Pi si iHlli Bach’s Mattheus- passion, 250 jaar I o l- v i f I f1 vï 6. Het tweede deel 7. Uitvoeringspraktijk (SLOT) V e d li 1 2 3 4 5 Ie 1! 6. V( 7. zi 8. 01 g< p, 9. w 1( e« Het tweede deel van de Mattheu- Passion begint met een overweging over het heengaan van Jezus; de alt zingt: "Ach nu ist mein hin". Nadat het evangelieverhaal weer is opgenomen en verhaalt hoe Jezus gevangen is ge nomen en is gevoerd naar het paleis van de hogepriester, moet Jezus zich verdedigen tegen de beschuldigingen van twee valse getuigen. Bach heeft de aantijgingen van deze getuigen mees terlijk weergegeven in een canon, met De strijdvraag hoe de Mattheus-Passion en überhaupt het gehele oeuvre van J.S. Bach moet worden uitgevoerd dateert niet van vandaag of gisteren. Al sinds ongeveer 1800, vijftig jaar na Bach's dood, toen Bach's werk weer werd herontdekt, is over de wijze van uitvoering verschil van mening geweest. Van de hand van Bach zelf is over de uitvoeringspraktijk niet zo heel veel bekend. Wel heeft zijn zoon Carl Philip Emanuel daarover 't een en ander vastgelegd, maar aangezien Bach's zonen, zoals we zagen, leefden in een geheel andere tijd, is hun mening niet altijd even betrouwbaar. Om zo zuiver mogelijk de wijze waarop Bach's muziek in Bach's tijd geklonken heeft te kunnen benaderen, moeten we ons in gedachten verplaatsen naar de Barok- tijd en ons indenken in de mens Bach. We hebben al gezien dat de Barok een tijd was van uitbundig en zwierig lijnen spel, van klankverfijning en -vernieuwing en we hebben ook gezien dat Bach zich hierin volkomen thuis- voelde. Uit verschillende bronnen weten wij verder, dat Bach een actief Bach hun onverschilligheid in het koor "Was gehet uns das an? Da siehe du zul" alsof ze willen zeggen: man hoepel op, we hebben met jou niet te makenl" Ook op dit berouw volgt een reactie in de vorm van een aria "Gebt mir meinem Jesum wieder!". De sfeer van deze aria is zó verschillend van de vorige, dat zelfs de grote Bachkenner Albert Schweitzer geen raad wist met deze "lustige Musik". Jezus moet nu verschijnen voor de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus. Deze, verlegen met de kwestie, wil tenslotte het volk laten kiezen tussen Barabbas en Jezus. Het volk, opgehitst door de hogepriesters, kiest voor Ba rabbas. Bach heeft de felheid van die kreet uit het volk op uitzonderlijke wijze weten weer te geven, evenals de volgende kreet, die volgt op de vraag van Pilatus, wat er dan met Jezus moet gebeuren; tot tweemaal toe klinkt het breed uitgesponnen "Lass ihn kreuzigen!" uit een veelkoppige menigte. heel rustig inzet "Wenn ich einmaal soil scheiden, so scheide nicht von mirl" Bach laat ons meeleven met de dood van Jezus door ons te laten denken aan onze eigen dood, eenmaal. De angst en de pijn voelen we bijna letterlijk wanneer deze woorden klinken aan het eind van dit koraal. Lang kunnen we hierover niet nadenken, want met een uiterst realis tische schildering geeft Bach weer wat er gebeurt na Jezus' dood: het scheuren van het gordijn in de tempel, de aardbeving, de opstanding van de doden. Wat een verbazing, maar vooral ook inzicht en erkenning klinken dan door in de uitroep van het koor "Wahr- lich, dieser ist Gottes Sohn gewesenll"; het is alsof ineens de zon doorbreekt. Diezelfde avond vraag een van Jezus' leerlingen, Jozef van Arimathea, aan Pilatus toestemming om Jezus te be graven. Dit heeft Bach geïnspireerd tot de mooiste avondschildering van de hele muziekliteratuur, het recitatief "Am Aband, da es kühle war", gevogd door die prachtige basaria "Mache dich, mein Herze, rein; ich will Jesum selbst begraben". De evangelist verhaalt dan nog hoe Jezus wordt begraven en welke maat regelen Pilatus neemt om het graf te verzegelen. Hiermee is het verhalende gedeelte van de passie, het evangelie verhaal, afgelopen. Er volgt dan nog een epiloog waarin de solisten, af wisselend met het koor, ieder op hun beurt afscheid nemen van Jezus. De passie wordt tenslotte afgesloten met het plechtige slotkoor "Wir setzen uns mit Tranen nieder", dat lijkt te eindigen met een smartelijke toon, die, ook hier weer symboliek, aan het eind nog juist op tijd weet op te lossen. Pilatus geeft tenslotte toe aan het volk en laat Jezus geselen. In het recitatief en in de aria die hierop volgt, waarin de alt smeekt om medelijden met de Heiland, klinken de slagen van de geseling die men Jezus toedient onaf gebroken door. Oneindig koud en cynisch klinkt de stem van de alt, wanneer ze zingt: "Ach ja, ihr habt ein Herz, das muss der Martersaule gleich und noch viel harter sein". Dan volgt tweemaal de prachtige ko- raaimelodie van Hans Leo Hassler "O Haupt voll Blut und Wunden". De evangelist verhaalt vervolgens hoe Jezus naar Golgotha wordt gebracht, waar ook weer voorbijgangers Jezus bespotten. In twee koren klinkt hun versmading duidelijk door, die culmi neert in de woorden: "Er hat Gott vertrauet, der erlöse ihn nun, lüstet's ihn: denn er hat gesagt: Ich bin Gottes Sohnl" Na een aria voor alt hervat de evangelist zijn verhaal en weet op prachtige wijze de "unheimische" sfeer vlak voor Jezus door te verklanken. Wanneer jezus klacht van het kruis klinkt "Eli, eli, lama asabthani", het moment waarop Jezus als het ware even zijn goddelijkheid heeft afgelegd en volledig mens is geworden, laat Bach dan ook Jezus woorden niet zoals gewoonlijk bege leiden door het orkest, maar door het clavecimbel dat ook de overige per sonen begeleidt. Smartelijk klinkt tenlotte de stem van de evangelist waar hij verhaalt: "Aber Jesus schrie abermal laut verschied", dat nog wordt ge accentueerd door de stilte die hierop volgt en het aangrijpende koraal dat de bedoeling duidelijk te laten uitkomen hoezeer ze elkaar napraten. Let ook op de dalende, respectievelijk omhoog - werkende lijn bij achtereenvolgens de woorden "abbrechen" en "bauen". Wanneer Jezus tenslotte zijn goedheid openbaart door het waardig gezongen "Du sagest's", laait de woede van de hogepriesters hoog op en komt tot uiting in het felle en fanatieke koor "Er ist des Todes schuldig" en daarna in het "Weissage uns Christe, wer ist's der dich schlug", waarin de vele her - halingen van zinsgedeelten realistisch schilderen hoe een aantal kerels om Jezus heen stond en hem met vuisten bewerkte. In een eeuw waarin de foto grafie nog niet was uitgevonden wist Bach martelingne muzikaal net zo duidelijk weer te geven als de foto grafen nu zo'n beeld met een knip op de knop vastleggen. Wat prachtig volgt hierop het gedragen koraal "Wer hat dich zo geschlagen?"! Petrus verloochening, aanvankelijk weifelend (let op de halve sluiting van de eerste verloochening) is de tweede keer al sterker en de derde maal krachtig. Na het door Bach realistisch uitgebeelde kraaien van de haan wordt Petrus' berouw uitgebreid geschilderd: het weinete bitterlich" wordt door de evangelist in uitvoerige melismen weer gegeven. Dan volgt wellicht de mooiste aria uit de passio, het "Erbarme dich, mein Gott", gezonden door de alt, een hooglied van berouw. Er is er nog een die berouw heeft: Judal Hij brengt de dertig zilverlingen terug naar de hogepriesters, maar die moeten er niets van weten. Prachtig schildert Helaas kan men zich de laatste tijd afvragen of men ook nu niet weer aan het doorslaan is en wel de andere kant uit. De uiterst nuchtere en zakelijke manier waarop men heden ten dage met nu weer uiterst kleine gezelschap pen de muziek van Bach uitvoert op een naar mijn mening veel te lichte en droge toon, lijkt net zo min in overeen stemming met de geest van de barok, als de hypergeromantiseerde groot - schalige uitvoeringspraktijk van een halve eeuw geleden dat was. De waarheid zal, zoals altijd, ook hier wel weer in het midden liggen. A. v. Elsdingen. man was, die hield van snelle tempi; hij was geen dromer of mysticus, hij zocti naar klare verhoudingen en trachtte zijn muziek zo veel mogelijk te laten spreken, maar hij was en deed dit, en dit is belangrijk, In de Baroktijd. Die tijd kan men misschien ook goed illustreren door u een gedeelte van een brief te laten lezen die Johann Sebastian schreef aan zijn twintig jaar jongere neef Elias, die vier jaar in zijn gezin had doorgebracht; hier volgt de aanhef en het slot: de aanhef is: "Hoch Edler Hoch geehrter Herr Vetter" en de brief besluit aldus: "wormit mich denn dem Herrne Vetter bestens empfehle, un nebst schönster Begrussung an Ihnen von uns allen behare Ew. HochEdlen gantz ergebener treüer Vetter und willigster Diener Joh. Seb. Bach". Deze stijl lijkt ons nu overdreven maar was gewoonte in die tijd. In deze sfeer moeten we ook de muziek van Bach zien en de wijze waarop die moet worden uitgevoerd. Nu heeft men zich op die barokstijl aanvankelijk blind gestaard en het gevolg was, dat men Bach's muziek nogal geweld heeft aangedaan door gebruik te maken van bijvoorbeeld veel te grote bezettingen, door zijn muziek uit te voeren met een symphonieorkest, terwijl Bach zelf voor zijn instrumentale muziek minstens 18 maar hoogstens 22 musici voorschreef, door enorme koren te laten zingen en door zijn klavier muziek op piano uit voeren (i.p.v. clavecimbel), terwijl Bach dit intrument nooit heeft gebruikt. Het gevolg was ook een verweking en overromantise- ring van zijn muziek; een van de werken die zich hiervoor het beste leenden was de Mattheus -Passion. U kent misschien zulke overgeromantiseerde uitvoeringen nog wel uit het verleden. Zo'n twintig jaar geleden kwam daar echter langzamerhand verandering in, men zag in dat de geest van de baroktijd niet tot uiting komt in een romantisch kleed en dat het niet aanging om de muziek van Bach die had bedoeld aan te passen aan de smaak van een andere tijd. Men ging precies de richtlijnen navolgen die Bach had gegeven m.b.t. tempi en grootte van het ensemble. Uitgebreide research leidde tot wat een juiste benadering van de toenmalige uitvoeringspraktijk lijkt te zijn, waarbij bij voorkeur gebruik wordt gemaakt van oude instrumenten.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Weekblad Moergestels Nieuws | 1979 | | pagina 8