iiireim
1939-1945
e oorlogsjjajreiiL
e£ Sé» ViMLcemfitulsJLims
Van Tienhovenlaan
wordt (voorlopig)
niet afgesloten
>A'
Gedurende de oorlogsjaren hield Broeder Jucundinus M. een dagboek bij van de gebeurtenissen
rond en in het St. Vincentiushuis (in de volksmond het ’broederhuis’ genoemd) aan de Bosstraat.
Het dagboek stelde hij later ter beschikking aan Ad Wolfs, Oisterwijkseweg 58a. Met de medewer
king van Ad plaatsen we het dagboek zoals Br. Jucundinus het eigenhandig schreef in ’n viertal
afleveringen in ’Moergestel-Nieuws’. Ook zorgde Ad voor de bij het verhaal passende foto’s. Van
daag de eerste aflevering.
MOERGESTEL-NIEUWS’ WOENSDAG 3 ME11995
PAGINA 9
GzJC
l
De vroegere’jongensschool’in de Schoolstraat...
‘s Morgens vroeg op de tiende mei stonden
enkele soldaten druk schreeuwend en gebarend
voor ons huis, waar ze anders nooit kwamen.
Vliegtuigen ronkten in de lucht. Manoeuvres?.
Spoedig wisten wij de waarheid. De Duitsers
hadden onze grenzen overschreden. Merkwaar
dig dat Br. Overste het pas vernam na de
morgenoefeningen!
Op de speelplaats stond een mitrailleur op een auto
De landelijke rust van ons dorp werd op 10 novem
ber 1939 plotseling verstoord door de komst van
een aantal Nederlandse officieren die op speurtocht
waren naar gebouwen, geschikt voor inkwartiering.
In Moergestel is dit geen moeilijke opgave. Onze
school werd welwillend gemonsterd en niet te licht
(later wel te klein) bevonden. Men eiste in het begin
slechts twee klassen; enkele uren later bleek dat
twee te weinig was en dat nog een derde lokaal ter
beschikking moest worden gesteld.‘s Avonds, we
stonden op het punt naar het avondgebed te
gaan,verscheen de kapitein echter in ons huis, ver
gezeld van de burgemeester, en deelde ons mede,
dat de gehele school nu gerequireerd was. We had
den niet veel tijd om na te denken over de fijngevoe
lige tactiek van de militaire autoriteiten die trapsge
wijs onze school in beslag namen, want er moest
druk gewerkt worden aan het uitruimen van de klas
sen, terwijl alreeds soldaten bezig waren met het
inruimen.
Vanzelfsprekend was de schooljeugd uitermate
verheugd en baadden in het vooruitzicht van
een eeuwige vacantie. Inderdaad konden de
eerste dagen de lessen niet doorgaan, maar
spoedig had Br. Overste Florimundus maatre
gelen getroffen om de lessen weer voortgang
te doen vinden. De oplossing werd gevonden
in samenwerking met de Eerw. Zusters van de
Meisjesschool, die ook ons van hun school wil
den laten profiteren. Over de gemengde gevoe
lens waarmee de broeders de vlekkeloze
onbesmetheid der stofvrije lokalen betraden,
zal hier niet worden gesproken. De “vreugde”
was bovendien van korte duur.
Reeds op 13 november kon de nieuwe regeling in
gaan. Br. Luberto en Br. Lubentius kregen de twee
lokalen van de Bewaarschool voor eerste en tweede
klas.
De kleuters van vier en vijfjaar gingen op reces. De
overige klassen onderhielden een rouleersysteem
met de meisjes.
Het St. Vincentiushuis ('broederhuis') anno 1992.
om vliegtuigen omlaag te halen. Men kreeg echter
bevel niet te schieten, omdat anders misschien de
school gebombardeerd zou worden. Diezelfde dag
verlieten alle soldaten de school; ze moesten, won
derlijk genoeg, naar Blijswijk, in Zuidholland. Ze lie
ten de school achter in verregaande verwaarloosde
en vervuilde staat.
Wij gingen nog naar onze “oude school”, maar
Br. Overste besloot de jongens maar naar huis
te sturen, want de lucht zwermde vol vliegtuigen,
sommige angstwekkend laag en wij vreesden
voor bommen.
In angstige spanning brengen wij de dag aan de
radio door. De berichten waren niet dermate, dat zij
ons opvrolijkten. In een “noodraadszitting” (de vicaris,
Br. Hermetus was in retraite in het St. Jozefhuis in’s
Bosch) werd besloten niet hethuis te verlaten, tenzij
het absoluut noodzakelijk zou blijken.
Er werd druk gewerkt aan verduistering van ons
huis.
Als we de volgende morgen naar de kerk gaan zien
we reeds de Franse tanks ons dorp binnenrijden.
De grote weg maar Eindhoven staat vol. In de na
middag zijn we getuige van een luchtaanval op de
Frans-Nederlandse troepen. Er vielen enkele do
den. Het tankafweergeschut schoot een aantal ga
ten in de lucht. Wij gingen nog naar het Lof, ons niet
volledig bewust van het gevaar waaraan wij bloot
stonden, want de vliegtuigen cirkelden nog steeds in
de lucht en doken bijwijlen omlaag om de hoofdweg
te bestoken. Ook onder het Lof zagen wij de vliegtui
gen langs de ramen als snelle schaduwen voorbij
schieten.
We gingen de nacht met bange gevoelens tege
moet. Om ca. acht uur kwam een bode van het
raadhuis: of er een Frans sprekende broeder was
die als tolk kon dienen tussen een Frans officier en
de burgemeester. Br. Overste, Br. Jucundinus en
Br. Festus gingen door de zeer donkere avond naar
het raadhuis, af en toe schuilend als een vliegtuig
over kwam (we hadden nog geen oorlogservaring).
Op het raadhuis gekomen vonden we in de
burgemeesterskamer de burgemeester, een Frans
officier en een vrouw met een kind (waarschijnlijk
vluchtelingen). De boodschap van de officier kwam
hierop neer: was eerst het plan geweest het dorp te
verdedigen- er waren reeds orders gegeven barri
caden op te werpen- nu zag men daar van af. Men
zou terug trekken op Tilburg. Van te voren waren
reeds de Nederlandse troepen, hopeloos wanorde
lijk, door het dorp terug getrokken; de Fransen zou
den de aftocht dekken.
Door het dorp gaande vernamen we dat een
groot deel van de bevolking de bossen was
ingevlucht of naar andere plaatsen waar men
zich veiliger achtte.
We ontmoetten de rector van het zuster
klooster aan wie we meedeelden dat de Duit
sers waarschijnlijk diezelfde avond nog in
Moergestel zouden zijn. Ik zie de geamuseerde
glimlach waarmee hij deze tijding ontving: Ha,
ha, ha, vanavond!!
Er zat voorlopig niets anders op dan maar naar huis
te gaan en af te wachten. Af en toe weerklonk een
zware slag: een verdwaalde bom of de een of an
dere brug.
De colleges van burgemeester en wethouders van
de gemeenten Moergestel en Oisterwijk hebben
besloten af te zien van het voornemen om met in
gang van 1 mei 1995, voor een proefperiode van
1 jaar, de Van Tienhovenlaan gedeeltelijk af te
sluiten voor alle gemotoriseerd verkeer met uit
zondering van bestemmingsverkeer. Het gaat om
het gedeelte dat ligt tussen de Sandsteeg en de
Heisteeg.
De beide colleges hebben dat besluit genomen
mede gelet op het grote aantal bedenkingen dat
tegen dit voornemen is ingebracht. Besloten is
om medio mei 1995 op ambtelijk en bestuurlijk
niveau deze materie opnieuw onder de loupe te f
nemen.
Degenen die gebruik hebben gemaakt van de
mogelijkheid om bedenkingen in te brengen te
gen het voornemen van beide colleges om tot ge
deeltelijke afsluiting van de Van Tienhovenlaan
over te gaan, zullen allen persoonlijk van deze
beslissing op de hoogte worden gebracht.
Br. Festus en Br. Lubentius die het binnenshuis waar
schijnlijk wat te benauwd kregen, gingen “de polder
in, menend daar zeker rustig te kunnen wandelen.
Het was echter maar goed dat zij bijtijds terug kwa
men, want juist daar vandaan kwamen de eerste
soldaten het dorp binnen. We gingen tenslotte maar
naar bed. Rond elf uur schijnt er een kort vuurge
vecht te zijn geweest; we hoorden in ieder geval
enige tijd lang mitrailleurvuur.Toen werd alles rustig.
Zonder wekker stonden we de volgende dag
(zondag 12 mei) op en gingen onmiddellijk al
les wat de Nederlandse soldaten in onze school
hadden achtergelaten overbrengen naar ons
huis. Er waren veel fietsen die wij zolang in be
waring namen alsmede versnaperingen uit de
cantine, wat tabak, enz.
We zijn naar de kerk gegaan en op onze weg
ontmoetten we de eerste Duitse soldaten; ze
keken ons wantrouwig aan maar deden of zei
den niets.
Er waren maar enkele mensen in de H. Mis. Een
groot deel van de bevolking hield zich nog verscho
len, geheel overbodig, want de Duitsers toonden
zich zeer vriendelijk, liepen vrolijk rond met helmen
vol eieren die zij “eerlijk gekocht” hadden en dron
ken vergenoegd echte “bonenkoffie”. Een stevig
doorvoed exemplaar bracht een bezoek aan ons
huis, vertelde dat er in Duitsland ook kloosters wa
ren, nog groter dan het onze en dat hij zelfs een
broer in het klooster had; bijna alle Duitse soldaten
die wij spraken hadden een broer of zuster in het
klooster of toch minstens een vriend.
De eerste kennismaking viel dus mee.’s Middags
kwamen ze in onze school. We mochten alles laten
staan: de bevelvoerend officier hield een toespraak
waarin hij streng verbood de leermiddelen aan te
raken. Inderdaad gedroeg deze eerste groep zich
correct; er volgde echter nog andere groepen!!
wordt vervolgd...
nomen en De oude school” moest nu ook nog de
Moergestelse Cultuur verwerken. Ook werd er
landbouwonderricht gegeven.
Enige verbetering i in de toestand kwam, toen
na Kerstmis de Meisjesschool werd vrijgege
ven.Toen kwam dus de oude school geheel vrij
voor de jongens, een prettige tijd hebben de
broeders echter niet gehad: het was een barre
winter en de tochtige lokalen konden niet warm
gestookt worden. Allerlei modellen van kachels,
van de ouderwetse potkachel tot een
hypermoderne vulkachel met veel schuiven,
handels, “versnellingen” enz kwamen en gin
gen.
De Kerstvacantie verviel: we begonnen op 27 de
cember 1939 en bleven daar tot het uitbreken van
de oorlog: 10 mei 1940.
Wat de broeders betreft: zij hebben weinig hinder
van de soldaten gehad. De meeste leermiddelen
stonden nog op school en als we iets wilden halen
konden wij dat vrij doen. De kapitein toonde zich
zelfs zeer vriendelijk tegenover ons en we hoefden
maar iets te wensen of hij deed wat hij kon om ons
verlangen te bevredigen. De indruk die wij van het
leger kregen was: soldaatje spelen, veel autorijden
en in de vrije tijd wat kankeren, ofschoon er individu
eel veel “goede” soldaten waren.
Deze klassen echter konden pas de vijftiende be
ginnen en de zestiende november werd ook de
meisjesschool in beslag genomen.
Zou het onderwijs voor onbepaalde tijd stilgelegd
moeten worden Neen, er moest iets gevonden
worden. Er was nog “de oude school” die sedert
lang gebruikt werd als magazijn van een schoen- k
fabriek. Ze bestond uit drie lokalen waarvan de eer
ste werd gebruikt als “eiermarkt”. De vloer was als
het ware een afzichtelijke eierstruif. Toen we het
gebouw inspecteerden schrokken we wel wat te
rug, maar begonnen toch al vast een en ander te
versjouwen. Maar er viel veel te reinigen en te repa
reren. De inspecteur wilde niet dat de school begon
zonder dat er W.C.’s waren. De genie van de troe
pen zou voor het een en ander zorg dragen.. Van
overhaasting mogen we de soldaten in elk geval niet
beschuldigen. Het duurde tot vier december eer al
les in orde was. Toen konden de vier hoogste klas
sen geborgen worden; de derde klas werd onder
gebracht in de “wintertuin”, “serre” of “warande” van
de pastorie. Dit was (met de twee laagste klassen
die nog steeds in de Bewaarschool zaten) de enig
ste klas die hele dagen school deed. De andere
klassen rouleerden. Zo gauw de meisjes de school
verlieten, werd deze door de jongens bezet. Was er
in het begin nog van luchtverversing sprake, met
het voortschrijden van de winter werd dit ónmoge
lijk.
Het“Verenigingsgêbouwi’was óók al in’beslag gé-
We zijn eigenlijk de hele oorlog door te optimistisch
geweest en het pessimisme kwam pas er na. Wel
merkwaardig: nooit hebben we aan een lange oorlog
geloofd, Er werden weddenschappen gehouden dat
“ze” er met Kerstmis “uit zouden zijn”, leder jaar
werd die weddenschap herhaald met hetzelfde ver
trouwen. Degenen die een nuchterder kijk op de
stand van zaken hadden en durfden te beweren, dat
de Duitsers niet te verslaan waren, werden wan
trouwend aangekeken en openlijk of binnenskamers
voor landverrader uitgekreten.
We mogen God danken dat Hij ons dit opti
misme geschonken heeft. Want hadden wij de
ellende, miseries en narigheden van de oorlog
kunnen voorzien, dan zouden wij nooit die op
gewektheid en humor ten toon gespreid heb
ben die ons nu bij al de, in vergelijking met an
dere huizen nog zeer kleine, gebeurtenisjes,
staande hebben gehouden.
Uit de gegevens die ik heb of nog machtig kan wor
den, zal ik trachten een chronologisch overzichtte
geven van de feiten die voor dit huis van belang zijn
geweest.