Santa Lucia
Dansen in Zaal de Bresser
Weet wat u in huis
haalt I
„Geld te geef!”
Versterkt orkest van
Hoe ge d’r an komt
gift nie, a ge’t maor het
„Eenzame Jeugd”
„The Glowmasters”
1 FEBR. 1958
ZATERDAG
EEN EN DERTIGSTE JAARGANG
UITGAVE VAN:
No. s')
DRUKKERIJ NICO HOBBELEN - RIJEN - TELEFOON 343 (K 1692) - POSTGIROREKENING 28.32.41
Weekblad QilzeRijen
BIOSCOOP RIJEN TEL. 303
zondag 6.15 en 8.30 u.
als U in de ko-
W. DE VET.
harde arbeid,
ZONDAG 2 februari
Een vrolijke kleurenfilm met romantiek,
humor en heerlijke melodieën, met smok
kelaars en mooie meisjes, en met in de
hoofdrol „VICO TORRIANI”. die zich
met vele bekende schlagers o.a. „Arri-
vederci Roma" door alle moeilijkheden
heenzingt. Toegang alle leeftijden.
die er
houdt.
Zaterdag 8 uur
Woensdag 8 uur
Een film die de problemen van de op
groeiende jeugd weergeeft. De jeugd
kijkt naar haar eigen problemeneen
film door, voor en over jongen mensen.
Toegang 14 jaar.
zegt de Paus en de televisiekijkers legt Hij
zelfs de plicht op om programma’s, die niet
geschikt zijn voor kinderen, af te zetten
als er nog kinderen op zijn.
Zo streng zou de Paus zich zeker niet
uitlaten, wanneer de radio en televisie niet
zo’n enorm grote invloed op de mensen
hadden.
Maar daarbij laat de Paus het niet, in
tegendeel. Met nadruk dringt Hij er op
aan, dat die machtige invloed van radio
en televisie benut zal worden voor het
apostolaat. Dit hebben nergens ter wereld
de katholieken zo goed begrepen als in ons
land. Reeds meer dan dertig jaar bezitten
wij een Katholieke Radio Omroep als men
bijna nergens een aantreft en alleen de
Hemel weet hoe groot de betekenis van de
K.R.O. is voor het apostolaatswerk in
eigen land.
Het zijn deze twee punten vooral, waar
op de Paus het licht laat vallen in de ency
cliek: de Christenplicht om te waken tegen
de gevaren door zorgvuldig de program
ma’s te kiezen en de even grote verplichting
van elke katholiek om het apostolaatswerk
via radio en televisie naar vermogen te
steunen.
Overweegt U dit eens
mende week de dames van de R.K. Boerin-
nenbond te Gilze op bezoek krijgt en laat
U inschrijven als lid van de Katholieke
Radio Omroep!
Namens de Diocesane Contact Commis
sie van de K.R.O.
Al de krachten, waarover Comedia te be
schikken heeft en het waren er dit sei
zoen veertien, zijn voor de vertolking van
deze, uit het Amerikaans bewerkte, klucht
in „Katholiek Leven” voor het voetlicht
getreden; zondag en dinsdag j.l. telkens
voor 'n zaal, geheel gevuld met een op-
vallend-aandachtig luisterend publiek. Het
heeft in deze zenuwspannende tijd 'n flinke
portie heilzame ontspanning mee naar huis
terug genomen.
We zullen ons maar niet wagen aan de
analysering van deze, echt-Amerikaanse,
door A. Defresne in t Nederlands bewerk
te stof. Ze is op de keper beschouwd zeer
simpel: ’n graveur van de Rijksmunt, die
als ’n razende „echt-vals” bankpapier in
z'n kelder fabriceert, enkel als dat zou
kunnen om het onder de minder-be-
deelden te verspreiden met ideële bedoelin
gen... ,,’n duppeltje geluk hier, ’n drup
peltje geluk daar”.
Die stof is tevens buitengewoon inge
wikkeld door de diverse, buiten verband
met de intrige, daarin verwerkte verwikke
lingen.
De rol-karakteristiek, al gaat die in Ame
rikaanse kluchten niet zeer diep, eist niet
temin 'n weergave met apart cachet, even
als de montering, de costumering, de grime
en het tempo. Dit alles bijeen genomen
heeft Comedia voor ’n zware artistieke
taak gesteld, die zij als geheel niet alleen
kranig heeft volbracht, maar die opnieuw
helder heeft bewezen, dat dit Toneel-
ensemble tot een der beste van ’t Zuiden
behoort. Horen we „Geld te Geef”, dan
zien we Grootvader Eliot, Piet van Loon,
in ’n glansrol! Piet van Loon heeft ’n schit
terende kans gekregen en dan ook 'n schit
terende beurt gemaakt. Dit was geen „spel”
meer, dit was „beleving”, de subtiele uit-
„Ongelukkig is degene, die niet de vrien
den weet te kiezen, die hij in het heiligdom
van zijn gezin binnenhaalt”, zo zegt de
Paus Pius XII in Zijn jongste encycliek
„Miranda Prorsus” en met die vrienden
huisgenoten bedoelt de H. Vader de radio
en de televisie.
Misschien hebt U uw radio- of televisie
toestel nooit zo bekeken, maar in feite zijn
het vrienden, die U in de huiskamer toe
laat om U en Uw gezin aangename of
spannende of leerzame uurtjes te bezorgen
Gelukkig doen ze dit heel vaak ook, maar
dat het lang niet altijd even mooi is wat er
op die manier in Uw huiskamer komt, zal
U toch wel opgevallen zijn. En dan behoeft
U nog niet eens te denken aan die plat-
vloersigheden of goedkope aardigheidjes,
welke helaas nog altijd voorkomen, als wel
aan die uitzendingen, welke er geheel op
berekend zijn om verwarming te stichten
in de geesten der christenen.
Het is dit gevaar dat natuurlijk nog
groter is voor de kinderen waarop de
Paus bij herhaling wijst. „De luisteraar is
verplicht zijn programma’s te kiezen” zo
alle middelen goedkeuren is zeker moreel
niet verantwoord, en het andere gezegde
„als ge het maar hebt” evenmin.
Wie geld heeft moet dat ook nog ver
antwoord gebruiken. Een flink deel om zijn
zaak uit te breiden, te reserveren voor kin
deren. allemaal uitstekend, maar bij velen
zou ook nog heel gemakkelijk een deel af
kunnen voor de duizenden en nogmaals
duizenden stakkerds die niets bereiken in
het leven, omdat hun de middelen ontbre
ken. Royaal een honderdtje stuk gooien in
Antwerpen of Brussel en een stuiver zon
dags op de schaal in de kerk doen neen
dat klopt niet.
Iemand met een handeltje met vlag en
wimpel in huis halen komt er in zet je
hoed af maar de honderden arme non
netjes en broeders, die dag in dag uit langs
de huizen gaan voor de noodlijdende mis
sies, scholen, kerken enz.... die mensen aan
de deur laten staan of af te schepen met...
mijn vader is niet thuis, of mijn moeder is
op het ogenblik druk bezig... of nog erger
met een paar kwartjes wegsturen, is niet
juist. Ik weet wel, het zegt ons niet veel
wanneer we ten anwoord krijgen „God zal
het u belonen, of ik zal u in mijn gebeden
gedenken'en ik weet ook wel dat sommige
geestelijken en nonnen soms zeer onsym
pathiek kunnen „schooien”, maar dat
neemt niet weg dat we ons toch af moeten
vragen niet alleen hoe we aan het geld
•komen, maar als we het eenmaal hebben
hoe we voor God en ons geweten, en reke
ning houdend met ons gezin en de vele
20ste eeuwse eisen, er toch nog een andere
vraag aan vast koppelen: „Hoe raken we
het verantwoord weer kwijt”. Als we tien
boerderijen gekocht hebben en twintig hui
zen dan moet er ook iets af kunnen voor
de honderden sociale instellingen die ons
geld ook nodig hebben. Wees niet royaal
om er iets geldelijk wijzer van te worden en
om de pluimpjes van de omgeving, maar
denk ook christelijk-charitatief. Dit is en
blijft nog altijd een essentieel onderdeel van
ons Christen zijn.
AALMOEZENIER TH. FRITSCHY.
Op een avond praatte ik eens met
iemand die op een of andere manier een
paar dubbeltjes in zijn leven „verdiend”
heeft, toen de man op zeker moment uit
z'n mond liet vallen: „Ach hoe ge d’r an
komt, gift nie, a ge t maor het.” Het is
met dat geld vergaren soms heel raar ge
steld op ons jachterig wereldje van van
daag. Een jaar of wat geleden stond er
plots een geslacht op van eenvoudige men
sen, die nauwelijks konden lezen of schrij
ven, maar die een enorm werk-uithoudings-
vermogen hadden om van te watertanden.
Ze werkten, bouwden, kochten en beleg
den, en ze hadden een fabriek textiel,
leer enz., zoals we dat allemaal kennen.
Die oudere typen ze leven nog ergens
in een mooie villa of huis, nog altijd met
een gewoon jasje aan, een doodgewoon
pak alleen zondags een schoon over
hemd -— z’n borreltje en biertje en voor
de rest geen haarlemmerdijkjes. Maar de
zoons, die geleidelijk aan in vaders bedrijf
zijn gestapt, wèl met dure kostscholen,
H.B.S. enz., die leven heel anders. Met
kunst- en vliegwerk, een paar doublures,
zijn ze door wat scholen geschommeld,
hebben een diploma, lopen iedere dag in
een zondags pak, roken veel en duur, dine
ren vaak buitenshuis en.duur.die zoons
leven en doen heel anders. Sommigen sla
gen meesterlijk het door vader verworven
bezit te vergroten en te verstevigen, ande
ren slagen nog meesterlijker vaders ver
worven bezit in enkele jaren naar de kelder
te brengen en hun kinderen worden weer
gedwongen langs andere wegen wat te
gaan verdienen.
Opa’s verdienen een en ander door
harde voortdurende handenarbeid, de
zoons meer door handigheid, behendigheid
enz. Vroeger moest je hard werken om
wat te verdienen, tegenwoordig kun je het
met praten, lekker eten, een fles champagne
enz.
Met het veranderen van de levenseisen
van een pruimpje tabak naar de dure siga
ret, van de erwtensoep en stamp naar de
kip en kalkoen van het biertje en bitter
tje naar de champagne van de jaarlijkse
kermis, naar de wekelijkse weekend over-
de-grens van het tafeltje en wat stoelen
naar het dure bankstel van de winter
jas naar de bontmantel met al dat ver
anderen is er een jacht naar geld gekomen,
niet steeds als vrucht van
maar van... handigheid.
En hoe ge daor dan an komt... dat is
een tweede. Merkwaardig is dat echtbreuk
en moord punt van gewetenswroeging en
biechtstoel zijn, maar „handigheid” zelden
of nooit. Liegen wordt nooit meer gebiecht
we liegen immers steeds om „bestwil”.
We moeten niet overdrijven en genera
liseren, maar niemand zal kunnen ontken
nen dat velen zonder enig gewetensbe
zwaar over normen van geweten en eerlijk
heid gemakkelijk heen stappen. Men deed
dit alle eeuwen door in de „grote” wereld,
en o zo gemakkelijk heeft de „kleine” we
reld het overgenomen.
Het is een lofwaardig streven van de
ouders zoveel te verdienen en te beleggen
voor hun kinderen dat hun vorming en
studies betaald kunnen worden, dat ze zelfs
hen materieel (geld of zaak) kunnen geven
dat is de rechtmatige trots van de
ouders, maar om zoveel in kelders van
banken op te stapelen dat het 8ste geslacht
nog verzekerd is -— is zwaar overdreven.
Met geld maakt men nooit van kinderen
mannen en vrouwen. Geld kan helpen hen
tot volwaardige mensen te maken, maar
werkdrift, werkijver en werkliefde moet
hen van kindsbeen bijgebracht worden.
Ook kinderen moeten geen geld „krijgen
maar verdienen en nogmaals mag het ver
worven geld helpen en dienen, om een meer
vereiste ontwikkeling te geven die de
ouders niet hebben genoten, maar mag
nooit alles vervangen.
Hoe ge aan geld komt behoeft natuurlijk
niet altijd onrechtvaardig te zijn, of ten
koste van anderen verworven te zijn, maar
beelding van ’n zonderling, maar
desniettemin gezonde ideeën op na
Hij heeft voor ’n groot deel het stuk ge
dragen. De figuren uit z’n onmiddellijke
omgeving, de heer en mevrouw Eliot met
hun dochter Patricia, hun zoontje Junior en
hun huishoudster Nora Colhorn, respec
tievelijk vertolkt door Wil Hermens, Jo
Franken, Ciss Kin, Henk Martens en An
Haagh, hebben in volle overgave met hem
samengewerkt, om alle taferelen zo gaaf
mogelijk tot het publiek te brengen. De een
iets meer, de ander iets minder, leverde
weloverwogen en op de situatie uitgeba
lanceerd spel. Ted Winters en Bernard
Gridley, Jan Pelckmans en Ad. v. Mierlo,
vielen al dadelijk als eerste onverwachte
verwikkeling het keurig gedecoreerde huis
van de Eliot’s binnen, ’t Ging om de gunst
van de lieftallige Patricia, wier hart tus
sen deze twee bleef balanceren.
Mèt de opkomst van Price Henk Pelck
mans) en Camillucci (Nico Hobbelen)
steeg de intrige snel naar haar kookpunt.
Op bewonderenswaardige manier hebben
deze twee gangsters hun partij niet alleen
aannemelijk gemaakt, zij hebben, in samen
werking met Grootvader Eliot, 'n toneel-
klaverblad gecreëerd, dat ongetwijfeld de
onverdeelde bewondering van het publiek
heeft getrokken. De opgave voor Price en
voor de sullig-poenige Camullicci was las
tig, want hun rol leende zich heel gemak
kelijk voor al te goedkope charge. Dit laat
ste mag ook getuigd worden van Jac. Bink,
die z’n „heel gewone straat-agent” knap
wist uit te beelden. Jacqueline Haagh, die
als de schoonheidsspecialiste midden in het,
tot kookpunt gestegen, spektakel viel, heeft
ook nu weer getoond, dat er toneelbloed
door haar stroomt, dat, mits goed geleid,
nog veel goeds belooft te brengen.
Bertha Theeuwes, als mevrouw Bronson,
bracht de vierde -verwikkeling, kort maar
krachtig, en even kort en krachtig hakte
ten slotte Adr. Biemans, als Politie-Inspec-
teur, de knoop door te zamen met Opa
Eliot, de onverbeterlijke idealist, die nog
gauw even ook deze politieman in z’n
theorieën wilde meeslepen... ,,’n druppeltje
hier, 'n druppeltje daar”... maar het ap
plaus klaterde als ’n stortregen door de
zaal.
Hierin heeft stellig gedeeld de Toneel-
meester-Etaleur Jos Theeuwes, wiens to
neelwerk steeds, zoals ook nu, het stempel
van verfijnde artisticiteit draagt. De Firma
de Bruin Claus verzorgde de grime. Zij
handhaafde ook ditmaal haar goede naam,
hoewel we in de pruikverzorging gaarne
iets moderners, iets meer Amerikaanse stijl
gezien zouden hebben.
Na afloop der uitvoering verzamelden
alle spelers zich in Café van der Horst.
Hier had, ter gelegenheid van het 12M-jarig
bestaan van de Vereniging, 'n hartelijke,
niet-officiële, huldiging plaats, waarbij, uit
naam van de „Club der Intellectuelen”, een
prachtig bloemstuk werd overhandigd. Er
is bij deze gelegenheid veel en zeer hartelijk
gesproken en alle „toneelpaarden” kregen
volop de haver die ze eerlijk hebben ver
diend.