‘Een boog van vier gulden en een pijl van twee kwartjes’
99
I
t Molenheide
18
Als ik de roos tien keer kon raken,
dan raakte ik de roos ook tien keer
EERSTE OLYMPISCHE RIJENAAR JANUS THEEUWES WON IN 1920 EEN GOUDEN PLAK
K(
P'
r
r -
Kaaskoppen
Ginne ene nuchtere mees
Judoka Monique van der Lee
Heemkring
Cognacje
Pijl geleend van de
Zweedse ploeg
WEEKBLAD GILZE EN RIJEN - WOENSDAG 28 JULI 2021
NUMMER
i|
Nit
een Rijense vereniging - AV Spiridon
r
'k
“Tokio, hier kom ik!”, kopte dit weekblad enkele weken geleden. Aan
het woord atleet Joris van Gooi uit Rijen, die nu in het Olympisch dorp
verblijft en donderdag 5 en vrijdag 6 augustus voor Nederland uitkomt
op het onderdeel 4x100 meter estafette. Wat de uitkomst daarvan ook
is, alleen al de deelname aan de Olympische Spelen is een prachtige en
bijzondere prestatie. En Joris is daarin niet de enige in de geschiedenis
van Gilze en Rijen. Twee gemeentegenoten gingen hem voor. Handboog-
schieter Janus Theeuwes in 1920 in Antwerpen en judoka Monique van
der Lee in 1992 in Barcelona. Waarvan eerstgenoemde zelfs een gouden
plak wist binnen te halen.
FOTOREDACTIE
PIET WETERINGS
zekerheid landelijk bekend. In 1974 zei
hij daarover: ”Je zal zeggen, wat zit die
man op te scheppen, maar als ik de
roos tien keer kon raken, dan raakte
ik de roos ook tien keer”. Een plek in
het tienkoppige Olympisch handboog-
schuttersteam lag voor de hand. Hij
kwam uit op het onderdeel 28 meter
bewegend vogeldoel (eén van de tien
onderdelen). Hoe de wedstrijd precies
verliep, is niet meer te achterhalen. Wel
is bekend dat de streng en geconcen
treerd kijkende Janus, keurig in zijn
zondagspak, in de finale zijn pijl brak.
Maar gelukkig kon hij er een lenen van
de Zweedse ploeg en schoot hij zich
daarmee tot Olympisch kampioen. De
Belg Hubert van Imnis werd tweede en
liet gebelgd zijn mening horen: hij lust
te Theeuwes rauw.
Een groot deel van de handboognum-
mers verliep bij deze Spelen volgens
de ‘Belgische methode’: schieten op
houten ‘vogels’, die op dwarsbalken
op een 31 meter hoge paal bevestigd
waren. Andere landen hadden daar
niet zo’n zin in. Alleen Frankrijk en Ne
derland wilden hier met de Belgen in
wedijveren. Waarbij wel moet worden
aangetekend dat Duitsland, Oosten
rijk en Hongarije sowieso uitgesloten
waren van Olympische deelname. Zo
kort na de Eerste Wereldoorlog was
de verbroedering nog niet zo ver ge
vorderd, al gingen bij de openingsce
remonie wel de vredesduiven de lucht
in. De Nederlandse ploeg werd ook
winnaar van het ploegenklassement
(blazoenschieten), de Belgische ploeg
werd tweede. Des te opmerkelijker al
lemaal, als je weet dat er in die tijd in
Nederland nog geen bond voor deze
sport bestond. De ‘Limburger Koerier’
jubelde dan ook dat de Nederlandse
handboogschutters ‘een schitterend
figuur geslagen’ hadden. Terwijl de Bel-
In Rijen was het in ieder geval groot
feest na het telefoontje van Janus dat
hij de gouden plak te pakken had. De
volgende dag kreeg hij een indrukwek
kend onthaal op het station. ’’Toen ik
uit de trein stapte, vielen er zo twee om
mijn nek”, herinnerde hij zich 44jaar la
ter nog. Met de kampioen in hun mid
den werd het feest voortgezet, totdat
er ’’ginne ene nuchtere mees mir op de
Rijen te vène was”. Janus zijn gouden
plak bleef lange tijd uniek. Want na 1920
duurde het tot 1972 voordat de hand
boogsport weer op het Olympisch
programma verscheen. Theeuwes ver
moedde dat de sport niet spectaculair
genoeg was. Handboogsport.nl houdt
het erop dat de organisatie professio
neler moest en er meer eenduidigheid
in de regels moest komen. In 1972 was
het zover, alleen wist Nederland zich
in dat jaar niet te kwalificeren. Janus
Theeuwes was inmiddels 86 jaar....
gische organisatie toch ronduit vijandig
was. Het Limburgsch Dagblad meldde:
‘Steen en been werd geklaagd over de
allertreurigste organisatie terwijl het
optreden van de Belgische comitéle-
den en vooral van de deelnemende
schutters tegenover onze schutters
ver beneden peil was. Sportgeest was
er ten eenenmale vreemd. Zoo wisten
ze eerst bijna te bewerken dat de Hol
landers niet in hun hemdsmouwen
mochten schieten, doch met hun jas
sen aan.’ Zelfs tijdens het uitdelen van
de prijzen werden onze landgenoten
gepest, merkte Het Vaderland op:
‘Toen de Nederlandsche handboog
schutters kampioen waren geworden
zongen zij met volle borst het Neder
landsche volkslied. Sommigen uit het
publiek misgunden den Nederlanders
het kampioenschap en scholden van
kaaskoppen. Onze kranige handboog
schutters stoorden zich er echter niet
aan en zongen des te luider het Wien
Neerlandsch bloed.’ (In die tijd was het
Wilhelmus nog niet officieel als volks
lied vastgelegd.)
de uitgeschakeld. Drie jaar later, in
1995, revancheerde ze zich door we
reldkampioen te worden in de Open
Klasse (alle gewichtscategorieën).
Bovendien vermeldt haar erelijst nog
twee bronzen WK-medailles, behaald
in 1991 en 1993 in de categorie +72 kg
en maar liefst vier Europese titels. In
1996 wist ze zich jammer genoeg niet
meer te kwalificeren voor de Spelen
in Atlanta, haar concurrente was ster
ker dan zij. In datzelfde jaar diende ze
samen met twee collega-judoka’s een
aanklacht in tegen coach Peter Ooms
wegens ongewenste intimiteiten. De
tuchtcommissie van de Judobond
schorste hem voor driejaar. In 1997
hield Monique het voor gezien in de
Joris van Gooi tijdens zijn voorbereidingen op de Olympische
spelen op Papendal (foto Marcel van Gooi)
- en heeft al een prachtige staat van
dienst waar hij op kan bogen. Want
hou je vast, volgens zijn website is hij
Nederlands Kampioen 100 meter en
60 meter, Nederlands recordhouder
60 meter sprint (indoor), Europees
bronzen-medaillewinnaar 100 meter
sprint U23 2019 en Europees bron
zen-medaillewinnaar 60 meter sprint
(indoor) 2019.
Diezelfde website opent met de hoop
gevende en beloftevolle woorden ‘If
you can dream it you can do it’. Als we
daar voor de 5e en de 6e augustus nu
eens vanuit gaan?
lui
IO
e i
'in
TEKST:
MARIËLLE VAN HEZEWUK;
Voor judoka Monique van der Lee
(1973), indertijd woonachtig in Rij
en, is zo’n inscriptie niet weggelegd.
‘Haar’ Spelen in 1992 in Barcelona
verliepen minder succesvol. Ze kwam
voor Nederland uit in de categorie
zwaargewicht (boven 72 kg) vrou
wen, maar werd al in de eerste ron-
Bronnen: Knipselarchief Heemkring
Molenheide, Kwartaalblad De Mulder
1983, nr.6, www.tijdmachinegilzerijen.
nl, www.delpher.nl, www.handboogs-
port.nl, nocnsf.nl, www.jorisvangool.
nl, telenet.be, www.brabantserfgoed.
nl, Wikipedia, De Stem 26-10-1964, Het
Parool 30-04-1975, Brabants Dagblad
14-05-2021
we
aa
b°r
dc
er
zo
ht
Adriaan Theeuwes - de Olympisch kampioen; ‘een kranig
schutter die bij de Olympische spelen het hoogste aantal
punten behaalde' (Archief Heemkring Molenheide)
Bidprentje van Adrianus Cornelis (Janus)
Theeuwes -‘een welbesteed leven’
De
au:
De
kir
do
roi
me
i
PAGINA);
Vader was een gelukkig mens temid
den van zijn vrouw en kinderen en toen
deze, volwassen geworden, hun eigen
weg en eigen taak in de wereld gevon
den hadden, heeft vader nog jaren lang
met moeder samen gelukkig geleefd in
het Bejaardenhuis in Tilburg.
Maar ook voor vader bleek het geluk
maar betrekkelijk en werd afgebroken
door deze toch nog onverwachte dood.
Geluk moet eigenlijk blijvend zijn, geluk
vraagt eeuwigheid.
Maar vader geloofde in Christus’ woord.
,.lk ben de Verrijzenis en het Leven. Die
in mij gelooft zal leven ook ai is hij ge
storven”,
Daarom zal vader nu eeuwig gelukkig
zijn.
Binnen enkele maanden baden wij
zo graag zijn Gouden Huwelijksfeest wil
len 'vieren, maar het heeft niet moge zijn.
Het blijft altijd moeilijk om voorgoed af
scheid te moeten nemen van een vader,
ook al heeft die dan de hoge leeftijd van
89 jaar bereikt. Maar de herinnering aan
hem zal ons bij dat afscheid troosten,
want wij kunnen dankbaar terugdenken
aan zijn welbesteed leven.
Vader was echt een diepgelovig mens,
die uit dat geloof inspiratie putte voor
zijn taak in deze wereld: thuis een toege-
wijd echtgenoot en vader te zijn, in de
leerfabriek een vakbekwaam en harde
werker, daarbuiten een gewaardeerde
collega in het verenigingsleven en dan
denken wij daarbij vooral aan Harmonie-
gezelschap en aan de Handboogschutte-
rij, waarin hij zelfs eenmaal het wereld
kampioenschap mocht behalen.
Theeuwes werd nog driemaal Ne
derlands kampioen, in 1928,1935 en
1940. Naar eigen zeggen had hij het
grote voordeel nooit zenuwachtig te
zijn. Waar anderen een borreltje nodig
hadden, wist hij zich op natuurlijke wij
ze te concentreren en ontspannen. En
tot op hoge leeftijd bleef hij liefhebber
van de sport. Op 30 april 1975 schreef
het Parool onder het kopje ‘Vitaal’ dat,
hij op 89-jarige leeftijd nog bijna da- judosport en stapte ze over op rugby,
gelijks met pijl en boog schoot, in de
gangen van huize De Duinsberg in Til- If you can dream it....
burg.‘Erg vitaal-een cognacje noemt Terug naar het nu, terug naar Joris
hij zijn dope - beklimt hij ook nog zijn van Gooi. Hoe zal het hem in Tokio
pas aangeschafte hometrainer. Dit jaar vergaan? Ook hij is begonnen bij
hoopt hij weer deel te nemen aan de
kampioenschappen boogschieten
voor veteranen. “Je moet toch iets
doen om oud te worden,” zo is hij van
mening’.
Maar helaas, in datzelfde jaar overleed
de in 1886 geboren Janus Theeuwes.
Het bidprentje bij zijn ‘toch nog onver
wachte dood’ spreekt van een welbe
steed leven. Het Theeuwespad in de
wijk Vliegende Vennen herinnert ons
daar nog aan. En in de toren van het
Olympisch Stadion vind je zijn naam
gebeiteld tussen andere winnaars van
een gouden plak.
Voor uw medeleven en belangstelling
tijdens de ziekte, overlijden en begrafenis
van mijn dierbare man, onze goede en
zorgzame vader en opa, betuigen wij U
onze oprechte dank.
E. E. M. Theeuwes-van Schijndel
kinderen en kleinkinderen
11 augustus 1975.
Gedachtenis aan
ADRIANUS CORNELIS THEEUWES
echtgenoot van
Engeiina Elisabeth Maria van Schijndel
geboren Ie Rijen 4 april 1886, overleden
te Tilburg 7 augustus 1975. Voorzien van
de heilige sacramenten der zieken,
begraven te Rijen.
Joris neemt anno 2021 deel aan wel
heel bijzondere Spelen. Ze zijn - dank-
I jewel Covid - al een jaar uitgesteld en
op de achtergrond spelen nog steeds
de maatregelen, de besmettingen, de
quarantaines, het leven in bubbels en
eindeloos testen. De omstandigheden
zijn niet echt optimaal voor sporters
die - ook nog eens zonder publiek - op
topniveau moeten presteren. Nu was
de situatie honderd jaar geleden voor
I Janus Theeuwes in Antwerpen ook niet
om over naar huis te schrijven. De or
ganisatie van toen was in geen enkel
opzicht te vergelijken met die van nu.
Het Olympisch dorp bestond nog niet
en de begeleiding van de handboog
schutters was nihil. Janus vertelde in
1964 in een interview: ”Je werd in een
hotel ondergebracht, zonder leiders en
trainers, je moest maar zien dat je jezelf
opstartte en had amper contact met
andere deelnemers. Zelfs wedstrijden
van landgenoten zag je haast niet, om
dat de omstandigheden er zich een
voudig niet voor leenden”. Ook daar
een soort van vroege ‘bubbel’ dus.
Toch wist hij op het onderdeel hand-
boogschieten een gouden plak binnen
te halen. Hoe de Rijense leerlooier zo
ver kwam? Hij was al jong lid van de
Rijense handboogschuttersvëreniging
‘De Vriendenkring’. Die vereniging was
in 1900 op initiatief van zijn vader Hu-
bertus Theeuwes opgericht. Ook een
fanatieke boogschutter dus. Op zijn
vijftiende werd zoon Janus voor de
eerste keer clubkampioen met 'een
boog van vier gulden en een pijl van
twee kwartjes’. Al gauw was zijn tref-