pipf’ ja
11
D
nu i
Kennisneming van
de begroting
Opzet van de
begroting
Algemeen
begrotingsbeeld
Inleiding
De behandeling
Begrotingsbeeld
voor Moergestel in
1983.
uitgaven
c.
Vi
Evenals vorige jaren tracht
het gemeentebestuur door
deze publikatie om de
gemeentebegroting voor het
jaar 1983 en de daarbij
behorende aanbiedingsbrief
onder de aandacht van de
bevolking te brengen.
De begroting is het
huishoudboekje van de
gemeente voor het
komende jaar en het is een
goede zaak dat zoveel
mogelijk mensen er kennis
van nemen.
inkomsten
W
"MOERGESTEL-NIEUWS" - WOENSDAG 27 OKTOBER 1982
"Ml
PAGINA 10
Berichten van
het gemeentehuis
b.
Verhoging onvoorziene uitgaven
233.000,-
De begroting werd op 19 en 20
oktober behandeld in de openbare
vergaderingen van de kommissie
voor financieën en belastingen.
Deze kommissie bracht advies uit
aan de burgemeester en wethouders
over deze begroting, voor de
behandeling in de gemeenteraad.
De raadsleden hebben tot uiterlijk 27
oktober de gelegenheid schriftelijk
vragen in te dienen bij burgemeester
en wethouders over begrotings
technische onderdelen.
Daarna zal op woensdag 3 november
1982 om half acht een openbare
raadsvergadering worden gehouden,
waarin door de verschillende frakties
de algemene beschouwingen worden
gehouden.
De frakties geven daarmee hun visie
op het beleid in het komende jaar.
In de raadsvergadering van vrijdag 5
november, die eveneens om half
acht begint, geven burgemeester en
wethouders antwoord op de
algemene beschouwingen, waarna de
raadsleden in tweede instantie de
gelegenheid krijgen daarop in te
gaan.
In deze vergadering geven
burgemeester en wethouders
terstond antwoord op het gestelde
door de raad.
Daarna wordt de begroting per
hoofdstuk behandeld en stelt de
gemeenteraad die vast.
Bij deze vaststelling bestaat de
mogelijkheid om nog wijzigingen in
de begroting aan te brengen.
De vastgestelde begroting wordt
daarna in tweevoud ter goedkeuring
ingezonden aan Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant.
Burgemeester en wethouders moeten
dan met samenwerking van het
ambtenarenkorps zorgdragen voor
uitvoering van de in de begroting
opgenomen taken.
In de gemeentewet is bepaald dat
iedereen in de gelegenheid moet zijn
van deze begroting kennis te nemen.
Daarom is de begroting op de
afdeling financieën ter sekretarie ter
inzage gelegd en tegen betaling van
de kosten voor iedereen verkrijgbaar
gesteld. Ook is de begroting ter
lezing neergeiegd op de leestafel van
de openbare bibliotheek aan de
Kloosterlaan.
De begrotingen van alle gemeenten
worden opgezet volgens eenzelfde
model, dat is vastgesteld bij
Koninklijk Besluit van 1931.
In de begroting treffen we twee
afdelingen aan, de gewone dienst en
de kapitaaldienst.
De gewone dienst bevat alles wat
betrekking heeft op het jaarlijks
terugkerende gebeuren van de
gemeente, zoals exploitatie van de
sekretarie, sporthal, sportterreinen,
onderhoud wegen, riolering,
straatverlichting, brandweer, enz.
In de kapitaaldienst vindt men alles
waarvan het nut zich over meerdere
dienstjaren uitstrekt, de
investeringen, reserves en
geldleningen.
In de gewone dienst wordt het beleid
voor het volgende jaar vastgelegd en
daarom gaan de besprekingen in de
raad alleen over deze dienst.
De kapitaaldienst komt alleen aan de
orde als in de loop van het jaar
kredieten beschikbaar gesteld worden
voor nieuwe investeringen.
Uitkering gemeentefonds
Ruimte door extra afschrijving
Verlaging gemiddelde rente
Dividend Intergas
Leges bouwvergunningen
Staangeld kermis
Onroerend-goedbelasting
Beschikking over de saldi-reserve
Kosten van de sekretarie
Reservering voor de brandweerauto
Overige kosten brandweer, o.a. kursussen
Kosten gemeentewerken
Kosten onderwijs
Kosten sociale zorg
kunnen worden van 12% naar
10,5%. Dit betekent dat de totale
renteberekening over alle
investeringen verlaagd kon
worden met 0,75%, hetgeen een
verlaging van de rentekosten
inhoudt van f 112.380,04.
Zonder deze twee punten zou de
begroting een nadelig saldo hebben
opgeleverd van zo'n f 40.000,
Het hiervoor weergegeven
begrotingsbeeld met een post voor
onvoorziene uitgaven van ruim f
140.000,— geeft geen reden voor
groot optimisme, omdat hiervan een
bedrag van f 90.000,— aangewend
moet worden voor uitvoering van het
in de raadsvergadering van 25 juni
1982 vastgestelde
investeringsprogramma, te weten
verbouw van de Vereniging en
verbouw gemeentewerken.
Op grond van die heroriëntatie is ook
een bedrag van f 15.000,—
gereserveerd voor een in 1985 aan te
kopen nieuwe brandweerauto.
Bij
die
uit<
Toi
mc
vo<
Da
ran
be(
oni
Da
gel
eer
pla
Ko
Hie
tot
75.
Do
ger
te
bel
Eer
be<
kin
de
on<
wo
mc
ins
ver
e.d
Uitgangspunt is dat voor 1983 een
sluitende begroting aangeboden kan
worden met een post voor
onvoorziene uitgaven van
f 142.423,47.
In 1982 werd gekozen voor een
ongewijzigd beleid ten opzichte van
de voorliggende jaren. Bij de
begroting voor 1983 is meer nadruk
gelegd op bezuingingen.
Het gunstige beeld van deze
begroting is voor een belangrijk deel
gevolg van het feit dat:
1. bij heroriëntering van het
investeringsprogramma 1982 is
besloten om het batig saldo van
de rekening 1978 ad. f 350.000,—
aan te wenden voor extra
afschrijving van twee onrendabele
plannen, t.w. het Komplan en het
plan Buitengebied.
Dit betekent voor de begroting
1983 een extra ruimte van
f 74.000,-.
2. verder is de rente voor nog te
sluiten geldleningen verlaagd
d.
e.
f.
I
He
set
vei
brt
scl
of
24.000, -
15.000,—
20.000,—
26.000,—
30.000,—
78.000,-
133.000,—
100.000,-
233.000,—
100.000,-
74.000,—
112.000,—
15.000,—
17.000,—
10.000,-
25.000, -
36.000, -
In vergelijking tot de begroting voor
1982 kunnen de verschillen in grote
lijnen worden samengevat tot de
volgende posten:
WW
I
Eei
gel
19f
op
a.
Zoals bij de begrotingsbespreking van
vorig jaar al werd vermeld, is de
economische ontwikkeling in de
afgelopen jaren steeds verder
verslechterd. De gevolgen hiervan
worden voor de gemeenten ook
steeds meer voelbaar.
De regering vraagt van de
gezamenlijke gemeenten een bijdrage
in de tekorten door de uitkering uit
het gemeentefonds voor 1983
struktureel met 122,6 miljoen gulden
te verlagen. In 1982 was dit nog
slechts 47,9 miljoen en zoals het zich
nu laat aanzien zal dat in 1985 zijn
opgelopen tot 185,1 miljoen.
Er zal hierbij voor de gemeenten
geen of nauwelijks ruimte zijn voor
taakuitbreiding en zelfs het afstoten
of inkrimpen van taken zal veelal
onontkoombaar zijn.
F
f
r
X*