Herdenking Oorlog Bevrijding en l INTERVIEWS i i l 1 1 DE BEVRIJDERS KWAMEN STIPT OP TIJD Op de buffetkast in de seniorenwoning van Kees Geerts staat een foto van hem en zijn vrouw Anna de Swart. De foto is van 1943. We zien een zicht baar gelukkige Anna, met op haar armen de op 3 februari 1943 geboren oudste zoon. Kees is zijn naam, zoals ook zijn opa Kees heette en zijn zoon ook een Kees is. Kees Geerts senior heeft een brede grijns op zijn gezicht, waarschijnlijk omdat hij zijn hond in de armen draagt zoals zijn vrouw haar eerstgeborene. Een saillant detail is dat zij op haar sloffen is. Hij draagt klom pen en een wijde, onverslijtbare mesjèsterse broek waarvan de zulder bijna tussen zijn knieën hangt. Kees Geerts straalt kracht uit op deze foto van meer dan zestig jaar geleden. Hij is een mannetjesputter, voor geen kleintje vervaard. Eigenschappen die hem goed van pas kwamen tijdens de oorlog in 't Broek, richting Haghorst. DE GÈSSELSE' - WOENSDAG 13 OKTOBER 2004 PAGINA 10 l i i tien bij ons voorbij. Met zijn 45en stonden We kregen i i 1 I 1 i i J J l l 5 1 1 l 1 Twee maanden voor de bevrijding legden de Duitsers een spergebied aan bij het Wilhelminakanaal. Dat betekende dat niemand zich in een strook van vijf kilometer tot het kanaal mocht ophouden. Kees Geerts en Anna de Swart mochten als laatste blij ven wonen, al de boerencollega's tussen hen en het kanaal moesten hun boerderij verlaten. Complete gezinnen uit de buurboerderijen trokken in bij Geerts. "We wilden allemaal boer worden", begint Geerts zijn verhaal over hoe hij Moergestelnaar is gewor den. "Allemól boer wórre, op dezelfde boerderij, dè kos nie. Toen zèk naor Gèèsel gekomen, urn boer te wórre." In april 1941 kocht hij een ontgin- ningsboerderij in 't Broek van de Stichting Ontginning Noord-Brabant. Andere pioniers die zich daar toen ook vestigden waren Christ Donkers uit Oosterhout, Toon van der Sande uit Diessen, Harrie van de Loo uit Diessen, Nies van Gestel uit Biest-Houtakker, Jan van de Meijdenberg uit Moergestel en Jaonus Leermakers uit Haaren. "Ik wilde perse boer wor den. Ik had ook een boerderij kunnen huren, maar dat wilde ik niet. Ik wilde ietsaon m'n eigen hebben. En het trouwen moest ook doorgaan. Ge kóst vur oew eige beginne, dan moeste ók getroud zèn. Zó was dè toen, heel? ALLERLEI ELLENDE OP 'T LAATST Alle gasten van de familie Geerts sliepen in de schuur, die Kees had gebouwd. Aan weerskanten werden pakken stro gestapeld. Deze moesten de mensen beschermen tegen kogels. Andere bescherming was er niet. Zegt Geerts nuchter: "Viel er een bom op de schuur dan waren we er toch alle maal geweest." Zij aan zij sliepen de vluchtelingen op het stro in de schuur. Nog niet zo lang geleden kon Kees Geerts er nog een grapje over maken tegen een hoogbejaarde vrouw die er toen ook mpt haar kinderen onderdak had gevonden. Ze moesten lachen met het idee dat zij naast een vreemde man had geslapen PIONIERENDE BOEREN Kees Geerts had vijf broers en twee zussen. Hij is de tweede op rij. Vader boerde in Rijen. Op 22 april 1942 vestigde de jonge Kees zich als boer in Moergestel, aan de Reedijk om precies te zijn. De boerderij staat er nog. Nummer 7. Wie daar eens in de buurt komt: Bekijk de schuur eens goed want je zou dit kloeke gebouw een oorlogsmonument kun nen noemen. Er is zelfs iets voor te zeggen de schuur deze status te geven omdat ze als het ware het ver haal vertelt van de onvoorstelbare prestaties die gewone mensen als Kees Geerts en Anna de Swart toen hebben geleverd. En niet alleen zij, heel hun generatie. Kees Geerts somt ze op: Nies van Gestel, diens vrouw en een broer van haar en vier kinderen; Koos Evers en zijn vrouw en drie kinderen; Toon van der Aa, diens vrouw en vier kinderen; Christ Donkers, diens vrouw en drie kinderen; Toon Fonken (op de vlucht voor de Duitser omdat hij stiekem naar Radio Oranje had geluisterd); Bertus van Boxtel uit Moergestel, een zekere Van Pelt uit Moergestel, een zekere Trompenaars uit Oisterwijk en nog een Hollander. Met die laatste persoon bedoelt Geerts een man, genaamd De Vries, die afkomstig was van boven de rivieren. Op de vlucht voor de Duitsers kwam hij bij de familie Geerts terecht. Drie dagen voor de bevrijding van Moergestel is hij met gevaar voor eigen leven terug naar Holland gegaan. Hij bracht het er levend af. Na de oorlog is deze De Vries nog verschillende keren op zijn motor bij de familie Geerts komen buurten. Hij wijst op een gestaag tikkende klok tegen een muur van zijn seniorenwoning aan de Oostelvoortjes, nabij de Reuselhof. Hij staat op om de buffetkast te openen met daarin de door zijn vrouw bij elkaar gespaarde uitzet van glaswerk en serviesgoed. De vraag was namelijk hoe jonggetrouwden in de oor log aan hun spullen kwamen. Geerts legt uit dat in de tijd dat hij en Anna daar mee bezig waren, de schaarste in Nederland nog niet compleet was. Met een scharreltalent, goede contacten, lef én de juiste ruilmiddelen viel er nog van alles te regelen. De klok bijvoorbeeld tikte Geerts bij een juwelier in Tilburg op de kop. Dezelfde juwelier die de trouwringen leverde. Hij betaalde met geld en een deel in natura, tarwe om precies te zijn. Zonder bij betaling in natura was vrijwel niets te krijgen of je betaalde je scheel, op zijn Gèèsels gezegd. Alle spullen, nodig voor de geboorte van de eerste, werden op zo'n zelfde manier in Tilburg geregeld. "Aan spullen zijn we nooit niks tekort gekomen. En ook aan eten niet, trouwens", zegt Geerts, die ook nog voor andere spullen had te zorgen: zijn boeren- gerief. Bij een uitverkoop van een stoppende boer op de Heikant in Moergestel tikte Geerts een èrd- kèèr op de kop, bij een boer in Oirschot kocht hij een hógkèèr, zo goed als nieuw. Een ploeg en een eg bracht hij van thuis mee, benevens twee Bèlzen. In de aanloop naar de viering van de 60e ver jaardag van de bevrijding wordt U als lezer op de hoogte gehouden van het programma, dat eind oktober aandacht besteedt aan dit nog immer heuglijke feit. Er worden tevens herin neringen opgehaald met Moergestelnaren, die ieder op hun eigen manier een beeld schetsen van hoe zij die donkere oorlogsdagen beleefd hebben. De weergave van de interviews is een "brok" plaatselijke geschiedenis, die waard is om een goede plaats te krijgen in Uw boekenkast. Vandaar, dat de interviews met foto's gebundeld worden in een brochure, welke tijdens de vier ing tegen kostprijs verkrijgbaar zal zijn. OP DE KOP TIKKEN Zo sleepte Geerts dertig zakken cement naar 't Broek, maar dat was niet genoeg voor een boerde rij. Onderwijl was ook de Oirschotse aannemer er mee gestopt. Hij had een verdienstelijker emplooi gevonden; hij legde zich toe op het smokkelen van fietsbanden. Samen met Toon Fonken en een boeren knecht heeft Geerts toen een gedeelte van de schuur tot woning verbouwd. "In totaal zes vertrekken, drie boven, drie onder. Een keuken, een woonkamer, een slaapkamer beneden, twee slaapkamers boven. We hebben er prachtig gewoond. Zeven van onze negen kinderen zijn er geboren", schetst Kees Geerts in kort bestek een belangrijk deel van zijn levensloop. 45 MENSEN IN EEN BOERDERIJ Zo kwam Kees Geerts al boerend en opbouwend de oorlog door. Toen kwam de bevrijding. Toen sloeg de mannetjesputter de schrik om het hart: stel je voor dat zijn eigenhandig gebouwde schuur met inpandi ge woning kapotgeschoten zou worden. Een paar keer was net bijna raak. "Een keer kwamen zeven vliegtuigen over. Eén vliegtuig bleef een beetje achter. De motor sputterde. Rinus van Esch en ik lieten ons plat tussen de bieten vallen. De piloot liet wat bommen los. Zeven stuks. Toen vloog hij door. De bommen vielen op 150 meter van onze boerderij. De bomkraters waren zeven meter breed en vijf meter diep." Met de onhandige beweging van een hoogbe jaarde ("Zóo gauw ik verjaor zèèk neegeteg", zegt hij, een zweem van trots in zijn stem) doet hij twee deurtjes van de buffetkast open. Daarin staat glaswerk en een servies. "Van de uitzet van mijn vrouw", zegt Geerts. Hij laat de mooie borrel glaasjes en nog veel meer zien in een reactie op de vraag hoe jonggehuwden in de oorlog aan hun huisraad kwamen. DE DRAAD WEER OPGEPAKT Nog steeds een en al verbazing, zegt hij zestig jaar na dato: "En ze waren precies op tijd. Om half kwamen ze bij ons voorbij. Met zijl we te kijken. We applaudiseer- den. sigaretten, de kinderen kregen chocolade. Ze had den geen tijd. Ze moesten deur. Ik ben met ze meegegaan. Ik wees ze zes Duitsers die zich bij Stille Wille ophielden. Een paar dagen eerder hadden ze me bedreigd met de loop van een geweer in mijn zij. Ik waar blij dè ze gevangen waren. Toen ben ik weer naar huis gegaan. De mensen die bij ons waren, waren naar huis. De schuur moest worden opgeruimd. We waren blij dè we ons èège wir kosse doen." EEN SCHUUR EN EEN BOERENWONING Toen deze boeren hun land kochten in dit ontgin- ningsgebied, had de ontginner voor hen de eerste oogst al ingezaaid met haver en tarwe. Dit is cru ciaal om te weten, als Geerts zegt: "We hebben zo snel gebouwd dat we de oogst in de schuur kon den tassen. De eerste oogst welteverstaan. De schuur werd opgebouwd door een aannemer uit Oirschot. De timmerman Toon Fonken uit Moergestel. Ouderen die je nu nog spreekt over Toon Fonken noemen hem de beste timmerman die Moergestel ooit heeft gehad. Toon Fonken timmerde alles, tot doodskisten toe. Wat Toon Fonken nóg beter kon was knoerhard werken. Het hout dat Kees Geerts nodig had voor zijn nieuwe schuur kocht hij uit de bossen in Chaam. De benodigde bomen, enkele tientallen, moest hij zelf omzagen. Met een spanzaag. Hij deed dat samen met Toon Fonken. 's Morgens fietsten ze van Moergestel naar Chaam, werkten zich de hele dag uit de naad en fietsten 's avonds weer Gèèsel op aon. Dagen achtereen, en midden in de oorlogs tijd. Voor het gebint werden complete bomen gebruikt, aangevoerd door Kees Geerts per malle jan, getrokken door zijn Bèlse knol. Dit gebint zit nog in dezelfde staat in de schuur aan de Reedijk nummer 7. De bedoeling was het woonhuis in één moeite door te bouwen. Maar dat feest ging niet door. De boerderij die nu aan de Reedijk 7 staat, waarop oudste zoon Kees boert, is pas in januari 1951 op geleverd. Op het moment dat Kees Geerts zijn boerderij wilde gaan bouwen, ging de cement op de bon. De Duitser had de cement nodig voor het bouwen van bunkers en aanverwant onnut spul. Pech gehad, ja, maar mannetjesputter Geerts liet zich niet kisten. De bakstenen en de dakpannen had hij immers. In Tilburg wist hij een vrachtauto met gas generator te regelen om in Maastricht dertig zakken cement op te halen. Retourvracht was verplicht. Dus regelde hij ook dat nog, jute zakken van een bedrijf in Biest-Houtakker. Wilhelminakanaal gelegen boerderij is een zekere Van Dusseldorp om het leven gekomen, aldus Kees Geerts. Bij een andere beschieting kreeg een "mooie dikke vèèrs" van Kees Geerts), een granaatscherf midden in de kop. Het dier zeeg morsdood ineen. Het werd geslacht in de schuur van Geerts. Een Duitser eiste het vlees op. Pratend als Brugman wist Geerts deze Duitser met een achterbout tevreden te stellen. De rest was voor de 45 bewoners van de boerderij aan de Reedijk. Volgens Geerts had hij vijf weken voor de bevrij ding van Moergestel zijn eerste contact met een aanstaande bevrijder. "Ze zeggen wel eens dat je ergens van door de grond kunt gaan. Nou, dat gevoel had ik toen ik mijn eerste bevrijder zag", rakelt Geerts een dierbare herinnering op. Steeds vroeg Geerts hoe lang het nog zou duren, de be vrijding. En eindelijk kwam het verlossende antwo ord: "Morgenvroeg om 9 uur. "Geerts sprak toen de historische woorden: "Daor houw ik dan reke ning meej." De moeders zorgden voor hun kinderen, de man nen hielpen op de boerderij of poogden hun eigen boerderij verderop in 't Broek richting kanaal op orde te houden. Hetgeen verboden was. Maar 's nachts gingen ze er toch naar toe, bijvoorbeeld om voor het vee te zorgen. Toon van der Aa vond het zo ver schrikkelijk moeilijk om zijn boerderij te verlaten, dat hij en zijn en hun kinderen de eerste dagen na het afkondigen van het spergebied in een hol onder de grond hebben gezeten. Met kleine kinderen was dat niet vol te houden. "Meej de hógkèèr kwa men ze bij ons aon", aldus Kees Geerts over het vertrek van het boerengezin Van der Aa. Deze boerderij is door de geallieerden met een gerichte aanval vernietigd. Het was hem ter ore gekomen dat de Duitsers er een telefooncentrale in hadden. Bij deze beschieting van de vlak bij het NACHTELIJKE AVONTUREN Tijdens de nachtelijke tochten in het spergebied, had den de Moergestelse boeren geregeld ontmoetin gen met geallieerde verkenners die stiekem het Wilhelminakanaal overstaken. Dezen hadden steeds een Nederlandse tolk bij zich, waardoor allerlei infor matie kon worden uitgewisseld. Geerts wist een geal lieerde piloot van de RAF met de verkenner aan de overkant in veiligheid te brengen. De kleding van de Engelsman heeft hij in een broodoven verbrand. Lange tijd heeft hij een koperen insigne als souvenir bewaard, maar dat is hij nu kwijt. Deze vliegenier behoorde tot de bemanning van een kist die bij de Campina was neergekomen. Kees Geerts: "Ik zag hem lopen, de verkeerde kant op. Hij gebruikte een kompas, maar dat was kapot. Ik heb hem eten gegeven en 's nachts naar het kanaal gebracht." Kees Geerts en Anna de Swart huwden op 22 april 1942. Zij was een boerendochter uit Hulten, net gehucht dat nu bijna is opgeslokt door de Tilburgse Vinexwijk Reeshof. Haar ouderlijke boerderij stond in de weg toen de Duitsers vliegveld Gilze-Ri jen sterk uitbouwden, in feite tot wat het nu is. De familie De Swart kreeg tien dagen om te vertrekken. Ga er maar aan staan, maar ze slaagden er in binnen de ge stelde tijd de schuur af te breken en deze elders in Hulten opnieuw op te trekken. De schuur staat er nog. De boerderij is door de Moffen in elkaar gestampt, zegt Kees, met nauwelijks verholen afkeer. Hij is een man die zoveel heeft meegemaakt, dat dit sentiment ten aanzien van d'n Döts wel heel erg goed te begrijpen is.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 2004 | | pagina 10