n Van bloemrijk gazon tot fleurige bloemenweide Moergestel groen atuurl i i k 'BB vv Bloemrijke alternatieven Natuurlijke tuintips Natuur in eigen tuin (2) 6 In veel tuinen nemen gazons een belangrijk deel van de oppervlakte in. Gazons vragen veel onderhoud: wekelijks maaien, afharken, bemesten, behandelen met onkruidbestrijdingsmiddelen en sproeien bij droogte. Dat er desondanks toch steeds weer 'lastige' planten als paardebloe men, madelieven en boterbloemen en mossen tussen de grassen gaan groeien brengt menig tuinbezitter tot wanhoop. Het kan echter ook anders! Wanneer er delen zijn die niet of nauwelijks gebruikt worden door spelende kinderen, voor zonnebaden of om te zitten kunnen deze omgetoverd worden tot fleurige grasvegetaties. Zowel in grote als klei ne tuinen kunnen bloemrijke gazons of bloemenweiden de saaie gazons (gedeeltelijk) vervangen en het onderhoud vergemakkelijken. Jr MOERGESTEL-NIEUWS - WOENSDAG 12 MEI 1993 NA 8 PAGINA 9 t I Groenstructuurplan Moergestel 'Spuit er uit, natuur er in' bescheiden, bloei waarna eind september een tweede (en laatste) maaibeurt wordt gegeven. Tip 4. Voor graslandplanten en éénjarigen kunt u terecht bij een aantal wilde-planten- kwekerijen in Nederland en België. Zie hier voor artikel 1Tuinieren met de natuur. (Corynephorus canescens) {Hypericum pulchrum) {Hypochaeris radicata) (Agrostis capillaris) {Campanula rotundifolia) {Trifolium arvense') Viola canina) {Empetrum nigrum) {Genista pilosa) {Galium saxatile) Veronica officinalis) {Hieracium pilosella) {Antennaria dioica) {Genista anglica) {Calluna vulgaris) {Potentilla erecta) {Thymus serpylluni) {Jasione montana) {Carex arenaria) Geschikte akkerbloemen zijn ondermeer: Bleke klaproos Bolderik Echte kamille Éénjarige hardbloem Esparcette Gele ganzebloem Grote klaproos Koekruid Korenbloem Nachtkoekoeksbloem Reukeloze kamille Wilde ridderspoor in. 'Natuur in eigen tuin Onder deze titel verschijnen zes weken lang artikelen in Moergestel Nieuws, met informatie over, en tips voor tuinieren met de natuur Natuur houdt niet op bij beschermde natuurgebieden en is niet alleen de verantwoor delijkheid van Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer. Het is de verantwoordelijjk- heid en vreugde van ons allemaal. In de eigen tuin is nog heel veel mogelijk. Om tuinbezitters op ideëen te brengen deze artikelenreeks. De reeks bestaat uit zes artikelen. De onderwerpen: 5 mei, Tuinieren met de natuur; 12 mei, Van bloemrijk gazon tot bloemenweide; 19 mei, Van vlinderrijke plantperken en borders tot natuurlijke randbeplantingen; 26 mei, Van vlinderstruiken tot vogelbosjes; 2 juni, Water in de tuin 9 juni, Bijzondere milieu's en elementen in de tuin. De artikelen zijn geschreven door Johan Kollen van Nieuwland Advies, de opstellers van het Groenstructuurplan. Johan Kollen is zelf een enthousiast natuurtuinier en heeft al vele tuinen aangelegd. Praktische tips van iemand die uit eigen ervaring praat. Tip 1Vooral uit Engeland, het land dat toch bekend staat om zijn onberispelijke 'lawns' zijn boeken afkomstig met aanbevelingen voor bloêmrijkere alternatieven voor de dood se gazons. Voorbeelden zijn: Gibbons, B. L., Creating a wildlife gar den, London, 1988 (ISBN 0 600 333841) Stevenson, Violet, The wild garden, London, 1988 (ISBN 07112 04225). Tip 3. Voor zaadmengsels voor voedselrijke grond, voedselarme grond en voor onderbe- groeiingen (kruiden voor schaduwrijke plaat sen) kunt u terecht bij: Cruydt-Hoeck, Pb 1414, 9701 BK Groningen. Zadenlijst met adviezen te verkrijgen door storting van 5,— op giro 4058000 t.n.v. Cruydt-Hoeck. Extra bloemen in het grasland Wanneer het grasland zich al enige jaren heeft kunnen ontwikkelen kunnen desge wenst meer soorten worden ingebracht, wel licht ook bijzondere, meereisende soorten. Bolgewassen behoren ook tot de mogelijkhe den. Op arme, zure grond, zoals onder ande re in en rond Moergestel voorkomt kan ook heide ingebracht worden tezamen met bijbe horende soorten van heide en heischraal gras land. Éénmaal maaien en afvoeren in de herfst lijkt hiervoor het beste beheer. Na 6-8 weken vanaf het begin van het groei seizoen kan voor het eerst voorzichtig gemaaid (en afgevoerd) worden met een bos maaier of zware trimmer. Kleine oppervlak ten kunnen ook met een scherpe heggeschaar geknipt worden. Met een zeis wordt overi gens het beste resultaat bereikt maar hiervoor is speciale handigheid nodig. De vegetatie mag niet korter dan 5 cm worden. Na de vol gende 6-8 weken kan weer gemaaid en afge voerd worden. In de tweede zomer kan over gegaan worden op één of twee maal per jaar maaien en afvoeren: alleen eind septemer óf eind juni en eind september. Voor de volgende jaren is het maaischema afhankelijk van de gewenste vegetatie: voor jaarsweide, zomerweide of vlinderweide. De zomerweide Voor later bloeiende soorten van de zomer weide kan óf alleen eind september gemaaid en afgevoerd worden (tot een hoogte van ca. 8 cm) óf er kan tot juni gemaaid en afgevoerd worden (tot 8 cm) en dan nog éénmaal aan het eind van het seizoen. De laatste methode is vooral van belang om een sterke groei van met name grassen in de vroege zomer onder de knie te houden. Als het grasland te voed selrijk is kunnen half-parasieten extra worden ingebracht die de sterke grassen reduceren (vooral Grote en Kleine ratelaar). De vlinderweide Voor vlinders die voor hun voedsel en voort planting afhankelijk zijn van graslandplanten is een ander maaischema nodig. Een mozaiek van lang, halflang en kort gras land dat jaarlijks varieert van plek is hiervoor van belang. Kort gras kan verkregen worden door wat paden door de tuin uit te maaien en kort te houden (ca. 5-8 cm). In de overblij vende vakken kunnen sommige delen in juni worden gemaaid en de andere in juli. Daarna wordt het grasland grotendeels een keer in de herfst gemaaid (tot ca. 8 cm hoogte). Een deel (ca. 1/4) wordt ongemaaid gelaten voor een winter - en elke winter een ander deel - om wat zaaddozen en dode stengels over te houden. Deze zijn belangrijk als voedsel voor vogels of als overwinteringsplek voor insek- ten. Delen langs schutting, muur, heg of bos rand zijn hiervoor het meest geschikt. De vlinderweide is vooral voor grotere oppervlak ten een goede methode. Overigens is in alle gevallen het enkele dagen laten liggen van maaisel aan te bevelen. Hierdoor kunnen niet alleen zaden narijpen en op de bodem vallen, ook het maaisel is daarna makkelijker af te voeren. Het hooi is wellicht bruikbaar als voer voor eigen klein vee of bij anderen welkom. maal maaien en afvoeren en niet meer bemes ten waarschijnlijk voldoende. Echter op vruchtbare zwarte tuingrond en op nattere of zwaardere grond (zware klei, zavel) werkt dit vaak niet. Afsteken van de graszode, eventueel met de zwarte ondergrond, is dan beter. Opbrengen van een toplaag van arme (zand) grond (minimaal 30 cm) is aan te bevelen voor een voedselarmere uitgangssitu atie en nodig wanneer de bodem te laag komt te liggen. De afgestoken zode kan gecompos- teerd worden of, tezamen met afgegraven grond, tot een wal langs de rand van de tuin worden opgeworpen (waarop bijvoorbeeld een heg of plantsoen wordt geplant). Wanneer van kale grond wordt uitgegaan moeten voor het inzaaien alle lastige worte- lonkruiden verwijderd zijn. Er moet ingezaaid worden met een mengsel van graslandbloe- men dat past bij de bodemomstandigheden. Grassen worden niet ingezaaid, deze komen vanzelf wel. De beste zaaitijd is dé herfst. In kleine tuinen kan ook geplant worden. Om het eerste jaar al een bloemenpracht te krijgen kunnen tezamen met het grasland- mengsel ook éénjarige akkerkruiden worden meegezaaid. Deze zullen het eerste jaar het beeld bepalen maar in de jaren daarna vanzelf verdrongen worden door de graslandplanten. Soorten voor heidetuinen of tuinen met hei schraal grasland op voedselarme en kalkarme zandgrond zijn onder andere: Buntgras Fraai hertshooi Gewoon biggekruid Gewoon struisgras Grasklokje Hazepootje Hondsviooltje Kraaiheide Kruipbrem Liggend walstro Mannetj esereprijs Muizeoor Rozenkransje Stekelbrem Struikheide Tormentil Wilde tijm Zandblauwtje Zandzegge Soorten voor droge tot matig vochtige graslan den op matig voedselrijke, kalkrijke tot kalkar me zandgronden zijn onder andere: (Knautta arvensis) (Stachys officinalis) (Veronica austriaca) (Euphorbia cyparissias) (Carlina vulgaris) (Scabiosa columbaria) (Achillea millefolium) (Galium verum) (Primula veris) (Tragopogon pratensis) (Omithogalum umbellatum) (Centaurea jacea) (Centaurea scabiosa) (Rhinanthus angustifolius) (Senecio jacobaea) (Sanguisorba minor) (Salvia verticillata) (Leucanthemum vulgare) (Daucus carota) (Leontodon hispidus) (Myosotis ramosissima) (Hypericum perforatum) (Dianthus deltoides) (Potentilla vema) (Papaver dubium) (Agrostemma githago) (Matricaria recutita) (Scleranthus annuus) (Onobrychis viciifolia) (Chrysanthemum segetunï) (Papaver rhoeas) Vaccaria hispanica) (Centaurea cyanus) (Silene noctiflora) (Matricaria mantima) (Consolida regalis) Tip 2. Soortenlijsten voor schrale graslanden en heiden op voedselarme en kalkarme zand en leemgronden, voor droge tot matig vochti ge graslanden op matig voedselrijke, kalkrijke of kalkarme zand-, leem- en zavelgronden, voor droge tot vochtige graslanden op voed selrijke (vaak hemeuze) zand-, leem-, zavel- en kleigronden en voor akkers op pleistocene zandgronden, worden gegeven in: Londo, G, Natuurtuinen en -parken, Leersum, 1977 (ISBN 90 03 950008). Eenjarige akkerkruiden Voor éénjarigen zoals verschillende 'ouder wetse' akkerkruiden is een ander onderhoud nodig. In aansluiting op bloemrijk grasland kan hiervoor een plek worden gereserveerd. De grond moet kaal en onkruidvrij zijn voor dat in het voorjaar een zaadmengsel van akkerkruiden kan worden ingezaaid. Akkerkruiden bloeien bijna het hele zomer seizoen tot ver in de herfst. Daarna moeten plantenresten verwijderd worden en de grond geschoffeld of ondiep omgespit worden. De eerste jaren is het raadzaam om zaden te ver zamelen en in het voorjaar weer uit te strooi en. Na enige jaren heeft zich dan een zodani ge zaadvoorraad in de bodem gevormd dat zaad verzamelen en weer uitstrooien niet meer nodig is. Beemdkroon Betonie Brede ereprijs Cypreswolfsmelk Driedistel Duifkruid Duizendblad Echt walstro Gulden sleutelbloem Gele morgenster Gewone vogelmelk Knoopkruid Grote centaurie Grote ratelaar Jacobskruiskruid Kleine pimpernel Kranssalie Margriet Peen Ruige leeuwetand Ruw vergeet-mij-nietje Sint Janskruid Steenanjer Voorjaarsganzerik De bloemenweide Voor het aanleggen van een bloemenweide is meer nodig dan voor het laten ontstaan van een bloemrijk gazon. Bloemrijke graslanden zijn vaak voedselarm. Bij grote voedselrijk- dom nemen grassen snel de overhand. De eerste jaren moeten gericht zijn op het gele genheid geven aan bloemplanten om te kun nen concurreren met grassen. Vermindering van de voedselrijkdom is belangrijk, vooral op plekken die lange tijd bemest zijn zoals vaak in gazons het geval is. Op droge, lichte grond (zand, lichte klei) in een bestaande grasvegetatie is een tot twee De voorjaarsweide Vooral als er bolgewassen in het gras zijn gebracht mag er tot eind juni niet gemaaid worden. Behalve de bolgewassen krijgen allerlei vroegbloeiende planten dan de kans te bloeien/zaad te zetten en/of af te sterven. Vanaf eind juni kan dan gemaaid blijven wor den om de vegetatie 8-10 cm hoog te houden (hierdoor wordt nabeweiding nagebootst die vroeger vaak na de eerste maaibeurt werd toegepast). Ook kan de vegetatie weer uitge groeid laten worden voor een tweede, meer De beste plek in de tuin De meeste graslandbloemen groeien het best in de volle zon. In het wild zijn aantrekkelijke bloemenweiden vaak klein en omsloten door hoge oude heggen; beschutting is belangrijk voor insekten die van warme, zonnige plek ken houden. Uit het oogpunt van vormgeving is het beter om bloemrijk grasland niet in de buurt van bloemborders te situeren. Het mooiste is om bloemrijk grasland verder van het huis aan te leggen. Een heel natuurlijke aanblik ontstaat als gazon overgaat van zonnige bloemenweide in schaduwrijkere heg of bosjes. Het bloemrijke gazon Als het om bepaalde redenen gewenst is een gazon te handhaven zijn er mogelijkheden om dit op een meer natuur- en milieuvriendelijke manier te onderhouden. Als er allerlei 'onkruiden' en mossen tussen het gras groeien kan alleen door voortdurend spuiten, uitste ken, bemesten en dergelijke dat gazon ‘in conditie’ gehouden worden. Een wat minder strenge kijk op netheid en een grotere tolerantie ten opzichte van andere graslandplanten kunnen zowel tijd en geld als het milieu sparen. Alleen sterk belopen stuk ken moeten geregeld bemest en gesproeid worden voor voldoende bijgroei. Als er plekken zijn die weinig belopen wor den kan hier een bloemrijker gazon gecreëerd worden. Door de grasmachine in de hoogste stand te zetten, geen onkruidverdelgers en meststoffen gte ebruiken en niet vaker dan eens in de veertien dagen te maaien, kunnen soorten die vaak al in het gazon zitten zoals paardebloem en madeliefje al bloeien. Nog beter is het om het maaien vier of vijf weken te onderbreken in het late voorjaar vroege zomer waardoor meer soorten kunnen bloei en en zaadzetten. Dit is ook nodig om even tueel ingebrachte bolgewassen te laten uit bloeien en afsterven.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 1993 | | pagina 9