Beantwoording Algemene Beschouwingen 1991
fe...
90
<9
INLEIDING
DAG
HOOFDFUNKTIE O:
ALGEMEEN BESTUUR
Zoals wij reeds in onze Nota van Aanbieding hebben gememo
reerd is in het Kollegeprogramma 1990-1994 in Hoofdlijnen, zoals
dat op 2 mei 1990 door ons Kollege is vastgesteld en in uw verga
dering van 29 juni 1991 aan de orde is gesteld en daarbij voor ken
nisgeving is aangenomen, één van de centrale beleidsdoelstellin
gen als volgt geformuleerd:
"Met het daar waar dit binnen de huidige financiële situatie mo
gelijk is, is zoveel mogelijk handhaven en daar waar dit mogelijk,
noodzakelijk en/of wenselijk is, op onderdelen uitbreiden van het
bestaande voorzieningenniveau, wordt het beleid primair gericht
op een algeheel financieel herstel.
Bij de noodzakelijke prioriteitsstelling zal niet alleen naar de wen
selijkheid van bepaalde aktiviteiten/voorzieningen maar met na
druk naar de (financiële) haalbaarheid worden gekeken. Nadrukke
lijk zal hierbij ook de mogelijkheid tot het verkrijgen van subsidies
in de beoordeling worden betrokken zonder dat hierdoor reeds
vooraf de keuze bij de noodzakelijke prioriteitsstelling wordt
vastgelegd."
;t
GINA ’’MOERGESTEL-NIEUWS” WOENSDAG 30 JANUARI 1991
PAGINA 7
zie volgende pagina
Het feit dat wij U een op termijn weer sluiten
de begroting voor hebben kunnen leggen be
tekent geenszins, dat de saneringsoperatie is
afgerond. Zoals reeds meerdere malen in de
Kommissie Financiën is besproken - en ook op
Wij herinneren u eraan, dat van de bij de be
handeling van ons Kollegeprogramma in Uw
vergadering van 29 juni 1990 met name aan
de niet koalitiepartners geboden gelegenheid
om het Kollegeprogramma (op onderdelen) te
onderschrijven of suggesties te doen tot aan-
passing/aanvulling van dit Kollegeprogramma
geen gebruik is gemaakt.
Het verheugt ons dan ook, dat op dit moment
in door U aangeboden algemene beschouwin
gen gekonstateerd wordt, dat reeds voor de
verkiezingen van 21 maart 1990 alle frakties
het erover eens waren dat de gemeente weer
een goede financiële basis zou moeten krijgen.
Dit betekent dan ook dat wij ons ten aanzien
van nieuwe investeringen beperkingen op die
nen te leggen. Vanzelfsprekend mogen daarbij
uiteraard nieuwe noodzakelijke voorzieningen
niet worden geblokkeerd.
Op zichzelf is dit ook geen vreemde konstate-
ring. Reeds bij de behandeling van de begro
ting 1990 is door het toenmalige kollege na
drukkelijk aandacht gevraagd voor de zorg
wekkende ontwikkeling van de financiële situa
tie in meerjarenperspektief. Hierbij is gesteld
dat aan het gezond maken van de financiële
huishouding de hoogste prioriteit toegekend
diende te worden.
In aansluiting op vorenstaande opmerkingen
zullen wij in het vervolg van onze beantwoor
ding hoofdfunktiegewijze op de door U inge
diende algemene beschouwingen ingaan.
Gemeentelijke herindeling
Terecht wordt gekonstateerd, dat de gemeen
telijke herindeling de komende jaren onze bij
zondere aandacht zal vragen. Reeds diverse
malen hebben wij de gemeentelijke herinde-
Juist in een periode dat in het licht van de dis-
kussies omtrent de gemeentelijk herindeling
en bestuurlijke vernieuwing een extra beroep
gedaan moet worden op niet alleen een des
kundig, maar ook op een gemotiveerd ambte
lijk apparaat, draagt een en ander niet bij tot
wederzijds begrip en goede verhoudingen. Wij
hechten eraan en vinden het onze verant
woordelijkheid om dit hier nadrukkelijk onder
uw aandacht te brengen.
Zonder hier nader op het onderwerp gemeen
telijke herindeling in te willen gaan, wijzen wij
U erop, dat in het rapport 'Verkenning herinde-
lingsbeleid-deelrapport T van de Kommissie
Schampers onder de bestuurlijke/juridische
knelpunten als aandachtspunt van provinciaal
beleid is opgenomen dat zelfstandige ge
meentelijke dienstverlenening op het gebied
van sociale wetgeving, ruimtelijke ordening,
volkshuisvesting en gemeentewerken een ho
ge prioriteit behoort te hebben.
In het vervolg van onze beantwoording zullen
wij hierop onder 'Intergemeentelijke samen-
ling in de provincie Noord-Brabant in de verga
deringen van de Kommissie Algemeen Be
stuurlijke Zaken aan de orde gesteld.
Door deze Kommissie, waarin de fraktievoorzit-
tens van de politieke partijen zitting hebben, is
geadviseerd de diskussie omtrent de gemeen
telijke herindeling aan de hand van een op te
stellen notitie omtrent de gemeentelijke her
indeling in zijn algemeenheid en de positie van
onze gemeente daarbij in het bijzonder, uit te
stellen tot na het aantreden van Uw raad in de
huidige samenstelling.
Op basis van dit advies, nader gekonkretiseerd
in de kommissievergadering van 8 oktober
1990, en de ontwikkelingen m.b.t. de gemeen
telijke herindeling in Brabant Noord-Oost en de
regio Den Bosch, hebben wij besloten gezien
het belang van deze materie ook voor onze ge
meente - een informele bespreking met Uw
raad te beleggen. Hierbij heeft ook de diskus
sie die thans gevoerd wordt omtrent bestuur
lijke vernieuwing een rol gespeeld.
Gezien het belang van dit onderwerp, achten
wij het wenselijk dat alvorens hieromtrent in
openbaarheid standpunten worden ingeno
men, binnen Uw raad een diskusssie omtrent
de toekomstige bestuurlijke positie van onze
gemeente op gang wordt gebracht. Aangezien
interne organisatie
In het kader van de uitvoering van het Oplei
dingsplan is aan de orde gesteld, dat het wen
selijk zou zijn, dat een sterkte-zwakte-analyse
plaats zou vinden van het bestuurlijk en amb
telijk funtioneren in onze gemeente. Het initia
tief zou hierbij nadrukkelijk bij Uw raad liggen.
Wij moeten konstateren, dat dit initiatief door
Uw raad niet verder is uitgewerkt.
Daarnaast is in het kader van de behandeling
van de begroting 1990 reeds aan de orde ge
weest dat, na de diverse mutaties binnen de
ambtelijke organisatie en deaanpassing daar
van aan een zich wijzigend gemeentelijk taken
pakket, de aandacht verder gericht diende te
worden op een zo optimaal mogelijk funktio-
neren van deze interne organisatie.
Hierbij is gesteld, dat gezien de toenemende
druk die op diverse onderdelen van de organi
satie wordt gelegd en de noodzaak om te ko
men tot full-time systeembeheer aan de totale
organisatie omvattend personeelsplan op
gesteld zou dienen te worden. De hieromtrent
gevoerde diskussie vond mede plaats in het
licht van de op dat moment nog in de begro
ting gehandhaafde vakatures voor 116 forma
tieplaats.
Een dergelijk personeelsplan dient, in aanslui
ting op de ook door U voorgestane sterkte-
zwakte-analyse zowel de ambtelijke als de be
stuurlijke organisatie te omvatten.
In dit plan, zou behalve aan de verbeteringen
die, zoals voor elke andere organisatie ook
voor onze ambtelijke en bestuurlijke organisa
tie wenselijk zijn, aandacht geschonken kunnen
worden aan de werkverdeling, de doelgericht
heid en de doeltreffendheid van onze totale
organisatie.
Daarnaast zouden dan ook de mogelijkheden
tot het afstoten van taken nader aan de orde
kunnen komen.
Ter uitvoering van hetgeen hieromtrent tij
dens de begrotingsbehandeling is gesteld heb
ben wij stappen ondernomen om te komen tot
werking' en 'interne organisatie' nader terug
komen.
intergemeentelijke samenwerking
Met verbazing hebben wij er kennis van geno
men dat thans, in tegenstelling tot het in het
verleden gevoerde beleid en de op basis daar
van genomen besluiten, zoveel waarde wordt
gehecht aan intergemeentelijke samenwer
king. Desondanks onderschrijven wij dat inter
gemeentelijke samenwerking in het heden
daagse bestuur een belangrijke plaats in
neemt.
In de diskussie omtrent de bestuurlijke ver
nieuwing zal hier dan ook, mede door de instel
ling door het SMB van de werkgroep bestuur
lijke organisatie in Midden-Brabant, nader aan
dacht aan worden geschonken. Mogelijkerwijs
dat hierbij ook het afstoten van bepaalde ta
ken of taakonderdelen aan intergemeentelijke
samenwerkingsvormen nadrukkelijk in beeld
zal komen.
De milieutechnische samenwerking is hier ove
rigens al een goed voorbeeld van.
Dit laat evenwel onverlet dat bepaalde kernta
ken zelfstandig binnen de eigen bestuurlijke en
ambtelijke organisatie verricht moeten kun
nen worden. Op basis hiervan is er naar ons
oordeel medio 1989 ook terecht voor gekozen
om, nadat ook de mogelijkheden tot samen
werking met nabuurgemeenten waren onder
zocht, de toenmalige afdeling Gemeentewer
ken uit te breiden met het takenpakket Bouw
en woningtoezicht, zorg voor de gebouwde en
de te bouwen gemeente-eigendommen en de
technische aspekten van de milieuwetgeving.
Het afstoten van (delen van) deze kerntaken is
naar ons oordeel vooralsnog niet aan de orde.
Een andere vraag is het of bepaalde (deel)werk-
zaamheden niet op enigerlei wijze uitbesteed
kunnen worden. Zo maken wij voor het taak
veld onderhoud plantsoenen in belangrijke ma
te gebruik van de DSW. De vraag moet gesteld
worden of bij een verdergaande bezuiniging
ook op dit onderdeel bezuinigd zal dienen te
worden, ofwel middels een beperking van het
onderhoud danwel middels uitbesteding van
dit werk of delen daarvan aan anderen. Wij be
nadrukken dat wij bij de beoordeling van deze
vraag op welke wijze en tot welke omvang de
thans door DSW-krachten te verrichten werk
zaamheden in de naaste toekomst zullen wor-
den verricht ook oog zullen dienen te hebben
voor de funktie die de DSW in onze samenle
ving vervult.
Dit betekent geenszins, dat er nu beleidsmatig
niets wordt gedaan zoals wordt gesuggereerd.
Reeds nu wijzen wij U erop dat voor 1991 toch
nog is voorzien in een investeringsbedrag van
f 45.000,- en dat een nieuw beleid voor het ge
bouwenbeheer wordt ingezet waarbij het voor
normaal onderhoud (lees handhaving van het
voorzieningenniveau) beschikbare bedrag van
f 35.000,- met 100% wordt verhoogd tot
f 70.000,-.
Bij de uitvoering van deze financiële sanerings
operatie hebben wij onder begeleiding van de
Stichting BBI voor een bepaalde opzet geko
zen.
Er zijn uiteraard andere methoden denkbaar.
Dit betekent evenwel volstrekt niet dat de
door ons gevolgde methode, die zijn basis
vindt in het door het Ministerie van Binnen
landse Zaken geïnitieerde BBI-projekt dat in
den lande al op tal van plaatsen tot goede re
sultaten heeft geleid, in onze gemeente niet
tot het beoogde resultaat zou kunnen leiden.
In ieder geval staat vast dat wij er op deze wij
ze in geslaagd zijn U een begroting, een meer
jarenbegroting en een investeringsplan voor
te leggen, waarbij binnen deze raadsperiode
gekomen kan worden tot een sluitende begro
ting.
Tijdens de gehele operatie is de Kommissie Fi
nanciën en Openbare Werken geïnformeerd
over de voortgang. Wij herinneren U eraan, dat
in de vergadering van de Kommissie Financiën
van 13 september 1990 de eerste ambtelijke
versie van de begroting 1991 en de meerjaren
begroting 1991-1994 uitvoerig mondeling is
toegelicht (ook dit is een stuk openheid en
openbaarheid) door middel van presentatie op
sheets. Deze sheets, 43 bladzijden in totaal, zijn
aan alle kommissieleden toegezonden.
Het is dan ook een volstrekt onjuiste voorstel
ling van zaken, indien gesteld wordt dat de in
vergelijking met de eerste onbekende ambte
lijke versie van de begroting 1991, uitgevoer
de operatie gericht op sanering der financiën,
zich aan het waarnemingsvermogen van Uw
raad onttrekt.
Wij herhalen hierbij nadrukkelijk, dat wij bij de
voorbereiding van de voorliggende begroting
1991, meerjarenbegroting 1991-1994 en de in-
vesteringsplanning 1991-1994 hebben moeten
konstateren, dat de aandacht in nog grotere
mate dan wij bij de vaststelling van het kolle
geprogramma reeds vermoedden, gericht
diende te worden op een algeheel financieel
herstel van onze gemeentelijke huishouding.
Het getuigt naar ons oordeel dan ook van rea-
liteitszin en bestuurlijke moed, om bij het op
basis van ons kollegeprogramma uit te voeren
beleid primair uit te gaan van de financiële mo
gelijkheden. In konkreto betekent dit dat, bin
nen het uitgangspunt dat het bestaande voor
zieningenniveau zoveel mogelijk gehandhaafd
dient te blijven, gekomen dient te worden tot
een algehele financiële sanering. Eerst op het
moment dat de gemeentelijke financiële huis
houding weer gezond genoemd mag worden
bestaan er mogelijkheden om te denken aan
een uitbreiding van gemeentelijke aktiviteiten
in ruime zin.
de op 20 december 1990 gehouden voorlich
tingsavond is uiteengezet - is het BBI-projekt
een proces van jaren. Reeds in onze nota van
aanbieding hebben wij aangekondigd dat wij in
1991 een verdere ombouw van de begroting
naar een produktiegerichte begroting (output-
begroting) zullen pogen te realiseren. Hiervoor
mogen wij U verwijzen naar pag. 27 van de no
ta van aanbieding.
In aansluiting op onze konstatering, dat met
het vaststellen en verder uitwerken van de
door ons aangeboden op termijn weer sluiten
de begroting de belangrijkste centrale beleids
doelstelling van ons kollegeprogramma gro
tendeels gerealiseerd zal worden, zullen de
overige beleidsdoelstellingen, voor zover dit
nog niet het geval is, de vereiste aandacht
krijgen.
Aan het slot van deze inleiding konstateren wij
dat Uw algemene beschouwingen niet - althans
niet allen - beperkt gebleven zijn tot de poli-
tiek/bestuurlijke aspekten, maar dat het geheel
in afwijking van wat algemeen gebruikelijk is -
nl. dat het bestuur op beleid en uitvoering
wordt aangesproken - thans op deze plaats en
nog wel op een zo'n indringende, direkte en
vooral algemeen geldende wijze, het ambtelijk
apparaat ter diskussie wordt gesteld.
deze diskussie op korte termijn plaats zal vin
den, achten wij het prematuur hier nu al onzer
zijds met een standpunt naar buiten te treden.
Wij zijn evenwel in het kader van de ook m.b.t.
dit onderwerp te betrachten openbaarheid na
drukkelijk van oordeel dat nog een weg gevon
den zal dienen te worden om onze inwoners tij
dig en zo volledig mogelijk te informeren en bij
dit vraagstuk te betrekken.