Wandelen door de natuur
s
I
Bienekeb olders’ officieel in gebruik
AANKONDIGING
Modeshow ’James Dean
Kerstverhaal
g
te
KPJ-nieuws
k
P
te
J
oO
WANNEER IS HET VERBODEN?
Op alle andere tijdstippen
Elk jalar is de overlast van vuurwerk erg
groot.
Daarom gaat de politie het afsteken, het
hebben en het illegaal verkopen van
vuurwerk, - op tijdstippen waarop dat
verboden is -, aanpakken.
WAT GEBEURT ER BIJ OVERTREDING?
Vuurwerk wordt in beslag genomen
Er wordt proces-verbaal opgemaakt
Een alternatieve straf voor
overtreders
Dus
Een gewaarschuwd man telt voor 2;
vuurwerk... doe er zó niet aan mee!!!
Het dwergje onder de vogels 28
WANNEER MAG DAT WEL?
30 december van 08.00 tot 20.00 uur
31 december na 08.00 uur
1 januari vóór 02.00 uur
PAGINA 7
Johan van Oosterhoud
Tesamen met n aantal andere Moergestelse middenstanders organiseerde ’James Dean’ afgelopen
warmte. Bij strenge vorst sterven dan ook veel
van deze vogels. Zo heeft men geschat, dat de
strenge winter van 1962/63 het leven heeft gekost
van 75% van de Winterkoningen. Rampzalig was
het niet want twee jaar later was de populatie
weer op normale sterkte. De produktieve Win
terkoning brengt vaak twee a drie broedsels per
jaar groot. De natuur reguleert zichzelf wel.
Wanneer het ’s winters erg koud is kruipen de
Winterkoningen bij elkaar om de nacht door te
brengen in een oud nest van bv. een huiszwaluw
of in een nestkastje. Ze houden dan lekker de
warmte vast.
Korps
Rijkspolitie
c
Dat dwergje is de winterkoning, die samen met
het Goudhaantje en het Vuurgoudhaantje tot de
kleinste vogels behoort, die in ons land voor
komt. Van snavelpunt tot staarteinde niet meer
dan negen cm. Hij is bruin gekleurd en kenmer
kend is zijn korte, opgewipte staart.
Zo klein als de winterkoning is zo opvallend is
zijn zang, die we bijna 't gehele jaar kunnen ho
ren. Zijn liedje bestaat uit een scherp ’tit-tit-tit’
of ’tsikik’. Zijn alarmgeluid is óók scherp,
’tserr’. Het is onvoorstelbaar, dat zo’n peutertje
een doordringende zang produceert.
Zijn biotoop is een nogal dicht kreupelhout. Als
u langs de Waterhoefstraat loopt dan moet u
beslist eens luisteren naar de zang van de vele vo
gels, die in het dichtbegroeide bosje van het Bra
bants Landschap wonen. De Winterkoning is er
haast niet waar te nemen, maar zijn liedje is best
te horen. Ook in de lage struiken bij de Reusel
in de Oude Hondsberg is hij woonachtig. Ik
noem zo maar een paar voorbeelden van zijn
woongebied.
Zowel zijn ontbijt, lunch als diner bestaat uit in-
sekten, zoals rupsen, vliegenlarven, kevertjes, die
hij tussen boomspleten en op boombladeren op
zoekt. Zijn spitse snavel is hiervoor een bijzon
der geschikt instrument.
Het nest van de Winterkoning is een kogelvor
mig holletje, dat door het mannetje wordt ge
bouwd. Het bijzondere daarbij is, dat hij meer
dan één nest maakt. Het vrouwtje kiest er een uit
en zij is het, die voor de bekleding zorgt. Er wor
den vijf tot acht eitjes gelegd, die wit zijn en vaak
bruin zijn gespikkeld.
Zo’n klein vogeltje verliest heel snel de lichaams-
Het was met hem gegaan, zoals het kan gebeu
ren met mensen; geraakt door de hardheid van
het leven. De eerste maanden na de dood van zijn
vrouw was er meeleven genoeg geweest. Ze kwa
men best over: de familie, de buren.Maar na
verloop van tijd kwam hij steeds meer alleen te
staan met zijn verdriet. Hij deed wat stoer, maar
dat was maar schijn. Het gevolg was, dat iedereen
dacht: hij heeft het aardig verwerkt: de dood van
zijn vrouw. En, omdat mensen bij een man alleen
niet gemakkelijk op bezoek gaan, werd hij stilaan
wat eenzaam; en dat ging aan hem knagen.
Zijn naam was: Vincent, dat betekent: degene,
die overwint. Hij kreeg er echter alle schijn van,
dat Vincent zijn naam niet met ere zou dragen.
Steeds meer ging hij zich de verliezer voelen:
Eerst die enorme teleurstelling, dat hun huwelijk
kinderloos was gebleven en later die moordende
ziekte van Hilde, zijn vrouw.
Het liep tegen kerstmis, een feest waar hij altijd
van gehouden had. Hilde wist wat sfeer was in
huis en liet anderen er van meegenieten. Er wa
ren altijd wel gasten en Hilde was zó, dat ze
steeds diegenen vroeg, die wel een opppepper
konden gebruiken. Het deed hen dan beiden
goed te zien, dat ze wat voor anderen konden be
tekenen die dagen.
Wat moest hij nou, alleen?
Toen hij op een dag van zijn werk kwam, dacht
hij er over na. Zo diep was hij in gedachten ver
zonken, dat hij die auto volstrekt niet had gezien,
die van rechts kwam. Een aanrijding: ook dat
nog. Hij wilde vlug uitstappen, maar ineens voel
de hij een felle steek in zijn been. Zijn rechtvoet
lag wat raar en met de beste wil van de wereld
kwam hij de auto niet uit. Voor hij het goed en
wel wist lag Vincent in het ziekenhuis met een
gebroken heup. De verliezer, altijd weer de ver
liezer, zo voelde hij zich en stak zijn gevoelens
niet langer onder stoelen of banken. Er was meer
gebroken, dan zijn been. Hij gaf het op, om nog
langer stoer te doen. Hij reageerde bits op iede
re arts of verpleegster. Het was de wacht, die er
’s nachts iets van zei: ’Kan het niet anders?’
Die paar woorden werkten bij Vincent als olie op
het vuur. Met alle felheid, dié in hem was, ging
hij tekeer: niets en niemand deugde meer. Alle
opgekropte spanningen en verdriet., het kwam
er allemaal uit.
Soms zijn mensen elkaar tot zegen, zoals ook nu.
De nachtzuster, die wel eens voor heter vuren
had gestaan, liet alles gelaten over haar heenko
men. Ze reageerde niet, maar luisterde maar, tot
dat hij zou zijn uitgeraasd. Ze gaf hem toen een
tablet tegen de pijn, streek hem een keer door het
haar en verliet de kamer in de stellige hoop, dat
de slaap zich over hem zou ontfermen.
De volgende morgen was niet alleen zijn lichaam,
maar ook zijn gemoed wat tot rust gekomen. Hij
herinnerde zich heel goed, wat die nacht gepas
seerd was en schaamde zich een beetje. Gelukkig
kwam een andere zuster voor de verzorging in de
morgen. Hij dacht, dat die er niets zou weten, en
deed -naar zijn eigen veronderstelling- gewoon.
Ach, ze zijn ook best aardig de artsen en ver-
'MOERGESTEL-NIEUWS'- WOENSDAG 20 DECEMBER 1989
gemeente
oisterwijk
week ’n Kerstmodeshow. De volledig bezette zaal van ’Den Boogaard’ genoot van de geshowde kle
ding, het programma als geheel en de stemmige entourage. De show werd bekwaam van commen
taar voorzien door Ivo Franklin. Kortom: ’n Kerstmodeshow van allure!(foto: Chris van de Bijgaart).
a.s. Vrijdagavond is er weer onze overbekende
Kerstavond, waar zoals altijd een videofilm met
een bepaald thema vertoond wordt, waarna we
onder het genot van een hapje en een drankje
kunnen napraten over de vertoonde film.
Op zondag 24 dec. heeft onze afdeling de Kerst-
crossloop georganiseerd. We starten 10.30 uur bij
’t Draaiboompje, alwaar het parcours door Moer-
gestels dreven leidt. Men kan zich nog opgeven
bij Wim op ’t Hoog (tel. 2314) of John v. Esch
(tel. 1471).
Op de scheiding van het oude en het nieuwe jaar
is de Tob om 0.30 uur geopend, en is er volop ge
legenheid om daar het beste te wensen voor het
nieuwe jaar. P.S. denk aan de betaling van de
contributie.
Op zaterdag 6 januari gaan we skiën in het Duitse
plaatsje Prüen. Je kunt je voor deze busreis nog
opgeven bij Bertens Tours.
Vinden jullie ook dat er weer een carnavalswagen
moet komen van de KPJ, dan rekenen we ook op
jouw hulp, je kan je hiervoor opgeven bij Guus
Hoefnagels, tel. 1197.
-
pleegsters hier dacht hij toen. Er is een goede ver
zorging, er worden goede maaltijden gegeven, er
wordt eens een praatje gemaakt. Het probleem,
hoe de kerstdagen door te komen leek nu meteen
opgelost met deze onverwachte opname.
Maar wie schetste zijn verbazing, toen de behan
delende arts twee dagen voor Kerstmis zei: ’Ik
heb een verrassing voor u. Omdat u toch nog
geen speciale behandeling meer nodig hebt, kunt
u wel naar huis. Dan bent u fijn in uw eigen huis
met kerstmis. De wijkverpleging kan de verzor
ging wel overnemen.
Vincent dacht, dat hij door de grond heenzakte,
maar hield zich weer van de stoere en zei: ’Dank
u wel dokter.’
Eenmaal thuis met zijn krukken overviel hem op
nieuw een diepe zwaarmoedigheid. Toen de
buurvrouw eens een kijkje kwam nemen, had hij
haar het liefst de huid volgescholden. Zij was een
vrolijk iemand. Angela heette zij. Ze zou het huis
wel eens even een goede beurt geven. Hoe opge
wekter Angela deed, hoe dieper Vincent zich in
de modder voelde zakken. Met de beste bedoe
lingen constateerde Angela dat ze niets van
kerstsfeer in huis kon vinden. Die opmerking
was de druppel, die de emmer deed overlopen:
’Kerstsfeer! Praat me niet van kerstsfeer’.
En met enige grofheid begon Vincent uit te leg
gen, wat voor waardeloze dagen Kerstmis met
zich meebracht.
Geheel beduusd deed Angela er aanvankelijk het
zwijgen toe. Maar even later waagde ze het erop
te vragen, of er werkelijk niets in huis was: een
kerststal of zo. Vincent moest toegeven, dat bo
ven op zolder een oude kerststal stond, die nog
van zijn moeder was geweest. Als Angela wilde,
mocht ze die wel gaan zoeken. Het bleek nog een
mooie stal te zijn met houten beeldjes. Alles werd
uitgepakt en in een hoek gezet. Heel mooi, dat
moest Vincent toegeven, ’s Avonds bracht Ange
la een paar kerststukjes, die ze zelf gemaakt had
en ze had ook een voorstel, of Vincent het een
goed idee vond, als haar man en zij de kerstda
gen bij hem zouden komen doorbrengen. Zij zou
wel voor al het nodige zorgen. Vincent werd er
een beetje verlegen van en voordat hij antwoord
kon geven zei Angela al: ’Goed dat doen we dan’.
Maar nu was er een probleem: Angela had de ge
woonte om met de feestdagen Kallimos, de
Griekse gastarbeider, uit te nodigen. Vincent had
het nooit onder stoelen of banken geschoven, dat
hij niks van het systeem van gastarbeiders moest
hebben. Maar nu Angela toch eenmaal zover
was, flapte ze het er ook maar meteen uit: ’Nou
dan kna Kallimos ook mooi meekomen. Mis
schien kan hij wat spelen op zijn lier’. Vincent,
geheel overdonderd, reageerde nergens op. Hij
liet kerstmis maar komen en zou wel zien.
Het was venijnig koud dat jaar. Maar binnen bij
Vincent werd het lekker warm. En Kallimos, de
Griek, zong: ’Er was eens een engel, gewoon
maar een mens. Je zult het niet geloven, maar het
is werkelijk waar: Engelsen zijn soms gewoon
maar mensen, als ze boodschappen doen voor de
vrede’. Bij het horen van dit lied merkte Angela
ineens op: ’He Vincent, je hebt geen engel bij
jouw kerststal!’ ’O, nee?’ zei Vincent.
Herman-Jozef
Samen met de leerlingen van de nieuwe school verrichtte burgemeester ter Veér vrijdag 15 decem
ber de openingshandeling van de Openbare Basisschool ’Bienekebolders’ aan de Pr. Margrietstraat.
De opening werd verder bijgewoond door de ouders van de kinderen en ’n aantal genodigden. La
ter in de middag was er gelegenheid om het nieuwe gebouw van binnen te bezichtigen. De start van
de Openbare school is daarmee officieel ’n feit. (foto: Chris van de Bijgaart).