Uit Moergestels verleden
November.
Brabantse Encyclopedie
op komst
de maand om van wild
en gevogelte te smullen
November, maand van de vele intochten
VOORBEREIDINGSBESLUIT
i
GEMEENTE MOERGESTEL
rtëSgii
I
"MOERGESTEL-NIEUWS" - WOENSDAG 10 NOVEMBER 1982
PAGINA 9
Bron: V. V. V. Breda
hun verlanglijst zullen zetten.
5
Bron: V. V. V. Tilburg
I
w
i
l
Eind deze maand komt hij weer met zijn knechten: de Sint.
De burgemeester van Moergestel maakt ter voldoening aan het bepaalde in artikel 22
van de Wet op de Ruimtelijke ordening bekend, dat de gemeenteraad in de vergadering
van 29 oktober 1982 heeft besloten te verklaren dat een bestemmingsplan wordt voor
bereid voor een groot gedeelte van het buitengebied van de gemeente. Behalve de
gronden, welke zijn gelegen in het bestemmingsplan De Hooge Braaken - Buiten Hei
kant - Helsbroek vallen ook meerdere agrarische bouwblokken buiten het besluit.
In het besluit is het vereiste van een aanlegvergunning opgenomen voor diverse wer
ken en werkzaamheden.
Het besluit met de daarbij behorende kaart B 108-052-3697 alsmede het voorstel van
het Kollege van burgemeester en wethouders ligt voor een ieder ter gemeentesekreta-
rie, afdeling Algemene Zaken, ter inzage.
Moergestel, 10 november 1982
De burgemeester voornoemd,
J.B.S. ter Veer.
’■ri
In 1983 zal, met medewerking van de provincie
Noord-Brabant, reeds het eerste van de drie
delen verschijnen van Encyclopedie van
Noord-Brabant, onder eindredactie van de
auteur-historicus Anton van Oirschot en de
Neerlandicus drs. A.C. Jansen. Het zal het be
langrijkste standaardwerk worden, dat ooit
over Noord-Brabant werd uitgegeven. Vele
deskundigen op velerlei gebied zullen hiervoor
hun medewerking verlenen, evenals talloze
provinciale instellingen en gemeenten. In de al
fabetische benadering van de vele facetten van
Noord-Brabant zal bijzonder aandacht worden
besteed aan de bevolking, geschiedenis, dia
lecten, kunst en cultuur, politiek, kerkelijk le
ven, sport, landbouw en industrie, flora en
fauna, kerkelijk leven, sport, landbouw en in
dustrie, flora en fauna, volkskunde, recreatie
enzovoorts.
Het geheel wordt een zeer omvangrijk werk
met in totaal ongeveer 2100 pagina's in drie
grote delen, met circa 2000 foto's, illustraties,
cadeau's in stand te houden.
Ouders willen de gezelligheid van de pak
jesavonden niet meer missen en bovendien
biedt het feest een pedagogisch voordeel.
De jeugd kan nieuwe en grotere gehoor
zaamheid worden afgedwongen met het
dreigement dat bij slecht gedrag hij of zij in
de "zak" van Piet mee naar Spanje zal wor
den genomen.
Het is de vraag of dat kleine en uiterst tijde
lijke voordeel de prijs van al die cadeau's
waard is. Bovendien is het helemaal zo erg
niet om meegenomen te worden naar
Spanje. Velen betalen hoge bedragen om
er te kunnen overwinteren.
Het feest kent een oud gebruik dat nog niet
door de feministen ontdekt is, althans er
heeft er nog geen een tegen geageerd.
Het gaat om het strooien van de peperno
ten. Het zijn symbolen van de vruchtbaar
heid en de Sint had dus beslist bijbedoelin
gen toen hij ze strooide. Het verhaal gaat
dat hij ze vooral veel bij kinderloze echtpa
ren binnenwierp. Wie straks een jongeda
me een handjevol pepernoten ziet afwijzen
met een gezicht alsof haar iets verachtelijks
wordt aangeboden weet wat er aan de
hand is.
De viering van Sint's verjaardag op 5 de
cember is overigens een misverstand. De
naamdag van Sint-Nicolaas is op 6 decem
ber en de vroegere "strooiavond" op 5 de
cember is door een misverstand tot de ei
genlijke viering van Sinterklaas geworden.
grafieken, kaarten en dergelijke, waarvan hon
derden in kleur zullen worden afgedrukt. De
encyclopediedelen worden gebonden in luxe
banden met zogenaamd bladgoud bestem
peld en vierkleuren stofomslagen. De inteken
prijs is, om een zo groot mogelijke oplaag te
bereiken, bijzonder laag gehouden. Voor de
drie delen tesamen moet f 195,- betaald wor
den. Het eerste deel verschijnt in het najaar
van 1983, de overige twee delen in de loop van
1984.
De Encyclopedie van Noord-Brabant zal wor
den uitgegeven door Uitgeverij M.A. van Sei-
jen uit Leeuwarden, die ook de Encyclopedie
van het hedendaagse Friesland op de markt
bracht.
Degenen die menen op enigerlei wijze een bij
drage te kunnen leveren aan de samenstelling
van de encyclopedie, kunnen zich schriftelijk
wenden tot het redactie-adres, Kasteel Nemer-
laer. Postbus 17, 5076 ZG Haaren.
Hoe tegenstrijdig het ook mag klinken, zonder de jacht zou al het grotere wild al lang uit
ons land zijn verdwenen. De jager is er niet alleen op uit om het wild te doden, maar ook
om 't te beschermen. De tijd is weer aangebroken dat zij er op uittrekken om door afschot
evenwicht in de wildstand te brengen. In het verleden zorgden daar de grote roofdieren
voor.
November is de maand waarin op de kaarten van onze restaurants weer volop wildgerech-
ten te vinden zijn. Het is de moeite waard om weer eens uit eten te gaan, want wild wordt
niet iedere dag op tafel gebracht. Onder de vele soorten vlees die er zijn, is wildbraad altijd
een feestgerecht gebleven. Gevogelte wordt vooral de laatste jaren graag gegeten, waarbij
kip de kroon spant. Natuurlijk valt een kip uit de speciale fokkerijen al lang niet meer als
"wild" te zien. Wie echt "wild" wil eten moet een goede scharrelkip zoeken.
Culinair gezien is wild de verzamelnaam voor de in het wild levende dieren, waarop jacht
gemaakt wordt en die als voedsel moeten dienen. Daartoe behoren ree, hert, wild zwijn,
haas, konijn en vogels als kwartel, fazant, patrijs, gans en wilde eend. Duif en kalkoen be
horen ook tot deze reeks al worden deze dieren meestal niet gejaagd.
Wie door een kookboek voor wild en gevogelte bladert loopt al snel het water uit de mond.
Wie smult er niet van konijn met olijven. Engelse hazesoep, gebraden reebout, wild zwijn
in zoetzure saus, gesmoorde fazant, gestoofde patrijs, duiven met zwarte olijven of gevul
de wilde eend? Wie er van terugschrikt de gerechten zelf te bereiden kan terecht in de uit
stekende wildrestaurants in de omgeving. De meeste restaurants, die niet in wild en gevo
gelte gespecialiseerd zijn, hebben in deze tijd van het jaar een aparte wild-kaart.
De mensheid heeft vrijwel altijd gejaagd om aan eten te komen. Maar later, in de Midde
leeuwen al, werd de jacht een vermaak. Wij kunnen nu niet anders dan dat een wreed ver
maak noemen, maar de mensen uit die tijd dachten er veelal anders over. Maar het lijkt ons
waarschijnlijk dat er toen al weerstanden bestonden tegen het brute en onsportieve ver
maak dat veelal aan de edelen en rijken was voorbehouden.
In Nederland onderscheidt men tegenwoordig de korte jacht, met geweer en staande
hond, en de lange jacht, met windhonden, op hazen. De laatste is tegenwoordig verbo
den. Zeer oud en nog steeds beoefend is de vangjacht. Daarbij worden speciale inrichtin
gen gebruikt waarmee het wild gevangen of gedood wordt, zoals de jacht met slagnetten
op zangvogels, het zogenaamde vinkenslaan.
De eendenkooi, een "inrichting" om wilde eenden op een schalkse wijze te vangen, werd
in Engeland voor het eerst in 1280 gemeld, in de Nederlanden in 1550 en in Noord-West-
Duitsland in 1730. Er zijn in West-Brabant nog een paar eendenkooien.
Men gebruikte vroeger bij de vangjacht alle mogelijke netten, strikken van koper of paarde-
haar, of lijmtakken. Dat alles is nu in Nederland verboden, maar stropers bedienen zich
nog weleens van dergelijke methodes.
In Nederland wordt de jacht bedreven door 35.000 houders van een jachtakte. Om een
grote soortenrijkdom te handhaven is er een jachtwet ingesteld. De jacht staat onder toe
zicht van het Ministerie van Landbouw en Visserij en wordt geregeld door de afdeling Fau
nabeheer, die bepaalt of er wild dient te worden afgeschoten en in welke mate. In 1974 zijn
er bijvoorbeeld 20.000 reeën geteld, waarvan Faunabeheer vond dat er 4.000 moesten
worden afgeschoten.
Aan het ministerie wordt bovendien nog advies uitgebracht door de jachtraad, die zowel in
Nederland als in België voorkomt.
Tegen de jacht bestaan tegenwoordig veel weerstanden. De jagers beroepen zich op het
feit dat het jagen nodig is, omdat anders bepaalde soorten zodanig gaan overheersen dat
ze andere bedreigen. Maar daarnaast staat vast dat jagers jagen omdat ze daar plezier in
hebben, niet uit een diepe bewogenheid met het wel en wee van onze fauna, en dat maakt
het vaak moeilijk in hun integriteit te geloven als ze zich beroepen op de "noodzaak" van
de jacht. Bron. v v v Breda
November is de maand van de intochten.
Al geruime tijd voordat zijn naamdag ge
vierd wordt komt Sint-Nicolaas met zijn
zwarte knechten naar ons land. Het is goed
dat kinderen niet zo'n goed overzicht heb
ben van hetgeen in de provincie gebeurt.
Ze zouden versteld staan van de escapades
van de goedheiligman. Hij komt op tien,
twintig plaatsen tegelijk aan, wisselt ra
zendsnel van kleding, bril, baard, paard,
formaat, boot en zwarte Pieten. Het is ver
bazingwekkend. Geen wonder dat de man
als een heilige vereerd wordt. Het zou mis
schien wel goed zijn als kinderen meer
wisten van de verrichtingen van de Sint.
Het zou hen meer respect voor hem bij
brengen.
Het Sint-Nicolaasfeest is een van de voor
naamste huiselijke feesten van het jaar. Het
is er dan vooral om te doen elkander ca-
deau's te geven, vergezeld van een spot
dicht. De gever tracht meestal anoniem te
blijven. Sams ook niet, dat hangt af van het
karakter van de gever en de prijs van het
cadeau.
Het "zetten van de schoen", met een peen
voor de schimmel, is er niet veel meer bij.
Dat komt door de centrale verwarming.
Geen kind laat zich nog aan het verstand
praten dat de Sint of een van zijn knechten
via de centrale verwarming naar binnen
komt om de peen op te halen en er mooie
cadeau's voor in de plaats te leggen. Soms
worden er toch nog schoenen gezet door
de kinderen wiens geloof in wat de ouderen
zeggen nog vele malen groter is dan hun
nog nauwelijks ontwikkelde technisch in
zicht.
De heilige Nicolaas van Myra wordt sinds
de middeleeuwen vereerd in Europa. Ver
spreid werden toen luidruchtige optochten
gehouden. De Sint is niet altijd even wel
kom geweest: de Reformatie nam aanstoot
aan het vieren van de naamdag van de
Rooms-Katholieke heilige. Het zetten van
de schoen werd verboden en het bakken
van de "bisschopskoek" ook. Deze koek
heet nu speculaas. Speculator is een ander
woord voor bisschop. Het lukte echter niet
om de viering uit te roeien en tegenwoordig
spannen middenstand en jeugd zich geza
menlijk in om de kostbare uitwisseling van
De middenstanders vullen hun schappen, de bakkers maken hun suikergoed, ou
ders zorgen voor een financiële reserve en kinderen piekeren wat ze allemaal op