Kerstmis 1994 yr tra L.v.H. -lil*»* 10 1 Niet wit - wel nat - niet echt koud. Niet zo koud van het weer, Maar er is veel andere kou, deze keer. Veel mensen zijn van binnen en buiten alleen. Hun is geen enkele vrede gegeven, Ze hebben al zo veel gebeden. Waarom toch doen we als gelijke elkaar dit aan, Mocht toch de sterre bij alle stille staan. Laten we toch geven en nemen met elkaar. Als we zien wat het kerstkind kom t doen. Hij strekt zijn handjes naar alle uit, Komt het is goed! Rust bij mij maar uit. Laten we zo vrede maken, geen mooie schijn, Samen vriendschap, aandacht, echte mensen zijn. Honger, kou, en een lege portemonnee, Helpen niet aan de vrede mee. Het verschil is te groot, Vele over de wereld zijn in nood. Waarom gaan wij niet hand in hand, Hebben we te veel of te weinig verstand. Kerstkind breng alstublieft alles toch op orde, Dat mensen overal weer voor elkaar zorgen. In het groot en in het klein, Dan pas kan er vrede zijn. ||g Voor deze aflevering in de serie ’Inte ressante Ontmoetingen’ schoof Ge rard Knijpers aan tafel bij Jan van Beers aan de Oirschotseweg, de voor malige buschauffeur, die zoveel men sen in Moergestel kennen. Over alles wat maar met dat chauffeur willen worden te maken heeft, gaat het nu volgende verhaal. ’Gekleurde’ handel... Ruzie in de bus Conductrices 'MOERGESTEL-NIEUWS' WOENSDAG 21 DECEMBER 1994 Conductrice Joke van Beers in 1955. Gerard Knijpers Jantje bij zijn bus in 1967. De foto werd gemaakt voor zijn woonhuis aan de Oirschotseweg. ’Bij mijn terugkeer in begin 1946 was er nog geen kans om buschauffeur te worden. Ik moest nog bijna een jaar wachten. Maar op 30 december 1946 was het eindelijk zover. Ik mocht als reserve-chauffeur beginnen bij de busonderneming ’VitesseEr waren nog niet Na enkele jaren verkering, trouwden ze en ging het jonge stel wonen in een gemeentewoning aan de Oirschotseweg 33. Omdat ze later dat huis konden kopen wonen ze er nu nog. Zoals gezegd kwam Jantje van Beers in 1941 zon der werk. En daar sta je dan zonder werk en zon der geld. Hij wou nog altijd buschauffeur wor den, maar dat ging nog steeds niet. Want tijdens de oorlog was er nagenoeg geen benzine en wa ren er geen bussen. Het was in die oorlog toch moeilijk leven, bijna alles was op de bon, en daarop kon men allen maar het hoognodige kopen. Jantje: ’Toch kreeg ik een beetje geluk, ik kreeg een aanbieding als hoofdvertegenwoordiger van Buitens’ Zaden uit Aalten in de provincie Gelder land. Als ik vertegenwoordiger zou zijn gewor den, dan zou ik van de bezetter in Duitsland heb ben moeten gaan werken, maar met mijn hoofd- vertegenwoordigersschap, zou ik daar van gevrij waard zijn. Later bleek echter, dat dat toch niet waar was. Met alleen mijn zaadhandel was het echter onmogelijk om voldoende de kost te ver dienen en daarom heb ik, zoals zovelen in Moer gestel aan ’zwarte handel’ gedaan’. Waaruit bestond die donker gekleurde handel? Jantje: ’Je moest goed kunnen praten, dus dat was voor mij geen probleem. En er werd gehan deld in redelijk goed rokende Belgische shag (VF 7 en VF 9), die werd gehaald in Weelde, net over de Belgische grens’. ’Ook werden er fietsen, fietsbanden, boter, kaas, textiel, bonnen verhandeld. Er werd ook veel ruilhandel gepleegd, bijvoorbeeld: boter tegen Hollandse tabak van o.a. het merk ’Friesche Baai’ en ’Gruno Tabak’. Deze tabak werd dan nadien weer voor goed geld doorverkocht. Je moest natuurlijk wel goed uitkijken voor de zo genaamde razzia’s, die regelmatig gehouden wer den. Ik stond bij Buitens’ Zaden wel op de loon lijst zoals ik reeds vertelde, maar aangezien ik dat werk niet via het officiële arbeidsbureau had ver kregen, hield het toch niet in, dat ik voor bijvoor beeld werk in Duitsland niet in aanmerking kwam. Zodoende leidde ik in die periode min of meer een onderduikersbestaan’. ’Ik heb veel geluk gehad, dat ik niet ben gesnapt. Bij een belangrijke voetbalwedstrijd: P.S.V. - LONGA, waar ik naar was gaan kijken, werden de uitgangen afgesloten en iedereen moest bij het verlaten van het veld zijn papieren voor de dag halen. Waarschijnlijk trok ik een zeer angstig gezicht of leek ik te jong of te oud of zoiets, want de N.S.B- er, die bij de uitgang stond, verwees mij met een snelle hoofdknik naar een aparte poort. En zo doende bleef ik met een onvoorstelbare schrik toch vrij man’. ’Na de oorlog heb ik tijdelijk geld opgehaald voor het ziekenfonds voor Moergestel en Oisterwijk. Dat werk kreeg ik van Theo Verba- kel sr. (schilder), de toenmalige commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten in Moer gestel. Ik deed dat alleen omdat ik dan niet naar de schoenfabriek terug hoefde, want ik wilde nog steeds buschauffeur worden’. ’In maart 1945 kreeg ik eindelijk een kans. Er moesten vrijwilligers ingezet worden voor het ’Hulpkorps van het Rode Kruis’. De volontairs moesten chauffeurswerk doen in het westen van Nederland, dat drie maanden later bevrijd zou worden. Na een proefrit, waar ik direct voor slaagde, moest ik mij op 2 mei 1945 in Breda mel den. Het gebied, waar ik terecht kwam was Delft en omgeving; later was ik ook nog in de streek rond Arnhem’. ’Je kunt je niet voorstellen, wat ik daar heb mee gemaakt. De hongerwinter had in het Westen van Nederland keihard toegeslagen. Voor de lol heb ik ook eens bloembollen en suikerbieten ge geten. Maar het is niet te geloven, dat je daarvan zou moeten leven’. Spanje en Frankrijk bezocht. Ze hebben samen geweldig van de natuur in de bergen genoten. Een tijd om nooit te vergeten. ’Gelukkig heb ik veel met de video-camera opge nomen en kunnen wij nog dikwijls van die reizen genieten’. Jantje is ook veel met kennissen in Zeeland gaan vissen. Het is echt geen visserslatijn als hij zegt, dat ie wel ooit met 50 stuks op huis aan ging. Ve lerlei soorten kreeg hij aan de haak, zoals bot, schol, wijting, geep en steenbollekes. ’Ik heb ook wel op bakvissen en meerminnen ge vist’, zegt Jantje. ’Maar ik denk, dat mijn aas niet deugde!’ De laatste jaren doen Jantje en Anneke het wat kalmer aan, maar bij goed weer gaan ze toch re gelmatig naar de H. Eik in Oirschot. ’Een geluk heb ik’, zegt Jantje, ’ik zit nu op een bankske naast ons Anneke en om met elkaar te buurten hoeven wij niet meer te wachten op de preek van de pater’. ’Tegenwoordig worden er bij de H. Eik geen lange preken meer gehouden en ik zeg meerder keren tegen ons Anneke: Witte het nog, het was nog vur den oorlog!!!’ t Aan het gezellige leven met de conductrices kwam echter al vlug een einde; de kosten werden te hoog. Jantje: ’Ik kreeg dus direct contact met de reizigers en zodoende kende ik na enkele ja ren nagenoeg iedereen die met mij op de rit van Tilburg naar Eindhoven meereisden. Meer dan 17 jaar heb ik deze route gereden. Ik wist op het laatst precies wie wanneer mee moest. Het is weleens voorgevallen, dat een vaste klant niet bij de halte stond. Ik dacht, dat is niet in or de en ben toen naar zijn huis gereden. Een keer met claxon was voldoende om de man, die zich nog maar half had geschoren, in de bus te krij gen. Hij was wel zijn jas en zijn boterhammen vergeten, maar hij kwam op tijd op tijd op zijn werk’. ’Als ik die tijd overdenk, dan heb ik voor hon derden reizigers de bustijden en de stopplaat sen een beetje aangepast. Ik tobde een beetje met de mensen aan’, zegt Jantje glimlachend. ’De directeur van de busonderneming wist na tuurlijk ook van die stopplaatsen, en bij het af scheid van Jantje als chauffeur zei hij: ’Jantje, je was net een Moergestels hondje, je stopte bij elke boom!!’ Jantje kan niet ophouden, hij wil beslist nog en kele voorvallen oprakelen. Zo moest hij indertijd op zijn rit door Best over een zeer smalle brug over het Wilhelminakanaal. Plotseling zag hij een klein meisje midden op de brug zitten. Het was onmogelijk het kind te pas seren. Hij kon nog tijdig de bus doen stoppen, is er toen zo snel mogelijk uitgestapt en kon nog net op tijd het angstig huilende meisje bij haar armp je grijpen. Een seconde later zou ze tussen de re ling van de brug door, te water zijn geraakt met wie weet welke gevolgen. De moeder van het kind hoorde het huilen en al les was weer oké. ’Jaren later stapten 2 jonge meiden op de bus’, vervolgt Jantje, ’en een ervan keek mij steeds vragend aan. Ik dacht er is iets aan de hand en uiteindelijk zei ze een beetje schuchter: 'U bent die chauffeur, die mij vroeger het leven heeft ge red. Ik moet je daarvoor nog steeds bedanken. Mijn moeder is dat indertijd door al die emotie vergeten!!’ ’Als er nieuwe dingen ingevoerd worden, dan is het voor veel mensen en speciaal voor ouderen, wel eens moeilijk om er aan te wennen. Dat was ook het geval toen het pasje 65 voor mensen van 65 jaar en ouder werd ingevoerd. Op vertoon van zo’n pasje krijgen de 65-plussers voor diverse zaken een korting op de prijs. Op zo’n pasjes staat met dikke, vette letters gedrukt: PAS 65 Toen de passen voor de eerste keer uitgereikt werden, waren er natuurlijk al meerdere mensen genoeg bussen om mij al een vaste bus te ge ven. Maar het werd snel anders. Auto’s waren nog niet te krijgen en/of niet te betalen en daar om moesten er hoe dan ook autobussen ko men.’ ’In juni 1947 ben ik begonnen op lijn 10, die liep van Tilburg via Moergestel, Oirschot en Best naar Eindhoven. Een ritje van Moergestel naar Tilburg kostte toen maar 1 kwartje. Retourkaar- tjes waren er in die tijd nog niet. Er werd enorm veel gebruik van de busdiensten gemaakt.’ Wat tegenwoordig ook ondenkbaar is, was, dat er op iedere bus ook een conductrice meereed. Volgens Jantje waren er mooie ’exemplaren’ bij. Hij vertelt lachend, dat er zodoende wel eens chauffeurs van de weg geraakt zijn en dat er wel geweest zijn die nooit meer thuis zijn gekomen. ’Och’, zegt onze verteller, ’ik ben maar altijd op de bekende weg gebleven en ik heb steeds op tijd thuis warm gegeten...!’ Trots laat Jantje een foto zien van zijn oudste dochter Joke als 16- jarige conductrice. Ze heeft als zodanig twee jaar bij hem op de bus gezeten. Thans woont ze, getrouwd met Bert Dieltjes in de Huysackerstraat 12 in Moer gestel. ’De conductrice regelde zowat alles in de bus. Als chauffeur zaten wij helemaal afgesloten van de rest in een soort cabine. Het enige contact verliep via een lampje of een belletje’. ouder; sommigen waren zelfs al in de zeventig. Toen een krasse zeventiger ook zo’n pas kreeg uitgereikt, weigerde hij ze met de woorden: ’Pas 65, ik ben al 75’. Maat dit terzijde. In de tijd, dat Jantje buschauffeur was, kregen de 65-plussers, als ze bij het kopen van een bus kaartje het pasje lieten zien, een korting van on geveer 50%. Nu wil het geval, dat er op een warme dag in Udenhout veel mensen in de bus stapten. Bijna iedereen vroeg een retourtje Tilburg. Jantje draaide de kaartjes uit de automaat en zei dan: 2,25 a.u.b.’ Twee oudere mensen reageerden evenwel wat fel als gevolg op mijn vraagprijs: ’Wij krijgen toch korting, wijn zijn toch 65 Ze hadden echter geen pasje laten zien en ik kon toch ook niet ruiken hoe oud ze waren. Het was nogal een probleem, zeker met al die drukte, om de klokautomaat weer terug te draaien en het gaf veel vertraging. Toen ik daarom een tijdje later met de volle bus in Berkel-Enschot aankwam en er een ’oudere’ vrouw instapte, die en retourtje Tilburg vroeg, verzocht ik haar haar 65 pas te laten zien. Ik dacht, ik ben haar voor. Maar owee, de vrouw valt uit: ’Wat denk je wel wie je voor je hebt, 65 plus, ik ben nog maar vooraan in de vijftig!!’ ’Ik bood mijn welgemeende excuses aan, maar ze was zeer gekrenkt. Ik dacht’, zegt Jantje, ’ze slaat erop. En het was een nogal fors uitgevallen tan te en ik schatte mijn veiligheid laag in. Vlug ver telde ik mijn ervaring van Udenhout en uiteinde lijk na ze met veel moeite voor 100% reisgeld een staanplaats in. En toch voordat ze in Tilburg bij het station uitstapte, gaf ze mij nog een dubbeltje fooi. Alles was toch weer vergeven en vergeten’. Jantje kan natuurlijk nog uren over zijn talloze ervaringen vertellen. Bij zijn pensionering kregen Jantje en Anneke de kans om van vrije tijd te genieten. Grote rei zen zijn er gemaakt. Zo werden o.a. Italië, De familie van Beers in 1961. V.l.n.r.: Vader Jan, Michel (35 jaar, Gilze), Henk (39, Papenacker), moeder Anneke van Beers-Ossenblok 77 jaar, Joke Dieltjes-van Beers (54 jaar, Huysackerstraat). Staande v.l.n.r.: Ger (47 jaar, Hilvarenbeek), Ada van Ras-van Beers (49 jaar, Past. Janssenstraat), Wil van Beers (53 jaar, Boxtel), Annie van de Wouw-van Beers (50 jaar, Past. Janssenstraat), Noud van Beers (51 jaar, Past. Janssenstraat). PAGINA 19 v

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 1994 | | pagina 19