3 Een nieuw land een nieuw leven De familie Van Herck Belgische vluchtelingen bouwen een nieuw bestaan op. De vlucht naar Nederland Sjef van Herck Fons van Herck Rikus van Herck De Rosep Hoeve Marie van Herck-Van Campfort ’Mie den Beis’ Eduard Alfons Maria Barbara Anna Maria Catharina Op 26 februari 1906 om 18.00 uur kwam Jan Baptist van Herck in Oud-Turnhout te overlij den, vier maanden vóór de geboorte van zijn jongste dochter Anna. Willebrord van Herck, schoonbroer, en Jan Godfried van Herck, broer Vier jaar later, in 1914, toen het oorlogsgeweld ook boven België losgebarsten was, vluchtten Mie van Campfort en Petrus Maes samen met de kinderen naar het neutrale Nederland. De twee oudste kinderen bleven echter in Bel gië achter. De oudste dochter Maria Catharina (Trien) bleef in België, omdat ze zich verloofd had met Pierre (Peer) Hannes. Zij bleef wonen in het boerderijtje in Oud-Tumhout. De oudste zoon Joannes Godefridus (Jan) was soldaat en dus verplicht in België te blijven. Vluchten zou immers desertie betekenen met alle kwalijke gevolgen van dien. Vader Maes had er de voorkeur aan gegeven om iri Oud-Turnhout te blijven, maar moeder Mie van Campfort was bang, dat haar zonen Rikus, Sjef en Fons anders ook in militaire dienst zouden moeten en frontsoldaat zouden moeten worden. RosepdreefIScheibaan, waar Jan Vogels woonde Europa brandt. Een Servische heethoofd, Gabriel Princip. pleegt in Serajewo een aanslag waarbij Frans Ferdinand en diens vrouw het leven laten. België, dat nagenoeg lijdzaam moet toezien, hoe via haar grondgebied Duitsland de aanual richt op aartsvijand Frankrijk, wordt gemangeld Veel Belgen ontvluchten het oorlogstoneel en trekken naar Nederland. Engeland en Frankrijk. In deze bijdrage wil ik (in 'n viertal afleveringen) stilstaan bij de vlucht van de Belgische familie Van Herck, die. in plaats van terug te keren, besloot in Moergestel te blijven. Om hun vlucht en hun beslissing om hier te blijven beter te begrijpen is het zinvol om een en ander in een breder, historisch kader te plaatsen. trok het gezin in het holst van de nacht te voet naar Reusel. Daar werden zij opgewacht door drie smokkelaars, die tegen betaling de vluch telingen over de grens zouden brengen. Moch ten zij onverhoopt niet in Nederland aanko men, dan zou het geld aan Mie teruggegeven worden. De jongste dochter Anna, toen vijfjaar, vertel de in 1988, zij was toen negenenzeventig en de enige van het gezin die nog in leven was: ’De ene smokkelaar liep voorop, de andere achter aan. De derde hield mij de hele tocht van een paar uur stevig aan de hand. Hij sleurde mij over struiken en sloten. Ik mocht niet praten, niet huilen, ik moest muisstil zijn. Ik zat vol De exacte datum van vertrek uit België c.q. aankomst in Nederland is niet te traceren. Het bevolkingsregister van Schoonbroeck geeft een doorhaling te zien bij de kinderen Jan en Trien en bij de overigen, t.w. P Maes, Maria van Cam- pfort, Hendrik, Victor Jozef, Eduard Alfons, Maria Barbara en Anna Maria Catharina, staat in handschrift aangetekend: ’al d’anderen ver blijven tijdens den oorlog in Holland’. Het ver trek uit België heeft in ieder geval in 1914 plaatsgevonden, omdat Anna zich nog herin nert, dat zij, geboren in 1909, vijfjaar was. ’Va der vond het vertrek uit België heel erg, maar moeder, die was niet zo huilerig’, vertelt doch ter Anna in 1988, daarmee onbewust een ka raktertrek van haar moeder blootleggend. Daarom verliet Mie liever huis en haard en vertrok in het najaar van 1914, toen de grote golf Belgische vluchtelingen Nederland al had bereikt. Met slechts een paar zakken kleding op de rug butsen en schrammen. Regelmatig bleven de smokkelaars staan om te luisteren naar onraad. Vlak bij de grens meende mijn zuster Duitse soldaten te zien. Paniek. Gelukkig, het waren Nederlanders. Zij vingen ons op en gingen ons voor naar Esbeek. Nooit, nooit zal ik dit verge ten.’ Voor werk en onderdak was inmiddels gezorgd door Oud-Turnhouters die al eerder in Neder land aangekomen waren. Vader Maes en de drie zonen Rikus, Sjef en Fons van Herck werkten in de winter aan de ontginning van het landgoed ’De Utrecht’ en in de zomer werk ten ze als knecht op een boerderij. Het gezin woonde gedurende anderhalf jaar in Op 22 november 1867 aanschouwde Maria van Campfort in Dessel als eerste kind van Petrus Franciscus van Campfort en Regina Cuyvers het levenslicht. Het gezin Van Campfort werd twee jaar later, op 2 december 1869, verblijd met de geboorte van een zoon, die de naam Henricus ontving. De echtverbintenis van Re gina Cuyvers met Petrus Franciscus van Cam- pfort was echter van korte duur. Immers, op 23 februari 1871 kwam Regina, drie weken na haar negentwintigste jaar en na nog geen vier jaar gehuwd te zijn geweest, te overlijden. Petrus Franciscus van Campfort trouwde een jaar later, op 18 mei 1872, met Anna Maria Luyten, geboren op 10 januari 1850 te Dessel, uit welk huwelijk acht kinderen geboren wer den. van de overledene, deden aangifte van het over lijden. Het gezin woonde toen op ’Het Bergs- ken’, een zijstraat van de Steenweg op Zeven donk te Oud-Turnhout. Op 9 februari 1910, één jaar na het overlijden van Jan Baptist van Herck, hertrouwde Mie van Campfort. Petrus Josephus Maes, geboren op 12 oktober 1848 te Turnhout en zoon van Adrianus Maes (f 25-05-1880) en Maria Elisa beth van Pelt (f 28-05-1893) was sinds 03-11- 1904 weduwnaar van Catharina Dielen. Hij trouwde met Mie van Campfort en Eduard van Herck, landbouwer, 40 jaar en Jan Geivers, koopman, eveneens 40 jaar, fungeerden als ge tuigen bij het huwelijk. Uit beider tweede hu welijk werden geen kinderen geboren. Petrus Franciscus van Campfort was van vele markten thuis en verdiende achtereenvolgens de kost als handwerker, aardewerker, landbou wer en zandmijnwerker. Hij stond bekend als ’Sus Kadé’, een bijnaam die op veel van zijn kinderen overging. Zo werd ook Maria van Campfort, zijn oudste dochter, ’Mie Kadé’ ge noemd. Het gezin woonde ’Achterste Mey’ 114, bijna op de hoek Meistraat-Eersels aan de kerk van Witgoor. Beide ouders zijn aldaar gestorven, Anna Maria Luyten op 19 januari 1918 en Pet rus Franciscus van Campfort op 20 augustus 1927. Maria van Campfort, de oudste dochter van ’Sus Kadé’, verliet het ouderlijk huis op 23 april 1890 en toog als handwerkster naar Oud-Turn hout. Op 28 februari 1891 trouwde Maria, die wij voortaan Mie zullen noemen, met Jan Baptist van Herck, geboren op Tl mei 1840 te Turn hout. Een groot leeftijdsverschil, van bijna zevenentwintig jaar! Jan Baptist van Herck was de zoon van Chris- tianus van Herck en Elisabeth van Dael, die beiden geen getuige konden zijn van het hu welijk van hun zoon. Christianus was immers op 6 december 1861 overleden en zijn vrouw Elisabeth op 17 januari 1890, beiden te Oud- Turnhout. Het burgerlijk huwelijk van Jan Baptist van Herck en Mie van Campfort vond plaats in Oud-Turnhout in aanwezigheid van vier getui gen, te weten twee bloedverwanten, Joannes van Herck, landbouwer, 49 jaar en broer van de bruidegom en diens jongere broer Aloysius van Herck, eveneens landbouwer en 34 jaar oud. De twee andere getuigen waren Eduar- dus van Ostade, 34 jaar en Josephus van Osta de, 31 jaar, beiden landbouwer. Het kerkelijk huwelijk werd ingezegend in de parochiekerk Sint Job te Schoonbroek. Pettus Franciscus van Campfort oftewel ’Sus Kadé’ was twee jaar jon ger dan de man van zijn dochter Mie! Het echtpaar Van Herck-Van Campfort bleef in Oud-Turnhout wonen, verdiende de kost als landbouwer en hun huwelijk werd gezegend met twaalf kinderen, die allen in Oud-Turn hout het levenslicht zagen. Vier van de twaalf kinderen stierven op jeugdige leeftijd: Joannes Godefridus02-05-1892 Maria Catharina18-04-1893 f 26-06-1893 Oud-Turnhout Maria Catharina12-03-1894 Joannes Willebrordus27-01-1896 101-06-1897 Oud-Turnhout Maria Carolina25-06-1897 Petrus Franciscus10-06-1898 f 05-10-1898 Oud-Turnhout Henricus30-07-1899 Victor Josephus20-10-1900 Alfonsus Eduardus21-09-1902 f vermoedelijk 01-12-1902 *02-10-1903 *07-09-1905 *28-06-1909 een stal, aan de ene kant de ossen en aan de andere kant huisde de familie Van Herck. ’Slecht? Helemaal niet. In Esbeek kenden wij vluchtelingen die met vijf kinderen in een bak huisje woonden’, vertelt Anna. De volgende verblijfplaats van de familie Van Herck was een ordentelijk huisje op het land goed ’Gorp’ van Van Puijenbroek, waar het manvolk de kost verdiende met in de bossen te werken en seizoenarbeid te verrichten, zoals appels plukken. Het huisje stond schuin tegen over het jachthuis, dat toen bewoond werd door Van Beusekom, die op het landgoed als bedrijfsleider in functie was. Vervolgens ging het gezin naar de watermolen op Baarschot, tussen Baarschot en Diessen. De leerplichtige kinderen, zoals Marie en Anna gingen toen in Diessen naar school. Na de Eerste Wereldoor log trok het gezin naar de Rosep Hoeve, werk achterna. De jongens werden alle drie knecht op de Rosep Hoeve in Oisterwijk. Jan Vogels, die vanuit Uden (Slabroek) verhuisd was naar Oisterwijk om onder meer als melker te gaan werken op de Rosep Hoeve, woonde met zijn vrouw, Francisca Spierings, in een woninkje op de hoek van de Scheibaan/Rosepdreef. Zijn vrouw, die hem reeds een dochter, An, ge schonken had, was na twee jaar opnieuw in verwachting geraakt, maar zowel het pasgebo ren zoontje als zijn vrouw stierven kort na de geboorte, waardoor Jan Vogels als weduwnaar met één kind achterbleef. Mie van Herck - Van Campfort zei tegen haar dochter Marie, die als melkster ook op de Rosep Hoeve werkte, om in het huishouden van Jan Vogels hulp te bie den. Ongeacht het leeftijdsverschil werd er na enige tijd getrouwd en het gezin werd in Ois terwijk nog verblijd met de geboorte van hun dochter Mien. wordt vervolgd...) door NOUP sMlTS PAGINA 9 MOERGESTEL-NIEUWS' - WOENSDAG 22 JUL11998

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 1998 | | pagina 9