij, jongen,
blij. De Duitsers waren weg. De oorlog was over.
We dansten."
Ook zijn moeder moet volgens hem aardig op de
hoogte zijn geweest, omdat zij luisterde naar de
radiodistributie van Jo Schepens.
M 44 V 001'051
Oerlemans
Marinus Johannes
2 Maart 1924
Loon Op /'and NB
M 44 JV» 001051