BERKELMANS
der Heijden
H» Joosten-van
BIOSCOOP RIJEN TEL 303
de Voorzitter*
N ieu w j aarsrede
van
TOPSLAGERIJ
maar onze automaat is
nacht geopend.
dag
en
Het lokaas van
Fort Bellow
No. 7
DRIE EN DERTIGSTE JAARGANG
UITGAVE VAN -. DRUKKERIJ NICO HOBBELEN - RIJEN - TELEFOON 343 (K 1692) - POSTGIROREKENING 28.32.41
RAAD VAN GILZE EN RIJEN.
Onze WINKEL is ’s avonds en ’s nachts gesloten»
Rijen
Stationsstraat 60
- CIGARETTEN
SIGAREN
TABAK
^ZATERDAG 13 FEBRUARI 1960 -
Door speciale T.L.-verwarming vindt
U onze bekende winkelkwaliteit ook
in de automaat» Neemt eens proef
Weekblad Qilze-Rijen
Magere varkenslappen
Ribcoteletten
Halscoteletten
Vers mager spek
een
een
f 2,90
f 2,20
f 2,00
f 1,48
90 ct
70 ct
75 ct
40 ct
60 ct
60 ct
Verwacht
„Trommelvuur op
„Union Pacific”.
ook
helft aan
f 0,75
f 0,52
f 2,40
dat door het economisch-technologisch in
stituut in onze provincie onlangs
gaand onderzoek is ingesteld
pendelbeweging in een g
bantse gemeenten, zowel
Alleen woensdag 8 uur
Rijk aan actie en geladen met spanning
is dit verhaal van een eenzaam fort
in de indiaanse wildernis. Het hele fort
sidderde toen Zwarte Adelaar wraak
ging nemen. Toegang 14 jaar.
Monte Cassino, en
a.s. Woensdag V2 kg. braadworst f 1,75
'/2 kg. gekruid gehakt f 1,68
TOP-kwaliteit 'n feit.
150 gram rauwe ham
150 gram Sauc. form.
150 gram varkens rol
150 gram rolspek
150 gram kalfsvlees in gelei
150 gram ardenner
250 gram Sax. Smeerworst
Groot blik leverpastei
Doorregen braadv-leesvanaf
zeer hoge toewijzing heeft gehad en voorts
nog wel op andere wijze aan haar trekken
zal komen onze gemeente, welke onge
twijfeld voorheen niet overmatig werd be
deeld, de grootste vermindering in de toe
wijzing te zien geeft. En dit terwijl men
wist van de zijde van het gemeentebe
stuur is tot het allerlaatste toe er uitvoerig
mondeling en schriftelijk op gewezen
’van onze juist genoemde pendelcijfers; ter
wijl men wist dat zich in 1960 in onze ge
meente een nieuwe belangrijke industrie
komt vestigen, welke noodzakelijkerwijze
een aantal werknemers (vaklieden) met
hun gezinnen moet medebrengen, die uiter
aard ook woningen moeten hebben. Het
moge waar zijn, dat het provinciaal con
tingent dit jaar wat geringer was dan voor
1959, waardoor de te verdelen koek kleiner
was, dit neemt niet weg, dat onze gemeente
waar de woningnood nog groot is, waar
een in het oog vallende inkomende pendel
beweging is, waar, zonder enige overheids
steun, een vrij belangrijke industrie kon
worden aangetrokken, naar mijn mening
belangrijk is tekort gedaan. Dit klemt te
meer, wanneer men de toewijzingen beziet
van andere gemeenten, welke met de onze
verge’ijkbaar zijn, of, zo ze al wat groter
zijn, een aantal woningwetwoningen in
1960 kunnen bouwen, dat in geen verhou
ding staat tot de toewijzing aan Gilze en
Rijen. Ik zal U voorbeelden noemen. Wij
hebben bijna 15.000 inwoners. Waalwijk
met zijn nog geen 17.000 inwoners kreeg
100 woningen, Boxtel met zijn nog geen
16.000 inwoners kreeg 100 woningen. Oos-
terhout met zijn ongeveer 24.000 inwoners
dat wil zeggen 9.000 inwoners meer dan
wij, kreeg 149 woningen. Etten en Leur
kreeg 40 woningen, maar kan, als dat in
verband met industrievestiging nodig is, nog
aanspraken doen gelden uit een gereser
veerd kwantum woningen, waaruit alleen
de zgn. probleemgebieden, waaronder Et
ten behoort, kunnen putten. Het is een hard
woord, doch ik mag het bij deze gelegen
heid niet achterwege laten: de rechtvaar
digheid bij de woning Verdeling voor 1960
ten aanzien van onze gemeente is ernstig in
het gedrang gekomen. Wij zijn zeer beslist
tekort gedaan. De belangen van onze ge
meente, onze bevolking en onze industrie
worden op deze wijze veronachtzaamd. Zij
belemmeren een regelmatige niet een
kunstmatige -uitgroei en ontplooiing en
doen de langzame verbetering in het tekort
aan woonruimte, welke de laatste jaren te
constateren viel, in een verslechtering om
slaan. Wij blijven uitzien naar middelen en
mogelijkheden om de bouwbedrijvigheid in
onze gemeente zo goed mogelijk in goede
banen te leiden. Premiebouw door de ge
meente, ook niet op beperkte schaal, wordt
niet toegestaan en aan premiebouw door
particulieren werd door stopzetting der
premieverlening in juni 1959 een grote be-
perking opgelegd. Premieverlening vindt
thans weer plaats. Door de stopzetting der
premie verleningen in juni 1959 heeft echter
thans een grote opeenhoping van bouw
plannen met premieaanvragen plaats gehad.
Blijkens de laatste gegevens liggen thans
ruim 7800 premieaanvragen uit deze pro
vincie op afdoening te wachten. Er zijn
echter slechts 6500 woningen in de pre-
miesector gewaarborgd voor 1960. Dit wil
dus zeggen, dat, wordt de premieverlening
ke, naar mijn inzicht, een regelmatige ont
wikkeling en vooruitgang in onze ge
meente belemmeren. Ik doel hier op de
discriminatie, de ongelijke behandeling, die
er heerst ten aanzien van gemeenten van
de soort als de onze, waar in de loop der
jaren een industrieel apparaat is ontstaan
dat zich gelukkig nog uitbreidt en
ontwikkelt èn de gemeenten, welke wel
als onderontwikkeld gebied, probleemge
bied, of welke andere naam men daar
ook voor bedenken mag, worden aange
duid en aangewezen. Ik zal de laatste
zijn om te zeggen dat, om bij onze pro
vincie te blijven, het niet nodig kan
zijn ten aanzien van sommige gemeenten
en omliggende gebieden, waar steeds
structurele werkloosheid heerst en
achterstand in menig opzicht bestaat, bij
zondere maatregelen op onderscheidene
gebieden te nemen, maar ik moet er ern
stig bezwaar tegen maken dat bepaalde
faciliteiten worden verleend aan bedoelde
gemeenten voor sommige zaken, ten aan
zien waarvan ook wij even grote achter
stand hebben, een achterstand welke ook
hier evenzeer om verbetering vraagt als
elders. Ik moge vooreerst noemen de wo
ningbouw. Het zal U wellicht bekend zijn
een diep-
naar de
groot aantal Bra-
1 naar de inko
mende als naar de uitgaande pendel. Uit
deze cijfers, welke niet door het gemeen
tebestuur van Gilze en Rijen zijn opge
steld, doch welke door het E.T.I. zelf
standig zijn verzameld, is gebleken dat
onze gemeente de grootste inkomende pen
del heeft in geheel Noord-Brabant, na
Eindhoven en Helmond, derhalve groter
dan Breda, Tilburg, 's-Hertogenbosch,
Roosendaal enz.; een inkomende pendel
welke van jaar tot jaar groter is geworden.
Deze pendel houdt vanzelfsprekend in, dat
velen der inkomende pendelaars zich in
onze gemeente zullen willen vestigen. Dit
zijn voor het overgrote deel eenvoudige
werknemers. Het bouwvolume echter in de
woningwetbouwsector gaat in dalende lijn.
Had onze gemeente in 1958 nog een toe
wijzing voor 70 woningen, in 1959 bedroeg
dit aantal 52, terwijl mij onlangs werd
medegedeeld dat het aantal vogr 1960, om
dat het contingent hetwelk aan onze pro
vincie voor 1960 werd toegewezen geringer
is, waarschijnlijk wederom kleiner zal zijn.
Vrijdag j.l. is de toewijzing voor 1960 bin
nengekomen. Zij bedraagt 37 woningen,
derhalve 15 minder dan voor 1959. Dit
aantal is naar mijn mening, vooral ook
met het oog op de mogelijkheden tot pre
miebouw, waarover aanstonds meer, be
paald verontrustend. Het verwekt boven
dien wrevel, wanneer men ziet dat op één
uitzondering na dit betreft overigens
een gemeente welke voorheen steeds een
Mijne Heren,
Hoewel het jaar 1960 reeds meer dan
een maand oud is, wil ik toch niet af
wijken van de bestaande traditie om in
de eerste vergadering van Uw Raad in
het nieuwe jaar enige beschouwingen te
houden en mededelingen te doen aan
gaande het voorbij zijnde 1959 ‘en het
nog voor het grootste deel komende 1960.
Uiteraard moet ik mij hierbij tot hoofd
zaken beperken.
Beziet men het afgelopen jaar 1959,
dan is er op meerdere punten, welke tot
voldoening kunnen stemmen, de aan
dacht te vestigen. Alle woningen uit het
bouwcontingent 1958 ten getale van 70
kwamen gereed of zo goed als gereed.
Het bouwvolume vvoor 1959, bestaande
uit 52 woningwetwoningen, is in zijn ge
heel besteed kunnen worden, terwijl ook
de bouw in de particuliere sector, vooral
in Rijen, gestadig voortgang vond, al gaf
de stopzetting door het Rijk van de pre
mieverlening medio 1959 vertraging. De
bouw van het broodnodige nieuwe ge
meentehuis, waarover ik mij in talrijke
opeenvolgende nieuwsjaarsoverzichten tel
kens sceptisch moest uitlaten, is in mei
van het afgelopen jaar kunnen worden
aanbesteed en gegund. Het is niet waar
schijnlijk, dat het nieuwe gemeentehuis
nog in 1960 gereed zal zijn. De lagere
technische school, een instituut van on
derwijs waarnaar eveneens reeds jaren
werd uitgezien, zag in 1959 haar vol
tooiing, waarna in september jl. de ope
ning plaats vond. Ofschoon er nog slechts
2 leerjaren zijn, telt de school reeds 174
leerlingen. De verdere ontsluiting van
Rijn-West met de daaraan gepaard gaan
de verdere riolerings- en bestratingswer-
ken vond regelmatig voortgang. Een mo
dern, hoogst noodzakelijk Wit-Gele
Kruis gebouw in Rijen nadert zijn vol
tooiing, terwijl een nieuwe 2-klassige
kleuterschool in Rijen-Zuid zijn deuren
kon openen. In grote delen van de kerk
dorpen Gilze en Rijen werd de straatver
lichting gemoderniseerd en uitgebreid, ter
wijl deraad in zijn laatste vergadering
van 1959 een soortgelijk besluit nam en
het krediet voteerde om een verdere uit
breiding in de buitenwijken en in de
kerkdorpen Hulten en Molenschot mo
gelijk te maken. Een afdoende verkeers-
verbetering, met een ultra-moderne ver
lichting, van het drukke verkeersknoop
punt JulianastraatRijksweg Breda—Til
burg kwam in de laatste weken van 1959
eveneens tot stand. De restauratie van
de karakteristieke en op de monumenten
lijst geplaatste St. Anna-kapel van Mo
lenschot kreeg voor een belangrijk deel
haar beslag. In hetzelfde kerkdorp kon
in 1959 een redelijk geoutilleerd sport
terrein worden geopend.
De werkgelegenheid in onze gemeente
nam in de loop van 1959 steeds meer toe
zodat op het einde van het jaar van
werkeloosheid niet behoefde te worden
gesproken. Eind 1959 stonden 15 werk
lozen ingeschreven, waaronder meerdere
niet volwaardige arbeidskrachten, tegen
55 eind 1958. Ook de industriële bedrij
vigheid ging in stijgende lijn. Als men de
verslagen van de Kamers van Koophan
del in onze omgeving beziet, kan over
het algemeen ook van redelijke resultaten
worden gesproken, niettegenstaande in
een onderdeel van de lederindustrie, met
name de zoollederindustrie, de resultaten
en vooruitzichten wat minder bemoedi-
- gend zijn. In de agrarische sector had
men uiteraard van de uitzonderlijke dro
ge zomer te lijden, ofschoon de resulta
ten, in hun geheel genomen, toch niet zo
zwaar beneden de maat blijven als men
aanvankelijk vreesde. De middenstand
kreeg ongetwijfeld haar aandeel in de
gunstige conjunctuur getuige de vele nieu
we, verbouwde en uitgebreide zakenpan
den, welke de kerkdorpen Gilze en Rijen
te zien geven.
Als de voortekenen niet bedriegen en
er zich geen plotseling opkomende ver
storende omstandigheden voordoen, zal
1960 voor onze gemeente niet voor 1959
behoeven onder te doen, wellicht zelfs
nog voorspoediger zijn. Op iets langere
termijn bezien echter zijn er factoren wel-
niet verruimd, ruim 1300 premieaanvragen
van 1959 tot 1961 zullen moeten wachten.
Door min of meer toevallige omstan
digheden zijn momenteel slechts weinig
premie-aanvragen uit onze gemeente aan
hangig. Het is vooralsnog niet aannemelijk,
dat in 1960 op enigszins ruime schaal zal
worden gebouwd in de vrije sector. Komt
er derhalve geen wijziging voor 1960 in de
thans bestaande mogelijkheden voor wo
ningbouw of premiebouw, dan zie ik de
toestand met betrekking tot de woning
bouw in 1960 zonder meer somber in. Ik
vraag mij af, hoe in een gemeente als de
onze de industrie kan worden bevorderd
en aangemoedigd als de daarbij behorende
onontbeerlijke woningvoorziening wordt
bemoeilijkt. De industrie van elders, welke
zich in 1960 in Rijen voornemens is te ves
tigen, en waarin in 1961 plm. 150 werk
krachten een bestaan zullen kunnen vinden,
behoeft geen door overheidsbijdragen
kunstmatig laag in prijs gehouden indu
strieterrein, behoeft geen subsidie voor het
stichten van fabrieksgebouwen, behoeft
geen met overheidsgelden te stichten indu
striehallen of overheidsgelden voor welk
doel ook. Zij behoeft alleen woonruimte
voor plm. 25 gezinnen van door haar mede
te brengen vaklieden, die hier of in de
omgeving niet te vinden zijn.
Een extra bouwvolume voor onze ge
meente, dit kost noch het rijk, noch de
provincie, noch de gemeente ook maar één
cent, kan er, tot nu toe althans, niet op
overschieten.
Soortgelijke bedenkingen zijn ook op
ander gebied naar voren gekomen. Een
industrialiserende gemeente heeft niet al
leen behoefte aan fabrieken en woningen.
De mens leeft niet van brood alleen! Er
moet ook, wat men met een eigenaardige
uitdrukking noemt, een redelijk leefbaar
klimaat zijn. Dit geldt zowel voor de zgn.
probleemgemeenten als voor de gemeenten
die reeds eerder industrie hadden, maar
die zich ontwikkelen, ontplooien en uit
breiden en precies dezelfde tekorten en
behoeften hebben. En dan vraag ik mij
af, waarom een gemeente als Gilze en
Rijen voor de stichting van gemeenschaps
huizen, dorpshuizen of welke naam men
er ook aan wil geven, slechts precies de
financiële overheidssteun kan