f
Harmonie en Koren
in jubileum-concert
Egbert Dekkers
Toon Klomp op de valreep
In memoriam
Rector
4
ll_
I
1
f
I
I
J
(-1
"Rijdend" cafetaria
''fl
i
f
i
1
2
EWESM
t
vervolg op pagina 3
me
Wordt wekelijks gratis huis-aan-huis
bezorgd in geheel Moergestel.
Uitgave en redaktie:
Buro '76 - Oisterwijkseweg 43,
5066 XC Moergestel - Tel. 04243 2268
Inleveren kopij en advertenties:
tot uiterlijk 's zondagsavonds vóór 't
verschijnen van dit blad,
op bovenstaand adres.
WOENSDAG 19 OKTOBER 1983
8e Jaargang - Nr. 307
Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum
van ontmoetingscentrum Den Boogaard
werd door de muziekgezelschappen, die
daar ’’thuis” zijn te weten harmonie Prin
ses Juliana en de koren Con Amore en
Crescendo een gezamenlijk concert gege
ven. Voor een geboeid publiek zetten zij
alle drie hun beste beentje voor in een af
wisselend programma en een schitterende
finale, waarbij de beide koren werden be
geleid door de harmonie. Het geheel was
een mooi visitekaartje van het rijke vere
nigingsleven in Moergestel.
De harmonie opende met twee flitsende mar
sen en toonde daarin te beschikken over een
uitgebalanceerd gezelschap, dat bewust van ei
gen kunnen verder de hele avond ontspannen
en feestelijk muciceerde. Een hoogtepunt was
de mars The Stripper, wat met nodige bravoer
werd gebracht en waarin ’t slagwerk van Lud-
wig Smits uitmuntte. Crescendo presenteerde
zich o.l.v. haar nieuwe dirigent J. ten Berge.
Vreemde ogen dwingen, zegt het spreekwoord.
Dit was vrijdagavond zeker van toepassing bij
Crescendo. Zeer verzorgd was haar program
ma en vooral muntte zij uit in een fijne afwer
king en aandacht voor de kleine finesses. Con
Amore o.l.v. Ad Verbakel bracht bekende me
lodieën uit de operette-wereld op de voor haar
bekende wijze. Ongetwijfeld door de voorbe
reiding op haar Weense Avond werd terugge
grepen op vertrouwd repertoire, wat toch haar
charme heeft voor het publiek als feest der her
kenning. Wat samenwerking vermag bleek uit
het indrukwekkende slotnummer ”Die Ehre
Gottes” van Beethoven. De dirigent van de
harmonie W. Schreurs bracht het totale gezel
schap tot een uitbundige en enthousiaste uit
voering, wat het publiek dankbaar aanvaard
de. Dergelijke manifestaties zijn in de toe
komst zeker voor herhaling vatbaar.
Albert van der Werf.
”De beleidslijn van het bestuur uitvoeren”.
Maar onmiddellijk valt hij weer uit zijn rol en
concretiseert het als volgt: je bent kastelein,
administrateur, kok, jeugdleider, bejaarden-
zorger, maatschappelijkwerker en nog een en
ander. Je hebt de dagelijkse zorg voor een ge
meenschapshuis dat tevens commercieel moet
zijn. Je moet proberen tussen beide polen het
midden te houden. Maar het ’’gemeenschaps
karakter” heeft Toon altijd het meest na aan
het hart gelegen. Het ’’fijnst” vond hijzelf de
koffietafels na begrafenissen. Dan had hij echt
het gevoel dat hij persoonlijk nodig was en iets
kon doen. Dan kon een enkel woord vaak
troost brengen en relativeren.
Geweldige samenwerking
Toon komt er rond voor uit dat veel van de eer
die hem bij zijn afscheid wordt toegezwaaid
toekomt aan het Bestuur en het personeel van
den Boogaard. Het Bestuur gaf hem vaak de
vrije hand, het personeel altijd de helpende
hand. Wat dat betreft is het de mooiste perio
de in zijn leven geweest. In 9 jaar tijd heeft hij
nooit ruzie gehad. Er was altijd een sfeer van
onderling vertrouwen en een teamgeest die je
nog maar zelden aantreft. Ieder wist zijn taak,
maar was ook nooit te beroerd om in te sprin
gen voor een ander. Toon herinnert zich in dit
verband het meest practische probleem dat hij
ooit gehad heeft: een koffietafel van de Regio
nale brandweer, waarbij tegelijkertijd 800
warme kroketten moesten worden geserveerd.
Want je kunt een brandweerman toch geen
lauwe kroket opdissen. Maar het kwam voor
elkaar en ze hebben hun tong kunnen verbran
den als ze dat gewild hadden.
Het schip gekalefaterd
Er is in de periode Toon Klomp heel wat geka
lefaterd aan Den Boogaard. Dat gaf soms heel
wat rompslomp, want het schip kon niet uit de
vaart genomen worden en naar een drooghok
gesleept. Achtereenvolgens werd Den Boo
gaard voorzien van een riante nieuwe keuken,
een nieuw dag, een nieuwe bar, nieuw meubi
lair, een nieuw plafond, een nieuwe disco, een
nieuwe verwarming en een nieuwe voordeur.
Je zou bijna zeggen dat er nauwelijks nog iets
te vernieuwen valt. Maar daar zal de nieuwe
roerganger nog wel achter komen. Een schip in
volle vaart loopt nogal licht averij op en zal
voortdurend aan de eisen van de tijd moeten
worden aangepast. Maar dat is nu geen zorg
meer voor Toon Klomp, al zal hij er nog wel
eens, vanaf de wal, naar het reilen en zeilen
van Den Boogaard turen. Maar hij zal er zich
niet meer mee bemoeien. Ze zullen van hem
niet zeggen: De beste stuurlui staan aan wal!
Toekomstplannen
Toon wordt binnenkort zestig. Hij maakt van
zijn hart geen moordkuil: hij is blij dat hij ge
zond en wel en bijtijds kan afmonsteren. Hij
heeft een beetje een hekel aan de mensen die
zich zorgen maken over de invulling van zijn
vrije tijd. Daar zal hijzelf wel raad mee weten
en dat kunnen ze gerust aan hem over laten.
Concrete plannen heeft hij helemaal niet. Ach
ter in zijn wagen ligt zijn fototoestel, zijn vis-
gerief, zijn tuingereedschap en nog een stel
boeken. Hij hoopt er naargelang de tijd van
het jaar en vooral naargelang zijn zin gebruik
L
Wie herinnert zich in Moergestel niet de
nieuwe rector van het St. Stanislaus-
klooster uit de oorlogsjaren, zoals hij
soms rondfietste in het dorp met een rode
fez als hoofddeksel, een touw als ceintuur
om z’n jas, of later in een zilverkleurige
Healy door het toen nog rustige dorp
snelde: Egbert Dekkers - priester-
schilder.
Persoonlijk leerde ik hem in 1937 kennen
toen hij als jong kapelaantje in Rosmalen
permissie kreeg van monseigneur Diepen
om aan de Rijksacademie voor Beeldende
Kunsten in Amsterdam te gaan studeren.
Hij werd m’n jaargenoot en twee dagen
per week in mijn Warmoesstraatatelier
m’n huisgenoot. Als leerling van Prof.
Heinrich Campendonk bekwaamde hij
zich in de Monumentale Schilderkunst.
De kunst die hij zo veelvuldig tot uitvoe
ring bracht in de na-oorlogse jaren. In die
wederopbouwperiode waren veel kerken
en kloosters hersteld of gebouwd en het is
in deze fase dat hij zijn belangrijke oeu
vre schiep. Normaal gesproken zou dat
een veilig beschermde conservering zijn
voor glascomposities, reliëfs, wandschil
deringen. Helaas volgde na de opbloeipe-
riode een diepe neergang. Kerken en
kloosters raakten in verval of werden
gesloopt waarmee ook de kunstwerken
ten onder gingen. Zo moet het voor Dek
kers een ontzettende ervaring geweest zijn
toen hij in Frankrijk vernam dat ’’zijn
Noordhoekse kerk” onder slopershamers
was ondergegaan. Vier jaren had hij op
smalle steigers gebalanceer om zijn apo-
colyps te verbeelden in de hoge neo-
gothische gewelven. Lenig als een aap be
klom hij de hoge ladders en in lange da
gen schilderde hij z’n visioenen. Slechts
puin bleef over.
I
I
■f
De naam TOON KLOMP is voor Moer
gestel een begrip. Dat was hij eigenlijk al
vóór 1975. Iedere inheemse Moergestel-
naar kende hem wel op een of andere ma
nier: als humorist, als lid van de harmo
nie, als ijverig ehabeoër, als kajotter, als
kritisch en sceptisch commentator van het
dorpsgebeuren en in vele andere hoeda
nigheden. Maar de samenvatting van al
deze hoedanigheden trad eigenlijk pas
goed aan het licht toen Toon Klomp per
1 januari 1975 het roer van Den Boogaard
van Tijn van Brunschot overnam. Toen
werd hij, naast de officiële gezagsdragers,
misschien wel de ’’meest publieke man”
van Moergestel.
Een schoenmaker die niet bij zijn leest bleef
Zoals zovele jongens uit Moergestelse arbei
dersgezinnen was Toon voorbestemd voor het
schoenmakersvak. Met een korte onderbre
king van zijn diensttijd bij de marine heeft hij
ongeveer alle schoenfabrieken in Moergestel
en de verre omtrek van binnen gezien. Hij
vindt het ook geen verdienste om 40 jaar op
dezelfde plaats te blijven, ook al wordt dit met
een medaille beloond. Hij had het er, eenmaal
getrouwd, naar zijn eigen zeggen wel druk
mee: ”hil den daag schoen maken, en dan ’s
naachts wir klompe!”
I Zijn diensttijd bij de Marine was kortstondig,
maar heeft hem duidelijk wel beïnvloed. Hij
hoorde tot de uitverkorenen die bij de marine-
kapel werden ingedeeld en zodoende op veel
andere punten werden ontzien. Zodoende
heeft hij de zee ook alleen maar bevaren voor
een kortstondig vlootbezoek aan Göteborg in
Zweden, waarbij zijn muzikaal talent niet
mocht ontbreken. Maar zijn taalgebruik is
sterk door de marine gevormd: Toon spreekt
graag in scheepvaartstermen. Men leze er
slechts het stukje ”Den Boogaard en zijn be
manning” op na in de jubileum-bijlage van
Moergestelnieuws.
Aangemonsterd op Den Boogaard
Toen Tijn van Brunschot zijn laatste ’’oor
lam” had geschonken kon hij met een gerust
hart afmonsteren, in de wetenschap dat het
roer in vaste handen overging: Toon Klomp
stond op de commandobrug. Hij kende Den
Boogaard reeds als barkeeper, en het bestuur
had in deze oer-moergestelnaar met ervaring
op veel terreinen van het maatschappelijk le
ven een goede keuze gemaakt. Hij had nog wel
niet de benodigde horeca-papieren, maar met
de hem eigen voortvarendheid kon hij die na
twee maanden laten inlijsten. Maar ik geloof
niet dat hij er zoveel waarde aan hechtte dat
hij dat ook heeft gedaan.
Als ik aan hem vraag of de overgang niet
moeilijk was - hij was per slot van rekening de
vijftig al gepasseerd - begint Toon te filosofe
ren. Moeilijk vindt hij een vies woord. Het
wordt te pas en te onpas gebruikt. Je kunt geen
gesprek meer voeren of er komt wel iets moei
lijks op de proppen. Je moet het gewoon doen
op jouw manier. Dan is het niet moeilijk.
Duizendpoot
Als ik hem vraag wat nu eigenlijk zijn taak als
’’beheerder” van Den Boogaard is geweest
komt hij met een deftige formulering waarbij
hij ook zijn gezicht in de passende plooi trekt:
En dit ingrijpende gebeuren overkwam
hem toen hij door ziekte reeds voor een
groot deel verlamd was geraakt, dat was
in 1968. Aanvankelijk leek er nog kans
op enig herstel en met enorme energie
probeerde hij aanvankelijk aan dat her
stel mede te werken. Tevergeefs echter.
Het belette hem vrijwel totaal om nog
enige mate beeldend bezig te zijn. Zo lang
het mogelijk was trok hij jaarlijks op en
neer tussen z’n Franse huis waar hij zo
van hield en Moergestel. Tot ook dat niet
meer mogelijk bleek en hij na wat om
zwervingen uiteindelijk in St. Charles te
St Michielsgestel zijn laatste jaren af
sloot. Hoewel hij nog maar zelden in
Moergestel kwam de laatste jaren zal me
nig Moergestelnaar met onsteltenis ver
nomen hebben dat deze vroeger voor hen
zo’n vertrouwde figuur voorgoed verdwe
nen is.
Zijn laatste bezoek aan Moergestel bracht
hij aan de familie van Overdijk. Aan hun
voortdurende zorg heeft hij bijzonder
veel te danken. Vooral de laatste jaren.
Laten we ons ervan bewust zijn dat we in
Egbert Dekkers een dorpsgenoot bezaten
die voor de ontwikkeling in de schilder
kunst van "blijvende betekenis zal zijn.
Zijn bekroning met de Cultuurprijs van
Brabant is daar een duidelijke bevestiging
van. De zusters van St. Stanislaus mogen
zich gelukkig prijzen met de mooie glas
ramen van zijn hand in hun kapel uit de
tijd waarin hij z’n beste werk maakte! Ik
zou willen besluiten met een citaat uit een
kritiek in 1967 van Jacques Levij naar
aanleiding van betonreliëfs die hij maakte
voor het nieuwe ziekenhuis in Waalwijk.
Egbert Dekkers is tot in het diepst van
zijn wezen, van zijn begenadigde kunste
naarsziel, doordrongen van een allesver-
terende eerbied, schroom is mogelijk een
beter woord, voor het leven. Als hij over
zijn werk praat, zijn schilderijen, zijn
glas-in-beton, gebruikt hij dat simpele
maar zo geladen woord 'leven' herhaal
delijk. In zijn mond wordt het een gebed.
Hij worstelt steeds met die liefde voor het
leven, voor alle leven.
Maar de techniek - hoe belangrijk ook -
en de materie - het weerbarstige moderne
beton - zijn slechts middelen. Ze geven
deze Brabantse mens de mogelijkheid te
getuigen van zijn geloof in en zijn eigen
hoop voor het leven. Een aardsgebed?
Neen! Wel een uit de aarde opwellend,
een aan die aarde gebonden gebed. Fel,
hoekig, betonhard, niet harmonisch, ei
gentijds, vol onzekerheden. Maar dat ge
bed is er in dat werk van Egbert Dekkers.
Een bede die voortkomt uit een nieuwe
devotie, die zoekt naar een inniger con
tact, een persoonlijker betrekking met het
Absloute met God, en die ervan getuigt
dat hij dit bereikbaar acht. jan [)jjker
Sinds vorige week maandag staat in de nabijheid van sporthal "De
Vonder" het rijdende cafetaria van Theo en Annie Rommen. De gehete
week kan men er 's avonds (behalve op maandag) en zondags vanaf 12.00
uur terecht voor allerlei lekkernijen van uitstekende kwaliteit, zoals Theo
zegt. Het is volgens hem de bedoeling dat de snackbarwagen voorlopig op
die standplaats zal blijven, maar wie weet, komen we hem over enige tijd
wei elders in Moergestel tegen. We wensen Theo en zijn vrouw Annie van
harte sukses met het door hen ondernomen initiatief.
,m
i