Bevrijding en Herdenking Oorlog Jan van Beers zag de Mof komen en gaan INTERVIEWS I Tussen het binnenvallen van de Duitsers op 10 mei 1940 onder de codenaam "Fall Gelb” en de uiteindelijke bevrijding van Midden-Brabant in oktober 1944 onder de codenaam "Operatie Pheasant" ligt een periode van 4]/2 jaar van ingehouden woede, van beknotting van onze vrijheid, van rantsoenering, van angst, maar ook van solidariteit, van eensgezindheid en soms zelfs van humor. Als op 25 oktober de eenheden van de 15e Schotse Divisie Moergestel bin nentrekken, gaat dat niet als vanzelf. De avond tevoren hebben de Duitsers immers de brug over de Reusel aan de Raadhuisstraat opgeblazen, zodat de Geallieerde opmars vertraging ondervindt. In een mum van tijd zitten de strat en van Moergestel "potdicht". Zo'n geweldige toestroom van militairen en daarmee gepaard gaande voertuigen, zoals tanks, brencarriers en vrachtau to's konden de nauwe straten maar amper verwerken. De troepen weken uit via de Vinkenberg naar Biest-Houtakker, over de Oisterwijkseweg naar Oisterwijk en over de Tilburgseweg naar Tilburg. Zoals Moergestel op 25 okto ber bevrijd werd, zo volgde Oisterwijk één dag later en op 27 oktober 1944 viel Tilburg in Geallieerde handen. ’I DE GÈSSELSE’ - WOENSDAG 15 SEPTEMBER 2004 PAGINA 8 5 J moet dieje meens hard gewerkt F hij Moergestelnaar is, is net bijna t 1 i 1 1 1 1 Zo zijn de Duitsers Moergestel binnengekomen, als dieven in de nacht. i C c l c t c i i i i i L 8 n C k a j l l i i l i i j I I r, c 1 t r. r DE DUITSERS IN MOERGESTEL In de loop van de dag, zaterdag 11 mei 1940, ebde ditoorlogsspektakel langzaam weg. Er daalde een stilte over de Oirschotseweg, een stilte van voor de ii, van auto's die in het holst behoedzaam voorbijrijden Vervolgens bootst Jan van Beers een geluid na: Zzzzjoefffff Zzzzjoefffff Het is het geluid, zegt hij, van de nacht langzaam, l Zzzzjoefffff Zzzzjoefffff Het was vrijdagmorgen 10 mei 1940. Jan van Beers (1914) en zijn vrouw Anneke Ossenblok (1917), met wie hij op 3 februari in het huwelijk was getreden, lagen vredig op één oor in hun huis aan de Oirschotseweg in Moergestel. Het hoog bejaarde echtpaar woont daar overigens nog steeds op "hun èège"; over sterke mensen gesproken. Rond een uur of zes schoot Jan wakker van de her rie in de lucht. "Ik ging kijken. Ik zag Duitse vlieg tuigen in de lucht. Ik wist dat het oorlog was", ver haalt Jan over hoe voor hem de Tweede Wereld oorlog begon. Het meest tot de verbeelding spreekt de handel van Jan in "Bèlze sjèk". Deze haalde hij onder meer bij boeren vlak bij de grens in Esbeek. Belgische tabak in de oorlog was toen, en is nu nog steeds onder de mensen die die tijd hebben meegemaakt, een begrip. De toevoer van tabak uit "Ons Indië" droogde op. Men ging eigen tabak telen. Maar échte tabak, afkomstig van de tabaksvelden in West- Vlaanderen en Noord-Frankrijk, was niet te ver smaden. Smokkelaars haalden de tabak op en brachten die over de grens. De meeste gesmokkelde tabak ging richting Randstad. Met deze tabak werd veel geknoeid. Vandaar de schitterende bijnaam "Fleur de Matrasse". Toen het licht werd, trok Jan zijn schoenen aan en ging door het poortje naar buiten. Een onafzienbare stroom Duitse voertuigen kwam over de Oirschotse weg. Eerst wagens op gewone luchtbanden, toen pantserwagentjes op rupsbanden. De grote zware tanks kwamen in eerste instantie niet over de weg, maar "door d'n èkker". De jonge Moergestelnaar Jan van Beers dacht: "Nu zijn we bezet. Nu zijn we er aan. Nu is het oorlog. Maar, ge moet verder. We zijn jong. We zullen aanpakken. We zullen er het beste van proberen te maken." SJACHEREND DE OORLOG DOOR In de oorlog heeft Jan van Beers, om een heel lang verhaal toch tamelijk kortte houden, tot 1942/1943 op de schoenfabriek gewerkt. Hij had werk totdat de Duitser de schoenfabrieken in Moergestel stillegde. Als zoveel andere Moergestelnaren dook Jan onder omdat hij anders verplicht in Duitsland moest gaan werken. Vanaf dat moment hield hij zichzelf en zijn gezin in leven met sjacheren, een helaas nog maar weinig gebruikt woord. Er wordt mee uitgedrukt dat In de aanloop naar de viering van de 60e ver jaardag van de bevrijding wordt U als lezer op de hoogte gehouden van het programma, dat eind oktober aandacht besteedt aan dit nog immer heuglijke feit. Er worden tevens herinner ingen opgehaald met Moergestelnaren, die ieder op hun eigen manier een beeld schetsen van hoe zij die donkere oorlogsdagen beleefd hebben. De weergave van de interviews is een "brok" plaatselijke geschiedenis, die waard is om een goede plaats te krijgen in Uw boekenkast. Vandaar, dat de interviews met foto's gebun deld worden in een brochure, welke tijdens de viering tegen kostprijs verkrijgbaar zal zijn. BANGE NEDERLANDSE SOLDATEN Hooguit een halfuur hebben Jan van Beers en Kees van Pelt bovenin de toren gezeten. Toen het schie ten begon zijn ze naar beneden gecommandeerd. "De mooie verrekijker die we gebruikten heb ik nog mee kunnen nemen en op het gemeentehuis af kun nen geven", weet Jan zich nog te herinneren. Op de vraag hoe hij dat alles ervoer, antwoordt hij met een "nie veul", want de aandacht van hem en de DE MOF KIEST HET HAZENPAD Jan van Beers kon de slaap niet vatten toen de Mof kwam. Toen hij in oktober 1944 het hazenpad koos, was het voor Jan weer van hetzelfde laken een pak. Opnieuw deed hij geen oog dicht. De laat ste Duitser die hij zag was er eentje die op een fiets langs het huis van Jan en Anneke van Beers aan de Oirschotseweg kwam. Ver is deze bezetter niet meer gekomen. Vermoedelijk was hij het die nabij de woning van Willem de Laat aan de Oisterwijkse- weg is doodgeschoten. iemand allerlei handeltjes oppakt om een cent of wat mee bij te verdienen. andere Moergestelnaren werd door iets anders opgeëist. Nederlandse soldaten, gelegerd in de Peel om de Mof tegen te houden, trokken in wanorde terug. Jan van Beers zag ze voor zijn huis aan de Oirschotseweg langskomen en hij vertelt wat hij zag: "Op kèrkes, zelfs op kènderfietskes. Van die gróote manskèèrels op kènderfietskes. Op alles wat reed vluchtten ze voor d'n Duitser uit. Ze waren bang, ze waren erg in paniek. Ik had toen een hele goeie fiets, een Simplex. Samen met de Gazelle was de Simplex voor de oorlog het allerbeste merk. Mijn fiets was een paar jaar oud. Een van die Neder landse militairen op de vlucht vanuit de Peel, had een splinternieuwe fiets bij zich. Van het merk Gaweja. De kwaliteit was veel minder, maar het was een nieuwe fiets. De berijder was bang dat d'n Duitser zijn fiets eerder uit de lucht zou zien omdat het een nieuwe was. Wat was die man bang. Hij vroeg of ik van fiets wilde ruilen. Dat heb ik toen maar gedaan." Gedrieën installeerden ze zich in de gang van de woning. In de gang omdat ze dan snel naar buiten konden, mocht het huis door oorlogsgeweld wor den getroffen. In de gang werden matrassen gelegd. Met nun kleren aan legden ze zich in de nacht van 11 op 12 mei 1940 ter ruste. Het was een warme nacht, zo lekker zacht dat dekens eigenlijk overbodig waren. Niemand deed een oog dicht, zeker Jan niet, die eerlijk van zichzelf opbiecht: "Verrèk, ik waar noeschiereg." lang overleden) de uitkijkpost te bemannen. Hij stond daar goed en wel of Duitse verkennings vliegtuigen cirkelden boven Moergestel. Het was nog vredig in het dorp, maar dat zou niet lang duren. Jan van Beers doet zijn verhaal van oorlog en bevrijding in Moergestel in de keuken van zijn huis aan de Oirschotseweg. Zijn vrouw Anneke schenkt de koffie in. "Heb je die radio zien staan?", vraagt Jan. Hij wijst met zijn duim naar een antieke, bake lieten Philipsradio. Deze is van het type "Zonne straaltje", de beste die Philips ooit schijnt te hebben gemaakt. Jan kocht de radio in 1932. In de oor log verstopte hij het ding in een gat onder de woon kamer. Zo bleef hij op de hoogte van de ontwik kelingen. De radio doet het niet meer. Er zijn geen lampen meer voor te krijgen. Maar het blijft een zeldzaam aandenken aan de oorlog in Moergestel. storm. Volgens Jan van Beers zochten alle bewon ers van de Oirschotseweg elders een veilig heen komen. De meeste gingen naar kennissen of fami lie in 't Broek, anderen zochten veiligheid in ""t dorp". Alleen Jan van Beers, zijn echtgenote Anneke en een buurvrouw (Hendriks; de man was in dienst) bleven achter. De buurvrouw trok in bij het echtpaar Van Beers. "Ik ben niet bang uitgevallen", ant woordt Jan op de vraag waarom hij niet, net als de anderen, een veilig heenkomen heeft gezocht. Immers, de naderende bezetter zou uit de richting Spoordonk komen. Niet dat Jan daarvan verschoot. Als vrijwel iedereen in Nederland had hij rekening gehouden met een oorlog. Maar toch, Anneke was al in verwachting van de eerste van uiteindelijk negen kinderen. Hij en zijn jonge vrouw stonden aan het begin van een levensloopbaan. Wat gaat er dan door een mens als een oorlog uitbreekt? Jan van Beers: "Het eerste wat ik dacht: Hoe zal dit verder aflopen? Ik ben in 1914 geboren, het eerste aar van de Eerste Wereldoorlog. Mijn ouders rebben daar veel over verteld, over de verschrik- cingen van de oorlog. Ik stelde me voor dat deze nieuwe oorlog allemaal nog veel erger zou worden. Het volgende wat ik dacht: Ge moet verder." Jan van Beers is de zesde uit een gezin van oor spronkelijk dertien kinderen, van wie er negen in leven zijn gebleven. In zijn jeugd was de kinder sterfte hoog. Zijn vader was klompenmaker, schaap herder en "uuperman" op de bouw. Jan knikt beves tigend wanneer we over zijn vader opmerken: "Wé moet dieje meens hard gewerkt hebben." Omdat hij Moergestelnaar is, is het bijna vanzelfsprekend dat ook Jan schoenmaker werd. In de jaren dertig, tijden van diepe crisis, was hij blij dat hij werk had. Het was dan zeker ook een schok, iets heel erg zorgelijks, dat op de dag dat ook Moergestel met de oorlog te maken kreeg, op de schoenfabriek niet werd gewerkt. "Zal ik de huur nog wel kunnen betalen", vroeg de aanstaande vader zich af. UITKIJKPOST IN DE TOREN De volgende dag, zaterdag 11 mei 1940, werd Jan zelf daadwerkelijk bij de oorlog betrokken. Boven in de toren van Moergestel was een uitkijk post ingericht. De bemanning moest letten op vijan- deliike vliegtuigen. Hun bevindingen moesten ze per telefoon aan het gemeentehuis doorgeven. Met dat doel was bovenin de toren een telefoontoestel gemonteerd. Jan kreeg de oproep om op zaterdag vanaf 13.00 uur samen met Kees van Pelt (reeds Op 25 oktober 1994 werd het feit herdacht, dat Moergestel de 50e verjaardag van zijn bevrijding mocht vieren. Een grandioos feest. Nu - tien jaar later - wil de Werkgroep Herdenking Oorlog en Bevrijding opnieuw stilstaan bij de 60e verjaardag. De veteranen, die actief betrokken waren bij de bevrij ding, worden steeds minder in aantal. Hun zeer gevorderde leeftijd laat nauwelijks toe dat zij de over tocht maken naar het vasteland. Tóch komen er op 14 september en 28 oktober veel veteranen uit Engeland naar Moergestel om even stil te staan bij het monument van Generaal C.M. Barber, dat in 1994 door luitenant-kolonel A. Fletcher onthuld werd en een blijvende plaats inneemt bij de herden king van de bevrijding van onze gemeente. Zoals de nationale herdenking op 4 mei jaarlijks gevierd wordt aan de Gemullehoekenweg in Oisterwijk, zo krijgt de herdenking van de bevrijding ieder jaar steevast een plaats aan de Raadhuisstraat in Moergestel bij het monument van de toenmalige com mandant van de 15e Schotse Divisie. Opnieuw zag Jan van Beers zich genoodzaakt zich af te vragen hoe het nu met zijn leven, met dat van zijn vrouw en zijn kinderen verder moest. Geen werk in een totaal ontregelde en ontredderde wereld. "Gewoon kèèke wét 'r komt", was het credo van Jan van Beers. Een mooi toeval was dat hij meteen na de oorlog een jongensdroom uit zag komen. Hij had altijd buschauffeur willen worden. De eerste acht maanden na de bevrijding was hij chauffeur van hulptransporten naar het westen en het oosten van het land, in zijn familiealbum zitten mooie foto's die aan die tijd herinneren. Zijn tijd als vrijwillig chauf feur bij het Rode Kruis bleek de opstap naar een vaste baan als buschauffeur. Hij heeft dit werk 33 jaar gedaan. Franse militairen probeerden in dorpen als Moer gestel en Diessen de Duitse opmars tot staan te bren gen. Daarbij zijn verschillende Fransen gesneu veld, een aspect van het begin van de oorlog dat minder bekend is, maar dat meer bekendheid ver dient uit respect voor wat de Fransen gedaan heb ben. In Moergestel had een stel Fransen zich ver scholen onder coniferen die rond de tuin van het St.-Antoniusgasthuis stonden.Vanuit deze positie namen ze de Duitse vliegtuigen onder vuur. Jan van Beers zag het allemaal vanuit zijn hoge positie gebeuren. "De Duitsers schoten terug, natuurlijk. Achter de molen in een wei aan het Hippelpad liepen koeien. Vliegtuigkogels gingen rakelings langs de beesten heen. Ze sprongen als gekken door de wei. Ik heb dat nog steeds glashelder voor mijn ogen." Jan van Beers en zijn vrouw Anneke in de keuken van het huis waarin ze al woonden toen de oorlog uitbrak.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 2004 | | pagina 8