Een prachtige vertelling schitterend verbeeld 'ST. J 1 In de kerk van Moergestel staat weer de fraaie kerststal. Velen zullen de kerststal bezoeken. Dat is traditie. De beeldengroep beeldt het kerstverhaal uit. Iedereen kent de hoofdrolspelers, waartoe net zo goed de os en de ezel als Jozef, Maria en het Kindje Jezus behoren. Veel elementen uit het kerstverhaal als de os en de ezel zijn verzonnen om het verhaal aantrekkelijker te maken. Kunstenaars lieten zich vooral inspireren door de legenden. I V,..v $7 ’Vrede op aarde onder de mensen van goede wil’ (Lucas 2:14). Deze bekende kerstbood schap heeft door de eeuwen heen talloze kunstenaars weten te inspireren. De oor sprong van de vele kerstvoorstellingen ligt natuurlijk in de verhalen uit het evangelie. Met name Lucas is daarover tamelijk uitge breid, terwijl Mattheus wat het kerstverhaal betreft veel korter van stof is. Voor de gewone man echter was het evangelie lang niet concreet genoeg. Het was te sober, niet spannend genoeg. Hij had behoefte’aan mooie en kleurrijke details die zijn fantasie prikkelenden en zijn nieuwsgierigheid bevredigden. Om het kerstverhaal aan deze behoefte te laten voldoen zijn in de begintijd van het christendom talloze aanvullingen en uit wijdingen bedacht. Zo gedetailleerd waren deze legenden (verzonnen verhalen), dat men ze voor waar ging aannemen. Bijna alle details die het kerstverhaal zo mooi maken, staan niet in de bijbel. Door de kerk is wel geprobeerd het originele kerstverhaal van apocriefe (verborgen) bedenksel te ont doen, maar is daar héél dikwijls niet in ge slaagd omdat er altijd twijfels waren over wat nu wel en wat niet waar was. De belangrijkste impulsen voor het kerst verhaal zoals dat nu nog wordt verteld, zijn in de eerste eeuwen van het christendom gegeven. In de vijfde of zesde eeuw ver scheen een 'evangelie' dat van dat Mattheus zou zijn, maar dat helemaal bij elkaar verzonnen was. Voor het eerst duiken de os en de ezel op. In dit namaak- evangelie is flink gebruik gemaakt van gegevens uit een ander boek vol legendes. Dit in het Grieks geschreven boek moet rond 150 na Christus in Syrië zijn ontstaan. De samensteller van deze legendes schrijft over de verloving van Maria met Jozef, over de maagdelijke geboorte, de komst van de Driekoningen en de kindermoord in Bethlehem. Aan dat laatste ’feit’ uit het kerstverhaal is het folkloristische gebruik van Onnozele Kinderen (Koosje Koosje) op 28 december ontleend. In later eeuwen werd het kerstverhaal steeds meer aangevuld en uitgebreid. Allerlei beschrijvingen over het leven van Jezus doken op. Belangrijk in de ontwikke ling van verhaal over de geboorte van Christus zijn verder de visioenen en gedachten van heiligen geweest. Een samenvatting van wat in de voor gaande eeuwen zoal was bedacht, is gepu bliceerd in de Legenda Aurea. Dit boek uit de dertiende eeuw staat vol van de meest onwaarschijnlijke verhalen over heiligen. Het was bijzonder populair en kende een grote verspreiding. Dit boek heeft een enorme invloed uitgeoefend op de kunste naars. Bij de uitbeelding van het kerst verhaal lieten zij zich meer leiden door de volksverhalen dan door getrouwheid aan de bijbel. Dat is op talrijke manieren terug te zien in de kunst. In het namaak-evangelie van Jacobus staat dat de hoogzwangere Maria niet hoefde te lopen. Ze zat op een ezel. Jozef loopt naast het dier. Komt zo de ezel in het kerstverhaal, de os is plausibel gemaakt door het verhaal dat Jozef dit dier had meegenomen om het te verkopen. Hij moest zijn gezin kunnen onderhouden. Op de 'De Volkstelling van Bethlehem’ van Pieter Breughel (omstreeks 1566) is dit alle maal mooi te zien. Om duidelijk te maken dat Jozef timmerman was, draagt hij een grote zaag over de schouder. Destijds kwam de ezel in Rusland niet voor. Daarom is op een icoon in de kathedraal van de Annunciatie in Moskou de ezel vervangen door een wit paardje. Maria ligt op dit kunstwerk voor een spelonk die toegang geeft tot een grot. Dat Jezus het levenslicht zag in een grot gaat terug op een overlevering van 150 na Christus. Op de afbeelding van de geboorte op het ’Middelrijns Altaar’ (1410) in het Museum Catharijneconvent in Utrecht heeft de grot plaatsgemaakt voor de stal. Op dit kunstwerk heeft Jozef slechts één sok aan. Dit slaat op een verterend verhaal dat Jozef en Maria zó arm waren dat ze geen geld voor kleertjes hadden. De boreling moest met een sok tegen de kou worden beschermd. De kousen van Jozef zijn lange tijd als reli kwie in de Dom van Aken bewaard. brengen. Het Lam Gods op de offertafel van het Gentse Altaar van Hubert en Jan van Eyck verwijst naar de voorbestemming van Jezus. Afzichtelijke toekomstbeelden blijven Jezus in zijn jeugd niet bespaard. Op het middenpaneel van het drieluik ’Maria en Kind temidden van heilige Maagden’ (1500) van de Meester van Delft in het Museum Catharijnenconvent staat Jezus op de schoot van zijn moeder. Vol angst klampt hij zich aan haar haren vast. Boven in het kunst werk wordt het Kind getoond wat het te wachten staat. schapen buiten. Plotseling stond een engel voor hun neus. Ze schrokken zich ene ongeluk. De engel stelde ze gerust. ’Vreest niet, want zie, ik verkondig u grote vreugde, die voor het hele volk is bestemd. Heden is in de stad van David een Verlosser geboren, Christus de Heer. Dit zal het teken zijn: gij zult een kindje vinden, dat in doeken is gewikkeld, en in een kribbe ligt.’ De aanbid- Belangrijk voor de kunstenaars was dat ze wisten hoe de Driekoningen er uit moeten hebben gezien. Daarin voorzag onder meer de benedictijn Beda (673-735), die de wijzen ook hun namen Caspar, Balthasar en Melchior gaf. Caspar was volgens Beda een jongeman zonder baard. Van middelbare leeftijd was Balthasar. De grijsaard van de drie was Melchior. Samen stellen zij de drie leeftijdfase van de mens voor. Iedereen, jong en oud erkende in de pasgeborene zijn heer en meester. Op ’De aanbidding van de Driekoningen’ van Jörg Stocker (1496) en te zien in het F. H. Museum in Sigmaringen zijn de verschillen in leeftijd en uiterlijk mooi te zien. De aanbidding door de konin- gen speelt zich opvallend vaak af voor of in een ruïne. Ook dit is symbolisch bedoeld. De tempel van de koning David uit het Oude Testament is tot een ruïne vervallen. Op de fundamenten van het oude geloof wordt de kerk van het Nieuwe Verbond opgericht. ding door de herders wordt meestal afge- beeld zonder cadeautjes voor het kindje. Toch komen ze niet geheel met lege handen. Het lammetje dat een van de herders met zich draagt is mogelijk als geschenk bedoeld. Na de herders kwamen de wijzen uit het oosten. De Driekoningen hebben de middel eeuwse fantasie geweldig geprikkeld. Ze zijn dan ook een zeer belangrijk element geworden in het kerstverhaal en de ver beelding daarvan. De meest bijzondere le genden zijn bedacht. Op elke vraag die een sterk verhaal opriep, werd een nieuw antwoord bedacht. Een vrij compleet beeld van de legenden geeft de 'Historia Trium Regnum’ van de karmeliet Joannes van Hildesheim (14de eeuw). Een van deze le genden wil dat de wijzen astrologen waren die voortdurend uitkeken naar een in het Oude Testament voorspelde ster ('Een ster zal uit Jacob omhoog rijzen, een scepter uit Israël zal opkomen'). Toen de ster verscheen, riep een kind tegen de wijzen: ’Ga nu snel naar Judea. U zult het pasgeboren kinden. Hij is de koning die u verwacht.’ Wanneer de Driekoningen nog maar net zijn vertrokken, verschijnt een engel in een droom aan Jozef. Hij zegt: ’Sta op, neem het kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte. Blijf daar tot ik het u zeggen zal. Want Herodes komt het kind zoeken om het te doden.’ (Mattheus 2:13-15) Jozef wacht geen moment, wekt Jezus en Maria en maakt dat hij wegkomt. De reis naar Egypte was vol wonderen en avonturen die de kun stenaars door de eeuwen hebben geïn spireerd. Een in de middeleeuwen buiten gewoon populaire legende was het verhaal van de zaaiende akkerbouwer, onder andere te zien op een schilderij van Joachim Patinier (1480-1524) in het Museo del Prado in Madrid. Volgens de legende zette Herodus de achtervolging in. Hij heeft de vluchtelingen bijna ingehaald. Het gezin passeert een boer die aan het zaaien is. Dan geschiedt een wonder. Het net gezaaide zaaigoed ontkiemt. De halmen schieten omhoog. De aren dragen meteen rijpe graankorrel. De boer kan tot zijn stomme verbazing meteen beginnen met oogsten. Herodus komt voorbij. Hij vraagt aan de maaiende boer of hij een jong stel met een baby gezien heeft, De boer knikt ja. ’Toen ik zaaide wat ik nu oogst, heb ik het gezin dat u bedoelt hier voorbij zien trekken.’ Dat moet een hele tijd geleden zijn, denkt Herodus. Door dit wonder beseft hij dat doorgaan geen nut heeft. Hij staakt de achtervolging. De vlucht naar Egypte is gelukt. Een andere bijzondere relikwie uit het kerst verhaal is te zien in de Santa Maria Maggiore-kerk in Rome. De kribbe, daar gaat het om, bestaat uit vijf, door metalen strips met elkaar verbonden stukken hout. Tijdens de nachtmis van 25 december wordt deze kribbe in een plechtige processie •- rondgedragen. Ook in de kerk van Moer gestel ligt Jezus in een kribbetje. In de kunst komen ook andere voorstellingen voor. Op het reliëf van het oksaal (scheidings wand met openingen tussen koor en schip van een kerk) van de kathedraal van Chartres ligt Jezus op een stenen altaar. Dit beeld, wat vaker voorkomt, is een verwijzing naar het offer dat Jezus gaat Dat herders een rol zouden krijgen in het kerstverhaal was gemakkelijk te verklaren: de geborote vond plaats in een grot of een stal, de overnachtingsplaats van herders. Ze hadden deze beschutting voor hun dieren absoluut nodig. Het feit dat ze in de bewuste koude winternacht niet in de stal waren zodat Maria daar van haar Zoon kon bevallen, moest wel worden uitgelegd. Jacobus de Voragine, schrijver van het boek de Gouden Legende, komt met een verkla ring. Hij vertelde van een traditie van de herders: tijdens de kortste en de langste nacht van het jaar bleven herders en HF i 'DE GÈSSELSE’- WOENSDAG 19 DECEMBER 2001 PAGINA 11 Het kerstverhaal in de kunst

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 2001 | | pagina 11