BERICHTEN...
I-
i
a
fi
S
a
’Cursiefje
a
00 00
X 1
A
Mensen uit de
parochie
De vastentijd...
Geschiedenis
Betekenis
Tabernakel
Kandelaars
Liturgie
Vieringen
Ons kerkgebouw
Doopvont,tabernakel en
kandelaars
Gat in archief
‘Raumknoten’
Doopvont
Het eigene van een viering
Liturgie is dus ’t leven vieren, van de
wieg tot het graf. Het is een samenko
men van mensen die ’t leven met el
kaar willen delen, die samen geloven
en biddend vieren. Het geheel van
handelen bij een liturgie moet er daar
om op gericht zijn mensen aan te spre
ken; ze moeten er zich bij thuisvoelen.
Op verschillende momenten van ons
leven gebeurt dat op een eigen wijze.
Kinderen moeten op een voor hen ver
staanbare wijze worden aangesproken;
wanneer we afscheid nemen van een
dierbare overledene gebruiken we een
ander idiom dan bij een doopviering.
Werkgroepen
J.v.R.
PAGINA 9
MA8
■I
P.V.
-■■MjK H
II
door
Pastor
H. v/d Broek
Deze keer maken we kennis met An
nie van Oort van de werkgroep ‘Vol
wassenenkatechese
Met de carnaval nog vers in het geheu
gen is inmiddels de vastentijd aange
broken. Carnaval, het feest aan de
vooravond van de 40-daagse vasten, is
afgeleid van ‘carne levare’. Dit bete
kent letterlijk: het opruimen van vlees.
Vroeger werd de vasten gekenmerkt
door wat men noemde onthouding des
vlezes. Dat werd ook niet vooraf ge
gaan door carnaval, maar door vaste
navond: een avond, waarop men zich
tegoed deed aan een voorlopig laatste
overvloedige maaltijd.
Later werd de vastenavond uitgebreid
tot ‘de drie vette dagen’: zondag de
grote, maandag de kleine en dinsdag
de laatste vastenavond. Daarop ge
volgd door aswoensdag: een vasten- en
onthoudingsdag: het begin van de vas
tentijd.
Deze tijd is de voorbereidingstijd voor
pasen, ter herinnering aan Jezus, die
en zijkanten bedekt zijn.
Het oude tabernakel verhuisde naar
het Maria-altaar in de linker zijkapel.
Het altaarblad van de St-Jozefkapel
werd gebruikt voor het nieuwe hoofd
altaar (nu rastakaar) en daarop kwam
het nieuwe tabernakel te staan.
Ook het tabernakel is vervaardigd in
een eenvoudige kubistische vorm.
Wanneer je hem wat beter bekijkt val
len meteen weer die Raumknoten op,
de tralieachtige abstracte plastische
motieven, waarmee voor-, achterzijde
Redactie: Ton van Elsdingen
Sjef Nijtmans
Jo van Os
Julia van Rijsingen
Ireen Stieger
Peter Verheijen
Geheel in stijl met dit tabernakel zijn
de bronzen kandelaars die aan weers
zijden van het tabernakel op het rastal-
taar en op het vooraltaar staan. On
danks hun vrij geringe hoogte (ca 20
cm.) zijn de kandelaars erg zwaar. De
leden van de werkgroep avondwake en
gebeddiensten hadden aanvankelijk in
de liturgie van de avondwake het over
brengen van de kandelaars van het
rastakaar naar het vooraltaar inge
bouwd. Het gevaar van struikelen met
de zware kandelaars met brandende
kaars en gemorst heet kaarsvet op han
den en kleding deden hen later beslui
ten van voortzetting van dit gebruik af
te zien.
Doopvont, tabernakel en kandelaars
zijn in hun kubistische eenvoud prach
tig evenwichtig van vorm en uitwer
king en passen uitstekend in de sobe
re stenen vormgeving van onze kerk.
TvE
Speurend naar de betekenis van het
woord ‘liturgie’ kom je in het Griekse
woordenboek het woord ‘leitourgia’
tegen, hetgeen betekent: ‘een werk,
verricht in ’t algemeen belang’.
Nederlandse woordenboeken melden:
‘de inrichting van een eredienst’, of
‘het geheel van gebruiken en voor
schriften betreffende de eredienst’. De
betekenis van het Griekse woord komt
nogal vaag en algemeen over, de Ne
derlandse omschrijvingen zijn echter
mager en zakelijk: we missen hier het
persoon lijke element: de mens.
Wanneer we ons gaan realiseren wan
neer er sprake is van liturgie komen we
een stuk verder. We kunnen dan ge
makkelijk een aantal gelegenheden op
noemen: eucharistie, doopviering, hu
welijksviering, avondwake, uitvaart,
etc. Op al deze momenten komen me
nsen bijeen, in al deze samenkomsten
wordt gelezen in de H. Schrift, bij al
deze gelegenheden wordt iets gevierd:
momenten uit het leven van mensen,
en bovendien: we doen het samen,
biddend tot God.
Liturgie zou je dus beter kunnen om
schrijven als: ‘t samenkomen van ge
lovigen rondom de Schrift om (mo
menten uit) het leven te vieren en el
kaar en God te ontmoeten’.
Niet zo lang geleden was hij nog op de
televisie te zien, de doopvont van on
ze kerk. In de vervolgserie over ‘de ze
ven sacramenten’, die een aantal zon
dagen achtereen te zien was bij de
KRO op de zondagmiddag, was een
aflevering gewijd aan het H.Doopsel.
Voor die aflevering had men ook opna
men gemaakt van een doopviering in
de kerk van Moergestel. Hierbij was
de fraaie doopvont goed te zien. Reden
om in deze serie over ons kerkgebouw
en alles wat zich daarin bevindt eens
nader kennis te maken, niet alleen met
die doopvont, maar tegelijk ook met
het tabernakel en de zes zware kande
laars die het altaar sieren.
Want al deze werken zijn gemaakt
door dezelfde kunstenaar, de Tsjechi
sche Duitser Otto Herbert Hajek.
Nu treft 't echter slecht dat over deze
toch in een vrij recent verleden ver
vaardigde en aangeschafte kunstwer
ken bijna niets bekend is. In ’t jaar van
aanschaf (1959) was H. van den Boo
gaard pastoor van Moergestel. Hij was
een man van grote importantie en ge
wicht en hij had vele kwaliteiten.
Moergestel heeft dan ook veel aan hem
te danken. Eén ding heeft hij echter la
ten versloffen: het archief van de paro
chie. In ’t parochiële archief gaapt een
groot gat in de periode van zijn pas-
toorsschap. Daarom is over de aan
schaf van de onderhavige kunstwerken
niets officieels meer bekend. Ook het
bisdom kon geen informatie geven.
Enig verder speurwerk leerde echter
dat Pastoor van den Boogaard in 1959
eerst het tabernakel en de kandelaars
door schenking verwierf. Hoogstwaar
schijnlijk is hij indertijd door
Jan Dijker en/of rector Egbert Dek
kers op Hajek attent gemaakt. Deze
kunstenaar schiep n.l. veel kunstwer
ken voornamelijk voor R.K.-kerken.
Het was Pastoor van den Boogaard wel
toevertrouwd om de benodigde gelden
hiervoor te verwerven. De doopvont,
die enige tijd later werd aangekocht,
kon niet meer (geheel) uit de schen
king worden betaald. De laatste beta
lingen door de parochie zelf zijn hier
voor nog gedaan tijdens het pastoors-
schap van Pastoor Müskens.
Otto Herbert Hajek, geboren op 27 ju
ni 1927, was een Duitse beeldhouwer
van Tsjechisch-Duitse afkomst.
Hij woonde en werkte lange tijd in
Stuttgart, maar daarna ook in Parijs.
Zijn opleiding ontving hij aan de Aca
demie van Stuttgart (1947-1964). Hij
begon te werken in een eenvoudige
stijl van simpele doorboorde vormen.
Geleidelijk ontwikkelde zijn stijl zich
en vervaardigde hij in zijn streven
ruimte met object te verbinden tallo
ze kubistische sculpturen, abstracte
metaalplastieken die hij ‘Raumknoten’
noemde, tralieachtige constructies in
vele variaties en grillige vormen. Hij
schiep zijn kunstwerken in een tijd,
waarin veel beeldhouwers in metaal
werkten: brons, staal, ijzer en alumi
nium. Die materialen waren in die tijd
gemakkelijker verkrijgbaar dan ge
schikte hout- of steensoorten en ook
gemakkelijker te bewerken: metaal is
rekbaar en kan in draden worden ge
trokken, en pletbaar, zodat het door
hameren in vorm gebracht kan worden
of door druk in een mal kan worden
gevormd.
Vanaf 1963 veranderde zijn stijl zich
opnieuw, waarbij hij overging tot
abstracte plastieken van beschilderd
aluminium of hout (z.g. ‘Farbwege’).
De doopvont en ook het tabernakel en
de kandelaars stammen echter uit de
tijd van de ‘Raumknoten’.
Wanneer we de zware bronzen doop
vont bekijken, zien we op een vierkan
te grondplaat vier vierzijdige stutten
staan die een vierzijdige bak dragen.
Het bronzen deksel is versierd met
abstracte motieven, bestaande uit
blokjes en staande vierkante staafjes,
enigzins lijkend op het silhouet van
een stad met huizen en hoge flatgebou
wen. Vandaar waarschijnlijk ook de
naam die de doopvont (van origine?)
heeft gekregen: ’de stad’. De doop
vont werd niet geplaatst in de doopka
pel links achter in de kerk, maar rechts
vooraan op de plaats waar vroeger de
preekstoel stond. De oude grote acht-
zijdige doopvont werd verplaatst naar
het kerkportaal, waar hij nu nog steeds
staat.
Dat verschil in benadering vinden we
weerspiegeld in de werkgroepen die
werkzaam zijn in onze parochie. Na
tuurlijk in de werkgroepen van de
Raad voor liturgie: kindemevendienst,
gezinsviering, de werkgroep liturgie
(algemeen), jongerenliturgie, avond
wake en gebedsdienst. Ook in de an
dere raden zijn er werkgroepen die
Je kunt zeggen, wat ie wilt, maar je
leerde wel ergens tegen te kunnen; je
leerde wel tevreden te zijn, ook als je
niet altijd kreeg, waar je zin in had.
Waar ik het over heb??
Over vasten! Een heel ouderwets
woord.
Wat is dat: vasten?
Minder eten, iets niet of minder ge
bruiken (vlees b.v. of snoep, drank, si
garetten). De mensen van de Islam
kennen dat nog. Hun vasten heet: Ra
madan. Dat bestaat in niet drinken of
eten na zonsopgang en voor zonson
dergang.
De christenen kennen het in zo ’n soort
vorm nauwelijks meer. Sommige vor
men van vasten worden niet meer zo
zinvol bevonden. Als je b. v. vis veel
lekkerder vindt dan vlees is dan geen
vlees eten: vasten?? Doe je dan iets
zin vols, iets goeds?
Een heel begrijpelijke vraag.
Maar toch... jezelf eens iets kunnen
ontzeggen, niet alles willen hebben,
niet alsmaar consumeren... is psy
chisch gezond. Het bouwt wat weer
baarheid op, het sterkt het gevoelen
van tevredenheid. Is het daarmee dan
een christelijke daad?
Ook alweer een goeie vraag. Maar we
komen al dichter bij de bevestiging
van zo’n vraag...
Als je iets niet doet, omdat het voor de
ander beter is, b. v. niet roken, als een
ander daar last van heeft, dan zien we
de zinvolheid al wat beter in...
Als je iets uitspaart, zodat je wat meer
kunt geven aan een goed doel.dan
wordt het toch wel echt zin vol geloof
ik.
Vandaar die vastenaktie: iets uitsparen
om een project te steunen in de derde
wereld.toch niet zo ouderwets!
En als je daar zelf wat meer ruggegraat
van krijgt, is dat mooi meegenomen.
MOERGESTEL-NIEUWS’ WOENSDAG 9 MAART 1994
middelbare scholieren over de (Chris
telijke) opvoeding van kinderen in een
bepaalde moeilijke levensfase.
Jammer genoeg lukt het niet meer om
voldoende mensen bijelkaar te krijgen
om dieper op geloofs- en levensvragen
in te gaan.
De groep volwassenenkatechese telt
momenteel 12 leden, waarvan 3 heren
en 9 dames, maar we staan nog steeds
open voor nieuwe leden.
Waar is de werkgroep Volwassenen
katechese tegenwoordig mee bezig?
De laatste jaren zijn we vooral bezig
met het organiseren van bijbelleesa-
vonden. Vorig jaar het evangelie van
Johannes, dit jaar dat van Marcus. In
een jaar spitten we dan een evangelie
helemaal door. Vaak kennen de men
sen wel allerlei losse verhalen, maar in
zo’n heel evangelie zie je veel grotere
verbanden.
De pastor en iemand van de werk
groep bereiden om de beurt een avond
voor om zo meer de achtergrondinfor
matie te kunnen geven.
Er zijn veel ontwikkelingen in de bij
belwetenschap. Er worden nog regel
matig ontdekkingen en vondsten ge
daan, waardoor er een andere kijk op
verhalen uit de bijbel ontstaat.
Hoe gaat zo’n bijbelleesavond in zijn
werk?
Van te voren spreken we met de groep
af om een bepaald stuk zelf door te ne
men. Op de avond dat we bij elkaar
komen leest dan ieder om de beurt een
gedeelte voor. Daarna praten we over
wat we gelezen hebben. Ieder kan dan
zijn reactie geven; omdat het een heel
gevarieerde groep mensen is, kan die
heel verschillend zijn.
Die gesprekken geven de mogelijkheid
van zelfbezinning en ontplooiing. Het
is voor sommige mensen vaak de eni
ge plaats, waar ze over het geloof kun
nen praten.
De groep bestaat uit zo’n 15 tot 20
deelnemers, vooral dames.
Helaas weinig jongeren.
Er is geen speciale voorkennis of ont
wikkelingsniveau nodig; iedereen die
geïntereSseerd is kan meedoen. De
bijbelleesavonden zijn dus niet alleen
voor de leden van de werkgroep.
We komen elke maand een keer bijel
kaar in het parochiecentrum.
Een andere activiteit van de groep is
het verwelkomen van nieuwkomers in
het dorp.
Is er nog belangstelling van nieuwko
mers voor informatie over de paro
chie?
In de loop van de jaren is dat wel min
der geworden. We kregen de adressen
altijd van de gemeente door, maar in
verband met de privacy wordt dit bin
nenkort niet meer gedaan.
We verwachten dat de nieuwkomers
zelf zo attent zijn, om even bericht te
doen naar de pastorie dat ze opgeno
men willen worden in het parochiere-
gister.
Verder zullen de leden van de werk
groep en de parochievergadering erop
letten of er in hun buurt nieuwe bewo
ners zijn gekomen. De nieuwkomer
krijgt dan van de werkgroep een enve
loppe met een welkomstbrief en infor
matie over de parochie in de bus.
Daarbij staat ook de naam en het tele
foonnummer van een van de leden van
de werkgroep.
Wie prijs stelt op verdere informatie of
andere zaken kan zelf een afspraak
maken voor een huisbezoek wat vaak
heel leuk en zinvol is.
Wie wat meer wil weten over de
werkgroep Volwassenenkathechese
of over de bijbelleesavonden kan
contact opnemen met Annie van
Oort, ’t Stokske 1, telefoon 1389.
zich 40 dagen in de woestijn terug trok
om zich voor te bereiden op zijn le
venstaak.
In de vroegere vastentijd mocht men
slechts 1 keer per dag een volle maal
tijd gebruiken en mocht men bij de 2
andere maaltijden minder eten dan ge
woonlijk. Daarnaast kende men de
onthoudingsdagen, waarop het ge
bruik van vlees en jus verboden was.
Dit heeft in de RK-kerk geleid tot een
viscultus op de vrijdag, die het gehele
jaar door als een onthoudingsdag
moest worden nageleefd. Mensen die
ziek waren of zware lichamelijke ar
beid moesten verrichten konden dis
pensatie oftewel ontheffing krijgen
voor vaste- en onthoudingsdagen. Ook
het gebruik van genotsmiddelen zoals
tabak, drank en snoep was taboe. Kin
deren die snoep of ander lekkers kre
gen bewaarden dit in hun vastentrom
meltje of snoeptrommeltje. Dit alles
moest de gelovigen afleiden van het
aardse bestaan om zo tot inkeer en be
zinning te komen.
Tegenwoordig heeft voor de meeste
katholieke mensen de vastentijd geen
of weinig betekenis meer. Voor som
migen misschien hooguit een tijd van
inkeer en bezinning.
i
Wilt U iets over Uzelf vertellen en
over wat U aantrok in deze werk
groep?
Ik ben Annie van Oort en geboren (in
1930) en getogen in Moergestel op het
zelfde adres waar ik nu nog woon.
Zo’n kleine 20 jaar geleden kwam ik
bij de werkgroep. Heel toevallig; om
dat ik destijds voorzitter was van de
K.V.O. (Katholieke Vrouwen Organi
satie) werd mij gevraagd om te probe
ren de leden aan te sporen zich aan te
sluiten bij de werkgroep volwassenka-
techese. Maar als je mensen ergens
warm voor wilt krijgen kun je zelf niet
achterblijven. Daarom heb ik mezelf
ook aangemeld; waar ik nog steeds
geen spijt van heb.
Het is een heel fijne groep om mee sa
men te zijn. In het begin was het even
aftasten: wat doet de groep, waar
houdt zij zich mee bezig? Daar was ik
gauw achter en het beviel me erg goed.
Ik kreeg ook te horen wat de doelstel
ling van de werkgroep was en daar wil
ik even op ingaan.
De doelstelling is in de eerste plaats:
tot zelfbezinning komen in het ge
loofsleven. Op de tweede plaats het
doorgeven van katechese aan anderen.
Men deed dit eertijds o.a. door het or
ganiseren van wijkgesprekken. Men
hield zich bezig met allerlei actuele za
ken, zoals de medische ethiek, de
Islam en feministische theologie.
Soms werden er sprekers aangetrok
ken en nodigen we iedereen uit die be
langstelling had.
We deden ook mee aan vormselbege-
leiding, organiseerden gespreks- en
discussieavonden voor ouders van
TvE
fase in ’t leven van mensen. Binnen de
raad voor katechese vinden we de
werkgroepen doopkatechese, gezins-
katechese, eerste communie, vormsel,
jongerenpastoraathuwelijksvoorbe
reiding en volwassenenkatechese. Bin
nen de raad voor diakonie o.a.het zie
kenpastoraat en de werkgroep rouw
verwerking. Al deze groepen zijn, ka-
techetisch, diakonaal of liturgisch, ge
richt op een bepaald aspect of moment
in ons leven, en kennen daarbij een
eigen specifieke benadering en soms
een eigen taal. Maar de gemeenschap
pelijke noemer in de vieringen is de sa
menkomst van gelovigen, rondom het
woord van God, om samen biddend
het leven te vieren.