1 BERICHTEN... Bronnen van het Kerstfeest Bomen in de Bijbel Mensen uit de parochie Kerstboom - Levensboom Levenskracht en vrucht baarheid. Geboortefeest Boom als symbool De kerststal Van geboortedag van de zon tot geboortedag van Jezus Dochter Sabine Hiëronymus Terugkeer van de zon Pianoles PAGINA 25 >4 MOERGESTEL-NIEUWS’ WOENSDAG 21 DECEMBER 1994 S.N. Redactie: Ton van Elsdingen Sjef Nijtmans Jo van Os Julia van Rijsingen Ireen Stieger Peter Verheijen Met de boom zijn verschillende bijbel se tradities verbonden. Als boom werd symbolisch de Messias bedoeld. Jes. 11,1: ’Dan zal een twijg aan de stronk van Jesse ontspruiten Een scheut van zijn wortel ontkiemen’. Bomen waren in het oude Testament heiligdom, plaats van aanduiding bij samenkomsten en afspraken of heilige teksten in het landschap. Gen. 35,8: ’Daar stierf Debora, de voedster van Rebekka; ze werd begraven bij Betel onder de eik, die daarna klaageik werd genoemd’. Gen. 12,6: ’Abraham trok het land door naar de plaats Sichem en de eik van More’ (heilige boom). Richt 4,5: ’Zij hield zitting onder de Debora- Palm en de Israëlieten gingen naar haar als ze een rechtzaak hadden’. In fabels treden de bomen levend op: Richt 9,8: ’Eens gingen de bomen weg een pas opgerichte kweekschool. Toen haar man naar Nederland kwam om hier handelswetenschappen te stu deren is ze meegekomen en ze hadden het hier kennelijk zo goed naar hun zin dat ze gebleven zijn. Wel gaan ze nog steeds om de twee jaren terug om het contact met de familie te houden en vooral ook nu hun zoon daar woont en werkt als vliegenier. We gaan nu kennis maken met de or ganisatie van het kerkkoor en brach ten daarvoor een bezoek aan het huis van Sonja van Sprang en haar man Hennie aan het adres van Haes- trechtstraat 60 in Goirle. We hoefden eigenlijk maar een vraag te stellen: ’Wie is Sonja van Sprang?’ en vol en thousiasme kwam een heel verhaal, nu en dan wat aangevuld door haar man, als hij haar wat te bescheiden of niet volledig vond. Een voorname plaats in alle feestelijk heden was ingeruimd voor de altijd groene boom: de denneboom. Alles zou weer groen worden zoals de den neboom. Om de mensen daaraan te herinneren, versierde men de huizen met dennetakken. Dat gebruik is door de christenen overgenomen. Van het gebruik van een kerstboom wordt voor het eerst melding gemaakt in het jaar 1521 in Straatsburg. Vol gens een legende is Maarten Luther een der eersten die voor zijn kinderen een kerstboom plantte. Men vertelt: ’hij wandelde eens door een uit gestrekt, eenzaam woud op de avond voor Kerstmis. Aan de hemel twinkel de ontelbare sterren. Peinzend keek hij om zich heen en raakte diep onder de indruk van de statige dennen en sparren. Het leek alsof de kruinen tot aan de hemel reikten. Een hemel vol licht van de glanzende sterren. Hij kon de verleiding niet weerstaan iets van al dat moois mee naar huis te nemen. Hij hakte een klein dennetje om en thuis gekomen versierde hij het voor zijn kinderen. Hij legde er kleine geschen ken onder en vertelde zijn kinderen een prachtig verhaal over ’het licht der wereld’. Omstreeks het jaar 1850 verscheen de kerstboom in Nederland. Eerst bij de protestanten in hun kerken en zon dagsscholen, later ook in het gezin. Na de 2e wereldoorlog is het, naast de ge bruikelijke kerststal, ook in de katho lieke gezinnen gebruikelijk geworden een kerstboom in huis te halen. Wat betekent een groene naaldboom voor de verkleumde mens? De oude mannen zoals Sinterklaas, Père Noël en de Weihnachtsmann be lichamen dat afgelopen jaar. Deze oude mannen delen levenskracht en vruchtbaarheid uit, gesymboliseerd door de kadootjes. Zo’n drie eeuwen geleden vierden onze voorouders in deze midwintertijd de verlovingen met allerlei zoen- en vrijspelletjes. In Engeland werd dan een maretak in de kamer gehangen en iedere jongen mocht het meisje van zijn keuze zoe nen. De roe van Zwarte Piet is in zijn oudste oorsprong de levensroede, een bos van met levenskracht geladen ber- ketakken, die hun levenskracht over geven aan diegenen die er mee worden aangeraakt (denk aan de berketakken na een finse sauna). Het klaarzetten van een schoen met hooi zou een rest kunnen zijn van een korenoffer. De Roos-van-Jericho en de vlierboom zouden in de midwinternacht gaan bloeien. Toch wordt het feest drie dagen later gevierd dan de 21e. Op zijn terugreis naar de aarde moet de zon eerst op de 22e door de luchtsfeer (het geestelijke terrein), op de 23e door de watersfeer (het psychische terrein) en op de 24e door de aardsfeer (het stoffelijke ter rein) bm tenslotte de geest weer aan de stof terug te geven. Deze levensgeest, die met dit feest komt, schenkt zich nu gedurende een half jaar weg van de aarde, laat zich door de aarde gevangen nemen en lijdt ip deze onvrijheid in de stof. In het tweede halfjaar bevrijdt ze zich uit de stof en keert terug naar de geestelijke sfeer. Volgens de oude overlevering zou de mens zich boven het dier verheffen omdat hij zich van de inwonende geest, die dan opnieuw geboren wordt, bewust worden kan. Want pas als de levensgeest eenmaal herboren is kan het zijn heil uitstralen 1 naar anderen; dan pas kan men het een heilig leven noemen. Deze persoonlij ke bewustwording is de innerlijke be tekenis van het midwinterfeest. In zijn verste oorsprong is dit feest een ge boortefeest. In vele oude godsdiensten wordt bij het begin van het nieuwe jaar een geboortefeest gevierd: de geest wordt in de stof geboren als een kind. Tegenover dit nieuwe kind staat het afgelopen jaar als een oude man (Va dertje Tijd). Niet macht, eerzucht en bezit brengen de mens bij de levensboom, maar wijs heid. Een wijs mens weet hoe betrek kelijk de dingen zijn; hoe de weg ge opend wordt naar het mysterie van het leven. Juist op doorgaande momenten van het leven ervaart de mens zijn be perktheid en de grootsheid van alles buiten hem. Daarin kan de boom een symbool zijn van het leven. Een leven waarin men deelneemt en dat geen te beheersen proces is. De boom als een symbool van dankbaarheid dat ons be wust maakt dat de mens een luisteren de taak heeft (hovenierstaak) naar de aarde zelf (milieu-problematiek). De tuin is groter dan het gereedschap dat ons ter beschikking staat en het nieu we jaar heeft meer mogelijkheden dan het oude heeft gerealiseerd. De kerststal heeft een lange geschiede nis die begint met Jezus’ geboorte. Uit het evangelie komen we er niet veel van te weten. De evangelisten en de eerste christenen hebben meer belang stelling voor het openbare leven van Jezus en het paasgebeuren. De kerst verhalen zijn dan ook later aan de evangeliën toegevoegd. Maar de volks fantasie heeft het er niet bij laten zit ten. Het sobere gegeven van het evan gelie is een bron geweest van allerlei kerstvoorstellingen en gebruiken. Kerstvoorstellingen in de kerk vinden we vanaf de vierde eeuw. In de mid deleeuwen nemen die voorstellingen toe: schilderijen, kapitelen en altaar stukken. De eigenlijke kerststal vinden we pas op het einde van de middeleeuwen. De oudst bekende kerstkribbe (1289) staat in de Maria Maggiore in Rome. De oudst bekende kribben in Nederland zijn: Roermond 1370, kathedraal van Utrecht 1489, Nieuwe kerk te Delft 1502, Minderbroederskerk te Weert 1520. Gewoonlijk wordt de kerststal aan het initiatief van Franciscus van Assisi toe geschreven. Thomas van Celano beschrijft, hoe Franciscus in 1223 te Greccio het kerstfeest vierde. Enkele dagen tevoren zei hij tegen zijn vriend Johannes: ’Als je wilt, dat we dit jaar in Greccio kerstmis vieren, tref dan vlug voorbereidingen en doe pre cies wat ik je zeg. Ik wil de herinnering oproepen van het Kind, dat in Bethle hem geboren is en met eigen ogen de behoeftige omstandigheden zien waar van het al te lijden had, toen het net geboren was. Ik wil zien, hoe het daar in een kribbe op stro lag tussen een os en een ezel. De vreugdevolle dag kwam nader. De mensen uit de straat, gegevens uit het evangelie. In het Oosten ontstond in 2e en 3e eeuw na Christus een feest ter herdenking van de doop van Jezus in de Jordaan. Dit was het Epifanie-feest: door de H. Geest verschijnt God in Zijn Zoon. Sommige oosterse kerken voegden daar andere openbaringen van Chris tus’ Godheid aan toe, o.a. de aanbid ding van de wijzen uit het oosten en het Kanawonder. De geboorte van Christus was van ondergeschikt belang in dit feest. Het werd gevierd op 6 ja nuari. Waarom deze datum gekozen was is onzeker, wel werd al vanaf 2000 voor Christus in Egypte de winterzon newende op 6 januari gevierd. Omstreeks het jaar 270 na Chr. wijdt keizer Aurelianus een tempel aan de onoverwinnelijke zon en verklaarde de 25e december tot haar geboortedag. Het is rond die tijd dat keizer Consta- tijn de Grote zich in 313 tot christen bekeert, en het oosterse epifaniefeest in het westen wordt overgenomen. Paus Julius I verklaart in het jaar 330 de 25e december tot geboortedag van Christus, want Christus is ’het licht der wereld’ en ’de zon der gerechtig heid’. Het openbaringsfeest van het oosten wordt nu in het westen het feest van de drie wijzen en de roeping van de heidenen. De herdenking van het doopsel van Christus wordt nu naar 13 januari verplaatst en het Kanawonder nog later. Het geboortefeest heeft de oudere epifanie-herdenking verdron gen. Pasen en Pinksteren waren reeds de grote kerkelijke feesten, nog voordat de geboorte van Christus gevierd werd. Hun datum stond vast vanuit de Ook troffen we bij ons bezoek aan Goirle docht»r Sabine aan. Sabine speelt voortreffelijk harp en met bijzondere gelegenheden en hoge feestdagen is ze ook regelmatig te zien en te horen bij het koor. Ze begeleidt dan met haar moeder het koor maar laat ons tussendoor ook genieten van haar solospel. Sabine heeft de muzikaliteit al van voor haar geboorte van haar moeder meegekregen, want ze is geboren een maand nadat haar moeder op het con servatorium afstudeerde. Sabine studeert intussen zelf op het conservatorium voor harp, maar om dat ze alleen muziek te onzeker vindt voor de toekomst studeert ze ook spaans aan de universiteit van Nijme gen. Ze is vast voornemens die studie ook te voltooien om b.v. met lesgeven in haar onderhoud te kunnen voor zien, maar ze wil er ook graag veel met de harp bij blijven doen. Het harpspe len is echter altijd wat onzeker omdat ze met een kleine blessure of een blaar aan een vinger vaak al niet spelen kan. Ook het vervoer van de harp geeft vaak problemen. Het is niet zoals met een piano dat er overal wel een be schikbaar is. Haar harp is zo groot dat hij zeker niet in elke auto kan en bo vendien wil ze niet dat iemand er on voorzichtig mee omgaat. Eigenlijk heeft ze het liefste dat alleen haar vader de harp vervoert en moet verder iedereen er af blijven. Voor va ker optreden hier is er nog het pro bleem dat de harp in Arnhem staat, waar ze haar kamer heeft. Evenals haar moeder vertelt ze heel enthousiast over haar harp en haar spel en we hopen ook haar nog vaak in Moergestel te mogen horen. De kritische monnik en bijbelgeleerde Hiëronymus die rond 400 in Bethle hem woonde zegt in een kerstpreek: ’Wij hebben nu, onder het voorwend sel Christus daarmee te vereren, de le men krib weggenomen om er een van zilver voor in de plaats te zetten. De weggehaalde krib was mij dierbaarder. Goud en zilver zijn iets voor de heide nen, christenen past de lemen krib. Degenen die erin geboren is veracht te goud en zilver. Ik veroordeel ze niet die zo uit vroomheid handelen, maar ik bewonder de Heer die niet in goud en zilver geboren werd, maar in slijk’. Vanouds vierde men wekenlang de midwinter- of joeltijd na de kortste dag van het jaar, de 21e december. De oude Kelten begonnen het feest op de 24e december, de z.g. ’moedemacht’. Men vierde er de terugkeer van de zon, die zich in de korte dagen vóór de midwinter steeds meer terugtrekt en alles op de aarde alleen laat. Op de kortste dag echter verandert ze van be doeling en als Sol-Invictus of ’onover winnelijke zon’ keert ze terug om alle geest weer in de stof terug te brengen. In de oude tijden bespiedde men haar terugkeer door in de kijkruimte tussen twee hoog opgerichte stenen z.g. vi- zierstenen, te kijken. Die waren zo ge plaatst dat men wist wanneer het tijd was om het joelfeest te vieren. Op dat moment stond namelijk de zon op tus sen de stenen. Het feest duurde twaalf heilige nachten’. De zon was opnieuw ontsnapt aan de machten van de duisternis, aan de kosmische boze wolf. De plaats waar de visierstenen stonden heette dan ook de ’wolfskamer’. De zon als levens geest komt op dit keerpunt van zijn verste verwijdering terug. om zich een koning te zalven’. Vanuit het paradijsverhaal kunnen we iets meer over de boom vertellen. De mens is hovenier, belast met de arbeid in de tuin. Het paradijs is niet van de mens, hij heeft er slechts een taak in. In dit paradijs staan de levensboom en de boom van goed en kwaad. De boom is hier het symbool van leven en le venswijsheid en van kennis om te overleven. Twee elementen zijn belangrijk: -Afhankelijkheid: de mens is onder deel, geen heerser van het leven. -Dankbaarheid: hij leeft. Er is hem iets geschonken wat hem te boven gaat. En daarin staat de boom tussen mens en God. De traditie, dat de vroegere mens zich voedde met boomvruchten, vind men ook bij de grieken. Niet alleen heeft de boom een indrukwekkend uiterlijk, hij is ook minder afhankelijk van de weersomstandigheden. Als in de dro ge tijden het graan verdort, staat de boom nog groen in het landschap en geeft hij de juist dan kostbare, sappi ge vruchten af. Hij is sterker dan de mens en hij geeft zijn vruchten af zon der dat de mens zijn grond hoeft te be werken. Hij geeft als het ware een godsgeschenk. Ook leeft een boom veel langer dan de mens. Kennelijk heeft de boom op de een of de andere manier meer levenservaring, er zit op een bepaalde manier toch meer leven in dan in de mens. Dit alles wordt in de noordelijke stre ken nog versterkt door het feit dat de naaldbomen hun groene levenskleur in de dodelijke winterkoude behouden. Goddelijke eigenschappen in de boom? Open. 2,7: ’Wie overwint zal ik doen eten van de boom des levens, die staat in het paradijs’. Vanaf haar 8e jaar heeft Sonja piano les gehad en op haar 12e is daar orgel bijgekomen maar piano bleef haar lie- velingsinstrument en ze heeft er ook altijd van gedroomd daarmee door te gaan. In die tijd heeft ze veel zelfstudie in de muziek gedaan maar toen ze in Nederland de kans schoon zag heeft ze toch nog het conservatorium gevolgd en in mei 1974 is ze daar afgestudeerd. Vervolgens heeft ze nog het praktijk- diploma orgel gehaald bij de bekende organist Louis Pirenne. Haar man was intussen hoofd van de lagere school ge worden en tot 1974 heeft ze ook aan die school les gegeven. Thans werkt Sonja als lerares aan een Mavo waar ze les geeft in Spaans als examenvak en verder muziek en godsdienst. Ze heeft namelijk na het conservatori um nog Spaans gestudeerd aan de Ho geschool te Tilburg en is nu le graads bevoegd, hetgeen betekent dat ze ook in het hoger onderwijs les mag geven in Spaans. Op muzikaal gebied is ze ook erg veel zijdig bezig. Zo begeleidt ze het Antilliaans koor in Tilburg. Dit koor heeft zich een drie delige taak gesteld. Het is een kerk koor, een folkloristisch koor en het brengt daarnaast een internationaal kernprogramma Ook op school had ze al een kinder koor waarmee ze gezinsdiensten en communievieringen verzorgde in de parochie St. Anna in Tilburg. Pastor van den Broek was toen ook in die pa rochie werkzaam en dat contact is er, denk ik, niet helemaal vreemd aan dat ze voor organist in Moergestel gesolli citeerd heeft. Doordat ze de pastor kende verwacht te ze hier ook een goede sfeer in de kerk aan te treffen. Het trekt haar erg aan liturgisch bezig te zijn en ze vindt het fijn dat ze hier de kans krijgt zelf wat te doen. Zonder erbij na te dénken doet ze haar naam eer aan door te zeggen dat ze met het koor iets SPRAN(G)kelends kan brengen. Ze is heel blij met dit koor, ze gaat er altijd met heel veel plezier naar toe. Ze vindt dat het koor erg vooruit gaat en de opmerking van de regisseur van de K.R.O. bij de televisie uitzending ’dat het een koor is met veel mogelijkhe den’ heeft haar zichtbaar goed gedaan. Als we op haar enthousiasme af mogen gaan zullen we nog vele jaren van haar muzikale kwaliteiten mogen genieten. Sonja is geboren op Curacao in 1936 en heeft daar tot haar 29e jaar ge woond. Haar man is ook van Curacao afkomstig maar heeft in 's-Hertogen- bosch voor onderwijzer gestudeerd. Sonja zelf heeft haar onderwijsakte ge haald op Curacao als eerste groep in mannen en vrouwen, zorgden blij- gestemd voor fakkels en kaarsen om daarmee licht te brengen in de nacht. Het bos weergalmde van de stemmen en de rotsen kaatsten het geluid terug. De broeders zongen en brachten de Heer de verschuldigde lof. Boven de kribbe werd de plechtige heilige mis gevierd...’. Het initiatief van Franciscus is niet zo oorspronkelijk als vroeger werd ge dacht. Wel is het zeker, dat de franci scaanse beweging met zijn bijzondere aandacht voor de menselijkheid en ar moede van Jezus heeft bijgedragen tot het ontstaan en de verbreiding van de kerststal. Rijke Heden konden zich op het einde van de middeleeuwen veroorloven een kerstgroep in eigen huis te hebben. Ze moesten daartoe een beeldhouwer of houtsnijder de opdracht geven. Een kerststallenindustrie was er nog niet. In de huiskamer van het gewone volk begint de kerststal heel klein, een wiegje met een pop van hout of was. Het is een soort kinderspeelgoed. Vanaf 1500 (maar misschien is het ge bruik al ouder) zijn ons berichten be kend over het ’kindje wiegen’. Tijdens de kerstplechtigheden stond er in de kerk op het altaar een wieg met een pop, de kribbe met het kindje Jezus. Ook de kinderen die met hun ouders naar de kerk kwamen, hadden een wiegje met een popje bij zich. Wan neer de priester het kindje op het al taar begon te wiegen, deden ook de kinderen met hun speelgoed mee. Uit dit gebruik zijn oude Kerstwiege- liedjes ontstaan. Het wiegje met het popje van de kinderen kreeg na de plechtigheid in de kerk een ereplaats in de huiskamer. Zo is het eerste kerststalletje eigenlijk een kinderaan- gelegenheid. Later is het kerstkindje met andere beeldjes omgeven: Maria, Jozef, de herders, de drie koningen. Ook in de kerk neemt het aantal beeld jes toe. Vooral in Italië wordt de kerst kribbe vaak omgeven met een dorpje of stadje, waarin zich het bonte volksleven afspeelt. Zo hebben veel oorzaken de kerststal in het leven ge roepen en naar de huiskamer gebracht: het kerstspel in de kerk, het kindje wiegen, de franciscaanse propaganda, de roomse romantiek rond 1900, de opkomst van de poppen- en beeldje- sindustrie en niet te vergeten de koop kracht van de gelovigen. J

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 1994 | | pagina 25