n
Water in de tuin
^Moergestel
atuurliik
n
Natuurlijke tuintips
Voor een waterrijke tuin
Natuur in eigen tuin (5)
26
Water in de tuin brengt leven in de tuin. Nergens is de natuur zo rijk
als op de grens van water en land. Vele soorten planten hebben water
of moeras als groeiplaats. Veel diersoorten gebruiken water als
leefgebied, voedsel- of drinkplaats of overwinteringsplek. Geen tuin is
te klein om ergens een plek te creëren met waterleven.
INA 8
MOERGESTEL-NIEUWS - WOENSDAG 2 JUNI 1993
PAGINA 9
n J
Groenstructuurplan Moergestel 'Spuit er uit, natuur er in'
Plaatskeuze voor een vijver
Bij de plaatskeuze moet gezorgd worden voor
voldoende licht. Voor een goede plantengroei
Water in de vijver
Voor het vullen en bijvullen van de vijver kan
het beste leidingwater worden gebruik waar
van de zuurgraad en hardheid eventueel kan
worden aangepast door speciale meststoffen.
Zuurgraad en hardheid moeten goed zijn om
planten en waterdieren in leven te houden.
Regenwater is in het algemeen te zuur. In te
zuur water verdwijnen planten en dieren,
zoals in steeds meer vennen het geval is.
ow
rer.
igd
ee-
iek
tel.
Moeras- of natte oeverplanten zijn o.a.:
Kalmoes (Acorus calamus)
G. waterweegbreef/lfema plantago aquati-
P-
k-
>st
1Er zijn vele boeken geschreven over aanleg
en onderhoud van vijvers, beken, watervallen
e.d.. Een voorbeeld is:
Hofman, Ada, Het vijverboek, Ede, 1991,
ISBN 90 210 03651.
MJ5
n!
kt.
>P
in
id
irst
net
in-
;r.
tu
ns
12-
‘Natuur in eigen tuin’. Onder deze titel verschijnen zes weken lang artikelen in
Moergestel Nieuws, met informatie over, en tips voor tuinieren met de natuur
Natuur houdt niet op bij beschermde natuurgebieden en is niet alleen de verantwoor
delijkheid van Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer. Het is de verantwoordelijjk-
heid en vreugde van ons allemaal. In de eigen tuin is nog heel veel mogelijk. Om
tuinbezitters op ideëen te brengen deze artikelenreeks.
De reeks bestaat uit zes artikelen. De onderwerpen: 5 mei, Tuinieren met de natuur; 12
mei, Van bloemrijk gazon tot bloemenweide; 19 mei, Van vlinderrijke plantperken en
borders tot natuurlijke randbeplantingen; 26 mei. Van vlinderstruiken tot vogelbosjes;
2 juni, Water in de tuin; 9 juni, Bijzondere milieu's en elementen in de tuin.
De artikelen zijn geschreven door Johan Kollen van Nieuwland Advies, de opstellers
van het Groenstructuurplan. Johan Kollen is zelf een enthousiast natuurtuinier en heeft
al vele tuinen aangelegd. Praktische tips van iemand die uit eigen ervaring praat.
3. Bij Ada Hofman, schrijfster van Het
Vijverboek (zie tip 1), zijn ook educatieve vij-
vermodeltuinen te bezichtigen. Hier liggen
rondom drie grote natuurvijvers, 28 model-
tuintjes met daarin 42 vijvers. Genoeg dus
om inspiratie op te doen! Waterflora Ada
Hofman, Westeindigerdijk 3, 7778 HG
Loozen, 05246-2448. Open van 1-4 tot 1-11.
5. Water- en moerasplanten zijn tegenwoor
dig bij veel tuincentra verkrijgbaar. Specialist
in waterplanten is o.a. Nimfea (Gebr. van
Tol), Vossenburchkade 113, 2805 PD
Gouda.
Bijzondere watermilieus
Aansluitend op een vijver kan ook een moe
rasje worden aangelegd met specifieke moe
rasplanten. De variatie in milieuomstandighe-
den, en daardoor de verscheidenheid in plan
ten en dierenleven, wordt nog groter wanneer
het moerasje overgaat naar een vochtige tot
droge bloemenweides.
Stromende beken of watervallen kunnen aan
een tuin met vijver een extra dimensie geven
mits deze op een natuurlijke wijze worden
vormgegeven en ingepast. Een al te kunstma
tige constructie kan het natuurlijke karakter
van een tuin schaden.
2. In Noord-Brabant zijn vele natuurtuinen
en parken te bezichtigen waar ook vijvers,
poelen, moerasjes e.d. zijn aangelegd. Een
overzicht wordt gegeven in de Oase
Heemtuin Gids, verkrijgbaar door overma
king van 15,— op giro 6318003 van de
Landelijke Werkgroep Heem- en
Natuurtuinen te Munstergeleen.
Voorbeelden zijn;
Bergeijk, IVN-Wilde plantentuin,
Patersbos, 04975-4013 (o.a. vijvertje met
moerasgedeelte),
Aarle-Rixtel, Natuurtuin 'De Bimd',
Beekseweg, 04928-1851 (o.a. vijver met
plas-drassituatie)
Etten-Leur, 'D'n Ouden leemput',
Heistraat, 01608-34882 (o.a. een kunstma
tig beekje, vijvers en moeras),
Nuenen, Wilde plantentuin, Kloosterhof,
Park 3a, 040-835295 (o.a. vijvertje met
moeras, sloot en greppel),
Oudenbosch, Heemtuin in Arboretum
Oudenbosch, Ankerstraat, 01652-15008
(o.a. amfibieënpoel en formele vijver),
Rucphen, Heemtuin, Baanvelden 12,
01654-6346 (o.a. een compleet beekstelsel).
(Callitriche spec.)
(Ceratophyllum spec.)
(Elodea spec.)
(Hottonia palustris)
(Lemna trisulca)
Vijveronderhoud
Ondiepe vijvers kunnen snel dichtgroeien.
Voor het behoud van open water moet de
watervegetatie geregeld gedund worden, het
liefst in september. Met de planten worden
ook voedingsstoffen afgevoerd waardoor te
voedselrijke omstandigheden en daarmee
overvloedige algengroei worden tegengegaan.
Vijverbodems moeten af en toe geschoond
worden, vooral wanneer jaarlijks veel blad
inwaait. De frequentie is afhankelijk van de
mate van ophoping van blad en ander afge
storven plantmateriaal, maar in ieder geval
niet meer dan 1 maal per jaar in de maand
september.
Een deel van het plantafval op de bodem
laten liggen is gunstig voor in de bodem over
winterende dieren zoals de Groene kikker.
Water in de tuin als levensbron
Tuinvijvers kunnen nog een grote natuur
waarde opleveren door de vele soorten plan
ten en dieren die van water min of meer
afhankelijk zijn. De hoeveelheid leven en de
aanwezige soorten zijn afhankelijk van groot
te, diepte, watersamenstelling en -kwaliteit,
bodemsoort, mate van beschaduwing. Deze
bepalen uiteindelijk welke planten er kunnen
groeien, of er kikkers, padden of salamanders
in komen, of er libellen boven komen jagen,
of er bijen en vogels komen drinken en of er
Groene kikkers in zullen overwinteren. Voor
de tuinbezitter kan een vijver een bron van
natuurbeleving zijn in alle seizoenen. Om een
vijver rijk aan natuurwaarden te laten worden
en geen van de muggen vergeven poel van
erwtensoep is een juiste aanleg en onderhoud
vereist. Daarvoor moet aan een aantal voor
waarden voldaan worden.
en voor een voldoende hoge watertempera
tuur voor het uitbroeden van kikker- en sala-
mandereieren is een plek in de zon of half
schaduw het beste. Een plek nabij bomen of
struiken is minder geschikt vanwege bescha-
-duwing, beschadiging door ingroeiende wor
tels en overvloedige bladinval in de herfst.
Een plek nabij huis maakt de vijver ook van
uit het huis zichtbaar.
Materiaalkeuze
Vijvers kunnen van verschillende materialen
gemaakt worden. Als de ruimte beperkt is
kan van stenen schalen of troggen, houten
tobben, tonnen of bakken, kunststoffen of
zinken teilen al een klein watermilieu
gemaakt worden.
Kunststofvijvers in allerlei vormen en maten
zijn ook volop verkrijgbaar maar relatief duur.
Door zelf een vijver te graven kan elke
gewenste hoogte, vorm en diepte verkregen
worden. Waar het grondwater te diep zit zal
altijd een ondoorlatende bodem aangebracht
moeten worden. Vroeger werd hiervoor wel
leem gebruikt maar een dergelijke bodem is
kwetsbaar door het mogelijk ontstaan van
lekken. Een betonnen bodem is degelijk maar
bewerkelijk bij de aanleg. Het makkelijkst
verwerkbaar is speciaal vijverfolie. Belangrijk
hierbij is dat geen scherpe voorwerpen in de
gegraven vijver achterblijven zoals puntige
steentjes, stukjes glas of aardewerk (leg dan
voor de veiligheid oude dekens, vloerbedek
king o.i.d. onder de folie). Ook moet de folie
aan de randen goed afgedekt worden door
grond, stenen, tegels, en planten, niet alleen
vanwege het visuele aspect maar ook om uit
drogen en scheuren onder invloed van zon
licht te voorkomen.
De vijverbodem
Variatie in bodemdiepte met flauwe oevers en
diepere middengedeelten geeft verscheiden
heid aan leefmogelijkheden: oever- en moe
rasplanten in de ondiepe delen, waterplanten
in de open, diepere waterdelen. Het diepste
vijverdeel moet ca. 80 cm diep zijn ten
behoeve van de overwintering van vissen en
amfibieën. Een niet te voedselrijke bodem
van zand (eventueel met veen) en/of grind
(op de betonlaag of vijverfolie) geeft in het
algemeen een goede plantengroei en beperkte
algengroei. De dikte moet ca. 20 cm zijn.
Beplanting van de vijver
Kort na de aanleg moeten vooral veel zuur
stofplanten ingebracht worden. Dit zijn in het
algemeen zachtbladige onderwaterplanten.
Te weinig zuurstofplanten betekent vaak de
ontwikkeling van veel algen (groene soep)In
de ondiepe oevers kunnen allerlei moeras- en
oeverplanten ingebracht worden. Sterk woe
kerende soorten kunnen het beste in contai
ners gezet worden om hun groei te beperken.
Wilde rietsoorten en bijv. Grote lisdodde
kunnen in kunstmatige vijvers beter niet
gebruikt worden omdat deze te sterk woeke
ren en de vijver kunnen kapotdrukken.
Gebruik bij voorkeur inheemse, wilde soorten
niet alleen vanwege de natuurwaarde die deze
soorten op zich hebben maar ook omdat zij
winterhard zijn in tegenstelling tot veel uit
heemse of gecultiveerde soorten.
Dieren in de vijver
Het dierenleven in een vijver komt meestal
vanzelf op gang. Veel waterinsekten weten de
vijver al gauw te vinden. Kikkers, padden en
salamanders komen ook vanzelf, al kan dat
wat langer duren: voorwaarde is wel dat zij in
de omgeving al voorkomen. De kans dat vis
sen vanzelf in een vijver komen is niet zo
groot. Alleen middels visse-eieren aan de
poten van een in de vijver zwemmende eend
of aan, uit de natuur meegebrachte, water
planten kan het gebeuren dat vissen de vijver
bereiken. Met het uitzetten van vissen moet
overigens voorzichtig worden gehandeld. In
een natuurlijke vijver horen bijv, geen goud
vissen omdat zij veel van het andere waterle
ven onmogelijk maken door vraat. Bovendien
woelen zij vaak in de bodem waardoor troebel
water kan ontstaan. Wanneer toch voor
Goudvissen wordt gekozen moet niet meer
dan één exemplaar per kubieke meter water
worden gehouden (in verband met de draag
kracht van het watermilieu) en moet liefst
niet gevoerd worden (zij kunnen leven van
algen en planten).
Voor een natuurlijke vijver komen eerder ste
kelbaarsjes in aanmerking die in veel sloten in
het buitengebied gevangen kunnen worden.
Voor een rijke fauna van waterinsekten, kik
kers, padden en salamanders is het beter om
geen vissen in te brengen.
4. Ook bij o.a. Intratuin in Halsteren (bij
Bergen op Zoom) zijn mooie voorbeelden te
vinden van vijvers, beken en watervallen.
Goede zuurstofplanten zijn o.a.:
Drijvende waterweegbree (Alisma natans)
Sterrekroossoorten
Hoombladsoorten
Waterpestsoorten
Waterviolier
Puntkroos
Aarvederkruidsoorten (Myriophyllum sp.)
Groot nimfkruid (Najas marina)
Fonteinkruidsoorten (Potamogeton spec.)
Waterranonkelsoorten (Ranunculus spec.)
Gewoon blaasjeskruid (Utricularia vulgaris)
Zannichellia (Zannichellia palustris)
(Nasturtium microph
B-
)S
2-
(AchiUea ptarmica)
(Caltha palustris)
(Filipendula ubnaria)
(Lysimachia vulgaris)
(Lythrum salicaria)
(Sanguisorba spec.)
(Scutellaria spec.)
(Stachys palustris)
(Symphytum officinale)
(Valeriana spec.)
(Veronica beccabunga)
(Viola palustris)
Zwanebloem
Slangewortel
Gewone waterbies
Lidsteng
Watemavel
Gele lis
Moeraswederik
Watermunt
Waterdrieblad
Moeras-vergeet-mij-niet (Myosotis palu
stris)
Slanke waterkers
lum)
Watertorkruid
Grote boterbloem
Gele waterkers
Pijlkruid
Egelskop
(Butomus umbellatus)
(Calla palustris)
(Eleocharis palustris)
(Hippuris vulgaris)
(Hydrocotyle vulgaris)
(Iris pseudacorus)
(Lysimachia thyrsiflora)
(Mentha aquatica)
(Menyanthis trifoliata)
Oenanthe aquatica)
(Ranunculus lingua)
(Rorippa amphibia)
(Sagittaria sagittifolia)
(Sparganium spec.)
Soorten voor droge(re) oevers zijn o.a.:
Wilde bertram
Dotterbloem
Moerasspirea
Echte koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi)
Penningkruid (Lysi. •jachta nummularia)
Gewone wederik
Gewone kattestaart
Pimpernel
Glidkruid
Moerasandoorn
Smeerwortel
Valeriaan
Beekpunge
Moerasviooltje