GROOT ORANJEBAL
„D’n Ouwe".
o
1
Zaal „TIVOLI”
I
i
Viering Koninginnefeest.
Extra versterkt orkest - Aanvang 7 uur
op
zondag 13 april
Bij een dubbel jubileum*
in
1
Verheijden Westenburg
Salvo der Dapperen
WKHNM
No. 15
ZATERDAG 12 APRIL 1958
EEN EN DERTIGSTE JAARGANG
UITGAVE VAN:
BIOSCOOP RIJEN TEL. 303
Zaterdag 8, zondag 6.15 en 8.30 uur
De zoon van Anna
DRUKKERIJ NICO HOBBELEN - RIJEN - TELEFOON 343 (K 1692) - POSTGIROREKENING 28.32.41
1
t
■■^-4
lad Qilze-Rijen
de
j
Ti
Verzekeringen - Hypotheken
Financieringen van auto’s,
motorrijwielen en bromfietsen.
dorp
ieder-
luistert,
één leven
toch
Assurantiekantoor
Rijen, Hoofdstr. 31, Tel. 393 (K 1692)
Het verhaal van een vondelingetje, dat
een tweede moeder vond. Een film die
boeit en ontroert, maar ook doet scha
terlachen. Toegang 14 jaar.
Woensdag 8 uur
van de oudere niet missen, het is beslist
nodig om onze al te grote onstuimigheid
wat in bedwang te houden.
Kannibalen en hottentotten, wereldde
len, landen en staten, hebben toch nog al
tijd een of andere „ouwe” (pardon Chur
chill en Adenauer) zitten die de touwtjes
in handen hebben, die sterker zijn door de
vergrijsde meemaaksels niet van
maar van duizende levens, en
Wanneer komt een laan van oude bomen
goed tot zijn recht? Wanneer er jonge
tussen staan. Wanneer men weet of er een
geestelijke, een Minister, een leraar, een
onderwijzeres te oud is? wanneer er een
jongere in de buurt is. Over het verwijt
„Snotaap, wat weet jij er van” en..
„Ouwe je weet het niet meer” gaan we
volgende week nog even dieper op in.
Aalmoezenier Th. Fritschy.
Robert Ryan Virginia Mayo
Het verhaal van 'n sheriff, die fier en
zonder angst z'n land verdedigde. Zijn
kogels spraken het beslissende woord,
nadrukkelijk en recht op de man af.
In CINEMASCOPE en KLEUREN.
Toegang 14 jaar.
Verwacht: de operette
„Der Bettelstudent”
Een pluim op de hoed!
De ouderen onder onze lezers herinne
ren zich ongetwijfeld de „Jonge Werk
man” van voor de oorlog, een standsorga-
nisatie voor jongemannen uit het arbeids
milieu, die na de opheffing tijdens de oor
log, weer verrees onder de naam „Katho
lieke Arbeiders Jeugd, K.A.J. Wanneer we
dit artikel wijden asm het 12J^-jarig be-
staan van de K.A.J. te Gilze, een koperen
jubileum dus, kunnen we in één adem ge
noemd jubileum promoveren tot een zilve
ren; het is immers 25 jaar geleden, dat in
de parochie Sint Petrus Banden de spe
ciale zorg voor de arbeidende jonge mens
werd ter hand genomen en wel door de
jonge arbeider zelf. „Door eigen werk
sterk!”, zo klinkt het in hun strijdlied.
En de tijd heeft geleerd, dat er inderdaad
dóór de jonge arbeider vóór de jonge ar
beider iets te bereiken is. Zoals iedere
vereniging of organisatie heeft ook deze
beweging zijn ups en downs gekend.
Wij willen trachten een beeld te geven
van doel en werkwijze van deze organi
satie in het algemeen, om dan nog even
een pluim op de hoed te steken van de
plaatselijke, jubilerende K.A.J., die er, na
jaren van aanhoudend en opofferend ploe
teren, onder de bezielende leiding van een
zevental ijverige bestuursleden en geassis
teerd door een trouwe pioniersleider, wer
kelijk zijn mag.
K.A.J.: Katholieke Arbeiders Jeugd.
Katholiek, niet alleen als individuen,
maar als leden van een gemeenschap,
waarin deze jeugd een onvervangbare taak
heeft. Er is, nu meer dan ooit, zo sprak
nog onlangs Z. H. Paus Pius XII tot de
verzamelde arbeidersjeugd te Rome, in
de Kerk behoefte aan jonge arbeiders, die
onder alle omstandigheden willen werken
aan de opbouw van een wereld, zoals die
door God is gewild.
De Oranjestichting prijst zich gelukkig,
dat zij bij gelegenheid van de verjaardag
van Koningin Juliana een uitgebreid feest
programma aan de Rijense bevolking kan
aanbieden:
8 uur: H. Mis uit dankbaarheid.
10 uur: Vrolijke kinderoptocht.
Na de middag grootscheepse kinder
spelen op het RAC-veld en tijdens ’n korte
pauze een fijne traktatie.
Om 5 uur wordt de jeugd van 1418
jaar in vuur en vlam gezet en begint 'n
zeer interessante sterrit, waaraan prachtige
wil, jong te zijn. Maar U zult ook over
tuigd zijn van de grote genade in dit moei
lijke jong-zijn leiding te ontvangen, leiding
te aanvaarden. Door eigen werk sterk!
Door eigen ondervinding, door eigen ont
wikkeling, door hun ogen de kost te geven,
door te zien dus, en dan samen een ver
standig oordeel te vellen, om daarna tot
handelen over te gaan en daardoor elkaar
te helpen in de opgang naar God.
Kajotters van Gilze, vooral het laatste
jaar hebben jullie deze opdracht van
Christus goed begrepen. De motor van je
K.A.J. je pioniersgroep, heeft niet stilge
staan en dank zij jullie aller medewerking
heeft je actieve bestuur de juiste snaren
weten te treffen. Een pluim op hun hoed
voor het vele, dikwijls opofferende werk,
door hen verzet. Jullie K.A.J. mag er zijn
en nu je gaat feestvieren, om daardoor de
kroon te zetten op 25 jaar moeizaam wer
ken, gaat onze dank uit naar allen, die
met Gods genade hebben meegewerkt voor
de bloei van jullie K.A.J. Mogen velen,
werkgevers zowel als werknemers, hun
sympathie met jullie werk tonen, niet alleen
door jullie zaterdagavond om 6 uur de
hand te drukken, wat natuurlijk zeer ge
waardeerd zal worden, maar vooral door
op de eigenlijke jubileum-zondag samen
met de Priester het offer aan de Vader op
te dragen als een dank voor de vooraf
gaande 25 jaar en een smeking om genade
voor de toekomst.
AALMOEZENIER C. VERHAAK.
Katholiek wil zeggen wereldomvattend
en het duidt er tevens op, dat de strijd
van de K.A. J. een geestelijke strijd is, een
strijd, die tot doel heeft de Verlosser te
leren kennen en Zijn liefdewet overal te
laten binnendringen, pal te staan voor een
zaak, die onschatbare waarde heeft. De
Heilige Vader durft zelfs te zeggen, dat
hij van de K.A.J. grote dingen verwacht
en dat hij nu, zoals in het verleden, op de
Katholieke Arbeidersjeugd rekent in het
steeds beslister en krachtiger voortzetten
van hun apostolaatswerk.
Katholiek arbeider, delend in het leven
van de arbeidende jeugd en daardoor deel
hebbend aan hun niet geringe pro
blemen. Midden in het arbeidsmilieu wil
len ze eerst zelf een christelijke opvatting
hebben over de arbeid en deze dan in alle
arbeidsmiddens laten binnendringen, een
rechtstreeks, praktisch en noodzakelijk
apostolaat.
Katholieke arbeidersjeugd, jongeren, vol
optimisme ten opzichte van de toekomst,
waarvan de Heilige Vader zegt, dat die
alleen gerechtvaardigd is door het geloof
en de genade. Tegen het vele leed in de
samenleving is alleen het geloof bestand.
Alleen degenen, die geloven durven de
problemen te zien en op een oplossing te
vertrouwen. Geleid door het licht van het
Evangelie moeten alle middelen gebruikt
worden, die de beweging biedt, tot eigen
vorming en tot vorming van anderen.
Geen wonder, dat ook onze Aartsbis
schop in zijn toespraak tot de Nederlandse
Kajotters te Rome, er op wijst dat het
Episcopaat van Nederland niets bever wil
zien, dan dat deze beweging groeit om de
Kerk van Jezus Christus te dienen.
Voor iedere jonge arbeider gelden on
veranderlijk de volgende grondwaarheden,
in de geest waarvan de K.A.J. haar wensen
en verlangens bepaalt, noodzakelijk om
verbeteringen aan te brengen ten behoeve
van de arbeidersjeugd.
Iedere jonge arbeider heeft als menselijk
persoon een wezenlijke waardigheid, ge
schapen door God naar Zijn beeld en ge
lijkenis - iedere jonge arbeider heeft een
persoonlijke roeping, welke roeping (als
arbeider, als burger, als christen) onmo
gelijk te verwezenlijken is zonder een aan
gepaste opvoeding van de arbeidende
jeugd in de voor het leven beslissende
jaren van 14 tot 25 jaar.
En deze aangepaste opvoeding te geven
is de taak van de jeugd-standsorganisatie,
vóór de oorlog bekend onder de naam
„Jonge Werkman”, nadien onder de naam
„K.A.J.”.
We kennen die goedwillende jonge ke
rels in hun witte blouses met rode dassen,
trots op hun embleem, dat prijkt op de
linkerborstzak; we kennen ze in hun jong
enthousiasme, in het uiten van hun jonge,
bruisende leven; we kennen hen te weinig»
misschien in hun problemen, in de strijd,
die ze te doorworstelen hebben dag na dag.
Ze zijn jong en U weet, wat het zeggen
Wel niet direct aansluitend op de voor
gaande artikelen, maar wel daarmee sa
menhangend; willen we vandaag iets zeg
gen over de verhouding „Jongeren en
Ouderen”. Dat het tussen ouders en kin
deren, en tussen ouderen en jongeren in
het algemeen wel eens botst is echt geen
kwestie van leeftijd alleen. Kinderen die
het beter „weten” dan hun ouders, onder
danen die het niet eens zijn met hen die
hun leiders zijn, hebben altijd bestaan. In
vele eeuwen en in vele werelddelen ging
dat vaak harmonisch, zonder al te veel
drukte. Mij doet het voorkomen, dat in
deze eeuw het „afmaken” van oud en
„ouwe” zo ontzettend hard gaat, dat de
„middenmoot” het helemaal niet meer bij
kan houden. Mischien was het vroeger ook
wel zo, maar het lijkt nu allemaal veel
sneller te gaan. Hoe het ook zij, de ver
draagzaamheid tussen oud en jong is over
het algemeen niet zo heel groot meer.
Sinds de jeugd geen ipsofacto geleerd
heid, inzicht en verstand meer toeschrijft
aan ouders en ouderen (ómdat zij ouders
of ouder zijn) en in de loop der geschie
denis en aan de hand van gebeurtenissen
fouten sneller en effectiever van ouderen
aan de dag zijn getreden, is men er toe ge
komen onverstand, geen inzicht, geen kijk
op leven en „dingen” toe te schrijven aan
ouderen alleen al om het feit dat zij
„ouder” zijn.
Nu behoeft „oud en wijs” niet steeds
samen te gaan, men kan niet zeggen dat
alle ouden wijs zijn, maar men kan even
min zeggen dat al wat oud is niet wijs is.
Het is de vaak onmogelijke taak van de
„middenstanders in leeftijd”, die het inzicht
van de ouderen en het enthousiasme van
de jongeren moeten bijeenbrengen.
In vele opzichten hebben „ouderen” ge
lijk mét hun vermaningen en rake opmer
kingen, maar het alleen-geven-van verma
ningen heeft op de jeugd geen invloed
meer. Bijna alle geestelijken in de Kath.
Kerk hebben 20 eeuwen lang vermaningen
gegeven en een wijze leer voorgehouden,
en toch zijn er millioenen de „andere" kant
uitgegaan, omdat de jeugd vroeg of laat
tot de ontdekking kwam dat de ouderen
zelf niet deden wat ze voorhielden.
Op zich genomen kan een lange levens
periode met veel levenservaring een zegen
zijn voor anderen zowel in het begin als
daarbuiten. En bijna ieder stad en d
heeft van de „ouwe mensen” waar
een naar toe gaat, waarnaar men
en wiens raad men opvolgt. Je hebt ook
van die vaders, die vaders blijven ook al
zijn ze tachtig. Toen mijn vader enkele ja
ren geleden eens met me mee reed in de
auto en ik een bocht ietwat scherp maakte
kwam er heel spontaan uit, zoals dertig i
jaar geleden (toen ik voor 't eerst reed):
„Jongen, je leert het niet, en je zult het
wel nooit leren ook. Nou had ik kunnen
zeggen: „Nou moet je ophouden, ik rijd
al dertig jaar practisch over de gehele
wereld, en wou u me nou
Ik dacht even na, eigenlijk had hij wel
een beetje gelijk. Hij reed ruim 40 jaar
auto, misschien hoekig en zonder zwier,
maar degelijk en stevig, en vooral uiterst
berekend, zonder enige risico. Toen ik
voor het eerst mijn kniekousen aan mijn
grootvader liet zien, riep hij verbijsterd
uit: „Hoe kan je moeder het goed vinden
dat je zo jong al met blote knieën loopt,
rheumatiek zul je krijgen...
Wat heb ik gelachen om die goede
ouwe Grootvader die amper kon schrijven
en rekenen. Maar wel is het merkwaar
dig dat hij op tachtig-jarige leeftijd nog
fietste en schaatsen reed, en ik op 45-ja-
rige leeftijd al behoorlijk rheumatiek heb.
(Natuurlijk wil ik hier geen verband leg
gen tussen blote knieën-praktijk en rheu
matiek.) Duizende zinnen en uitspraken,
die je je herinnert van ouders en oude
ren, die je naast je leer legde, waar je
geen acht op sloeg worden later nog al
eens bewaarheid. In deze jachterige drukke
wereld kunnen we het misschien ietwat
overdrevene, maar toch reële bezadigde