SLAGERIJ KETELAARS B.V.
Aan de praat met de distriktskatecheet
Henri van Stiphout, die werkt voor onze scholen...
2.50
1.30
0.90
I
3
t
Zuidamerikaanse
danskampioenen
I
I
3
GEMEENTE MOERGESTEL
PUBLIKATIE
Vers gerookte paling
VOLENDAMMER
VISHANDEL
@3
B
Nu al weer enkele jaren werk
zaam aan onze basisscholen, leek
het ons een goede gedachte om
Henri van Stiphout eens wat na
der aan U voor te stellen...
>ki-
RUNDERROOKVLEES
BOTERHAMWORST
GEKOOKTE SCHOUDERHAM
100 gram
NU OOK WEER OP ZONDAG DE WINKEL GEOPEND.
MALSE BIEFSTUK 11 00
VARKENSLEVERLAPPEN O QC
GORDON BLEU 1 CC
PATÉ-ARDENNER 1 OE
100 gramI
KERKSTRAAT 10 - MOERGESTEL - TELEFOON 04243-1262
i
DE FIJNE SUPER
"hollandse nieuwe"
IS ER WEER
A 2
PAGINA 3
"MOERGESTEL-NIEUWS" - WOENSDAG 19 JUNI 1985
I
iar-
ox.
J.
V L,at
I
UIT EIGEN ROKERIJ
;d
nel.
iaat
oor
tel.
de
gaan herkennen in Jezus van Nazareht, die
God ’Vader’ noemde. Ze voelden zich thuis bij
de verhalen die hij vertelde en bij de manier
van leven zoals hij dat deed. En zoals mensen
dat altijd al hadden gedaan zijn zij zijn leven
gaan ’na-leven’ en verder vertellen. Ze zijn dat
ook, om zijn aanwezigheid in hun leven levend
te houden, gaan vieren om aan hem te blijven
denken.
Wat doet nu een katecheet? Hij probeert dat
verder vertellen, verder leven en verder vieren
van dat levensverhaal van mensen en hun God,
die zij samen met Jezus ’Vader’ mogen noe
men, om dat gaande te houden. Door toe te
lichten, door te verklaren. Maar ook door het
toe te spitsen op de konkrete situaties van de
mensen, of op hun leeftijd.
100 gram
k-
n-
la
mt-
en-
n",
’42-
de
ki-
100 gram
UIT EIGEN KEUKEN
Ons huis is veel te groot geworden
Als een gezin volgroeid is, met andere woorden als de kinderen het huis uit zijn, dan
gebeurt het nogal eens, dat de zucht geslaakt wordt van "Ik wou, dat mijn huis de
helft kleiner was!"
Feitelijk bedoelt men te zeggen, dat een aantal slaapkamers overbodig geworden is en
men het best zou afkunnen met de ruimte die men heeft op de begane grond.
Met het vorderen der jaren immers wordt men minder mobiel; trappen klimmen gaat
moeilijker en de veelheid werk, die men eerst aankon wordt aanmerkelijk minder door
allerlei vermoeidheidsverschijnselen.
Als de gemeente nou maar eens kleinere woningen bouwde
Stel, dat u in een grote(re) woning woont, die uw eigendom is en u zou er voor voelen
om kleiner te gaan wonen. U zou dan een stukje grond kunnen kopen van de gemeen
te en in het nieuw bestemmingsplan of mogelijk ergens anders een kleinere woning
kunnen bouwen: zelf kopen dus.
"Nou, op mijn leeftijd wil ik al die rompslomp van bouwen niet meer", zult u misschien
zeggen. Voor die groep zou dan huren een uitkomst kunnen zijn. Een belegger zou in
zo'n geval van de gemeente grond kunnen kopen en er in overleg met het gemeente
bestuur een aantal kleinere woningen bouwen, die dan voor verhuur in aanmerking ko
men. Uiteraard staat nog niet vast voor welke prijs zo'n woning gebouwd kan worden
en tegen welke prijs die kleinere woning verhuurd gaat worden.
De gemeente zou het echter wèl op prijs stellen van u te vernemen of het bovenstaan
de idee u aanspreekt. Als wij deze gegevens verzameld hebben, dan kunnen wij na
gaan of er inderdaad voldoende belangstelling bestaat om zo'n projekt eventueel van
de grond te tillen.
Het gaat dus voorlopig om een inventarisatie. U verplicht zich tot niets.
Wat te doen? U schrijft uw naam en adres op een papier en deelt aan het gemeente
bestuur mee, dat u in principe belangstelling heeft voor een kleinere woning. U geeft
dan tevens aan welke soort woning u thans bewoont (huurwoning of eigen woning).
Het spreekt vanzelf, dat bewoners van een gemeentelijke huurwoning eveneens kun
nen reageren. Vergeet daarbij niet te vermelden of u denkt aan koop of aan huur.
Mocht u nog vragen hebben of op een of andere manier toch nog nader geïnformeerd
worden, dan kunt u altijd kontakt opnemen met het gemeentehuis, afdeling Algemene
Zaken. 388-i
le
’t
:n
an,
I.
ide
Een goed adres voor een lekkere haring,
warme gebakken vis en alle soorten verse vis.
GEMULLEHOEKENWEG 11, OISTERWIJK
TELEFOON 042*2 82344
Voortaan woensdag- en vrijdagmorgen
op het St. Jansplein en maandagmiddag op de markt.
Het klinkt heel ingewikkeld, maar het valt wel
mee. Eigenlijk laten we de oude geloofsverha-
len weerklinken in onze tijd en in ons leven.
Bij mij, in mijn werk gaat het er dus om om
dat oude geloofsverhaal zo te vertalen dat het
a) in de school en b) aan kinderen verteld kan
worden. En dan nog liefst zo dat ouders en pa
rochiegemeenschap erop aan kunnen sluiten,
zodat kinderen op een weg komen die leidt
naar een volwassen geloof.
Nou vertel je zo’n geloofsverhaal natuurlijk
niet zomaar even in één keer. We verdelen het
in brokjes en stukjes. We nemen er thema’s
uit. We zeggen dan dat we werken met thema’s
die uitgewerkt zijn in projecten. En langzaam
aan proberen we kinderen dan dat hele verhaal
van God en de mensen te vertellen.
En dat vertellen, of ’katechese geven’, dat doet
de leerkracht in de klas. De katecheet zit meer
op de achtergrond. Probeert leerkrachten te
stimuleren, ze te ondersteunen. En dat werk
doe je dan in een distrikt, dus in een afgeba
kend gebied. Dat distrikt van mij omvat dan
drie dorpen: Moergestel, uiteraard, en ook
Oisterwijk en Haaren. En daar dan alle katho
lieke scholen. Dat zijn er voor mij dertien, met
ruim honderd klassen. De andere dorpen van
het dekenaat vormen een ander distrikt, en
daar werkt mijn kollega Walter Vercammen.
Hoe bevalt je dit werk?
Goed. Ik ga bij wijze van spreken ’s morgens
fluitend naar mijn werk. Het is gevarieerd,
Weekaanbiedingen van 20 tot 26 juni
500 gram
(met ham en kaas) 100 gramI «UU
Danscentrum Robben succesvol
Op zondag 9 juni werden er in Eindhoven
danskampioenschappen gehouden.
Honderden leerlingen van diverse geselecteer
de brabantse dansscholen namen hieraan deel.
De organisator (BRADO Brabantse
Danssport Organisatie) kon dan ook na afloop
op een geslaagd dansevenement terugkijken.
Het Oisterwijkse Danscentrum Robben lever
de weer 2 danskampioenen op plus enkele fi
naleplaatsen. Hieronder volgt het resultaat
van Danscentrum Robben.
Zuidamerikaanse dansen
4e klasse: le prijs Deep van Brakel en Marian
ne van de Horst; 6e prijs Roel Oomen en Sas
kia Rozenhart.
2e klasse: le prijs Pieter van de Winckel en
Esmeralda Valks; 3e prijs Clemens Verhoeven
en Angelie van lersel.
Ballroom dansen
4e klasse: 3e prijs Deep van Brakel en Marian
ne van de Horst.
2e klasse: 2e prijs Finley Koolhoven en Isis
Koolhoven.
Henri van Stiphout
omdat de scholen gevarieerd zijn. Elke school
is anders. Ik werk met verschillende mensen,
en ook dat is iets wat ik er graag doe. Het is
ook werk voor en ook met kinderen. En dat is
nogal eens hartverwarmend. En ik kan er ook
een stuk van mijn opleiding in kwijt, en dat
was in het jeugd- en jongerenwerk veel min
der. Wat soms minder leuk is, maar dat zit nou
eenmaal aan de baan vast, is het vele vergade
ren. Af en toe ben ik best wel eens blij als er
een dag tussen zit zonder vergadering.
Geef je nou zelf ook wel eens godsdienstles en
waarom?
In het begin heb ik dat eigenlijk nooit gedaan.
Toen concentreerde ik mij helemaal op het be
geleiden van de teams. Ook omdat ik dat
moest leren. Ik gaf ook geen les omdat ik
dacht dat ik dat niet kon. Ik heb per slot van
rekening helemaal geen onderwijservaring. Ik
was daar ook best een beetje bang voor. Ik
dacht dat dat dan beslist een grote puinhoop in
de klas zou worden.
Maar de laatste tijd doe ik het steeds meer. En
ook in alle klassen. En ik ontdek dat het best
wel gaat. En ik ontdek dat het heel leuk is om
te doen. En dat was juist één van de redenen
om het te doen. Ik wilde zelf ervaren hoe het
is om katechese te geven in de klas. Zélf prak
tijkervaring opdoen. Ook omdat dat door leer
krachten gevraagd werd. Die zeiden wel eens:
’Kom eens bij mij in de klas, ik heb het idee
dat het niet helemaal loopt zoals het moet, en
dan kun je me helpen.’
Vertel eens iets over jezelf.
Om te beginnen: ik heet Henri van Stiphout.
Ik ben op 3 januari 1951 geboren in Helmond
als jongste in een gezin met twee kinderen.
Mijn jeugd is eigenlijk heel gewoon verlopen:
Naar de kleuterschool, dan naar de lagere
school, eigenlijk niets aparts. In 1963 heb ik
Helmond en thuis verlaten om naar het semi
narie te gaan: het klein-seminarie, Beekvliet,
in Sint Michielsgestel. De eerste stappen om
priester te worden’, want zo noemde je dat
toen nog. Daar, op Beekvliet, heb ik geleefd,
gewoond en gestudeerd tot aan mijn eindexa
men gymnasium A in 1970.
Een nieuwe verhuizing volgde. Nu naar Til
burg, waar ik theologie ging studeren - Dat
duurde bij mij, door allerlei omstandigheden,
wat langer dan gebruikelijk, en ging uiteinde
lijk in de richting van de pastorale opleiding.
Daar hoorden stages bij, die ik liep in de paro
chie Noord-West in Tilburg en later bij een af
deling van Jong Nederland.
Daar ben ik wat langer blijven hangen dan ik
had gedacht. Als vrijwilliger heb ik daar uit
eindelijk zes jaar meegedaan. Een heerlijke
tijd.
Mijn theologie-studie heb ik ten lange leste
niet afgemaakt, maar vond in 1981 wel werk
waarin ik een groot stuk van mijn opleiding
kwijt kon. Ik werd toen, in augustus distrikts-
katecheet in Oisterwijk en later ook in Haaren.
En in 1983 ook in Moergestel, als opvolger van
Rinus Hart.
Waarom ben je theologie gaan studeren?
Dat lag eigenlijk zo’n beetje in de lijn van de
ontwikkeling. De seminarie-opleiding speelde
mee, denk ik. Hoewel maar vier van mijn 56
klasgenoten aan een theologie-studie zijn be
gonnen.
Maar er was toch ook nog altijd die wens om
’iets binnen de kerk te doen’. Om samen met
mensen en voor mensen te werken, juist op dat
terrein waar ze heel fundamenteel met hun
menszijn, hun gelovig-zijn bezig zijn. Als je
zoiets wilt dan is theologie de voorbereidende
weg. Een weg die overigens ook ruimte biedt
om meerdere kanten op te gaan: Parochie, on
derwijs, maar ook het jeugd- en jongerenwerk,
zoals bij mij bleek. Maar als ik het gekund had
was ik misschien ook wel medicijnen gaan stu
deren. Maar ik heb niet bepaald een wiskun
deknobbel. Dus dat zat er niet in.
Op het einde van je studie ben je distriktskate-
cheet geworden. Kun je uitleggen wat bedoeld
wordt met ’katecheet’ en met ’distrikt’?
Tussen mijn studie en de benoeming als dis-
triktskatecheet zit wel een tussenperiode. Maar
uiteindelijk is het wel ervan gekomen.
En wat is nou een katecheet? Een moeilijke
term, tenminste om uit te leggen. Ik leg het wel
eens zo uit: van oudsher al vertellen mensen el
kaar verhalen over hoe zij God een plaats ge
ven in hun leven. Hoe zij met God optrekken.
Mensen herkenden zich in die verhalen, ze her
kenden elkaar en organiseerden zich rond hun
God. In latere tijden zijn mensen zich ook
Maar een andere reden is om te ervaren wat je
in de klas kunt doen en wat niet. En dat kan
van nut zijn als wij zelf met een groepje kate-
cheten nieuwe projecten maken.
Als je denkt aan de toekomst, welke plannen
heb je nog?
Een wens, maar daaruit kan een plan groeien,
is: ik zou zo graag op een of andere manier de
ouders bij de schoolkatechese betrokken wil
len zien. Ik wil ook proberen of daarvoor mo
gelijkheden te vinden zijn. Daarvoor zijn er op
dit moment heel prille plannen.
Dan wil ik nog meer dan op dit moment zelf
in de klassen werken.
En ik hoop ook nog een mogelijkheid uit te
kunnen knobbelen om meer volgens een be
paald systeem bijbelverhalen te kunnen vertel
len in de klas. Dus niet zo maar te hooi en te
gras en wanneer het toevallig een keer uitkomt
een bijbelverhaal; nee, volgens een bepaald
rooster.
En dan zijn we, op dit moment alleen nog met
de Hertog Jan school, bezig om een vast
rooster voor katecheses te ontwerpen, waarbij
elke klas zijn vaste thema’s en projecten heeft.
Elk jaar in dezelfde klas hetzelfde katechese-
rooster. Daar zullen we het komende school
jaar nog best wat tijd aan moeten geven om op
het einde te kunnen zeggen: Dit is een goed
rooster.