PRISMA
Stoffenpaleis »HET RAADHUIS»
THIELEN
Prachtige kollektie zomerstoffen.
KOELKASTEN
Installatie van J. J. F. Krol tot
Burgemeester van Gilze en Rijen
op 16 april 1966.
Bioscoop Hath. Kring Gilze
Bioscoop Kath. Leven - Rijen
No. 16
NEGEN EN DERTIGSTE JAARGANG
UITGAVE VAN: DRUKKERIJ NICO HOBBELEN - RIJEN - TELEFOON 2343 (01692) - POSTGIROREKENING 1094472
Ook diepvries kisten en kasten.
VOOR EEN GOED HORLOGE NAAR
Tel. 367
M.LUIJKX
Nieuwstraat 42 - Gilze
Vanaf f 298,- voor de kleinste
keuken of de grootste, wij
hebben ze allemaal in voorraad.
(DONDERDAG 21 APRIL 1966
Weekbiad Qilze-Rijen
Rede van burgemeester
Uitsluitend de beste merken.
Elk horloge is verzekerd tegen verlies en diefstal.
Brigitte Bardot, Raymond Pellegrin, Ro
ger Pigaut.
Drie mensen in de ban van een verbo
den liefde. Opgekropte emoties in de
zwoele sfeer van de Procence. Brigitte
Bardot zoals U haar wilt zien. Toegang
18 jaar.
BUFFALO BILL, DE HELD
VAN HET WILDE WESTEN
RAADHUISPLEIN 4.
TH.'2927 men
een beroep op U steeds
berichtgeving zorg te dragen.
RADIO* TELEVISIE. BANDRECORDERS
WASMACHINES KOBJCASTBI BIZ.^
Zaterdag 30 april 8 uur en zondag 1 mei
8 uur
Erres, Philips, AEG, Marijnen,
Bauknecht, Bosch.
Zaterdag 30 april 8 uur en zondag 1 mei
6.15 uur
BRENNO, DE VIJAND VAN ROME
met Gordon Mitchell, Massimo Serato,
Ursula Davis, Tony Kendall.
Niet met goud, maar met het staal van
hun zwaarden werd de rekening veref
fend. Haat en samenzwering, doch ten
slotte overwon de liefde het geweld. Een
met avontuur geladen epos, dat U als
een groots schouwspel wordt gebracht.
Toegang 14 jaar.
Zondag 1 mei 8.30 uur
HET DUEL DER HARTSTOCHTEN
digd en
met Gordon Scott, Mirco Ellis, Fidor
Chialiapin.
De wet van de sterkste in het land, waar
het recht van de vuist geldt. Het Indiaan
se duel tussen Buffalo Bill en zijn doods
vijand. 'n Boeiend schouwspel dat jong
en oud de adem zal benemen. Toegang
14 jaar.
dan ook Gilze en
gewest Tilburg”, waarvan
Rijen deel zal uitmaken.
Met het oog op het grote belang, dat hierbij
betrokken is, wil ik hierop in het kort ingaan.
In het recente verleden is in het stadsgewest
Eindhoven een agglomeratieraad gevormd en is
een „Streekorgaan Gewest Helmond” opgericht.
Ik meen, dat zich de noodzaak van een derge
lijk samengaan via een gemeenschappelijke re
geling voor Tilburg en de omringende gemeen
ten even duidelijk manifesteert.
Ook Midden-Brabant krijgt in versneld tem
po een ander aanschijn. Op grote schaal treden
structurele verschuivingen op in bestaansbron-
nen en beroepsbevolking. De onderlinge relaties
en gemeenschappelijke belangen zijn groeiende.
Ook bestuurlijk dient de schaalvergroting van
het economisch en maatschappelijk leven zo
goed en doelmatig mogelijk te worden opge
vangen. Hierbij speelt intergemeentelijke samen
werking een belangrijke rol. Het kan niet aan
het spel van de vrije krachten worden overge
laten, hoe de streek Midden-Brabant er in de
volgende generatie zal uitzien.
In de streek Midden-Brabant, die steeds meer
een industriële signatuur krijgt, zal ook in de
naaste toekomst de bevolking en het aantal ar
beidsplaatsen snel toenemen. Wil het bedrijfs
leven zich kunnen ontplooien en kunnen con
curreren, dan moeten de voorwaarden daartoe
aanwezig zijn, d.w.z. goede en snelle verbin
dingen, voldoende industrieterreinen, goede be
huizing voor de employés, voldoende recreatie
mogelijkheden. Het betekent ook: meer scholen,
meer kerken, meer culturele mogelijkheden, meer
sociale verzorging.
En dat alles moet gerealiseerd worden op een
vrij beperkt grondgebied. Een harmonische ont
wikkeling van de streek is slechts mogelijk, in
dien gezamenlijk de bestaande problematiek
vanuit één visie op de toekomstige ontwikkeling
wordt aangepast, waarbij niet alleen het belang
van de eigen bevolking, doch evenzeer provin
ciale en nationale belangen in het geding zijn.
Voorkomen moet worden, dat er versnippering
van de beschikbare ruimte plaats vindt. Daar
om is er een gecoördineerd beleid nodig.
Om tot een zo ideaal mogelijk leef-, woon-
en werkklimaat voor de bevolking van onze
streek te komen is het allereerst nodig, dat een
structuurplan wordt vastgesteld.
Ik wil op deze plaats ook gaarne mijn vol
doening uitspreken over de aanwezigheid van
de pers. Voor een goede en juiste voorlichting
van de bevolking is de pers een onmisbare
schakel in het maatschappelijk leven. Ik doe
voor een objectieve
Voorts breng ik dank aan het comité van
ontvangst, dat de inhuldigingsplechtigheden
heeft voorbereid en georganiseerd en moeite
noch kosten heeft gespaard om de ontvangst
op deze dag voor mij, mijn vrouw en kinderen
tot een onvergetelijke dag te maken.
Mede namens mijn vrouw ook nog een woord
van hartelijke dank aan mijn familie, vrineden
en kennissen ,die van elders kwamen om van
dit voor ons zo heug’lijk feit getuige te zijn.
Met dankbaarheid in het hart verlaten mijn
Mijne heren wethouders en raadsleden van
de gemeente Gilze en Rijen en gij allen, die
door uw tegenwoordigheid blijk geeft van uw
belangstelling.
Het is mij een aangename taak op de redes
van de loco-burgemeester, wethouder De Vet,
het raadslid Van Poppel en de gemeentesecre
taris, een en ander te antwoorden.
Bij het aanvaarden van mijn ambt zij het mij
allereerst vergund Hare Majesteit de Koningin
mijn eerbiedige dank te brengen voor mijn be
noeming tot burgemeester dezer gemeente. Ook
aan de minister van Binnenlandse Zaken en
aan de Commissaris der Koningin in deze pro
vincie betuig ik mijn oprechte dank, dat zij mij
voor deze benoeming hebben willen voordragen
en aanbevelen.
Ik besef welk een verantwoordelijkheid thans
op mijn schouders is gelegd, nu ik voortaan lei
ding zal moeten geven aan het bestuur uwer
gemeente. Wij leven in een tijd die nu en in
de toekomst aan het openbaar bestuur ongetwij
feld hoge eisen zal stellen. Voor het te boven
komen van vele moeilijkheden zal ook van de
gemeentebesturen onmiddellijke krachtsinspan
ning en een voortdurende activiteit gevraagd
worden. Is het derhalve geen lichte taak, die
mij te wachten staat, ik ben niettemin zeer ver
heugd, dat ik mijn krachten hieraan zal mogen
geven.
Ik ben er mij ten volle van bewust, dat ik
mijn taak niet zal kunnen uitoefenen zonder
steun en medewerking van de wethouders en
de raadsleden. Ik hoop en verwacht, dat bij U
allen de ernstige wil aanwezig is om in een
goede harmonie steeds met elkander het waar
achtige gemeentebelang voor ogen te houden.
Het is niet mijn bedoeling u nu reeds een
volledig werkprogramma voor te leggen. De
loco-burgemeester heeft reeds een lange lijst
van werken in mijn aandacht aanbevolen. Een
dergelijk „programma” zou weinig waarde heb
ben en van een oppervlakkigheid en overmoed
getuigen, die van een burgemeester niet ver
wacht mogen worden. Mijn korte aanwezigheid
alhier heeft mij echter de zekerheid gegeven,
dat tal van zaken aandacht vragen. Een bijzon
dere plaats zal hierbij moeten innemen de volks
huisvesting in zijn volle omvang en wel in het
bijzonder de woningbouw, het zorgenkind ook
nog in 1966 van vele gemeenten en het grootste
sociale probleem van onze tijd. Naar de loco-
burgemeester mij verzekerde is de woningnood
in deze gemeente door de uitbreidende bevol
king en de toenemende industrialisatie nog
groot. Daarnaast zullen ons bezig houden, de
ruimtelijke ordening met de vaststelling van een
structuurplan en bestemmingsplannen, openbare
werken met het aanleggen en verharden van
wegen en riolering, ruilverkaveling, volksge
zondheid, onderwijs, sociale- en culturele zorg,
burgerlijke verdediging e.d. Ik zal trachten zo
veel mogelijk in contact te komen met u allen
door o.m. een bezoek te brengen aan de indus
trieën. De industrie is de auctor intellectualis,
de werknemer de uitvoerder der plannen. Bei
den hebben elkander nodig. Ik heb u beiden
nodig. Ook met het personeel van de vlieg
basis Gilze-Rijen waarmede naar ik heb ver
nomen prettige en vruchtbare verhoudingen be
staan zal ik contact opnemen. Voorts hoop
ik met de besturen van de middenstand, van de
verschillende organisaties en verenigingen te
gelegenertijd kennis te maken.
Ik hoop mij echter van de mogelijkheden, die
zich in deze gemeente voordoen door nauwgezet
onderzoek en persoonlijke aanschouwing een
eigen oordeel te vormen en na rijp beraad LI te
zijnder tijd in overleg met de wethouders voor
stellen te doen. Veel zal bij dit alles afhangen
van de omlijning, welke zal worden gegeven
aan de financiële positie van de gemeente en
de centrale financiering. De ministers van finan
ciën, van binnenlandse zaken en van verkeer en
waterstaat schreven een paar maanden geleden
o.m.: „Inmiddels heeft zich op de kapitaalmarkt
een ontwikkeling voorgedaan, die de vrees wet
tigt, dat de voorziening van de publiekrechte
lijke lichamen met vaste middelen zal achter
blijven bij het vastgestelde leningmaximum”.
Naar het oordeel van de minister van finan
ciën was op de kapitaalmarkt een zodanige toe
stand van overspanning ingetreden, dat het
systeem van de centrale financiering voor de
gemeenten moest worden ingevoerd.
Wij leven in moeilijke tijden. De laatste ja-
ren hebben zich veel verschuivingen voorge
daan, zowel op geestelijk als op maatschappelijk
en economisch gebied. Wij weten niet wat de
dag van morgen ons zal brengen; een oude
waarheid, die in deze dagen voor ons duidelij
ker is dan ooit. De moeilijkheden, welke onze
gehele samenleving omringen, zijn van velerlei
aard.
Naar ik vernomen heb, heeft deze gemeente
door haar gunstige ligging en de uitbreidende
industrialisatie voldoende werkgelegenheid, zelfs
met een belangrijke inkomende pendel van ar
beidskrachten.
Ongunstiger staat het er voor met de jonge
boeren, die wegens landgebrek geen eigen be
drijf kunnen beginnen en vaak genoodzaakt zijn
in de industrie werk te zoeken of te emigreren.
De grote verschuivingen op alle terreinen des
levens maken onze tijd een grote tijd; ik wil
daarmede zeggen: een tijd, waaruit onder goede
leiding veel goeds geboren kan worden. Ik ben
de stellige overtuiging toegedaan, dat onze
samenleving die van vele vooroordelen uit het
verleden verlost is, met groter vrijheid de vra
gen, die ons van alle zijden omringen, kan te-
gemoettreden. Deze vragen moeten wij onder
ogen zien en bestuderen en na een diepgaand
onderzoek aan de onzen voorleggen.
Alhoewel de taak van een gemeentebestuur
der allereerst daar ligt, waar materiële nood
gelenigd moet worden, toch zie ik het ook zo,
dat wij allen in groter of kleiner kring geroepen
tot een verantwoordelijke functie, naast die
materiële ook de geestelijke noden moeten mee
dragen.
Het is mij een voorrecht te midden van U de
persoon en de arbeid van mijn ambtsvoorgan
ger te gedenken. Oud-burgemeester mr. Van
Mierlo wiens aanwezigheid ik bijzonder op
prijs stel had een warm hart voor Gilze en
Rijen. Hij heeft zijn beste krachten in dienst
dezer gemeente gesteld en heeft veel gedaan
inzake de wederopbouw en de verhoging van
het verzorgingspeil. Een en ander blijkt duide
lijk uit het goed gedocumenteerde verslag van
de groei en de ontwikkeling van Gilze en Rijen
over de jaren 1946 tot 1965.
Voorts wil ik niet nalaten U, mijnheer De
Vet, mijn bijzondere dank te betuigen voor de
waardige wijze, waarop U gedurende lange tijd
het waarnemend burgemeesterschap hebt ver
vuld. Uit hetgeen ik hieromtrent heb gehoord,
durf ik de conclusie opmaken, dat de beharti
ging van de belangen van Gilze en Rijen bij U
in goede handen was. Ik ben er van overtuigd,
dat ik ook spreek namens de raad, wanneer ik
U dank zeg voor de uitnemende wijze, waarop
U het burgemeesterschap hebt waargenomen.
Ik dank U voor de hartelijke woorden van
welkom, die gij tot mijn echtgenote en mij
hebt gericht.
Mijne heren wethouders en secretaris. Met
het meeste genoegen denk ik terug aan de eer
ste contacten, die ik spoedig na mijn benoeming
met U heb gehad. Ons eerste samenzijn ken
merkte zich door een spontaan wederzijds be
grip. Enkele gemeentezaken mocht ik reeds met
U bespreken. Het vertrouwen, dat gij mij ge
schonken hebt, stel ik op hoge prijs. Moge de
samenwerking, welke voor de goede verhouding
tussen de raad en het college van burgemeester
en wethouders zozeer noodzakelijk is, allereerst
in ons college zijn, dan zal het ons des te mak
kelijker vallen de raad de voorlichting te ver
strekken, welke hij van node heeft en van ons
verwacht. Van deze plaats doe ik op U, wet
houders, een beroep om van Uw ervaring en
kennis van zaken, vooral van de plaatselijke
toestanden, te mogen profiteren.
Mijne heren raadsleden. Gij vormt tezamen
het hoogste bestuursorgaan in deze gemeente
en van Uw besluiten hangt het voornamelijk
af of deze gemeente zich in de toekomst in haar
bloei mag verheugen. U bent door de verschil
lende bevolkingsgroepen in deze raad afgevaar-
U vertegenwoordigt de burgerij in al
haar schakeringen. Ik geef U de verzekering,
dat ik, als Uw voorzitter. Uw vergaderingen
objectief en onpartijdig zal leiden. Het zal mijn
streven zijn niet uitsluitend het groepsbelang
van een bepaalde categorie te dienen, doch de
belangen van allen, het belang van geheel Gilze
en Rijen te bevorderen.
Met wederzijdse waardering voor eikaars in
zicht zal het mogelijk zijn ook in moeilijke tij
den zegenrijke arbeid voor de gemeente te ver
richten. Het zal daarbij wel eens voorkomen,
dat onze meningen elkaar niet geheel dekken,
dat wij een uiteenlopend standpunt huldigen.
Doch het behartigen van het gemeentebelang
zij Uw en mijn richtsnoer. Houden wij dit voor
ogen, dan is reeds de eerste en voornaamste
grondslag voor een vruchtbare samenwerking
gelegd. Wij kennen elkaar niet, doch ik hoop
en verwacht, dat gij mij het vertrouwen zult
schenken, nodig voor het juist verrichten van
mijn taak. Aanvaardt mijn verzekering, dat ik
van mijn kant U gaarne de plaats geef die U
toekomt. Waar het de belangen van Gilze en
Rijen betreft zult U bij mij te allen tijde een
open oor vinden. Mijn werkkamer op het ge
meentehuis staat steeds voor U open. Ik beveel
mij en mijn vrouw in Uw aller vriendschap
aan.
Wij zijn hier niet geplaatst om stil te zitten
doch om met voortvarendheid en wijs beleid
het ons toevertrouwde belang te behartigen.
Mijnheer de secretaris. Wij zullen elkaar
veel ontmoeten, wij zullen elkaar veel nodig
hebben. De roep over Uw kundigheid is U
reeds vooruitgesneld. Ik doe een beroep op Uw
werkkracht. Moge onze samenwerking van aan
gename aard zijn.
Van U, ambtenaren en werknemers der ge
meente zowel administratief als technisch
personeel die dikwijls achter de schermen
werkend, zoveel kunnen bijdragen tot de goede
functionering van de onderscheidene takken van
dienst, gij moogt hoog of laag geplaatst zijn,
verwacht ik een nauwgezette plichtsbetrachting
bij de vervulling van Uw werkzaamheden. Gij
neemt daar een taak in, die soms persoonlijk
onbelangrijk zou kunnen toeschijnen, doch van
groot gewicht kan zijn. Ik treed, het personeel
der gemeente tegemoet met het voornemen te
streven naar een samenwerking, die niet uitslui
tend is gebaseerd op de verhouding chef-onder-
geschikte, doch voornamelijk op wederzijds res
pect.
Ik hoop, dat gij Uw werk met liefde vervult
en dat de goede verhouding, die in mijn vorige
gemeente tussen mij en het personeel bestond,
zich ook hier moge ontwikkelen.
Naast het gemeentepersoneel in ruime zin ge
nomen, moge ik hier nog speciaal vermelden:
de organisatie Bescherming Bevolking, het korps
rijkspolitie en het brandweerkorps. Uw taak is
vaak moeilijk en zwaar.
Gij moet op alle tijden en alle plaatsen tegen
woordig zijn en Uw werk verrichten, vaak on
der moeilijke omstandigheden. Als hoofd der
Bescherming Bevolking, der plaatselijke politie
en van de brandweer verwacht ik van U kor
daatheid en takt bij de vervulling van Uw taak
en spreek de hoop uit, dat gij mij zult steunen
in de schraging van het gezag der overheid.
In dit verband is het mij aangenaam hier te
mogen begroeten: de districtscommandant van
de Rijkspolitie te Tilburg, majoor Vrijhoef; ook
de aanwezigheid van de hoogeerw, heer Deken
en pastoors, stel ik zeer op prijs. Met hen allen
hoop ik op aangename wijze samen te werken,
vooral waar het betreft het onderwijs en de
behartiging van de geestelijke belangen oer ge
meentenaren.
Een hartelijk welkom aan de garnizoenscom
mandant van Breda, de commandant van de
vliegbasis Gilze-Rijen en de commandant van
het kamp Prinsenbos. Met hen hoop ik goede
contacten te onderhouden.
Ik verheug mij over de tegenwoordigheid van
de burgemeesters der aangrenzende gemeenten.
Met deze burgemeesters hoop ik op collegiale
voet steeds in de beste harmonie te mogen sa
menwerken tot heil van de aan allen toever
trouwde belangen.
Het is mij bekend, dat een aantal gemeenten
behorende tot het stadsgewest Tilburg al enige
jaren intergemeentelijk samenwerkt en thans
willen overgaan tot het vaststellen van een ge
meenschappelijke regeling „Streekorgaan Stads-