Ir G V G Belastingen Openbaarmaking van de begroting Opzet van de begroting Algemeen begrotingsbeeld Inleiding Begrotingsbeeld voor Moergestel in 1984 De gewone dienst van de begroting 1984 De behandeling van de begroting I c. I Met deze publikatie heeft het gemeentebestuur de bedoeling om de gemeentebegroting voor het jaar 1984 en de daarbij behorende aanbiedingsbrief onder de aandacht van de bevolking te brengen. In de begroting zijn alle te verwachten uitgaven en inkomsten voor 1984 opgenomen, zodat dit stuk mag worden gezien als het huishoudboekje van de gemeente. Het is een goede zaak dat veel inwoners hier kennis van nemen en zich daardoor verbonden weten met het doen en laten van de gemeente. i I; PAGINA 6 De begroting vooi a. b. BERICHTEN VAN N MOERGESTEL-NIEUWS" - WOEN De vastgestelde begroting moet alvorens te kunnen werken nog door Gedeputeerde Staten van de provincie goedgekeurd worden. Burgemeester en wethouders zorgen dan in samenwerking met het ambtenarenkorps voor uitvoering van de opdrachten die de raad in de begroting heeft vastgelegd. In de gemeentewet is bepaald dat iedereen in de gelegenheid moet zijn om van deze begroting kennis te nemen. Daarom is in de publikatiekast aan het gemeentehuis een kennisgeving opgehangen dat de begroting op de afdeling financiën ter sekretarie ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten voor iedereen verkrijgbaar gesteld. Ook is de begroting ter lezing neergelegd op de leestafel van de openbare bibliotheek aan de kloosterlaan. Met ingang van het jaar 1984 zal een nieuwe Financiële verhoudingswet in werking treden. Deze wet regelt de verdeling van een aantal rijksbelastinggelden over de gemeenten. Bij de oude wet waren belangrijke verdeelfactoren: - een bedrag per hectare oppervlakte van de gemeente. Hoewel het begrotingsbeeld ruimte geeft om in 1984 enkele zeer dringende investeringen te doen, is er geen rede tot optimisme omdat een verdere verslechtering van de financiële positie, mede als gevolg van de bezuinigingen van het rijk te wachten is. Om ook in de toekomst met een sluitende begroting te kunnen werken en een redelijk voorzieningenpeil te kunnen handhaven zal een grote voorzichtigheid bij de uitvoering van plannen geboden zijn. In de ramingen van de algemene dienst is wederom uitgegaan van een sober beleid. Toch zijn er, rekening houdend met ervaringscijfers over vorige jaren, en gelet op de instandhouding van het voorzieningenpeil hier en daar hogere ramingen nodig. Ook zal wederom goed rekening gehouden moeten worden met noodzakelijke planologische maatregelen - zoals Komplan, plan Buitengebied, overleg met planologen, incidentele adviezen en vooral ook de voorzieningen die getroffen moeten worden rond de aanleg van de provinciale weg T31, zoals aansluitingen van wegen in uitbreidingsplannen en verkeersvoorzieningen. Hierna volgen enkele onderdelen uit de gewone dienst van de begroting die een belangrijker verschil te zien geven ten opzichte van vorig jaar. Voor de financiële administratie is rekening gehouden met de aankoop van geheel nieuwe computerprogramma's in verband met de invoering van nieuwe comptabiliteitsvoorschriften. De kosten hiervan worden geraamd op f 18.000,—. De uitgaven voor de brandweer konden in totaal met f 13.000,— verlaagd worden omdat minder materiaal vervangen behoeft te worden daar een nieuwe brandweerwagen zal worden aangeschaft. Daarentegen vraagt de straatverlichting een hogere uitgave van f 10.000,— als gevolg van uitbreiding van het aantal masten en verhoging van de electriciteitsta rieven De dienst gemeentewerken wordt extra belast met een bedrag van f 15.000,— omdat een reserve gevormd wordt om machines en gereedschappen die reeds afgeschreven zijn te kunnen vervangen. De kosten van vakonderwijs geven een daling te zien van f 7.000, als gevolg van daling van het aantal leerlingen en daarmee van het aantal uren dat dit onderwijs wordt gegeven. De kosten van sociale zorg voor 1984 worden f 200.000,— hoger geraamd. Hiervan wordt 90% door het Rijk terugbetaald zodat een bedrag van f 20.000,— meer ten laste van de gemeente blijft. Verder is nog rekening gehouden met een algehele hertaxatie voor de Onroerend-Goedbelasting. De onder deze belasting vallende objecten moeten om de vijf jaar opnieuw gewaardeerd worden en daarvoor zal in 1984 getaxeerd worden. In i gej op< Arr Scl Als var Zak bij afd ver die het alti wa Orr de get mo op Voor de behandeling van de begroting in de gemeenteraad is de volgende procedure opgesteld: De begroting naar de raadsleden 7 oktober 1983. Behandeling van de begroting in de kommissie voor financiën en belastingen 19 oktober 1983. Schriftelijke vragen van de raadsleden op begrotings-technische onderdelen worden uiterlijk ingewacht op 26 oktober 1983. De algemene beschouwingen door de raad 28 oktober 1983. Beantwoording algemene beschouwingen, behandeling van de begroting in tweede termijn en vaststelling door de raad 4 november 1983. Vanaf 7 oktober j.l. hebben de raadsleden de gelegenheid gehad om individueel en binnen hun fractie de begroting te bestuderen zodat bij de behandeling in de kommissie voor financiën en belastingen met kennis van zaken over de begroting gesproken kan worden om de nog aanwezige probelemen op te lossen. Vooral voor de leden die geen zitting hebben in die kommissie is daarnaast de gelegenheid gegeven om op begrotingstechnische onderdelen schriftelijke vragen te stellen. Ook kunnen de leden daarnaast nog mondeling informatie inwinnen op de afdeling financiën ter secretarie. In de algemene beschouwingen geven de raadsleden per fractie hun visie op het beleid in het komende jaar. Hierbij komt de technische uitwerking van de begroting niet ter sprake maar gaat het meer om de politieke verlating daarvan binnen de fractie. In de raadsvergadering van vrijdag 4 november, die des avonds om half acht begint, geven burgemeester en wethouders antwoord op de algemene beschouwingen, waarna de raadsleden in tweede instantie de gelegenheid krijgen daar op in te gaan. Burgemeester en wethouders geven in deze vergadering antwoord op de nog gestelde vragen door de raad. Daarna wordt de begroting per hoofdstuk behandeld en door de Raad vastgesteld. Hierbij bestaat de mogelijkheid om wijzigingen in de aangeboden ontwerp begroting aan te brengen. In 1983 werden de rioolbelastingen, reinigingsrechten en leges verhoogd met 4%. Voor 1984 heeft de Minister medegedeeld dat slechts een verhoging van 3% wordt toegestaan. Dit zou voor deze belastingen een hogere opbrengst bet riot reir sek Eer onr me Hei dirt dez gae me tijd wo beli bes get Da< ger ven gaa Aa tax On wo de Gr< wo Eer we kor onr wo Ra; Eer de zuil voc Alk isol uit{ gec gec hui Tol De: jaai ger Ge; vol bet hor Da; de de reg dat Bei zal bra ges De 4.5 - een bedrag per inwoner - een bedrag per woning - een vast bedrag. In de nieuwe wet is hier een belangrijke factor aan toegevoegd en dat is een bedrag per m! grondoppervlakte van de bebouwing en een bedrag per centimeter gemiddelde hoogte van de bebouwing. Deze nieuwe factoren worden berekend via luchtfotografie. Bij de toezending van de meetgegevens en de behandeling in de tweede kamer is komen vast te staan dat de uitkering op grond van de nieuwe wet voor Moergestel f 100.000,— lager zal zijn dan volgens de oude wet. Via een overgangsregeling zal dit verschil in 10 jaar worden weggewerkt zodat er op gerekend moet worden dat de uitkering uit het gemeentefonds per jaar gedurende tien jaren f 10.000,— lager zal zijn. Bezien we daarnaast de overige kortingen en bezuinigingen die door het Rijk op deze uitkering worden toegepast dan betekent dat voor 1984 een verlaging van f 99.561,28 ten opzichte van 1983. Ook op langere termijn is geen verbetering in de economische situatie te verwachten zodat het voor de gemeenten veel moeite zal kosten om het bestaande voorzieningenpeil te handhaven. De begroting voor het dienstjaar 1984 is de laatste begroting die is opgezet volgens het model dat is vastgesteld bij Koninklijk besluit van 1931. Deze begroting is ingedeeld in twee afdelingen, te weten de gewone dienst en de kapitaaldienst en deze beide afdelingen zijn weer verdeeld in veertien hoofdstukken, verband houdende met de verschillende taken die de gemeente heeft. De gewone dienst bevat alles wat betrekking heeft op de normale exploitatie in het dienstjaar en de kapitaalsdienst bevat alles waarvan het nut zich over meerdere dienstjaren uitstrekt. De boekhouding van de gemeente wordt aan de hand van deze begroting gevoerd volgens de kameraalstijl. Bij koninklijk besluit van 5 oktober 1982 zijn nieuwe comptabiliteitsvoorschriften voor de gemeenten vastgesteld die in 1985 iruwerking treden. Daarbij wordt het stelsel van baten en lasten (dubbel boekhouden) als uitgangspunt gehanteerd. Met dat stelsel wordt op een meer soepele wijze inzicht verkregen in de jaarlijkse kosten, verbonden aan de uitvoering van de gemeentelijke taken. De knelpunten uit het huidige comptabel bestel worden daardoor voor een groot deel ondervangen. Deze zijn: het ontbreken van een goede onderlinge vergelijkbaarheid van de gemeentebegrotingen; te geringe mogelijkheid om de begroting als beleidsinstrument te hanteren; onvoldoende mogelijkheid om makro- informatie te verzamelen. De nieuwe begroting zal ook weer bestaan uit een gewone dienst en een kapitaaldienst maar heeft daarnaast een verdeeldienst en een recapitulatiedienst. Bij de behandeling van de begroting voor 1985 zal hier nader op terug gekomen worden. Evenals voor 1983 is het ook voor 1984 weer gelukt een sluitende begroting aan te bieden met een post voor onvoorziene uitgaven van f 160.844,60. In 1983 zijn een aantal bezuinigingen in de begroting gebracht die ook nu zijn overgenomen, zodat ten opzichte van vorig jaar gesproken kan worden van een ongewijzigd beleid. Als oorzaak voor het toch nog vrij gunstige beeld van de begroting kunnen de volgende punten genoemd worden. Bij de heroriëntering in 1982 zijn een aantal onrendabele posten uit de begroting vervroegd extra afgeschreven zodat de kapitaalslasten verminderd konden worden. Het effect daarvan werkt ook nog in 1984 en volgende jaren door. - In het afgelopen jaar is door het gereedkomen van enkele gemeenterekeningen meer zicht gekomen op de financiële positie als gevolg waarvan enkele reserves beschikbaar gekomen zijn die konden worden aangewend voor eigen financiëring zodat een belangrijk lager bedrag wegens rente voor op te nemen geldleningen hoede te worden geraamd. De gemiddelde rente daalde daardoor van 7,9% naar 6,2%, dus met 1,7%. Over een totale investering van ongeveer 7 miljoen betekent dat een rentevoordeel van 85.000, In 1983 werd over het bedrag dat nodig was aan kort geld, (rekening- courantkrediet en kasgeldleningen) een rente berekend van 10,5 Voor 1984 is hiervoor als gevolg van een algemene rentedaling uitgegaan van 9,5%. Het hierdoor ontstane renteverschil voor kort geld is mede bepalend voor de berekening van het gemiddelde rentepercentage. Bij de raming van de jaarwedden is wederom uitgegaan van een normale bezetting volgens het organisatie schema, zodat ook voor 1984 rekening is gehouden met het bestaan van twee vacatures. Vooralsnog valt niet te verwachten dat deze vacatures in 1984 ingevuld zullen worden.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 1983 | | pagina 6