Kapelaan en dokter tegelijk
En ook nog ’pliesie’
Van alle markten thuis
tooofi
xCf
Pastor van den Broek 65 jaar 40jaar priester *25 jaar pastor in Moergestel
'Ua Hg
De dienaar van Sint Her
Kapelaan als kwakzalver
De sexuoloog
Bep Schellekens
Nelly Verhoeven
Gelukkig is Herman niet de ’eeuwige Sinterklaas’ 1965)
“Herman hield ook in die tijd al van feest
jes groot en klein.
Hij was altijd haantje de voorste als daar
bij iets voorgedragen moest worden. Zijn
beste tegenspeelster was docente Annie
van de Sande. Bekend is het verhaal over
Herman acteert in Troelo en Troela’
(1964)
Nelly Verhoeven maakte Herman van den Broek mee in de tijd dat hij als
kapelaan verbonden was aan de Tilburgse St. Anna Parociiie. De periode tus
sen I960 en 1970 om precies te zijn.
Nelly was huishoudster ter pastorij aldaar. Zij denkt soms met heimelijk ple
zier terug aan talrijke belevenissen met Herman. Uit haar vertelsels over onze
pastor hebben wij enkele verhalen opgepikt met een welhaast anekdotische
waarde. Hoe een jonge priester soms een kwajongen was.
“Als jong kapelaantje wist Herman alles
af van zieken en bejaarden, althans dat
dacht hij. Zo was mevrouw Jansen eens
ernstig ziek. Longontsteking en een fikse
diarree. Oorzaak onbekend, mogelijk een
gevolg van verkeerd medicijngebruik.
Zij werd dagelijks verzorgd door de wijk
zuster. De huisarts, dokter Cottaar, had
haar een dieet voorgeschreven en gesom
meerd te stoppen met het innemen van
medicijnen. Ondanks het opgelegde dieet
vermagerde mevrouw zeer sterk en al
snel vertoonde ze uitdrogingsverschijn-
selen als gevolg van de steeds heviger
wordende buikloop. Huisarts en wijkzus
ter stonden voor een medisch raadsel.
Wat te doen? De patiënt op laten nemen
in het ziekenhuis of het nog een dag aan
kijken?
Men koos voor het laatste. Uit bezorgd
heid ging de wijkzuster op die wachtdag,
laat in de middag, nog even bij de stak
kerd langs. En wat zag ze tot haar stom
me verbazing? Mevrouw Jansen had een
enorm glas vers geperst sinaasappelsap
naast haar bed staan. Bij doorvragen
kwam er uit dat dit al het zoveelste glas
was tijdens haar ziekteperiode. Want elke
dag had haar man liefdevol een glas voor
zijn vrouw ingeschonken.
De wijkzuster maakte streng de opmer
king dat mevrouw absoluut geen vruch
tensap mocht drinken. Daarop barstte de
zieke in tranen uit. Ze snikte: “Kapelaan
van den Broek is een heel fijne mens; hij
komt mij twee keer per week opzoeken
en hij zegt dat hij alles weet van ziektes
bij de mensen en hoe je daar mee om
moet gaan. En hij is ook erg geleerd.
Sinaasappelsap is heel genezend”. De
vinnige reactie van de wijkzuster: “Hij
weet ongetwijfeld veel van de Bijbel maar
van voeding en dieet voor een zieke
mens heeft ie totaal geen verstand”.
Mevrouw Jansen had geluk. De oorzaak
van de hardnekkige diarree was hiermee
achterhaald. Het dagelijks glas sap werd
meteen taboe verklaard en ze knapte
zienderogen op. Herman heeft zich van
af toen nooit meer op andermans terrein
bewogen. Een schoenmaker hoort bij zijn
leest te blijven”.
ndad
“Als nieuwbakken kapelaan wist Herman
goede uitleg te geven aan het spreek
woord: ‘Als de kat van honk is, dansen
de muizen op tafel’. Toen pastoor Moes
kops eens enige dagen op vacantie was,
voelde Herman zich echt vrij man. Tijd
om enig kattekwaad uit te halen, vond
hij. Al mijmerend stond hij bij het voor
raam van de pastorie en bedacht wie hij
vandaag eens te grazen zou nemen. Elke
dag was er wel iemand die zijn auto vóór
de kerk of de pastorie parkeerde. Dat was
hem een doom in het oog. Vanaf van
daag zou hij daar eens wat aan gaan
doen. Een plan was snel bedacht. ‘De
eerste de beste die hier vandaag parkeert,
slinger ik op de bon’. Het feit dat hij een
zoon is van een politieman speelde hem
zeker parten. Herman voegde de daad
bij het woord. De pastoor was toch ver
weg en de kust was dus vrij.
Herman was goed in het namaken van
processen verbaal.
Misschien had hij zelf al genoeg voor
beelden in zijn brievenbus gehad. In elk
geval had hij er enkele op voorraad, alle
maal al keurig voorzien van stempel en
ondertekening.
Toen ging hij achter het gordijn staan
wachten op de komst van het eerste
slachtoffer. Hij wilde niemand sparen,
zou zonder aanzien des persoons hande
len. De integere, correcte en niet corrup
te politie-agent uithangen? En ja hoor
daar kwam de wijkverpleegster van St.
Anna aanrijden. En natuurlijk parkeerde
ze haar auto vóór de kerk, want daar te
genover woonde een van haar patiën
ten. ‘Wijkagent’ Herman van den Broek
rende naar buiten en stopte een bon van
f.20,00 achter de ruitenwisser. Bij het vin
den van het verbaal welde een hevige
teleurstelling in de wijkzuster op. Van
wijkagent Mutsaers, waarmee zij goede
maatjes was, had zij dit niet verwacht. Ze
was ook erg boos want twintig harde gul
dens waren voor haar een even hard ge
lag. Met een maandsalaris van krap
f.400,00 kon ze zich zo’n aderlating niet
permitteren. Enkele dagen later kwam zij
erachter dat de bewoners van de pasto
rie toch niet zo aardig waren als ze zich
voordeden.
De aap was uit de mouw gekomen maar
Herman had wel succes gehad als Her
mandad”.
Onze pastor kennen we in vele ge
daanten. We kunnen een hele boel ge
dragingen opnoemen die horen bij de
uitoefening van zijn ambt. Hij gaat
voor in gebed, hij doet de mis, reikt
de communie uit, hij staat op het al
taar, op de kansel en achter het
(s)preekgestoelte, legt huisvisites af,
bezoekt zieken en bejaarden, dient en
bedient en ga zo maar door. Maar één
keer in al zijn priesterjaren maakte hij
een ongecontroleerde beweging en
die bracht hem in een compromitte
rende houding.
En dat had niets met het ambt te ma
ken. En ooit was hij ook nog een con
current van de NVSH.
Hieronder het relaas van Bep Schel
lekens, die Herman Jozef in een an
der daglicht plaatst. Bep maakte hem
mee als collega op de Oude Dijk in
Tilburg. Herman blijkt van veel meer
markten thuis te zijn dan alleen die
van de Kerk.
“In zijn Tilburgse leven, begin jaren zestig,
was Herman van den Broek ook gods
dienstleraar aan de St. Jozef Mavo op de
Oude Dijk in de schónste stad van’t laand.
Het was de tijd van de grote omwenteling
op maatschappelijk en godsdienstig ge
bied. Op de scholen werd voorzichtig be
gonnen met sexuele voorlichting. Op de
Oude Dijk moest de jonge kapelaan van
de St. Anna Parochie, Herman van den
Broek, daarvoor ‘opdraaien’. Hij deed dat
zonder schroom en nam als ‘leidraad’ de
destijds zeer populaire musical-film West-
Side Story’. Bij deze lessen moest altijd een
andere docent aanwezig zijn. De leerlin
gen waren allemaal meisjes. En dan met
zo’n jonge kapelaan voor de klas?”
de voorbereiding van een feest, waarvoor
een toneelstukje moest worden ingestu
deerd bij juffrouw van de Sande thuis.
Het ging om de sketch “Troelo en Troe
la” en daar hoorde muziek bij.
A-technisch als ze beiden waren, moes
ten Herman en Annie samen onder de
tafel in de woonkamer kruipen om de
juiste stekker te zoeken van de bandre
corder. Twee ‘geluidstechnici’ deden dus
gewoon hun werk. Maar dat kon Annie’s
broer Janus niet weten toen hij plotseling
de kamer betrad. Bij het zien van zijn zus
in die compromitterende houding met de
kapelaan smeet hij van schrik de deur
dicht. De luide klap waarmee die in de
sponning viel, joeg onder tafel de harten
in de keel.
Janus vroeg zich verbijsterd af of aposto
laat onder de tafel nou echt zo nodig was.
In latere jaren is dit komisch voorval nog
op veel feestjes verteld. Flink aangedikt
natuurlijk, hetgeen steeds de nodige hi
lariteit gaf. En over de acteur-aspiraties
van Herman gesproken. Het liefst trad hij
op als Sinterklaas. Daarbij spaarde hij
geen enkele docent, ook niet als hij of zij
een religieus was”.
1
L
PAGINA 6
MOERGESTEL-NIEUWS’ JUBILEUMUITGAVE PASTOR H. VAN DEN BROEK - WOENSDAG 3 JUNI 1998
uyj
TiTT
40