D’n huiperd.
Sint Martinus
Kunstmaan en atoomsplitsing zijn nog experimenteel, doch
laat U de meest bruikbare wonderen der techniek zien op
zaterdag, zondag en maandag, 9-10-11 november in de zaal
van de Harmonie te Rijen. - - - Geopend van 14-23 uur.
INSTALLATIE BUREAU
Het trottoir
r
(zaterdag
Fabrieken in dienst van
de gezondheid.
Abbott en Costello
en de Rock 'n Roll
No. 45
9 NOV. 1957
DERTIGSTE JAARGANG
DRUKKERIJ NICO HOBBELEN - RIJEN - TELEFOON 343 (K 1692) - POSTGIROREKENING 28.32.41
UITGAVE VAN:
BIOSCOOP RIJEN TEL. 303
Weekblad Qilze-Rijen
(ca. 316 - 397, Feestdag 11 november).
huichelen
De Nederlandse geneesmiddelen-industrie
■MM
kon
geslaag-
of men geen
het goede ver-
mensen en
we toch echt
overweging te geven voor de a.s. zondags
viering. Laten we onze huichelachtige jas
verkopen, en eerlijk een probleem ook
een huwelijksprobleem onder de ogen dur
ven zien, en oplossen. Er kan veel meer
opgelost worden dan we vaak wilen toe
geven. Een fout kunnen we allemaal ma
ken, maar ik zou haast zeggen laten we
die fout dan eerlijk maken, en niet jaren
lang huichelen tegenover de
vooral tegenover God, die
niet kunnen beduvelen.
Aalmoezennier Th. Fritschy.
Zaterdag 8 uur en Zondag 6.15 en 8 u. 30
Er zijn in de loop der eeuwen al heel
wat minder vleiende opmerkingen gemaakt
over dokters en geneesmiddelen. Seneca,
die omstreeks het begin van onze jaartel
ling leefde, beweerde al, dat sommige ge
neesmiddelen erger waren dan de kwaal
zelf. En Voltaire heeft eens het volgende
geschreven: „Doktoren gieten geneesmid
delen, waar ze weinig van afweten, om
ziekten te genezen waar ze nog minder van
afweten, in mensen waar ze helemaal niets
van afweten".
Ook in onze dagen worden er nog wel
schampere dingen gezegd, niet zozeer over
onze doktoren als wel over de drankjes
en de poeders en de tabletten die zij voor
schrijven!
Laten we eerlijk zijn: Seneca leefde 19
eeuwen geleden en Voltaire is al 180 ja
ren dood. Als er ooit iets te klagen was
over medicijnen, dan hadden zij daar veel
meer reden toe dan wij. Want met de me
dische wetenschap heeft ook de pharma-
cie, 'de kennis van de geneesmiddelen en
de bereiding ervan, een enorme ontwikke
ling doorgemaakt. Vijftig jaren geleden nog
had de geneesheer slechte keuze uit wei
nige medicamenten, die werkelijk genees
kracht bezaten en enkele andere, die niet
genezend, maar verzachtend werkten. Nu
is er een schier eindeloze lijst van voortref
felijke geneesmiddelen, een lijst die steeds
nog langer wordt.
Niet spectaculair, wel belangrijk.
Als we zeggen, dat deze ontwikkeling te
danken is aan de vorderingen van de we
tenschap, dan is dat natuurlijk juist, maar
wel wat onrechtvaardig tegenover de ge
neesmiddelenindustrie. Want de pharma-
ceutische industrie had en heeft in verleden
en heden een zeer belangrijk aandeel in het
beschikbaar komen van nieuwe medicijnen.
En het „Nederlands fabrikaat" staat in dit
opzicht niet achter bij wat andere landen
presteren.
Nederland heeft n.l. een vrij belangrijke
pharmaceutische industrie, al merkt de bui
tenwereld daarvan betrekkelijk weinig.
Deze tak van industrie heeft n.l. geen spec
taculair karakter. Er werken niet meer
dan 6000 Nederlanders in de geneesmid
delenfabrieken. Maar er wordt per jaar
voor een bedrag van 180 miljoen gepro
duceerd en ongeveer de helft daarvan
wordt uitgevoerd naar vrijwel alle landen
van de wereld. Iedereen weet, dat ons land
een zeer grote export van bloembollen
heeft. Te weinig is nog bekend, dat de
export van Nederlandse geneesmiddelen
meer dan de helft bedraagt van die van
de bloembollen, waarop ons gehele land zo
trots is.
Deze belangrijke positie in de Neder
landse economie heeft de pharmaceutische
industrie pas na de laatste oorlog veroverd.
Vóór 1940 had de Nederlandse genees
middelenindustrie betrekkelijk weinig bete
kenis. Duitsland en Zwitserland gaven de
toon aan. Wel was Nederland de belang
rijkste leverancier van kinine in de wereld,
Anderhalf uur van ontstuimige vrolijk
heid. De twee grootste komieken van
het witte doek, doller, dwazer en gek
ker dan ooit. Toegang alle leeftijden.
Verwacht: „Zeg nooit vaarwel” en
„Moordend lood.”
zitter de heer A. L. van Bedaf de aanwe
zigen hartelijk welkom, speciaal de Com
mandant L.B.K.S. Princebosch, Majoor I.
A. de Puyt, alsmede de bondsvoorzitter de
heer L. Nihot die beiden met hun echt
genoten de feestavond bijwoonden. Nadat
de heer van Bedaf nog een enveloppe met
inhoud had aangeboden aan de voorzitter
van het zangkoor, de le Luitenant G. J.
van de Brand, gingen allen weer naar de
grote zaal, die tussentijds was omgetoverd
tot danszaal. De dansmuziek werd op su
blieme wijze verzorgd dc r „De Calado-
niëns” o.l.v. Theo Grosfeld.
Als speciale gasten waren uitgenodig
„Het duo Martens” die de avond afwis
selden met sketsches en humor, op een
wijze die de aanwezigen stijve kaken be
zorgden van het lachen.
Op een vlotte wijze werden de prijzen
verloot, die waren aangekocht van de op
brengst der advertentnes in het aardig uit
gevoerde feestprogramma. De opbrengst
van de loterij was bestemd voor het Mar
tinus Charitas fonds.
Voor velen te vroeg, werd de avond ge
sloten met het Wilhelmus dat door allen
staande werd meegezongen, en kon „Sint
Martinus” terug zien op een zeer
de avond.
De verfilming van het grote probleem
van elke wereldstad. Het ontroerende,
diep menselijke verhaal van een jong
meisje, gered door de liefde.
Toegang 18 jaar.
Woensdag 8 uur
Martinus maakte reeds op zeer jeugdige
leeftijd deel uit van het Gallische Leger.
Door zijn bijzondere begaafdheid doorliep
hij in korte tijd verschillende rangen totdat
hij spoedig de Officiers-rang had bereikt.
Zijn karakter en menslievendheid bracht
hem in contact met de eerste christenen,
die op hem grote indruk hadden gemaakt,
omdat „zij zoveel van elkaar hielden”.
Op 22-jarige leeftijd ontving hij het Hei
lig Doopsel, verliet de krijgsdienst, zette
zijn hele persoon in tot verbreiding van
het Christendom. Het eerste klooster van
Gallic stichtte hij in Ligugé bij Poitiers,
waarna hij ongeveer in 371 tot Bisschop
werd gewijd van Tours.
Sint Martinus is bij ons bekend, als de
krijgsman die zijn mantel deelde met een
bedelaar, waarop Christus hem is versche
nen, met dit stuk mantel bekleed.
Het was deze heilige die zijn naam werd
verbonden als beschermheilige van de Ka
tholieke Vereniging van Militaire Ambte
naren beneden de rang van tweede Lui
tenant.
Het was dan ook ter viering van de
feestdag van hun Patroonheilige dat de
leden zich aan de vooravond van „Aller
heiligen” met hun echtgenoten zich ver
zamelden in de grote zaal van Hotel „De
Bresser", tot bijwoning van de Heilige Mis
ter intentie van de geestelijke en stoffelijke
belangen der leden, opgedragen door Aal
moezenier Th. van den Berg van Prince
bosch. De Gezangen werden uitgevoerd
door het koor van de vliegbasis o.l.v. Broe
der Eustaghius. De feestpredikatie werd
gehouden door de Geestelijk Adviseur van
de afdeling Aalmoezenier Th. Fritschy. De
Heilige Mis werd besloten met het geza-
melijk zingen van het: „Wilt heden nu
treden”, waarna allen zich verzamelen in
het café waar een koffie-maaltijd gereed
stond, die door de veel grotere deelname
moest worden uitgebreid tot de zaal, om
alle aanwezigen te doen aanzitten.
In zijn welkomst-woord heette de voor-
Of het een echt Brabants woord is weet
ik niet, maar het wordt nog al veelvuldig
gebruikt. Meestal gekscherend, maar soms
ook als een felle bestempeling van een
huichelachtig persoon. In deze betekenis
kon Christus ook razend worden.
Was Hij een en al liefde voor „eerlijke"
zondaars, als Hij te doen had met „Hui-
perds” dan was Hij niet mals in Zijn uit
drukkingen: „Witgepleisterde graven, hui
chelaars, adderengebroet enz. enz."
Het is natuurlijk voor ons mensen moei
lijk iemand aan te wijzen die een huichelaar
is, in zekere zin huichelen we op zijn tijd
allemaal.
Een duidelijk voorbeeld van
zou het volgende kunnen zijn.
Een Mijnheer laat een meisje uitstappen
uit z’n auto:
„Dag schat, tot een volgende keer”.
„Wanneer is dat, lieveling?
„Ik denk morgenavond, dan is mijn
vrouw toch de hele avond weg.
„Mieters”.
Tien minuten later wordt de auto in de
garage thuis gereden.
„Dag Papie!” roepen de kinderen.
„Dag jongens, dag vrouwtje” aldus de
Man.
„Je bent laat vent.”
„Ja de bespreking heeft wat langer ge
duurd dan ik gedacht had, Piet was er ook,
nog wat nagepraat, je weet wel hoe dat
gaat
„D’n huiperd!"
Ik zei boven dit zou „huichelen” kunnen
zijn. Natuurlijk onderkennen we niet de
vele problemen die liggen in het vlak van
andere mannen of vrouwen meer of ook
even liefhebben. Huwelijksverwijdering is
een ellendig kwaad, maar het bestaat,
maar juist daarom menen we dat huichelen,
oneerlijk handelen, de zaak nog veel erger
maakt.
Er zijn nog wel eens mensen die zo’n
heel enkele keer gaan Biechten.
„Ja eerwaarde, hier ben ik, ik zou beslist
niet weten wat ik moet biechten, ik doe
zo zeer geen kwaad. Ik heb nooit de Mis
verzuimd, ga nooit met anderen op stap, ik
zit practisch altijd thuis
Maar dat is het hem juist! Nooit de mis
verzuimd, maar misschien nooit goed bij
gewoond. Het is geen kwestie van het
„zijn” in een kerkgebouw, maar het hoe
van het bijwonen van de H. Mis. Het is
geen kwestie of men met anderen op stap
gaat, maar of men voor de „Zijnen” een
alles opofferende liefdevolle belangstelling
heeft.
We zouden het nog sterker kunnen zeg
gen, het gaat er niet om
kwaad doet, maar of men
zuimd hebt.
O we huichelen zo gemakkelijk. Luister
maar.
Je zit gezellig een avond met elkaar in
huis, kinderen naar bed, zij kijkt naar de
televisie, hij leest. Er wordt gebeld.
„Donders als dat buurman maar niet is
die vervelende vent
„Dag buurman, kom je nog eens aan
lopen, leuk, m’n vrouw zit naar de televisie
te kijken, maar komt er in zet je hoed af.”
„Ik stoor toch niet, of hadden jullie soms
plannen
„Welnee kerel je weet het, altijd wel
kom
D’n huiperd.
Natuurlijk is het niet altijd mogelijk je
innerlijke gevoelens aan anderen duidelijk
te laten merken, niet alleen niet mogelijk,
maar mag vaak ook niet. Een arts die
honderden geestelijke en lichamelijke narig
heden heeft aanhoord op een spreekuur zal
heus bij de zoveelste niet zeggen „Ha fijn
dat u komt”.
Een vrouw die hoofdpijn heeft, vermoeid
is, zal dat niet alleen vaak verzwijgen,
maar terwille van het gezin vrolijkheid,
ijver moed en liefde „huichelen”.
Het echte gemene huichelen als een
soort dekmantel van onze gang gaan
dat is het wat we hier onder de loupe
nemen, en dat we voorstellen een punt van