Hans de Brouwer: ’Unne ’goeie’ moet veul praoten, weinig zeggen en goed luisteren s i 1 ■SSr I 1 8 Smolders Interessante ontmoetingen (8): ’Ons moeder was een echte Brabantse café-moeder...’ MR Logement, Stalling, Rijtuigverhuurder. VLEESCHHOU WER. Café- Rest* ’Tinneke’ ’Belastingkantoor’ Niemand weet eigenlijk precies te vertellen in welk jaar van de vorige eeuw het allemaal is begonnen. Uit een oud dokument van de Kamer van Koophandel te Tilburg blijkt echter duidelijk, dat het nu nog bestaande café al in 1896 een ’uitbatings’-vergunning had. Ook blijkt, dat er een ad vertentie is geplaatst in de Oisterwijksche en Moergestelsche Kermis- Courant van september 1899... ’D’n Teep’ Fooi Dansen in Moergestel <- "'5 V*' i z' MOERGESTEL-NIEUWS’ WOENSDAG 2 MAART 1994 PAGINA 6 Hans, Ricky, Jan-Hein en Monique met het in dit verhaal beschreven ’tinneke’ in de hand. Comelis Smolders: alias ’D’n Teep’... Hans al op jeugdige leeftijd in training voor Luik-Bastenaken-Luik. een nieuw liedje hoorden, probeerden we dat tij dens een dansavond uit. De eerste keer was dat wel moeilijk, maar de derde maal zong en danste iedereen mee’. MOERGESTEL. KOLONIALE WAREN. Nteedi Toorh*»d»aAt'ere», //w>, SpeA, Koek, mt ’Het was zijn soort humor. Bij het afrekenen be taalde Jan ons altijd met guldens, kwartjes en dubbeltjes’. ’Want groot geld Gust je, heb ik niet’. En Gustje herhaalt: ’Het was een prachti ge tijd. Het waren dansavonden met veel walsen en foxtrots en bij warm weer emmers vol zweet. De dampen kwamen door de ramen en deuren naar buiten’. ’Jan de Brouwer stond bij de deur om het toe gangsgeld te innen. Niemand kwam er voor niets in. Ook laatkomers, die wat moed inge dronken hadden, om de stap te wagen, moes ten zelfs om kwart voor tien nog 0,15 beta len’. ’Gevochten is er nooit. Het was er hartstikke druk en oergezellig. Om tien uur precies was het sluiten en dikwijls stond politie Van Geersaem aan de deur. Tijd is tijd. De jongelui kwamen van Boxtel, Haaren, enz. Zelfs uit Reusel in de vervolg op pagina 7 De advertentie uit de Oisterwijksche en Moer- gestelsche Kermis-Courant in 1899. (Bron: ’De Kleine Meijerij’, Vlugschrift van de Heemkundekring, jrg. 43 (1992), afl. 3). Jan de Brouwer was toch wel een beetje uitgesla pen. Door een lumineuze ingeving had hij er voor gezorgd, dat hij net voor de oorlog een flin ke voorraad drank had ingeslagen. De gehele partij flessen geestrijk vocht werd in de grond be graven. Achter in de hof. ’Sterke drank bederft niet, als je het goed opbergt’, zegt Hans en nipt nog eens aan zijn borreltje... De gehele voorraad jenever kwam tijdens de donkere oorlogsjaren goed van pas en het borreltje ’van voor de oorlog’ smaakte prima. Wat het drinken van vroeger betreft, vertelt Hans, dat vroegere vervoerders met paard en kar goederen moesten bezorgen van Tilburg naar Oirschot, Eindhoven of nog verder. In Moergestel aangekomen (hun eerste stop), dronken ze dan in Café de Brouwer een apart klein borreltje. Zo klein glaasje had de naam van ’n ’Tinneke’. De voerlui dronken hun ’tin neke’ half leeg. Bij hun vertrek werd het half volle glaasje op de lambrizering gezet. Op de terugweg werd het halfvolle ’tinneke’ dan gele digd. Jeanne Smolders is in 1939 getrouwd met Jan de Brouwer. Hans vertelt, dat zijn vader geboren is in 1904 op Kerkhoven in Oisterwijk. ’Hij was een boerenzoon. Voor zijn trouwen heeft hij twintig jaar als monteur bij het landbouwwerk- tuigenfabriek van Heesters in Haaren gewerkt. Bij het uitbreken van de mobilisatie eind augus tus 1939 heeft hij met zijn motor een vrij ernstig ongeluk gehad. Mijn vader kreeg toen een ge compliceerde beenbreuk. Door die omstandighe den is hij toen niet meer opgeroepen voor mili taire dienst’. Jan de Brouwer is vanaf 1940 definitief kastelein geworden. Wie de oorlog heeft meegemaakt zal zich beslist herinneren, dat er weinig of niets te krijgen was. Ik vraag aan onze gastheer hoe zijn vader tijdens de oorlog aan sterke drank kwam... Voor deze ’Interessante ontmoeting’ ging Gerard Knijpers op bezoek bij Café-Res- taurant De Brouwer. Hij sprak er met Hans over het ontstaan van het café, dat volgend jaar haar 100-jarig bestaan viert. Namen als ’D’n Teep’, ’t ’tinneke’, ,’t be lastingkantoor’, ’de Melodisten’ zijn ei genlijk allemaal verhalen op zich die in het hierbijgaande verhaal de revue passeren. De foto’s komen ook nu weer uit het familie-archief; de familiefoto werd ge maakt door Chris van den Bijgaart. Dan vertelt Hans een andere leuke herinnering aan zijn vader. Zijn vader zou elke dinsdag naar het ’belastingkantoor’ zijn gemoeten. ’Mijn moe der zorgde er dan altijd voor dat mijn vader er pontificaal uitzag. Prachtige zwarte jas, hagelwit te sjaal en nog wittere manchetten. Maar dat ’be lastingkantoor’ bleek een café te zijn ergens in de buurt van Moergestel. Daar ontmoette hij dan zijn vrienden kasteleins. Mijn moeder, die dat wel door had, kon dat goed hebben. Ze zei steeds: ’Die jongelui moeten toch ook wat heb ben. Ze hebben toch al zo’n klein beetje’. Hans voegt er aan toe, dat Ricky er ook zo over denkt en barst vervolgens weer uit in een gezellige lach bui. Hij vraagt me: ’Dè is bij jullie toch ook zo?’ Ik knik begrijpend toe!!! ’De zaak liep uitstekend. Mijn ouders hebben zeer veel bruiloften en partijen verzorgd en veel verenigingen waren er kind aan huis. Tijdens de oorlog werden er al plannen gemaakt om een zaal te bouwen. Na de oorlog was het een groot pro bleem om aan bouwmaterialen te komen. Op 4 juni 1950 heb ik de eerste steen mogen leggen’. Over zijn grootvader Cees Smolders, die Hans overigens zelf niet gekend heeft, vertelt hij, dat ouderen in Moergestel hem zich nog wel zullen herinneren. Hij werd geboren op 4 april 1857 in Moergestel en is op 18 maart 1940 overleden. Dit was dus net voor het uitbreken van de oorlog. Hij was toen 83 jaar oud. In die betreffende mededeling staat, dat er bij Cees Smolders te Moergestel een stalhouderij was, waar men eveneens rijtuigen kon huren. Ook was er een ’vleeschhouwerij’ en werden er koloniale waren aangeboden. Tevens werd ver meld dat hij een logement bezat. Men kan dus gerust stellen, dat rond 1896 wel het begin moet zijn geweest van Café-Restaurant de Brouwer. Dit volgens de huidige eigenaar Hans de Brou wer, die een kleinzoon is - via moeders’ kant - van Cees Smolders. Het logement hield in, dat men er kon overnachten en eten. Al bij al betekent het bovenstaande, dat de fa milie de Brouwer in 1995 het eeuwfeest kan gaan vieren... Onze verteller Hans de Brouwer zegt, dat hij van het verleden niet veel weet. Tijdens het bekijken echter van allerlei oude foto’s komen vele herin neringen als vanzelf naar boven. Soms lijkt het of Hans graag in die tijd had willen leven. Steeds zegt hij: ’Wat was dat toch een schone tijd!’ In het archief van Hans zitten soms unieke plaat jes. Hans kan het niet laten, om bij het zien van die oude foto’s er heerlijk over te vertellen. Re gelmatig klinkt er een aanstekelijke lach. Ik neem aan, dat vele mensen zich dat kunnen voorstellen. Hans met zijn humor en zijn oude portretten. Je komt er niet onderuit. Wie op zo’n moment geen plezier heeft, lacht volgens mij nooit. De sfeer van gezelligheid wordt nog verhoogd, doordat Ricky heel goed voor ons zorgt. Eerst koffie en later natuurlijk een borreltje. Cees Smolders moet een markant dorpsfiguur zijn geweest. In heel Moergestel was hij bekend onder de namen ’D’n Eenarm’ of ’D’n Teep’. Vroeger was het in Brabant gebruikelijk, dat bijna iedereen een bijnaam had. Hoe Cees Smolders aan die naam kwam? Hans vertelt, dat zijn grootvader een arm verloren heeft door het terugketsen van een schot hagel bij een jachtpartij. Hij hield niet meer over dan een ’stumpke’. Hij droeg daarna een prothese, be staande uit een houten arm met een hand en een leren manchet. ’De bijnaam ’D’n Teep’ vond mijn grootvader niet erg’, zegt Hans. Vervelend was wel, dat die naam overging op zijn moeder. Dat werd niet zo leuk gevonden. ’Het was voor mij’, zegt Gustje, ’een geweldige tijd. We kregen voor het spelen 10,- per per soon per avond en vijf glazen bier. Maar ik kreeg van Jan de Brouwer altijd één gulden ’fooi’. Die ’fooi’ hield in, dat ik de ober - Jos van de Ham uit Hilvarenbeek - een pot bier moest geven. Als ik dan moest afrekenen, moest ik met die gulden betalen en dan zeggen: ’Laat de rest maar zitten’. ’Een pot bier kostte toen 0,35. Dat hele ritu eel werd dan nauwlettend gevolgd door kastelein Jan de Brouwer. Jan kon dan zeggen: ’Mar Gust je, gij maakt het, gij beurt hier veul geld, gij kunt royaal leven’. En Gustje was zijn ’fooi’ kwijt en Jan de Brouwer had het grootste plezier. Dat spel heeft Jan de Brouwer 12 jaar gespeeld. ’Elke keer als het dansen was afgelopen zei de kastelein: ’Deze keer ging het niet zo goed. De vorige keer ging het beter’. En als Gustje dan vroeg: ’Mogen wij de volgende week weer te rugkomen?’ zei Jan, dat hij dat nog niet wist. Er vroegen zoveel muzikanten om bij Jan te mogen spelen. ’Die andere spelen ook van alles en ze zijn niet zo duur’. Maar toch mochten ze steeds terugkomen. Hans zegt vol trots: ’Mijn moeder had wel dege lijk twee armen en die heeft ze haar hele leven heel goed gebruikt om uit de mouwen te steken’. Grootvader Cees had tien kinderen. Twee zijn er in Moergestel blijven wonen, n.l. dochter Jean ne (Hans’ moeder), die het café voortzette en zoon Frans, die naast het café een slagerij bouw de, waar weer later Toon Franken de slagersak- tiviteiten heeft voortgezet. Vandaag de dag is er Pizzeria Amon gevestigd. Velen hebben het optreden van Hans gezien tij dens het Carnavalsconcert van de harmonie. Hans wist al ’zingend’ de zaal tot groot enthou siasme op te zwepen en had er de grootste lol in de pizzadozen met inhoud en al de zaal in te kei len. Als we het toch over pizza’s hebben merkt Hans op dat de eet- en drinkgewoonten in de laatste honderd jaar enorm veranderd zijn. ’Om de veertien dagen werd er gedanst in onze zaal. Dat gebeurde dan van zes tot tien uur pre cies’. Hans raadt me aan om eens te gaan ’buurten’ met Gustje van Haaren in de Korenstraat op nummer 19. ’Die heeft bij ons meer dan 12 jaar muziek gemaakt.’. Met veel plezier heeft Gustje mij verteld hoe het allemaal in zijn werk ging. ’Ik heb’, zegt Gust je, ’al gespeeld op de eerste kermis na de oorlog. Het was in juli 1945. Ik was toen 17 jaar. De zaal was toen al in aanbouw. De vloer bestond nog ge heel uit zand. Langs de muren werden steiger- planken gelegd, waar de tafels en stoelen op wer den geplaatst. Op de rest van de stoffige ’dans vloer’ werd gedanst. Het orkestje bestond uit drie personen: Jantje Jansen uit Oisterwijk speelde accordeon; Frans van Esch, thans wonende op het Vunderke, speelde ook accordeon en ikzelf zat aan het drumstel. We noemden ons ’De Fairboys’.’ ’We speelden bekende tophits uit die tijd. Lied jes die ook nu nog bekend zijn’. Gustje noemt ze op: ’Als de klok van Arnemuiden’, ’Trees heeft een Canadees’, ’Louise zit niet op je nagels te bij ten’, ’Aan het strand stil en verlaten’, ’Mijn ach terband is wel wat slap, maar dat geeft niet lieve pop. Spring maar achterop’, ’Als ik tweemaal met mijn fietsbel bel, ja dan weet je ’t wel’, Gust gaat maar door.’O ja, nog één liedje: Jan Maat houdt van zingen in een klein café. Jan Maat niet aan elkaar schrijven’, zegt Gustje, ’dat was niet dezelfde als die van vandaag’!!! Vijf jaar later is Gustje overgegaan naar een nieu we groep, die zich ’De Melodisten’ noemde. In deze groep werkte hij samen met P. Pijnen burg uit Udenhout en Theo Groenland uit de Kloosterlaan. ’Gerepeteerd werd er nooit. Als we ■tocx x F

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 1994 | | pagina 6