Herman Jozef, de seminarist i i wl Pastor van den Broek 65jaar 40jaar priester 25jaar pastor in Moegestel Prille ziekenbezoeker he Leven Herman Jozef, de tuinier Een onterechte titel Sportieveling en Toch goed opgedroogd Herman Jozef, de beweeglijke Herman Jozef, de moderne De opleiding op het seminarie. Eigenlijk is dat toch de belangrijkste periode in de adolescentie van een jongeman die priester worden wil. Het is een ja renlange en moeilijke, maar tegelijk ook mooie weg naar het doel dat wordt nagestreefd. Als jongvolwassene de studie daar succesvol af te ronden en als prachtige bekroning van de wil de wijding te ontvangen, dat zijn toch absolute hoogte punten in het leven van zo iemand. Wij denken, nee wij weten eigenlijk wel zeker, dat onze pastor Herman van den Broek dat precies zo ervaren heeft. Ook al zegt hij in het interview met hem (elders in dit blad) dat hij zich niet geroepen voelde. Wij weten weinig of niets van zijn worstelingen op het se minarie. Waren er ooit twijfels? Viel het hem ooit te zwaar? Zelfs Cor Peters, die met hem op het Groot Seminarie in Haaren zat en daar bevriend met hem raakte, weet daarvan niets te zeggen. Wel tekenden we uit zijn mond enige mooie herinneringen op. Hoe Cor Peters Herman daar zag en beleefde. Een plotselinge TBC-epidemie in het dorp betekende voor nogal wat mensen dat ze moesten kuren in het sanatorium Deckerswald. Maar geen geestelijke nood, want kapelaan van den Broek be zocht zijn zieke parochianen trouw. Nie mand anders dan Mientje kan dat beter weten, want zij kuurde ook en vertelt vandaag de dag nog dat de bezoeken van Herman door de mensen van Ooy zeer op prijs werden gesteld. In een of ander jubileumboek van de pa rochie staat eveneens genoteerd dat Her man van den Broek op 13 maart 1959 de ‘Passie preekte’ (boer pas op je kippen?) en dat hij op 21 juni van dat jaar met een twintigtal bedevaartgangers naar Kevelaer toog. Op 13 augustus I960 kwam, na twee jaren, een einde aan standplaats Ooy en werd Herman overgeplaatst naar Tilburg. In Ooy heeft men de rustige ka pelaan tot lang na zijn vertrek erg gemist, temeer omdat na hem de wat onstuimi gere, maar altijd vrolijke kapelaan Her man Wijnhoven de zaken overnam. De ene Herman is nu eenmaal de andere niet. Sjef Nijtmans Harry van Boxtel “Alles voorzichtig bij elkaar schuivend en overwegend durf ik toch met overtuiging te zeggen: - Herman heeft zich steeds volledig inge zet voor de klas. - Het is goed geweest dat hij ‘senior’ was. - Daarom was het voor allen vanzelfspre kend dat hij een paar jaar geleden, tij dens een reünie, voorging in de eucha ristieviering. (Deze reünie werd gehou den voor allen die 50 jaar geleden met de studie op het seminarie begonnen waren) Kortom, Herman was en is geworteld in onze klas. Ik heb de indruk dat hij na 25 jaar ook diep geworteld is in Moergestel. Ik wens hem en de geloofsgemeenschap Moergestel een mooi feest en alle goeds voor de toekomst”. Cor Peters De plechtige intocht van neomist Herman is toen zo’n beetje de laatste geweest in de stijl van die tijd, toen het Rijke Room- sche Leven er nog was maar al wankelde. Later werd het allemaal nog veel soberder en er kwamen trouwens ook steeds min der priesters van het seminarie af. Her man’s eerste benoeming was in Ooy. In dit klein plaatsje in de Ooypolder werd hij kapelaan. Om daar te geraken rijdt men van Nijmegen naar Kleef, slaat in Beek (Ubbeigen) links af om dan via een pol derweg in Ooy, ‘the middle of nowhere’ terecht te komen. Ooy, weliswaar een prachtig polderdorpje aan de Waal, maar zeker toen met maar een paar honderd inwoners. Die waren wel allemaal erg kerks en zij bevolkten dan ook regelmatig het mooie parochiekerkje dat haast tegen de Waaldijk leunt. Erg groots is de geeste lijke loopbaan van Herman dus niet be gonnen. Dat is ze later wel geworden, vindt iedereen. Overigens denkt koster- paar Cor en Mientje Hubbers nog vaak terug aan Herman van den Broek. Zij her inneren zich nog dat hij gemakkelijk con tacten legde met de parochianen en zich in Ooy meteen op zijn gemak voelde. Als koster Cor in het parochiehuis met zijn koor aan het repeteren was kwam Her man wel eens een kijkje nemen. “In onze vrije tijd (de studie laat ik onver meld, het is te lang geleden en weinig haalt het heden) was Herman steeds meer op het sportveld te vinden. Volleybal, hij speelde het met vuur en vurigheid. In het voetbalteam was slechts plaats voor 11 seminaristen. Toen onze klas op het groot-seminarie steeds kleiner werd, van 25 naar 20, 15, 12 en nog minder studen ten (want velen zijn geroepen maar wei nigen uitverkoren), kwam bij het naderen van nog maar 11 potentiële priesters, op name in het klasse-elftal voor Herman steeds dichterbij. Zo ging dat met nog maar een uiterst krappe selectie voor Kerk en Voetbal. Als voetballer moet van Herman vermeld worden dat hij speelde met inzet en over gave, met fanatisme zelfs. Zulke onverzettelijkheid legde hij ook aan de dag als hij ping-pongde (lees: ‘tafelten niste’). Maar ook buiten de krijtlijnen en andere speelveldgrenzen had hij iets ‘rabiaats’. Zoals hij zich op het toneel bijvoorbeeld inleefde in de rol van de wereldvreemde, houterige en deftige figuur van mijnheer Wittebol van de ‘firma Wittebol Witte bol.” “Van onze klas (cours 1958) was hij de ‘senior’. Niet omdat hij ouder was (Her man was ongeveer de jongste van de klas) en ook niet omdat hij toen wijzer was (dat kan nu wat anders liggen), maar omdat hij in de alfabetische ‘rangorde’ met zijn B van ‘van den Broek’, de eerste was. Er zat geen “A-tje’ voor hem. Daar om was hij in strijd met het feit de ‘klas- se-oudste’. Daarom mocht hij zich met regelmaat bij de president van het semi narie melden. Dan kreeg hij te horen wat aan ‘zijn’ klas goed en fout was. En dit wist hij perfect aan zijn klasgenoten te communiceren the ’JÉ/ PAGINA 5 MOERGESTEL-NIEUWS’ JUBILEUMUITGAVE PASTOR H. VAN DEN BROEK - WOENSDAG 3 JUNI 1998 4 (J 0 J I <7 H ilj

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 1998 | | pagina 9