i
Wie vindt de
„Drie Wijzen’’ in
onze wereld
In ,Het Witte Paard’
Buziau
BESCHERMING BEVOLKING
EN WIJ I
Medelijden voor de Zondares
I
KUNST NA ARBEID brengt het voor het voetlicht op
No. 1
ZATERDAG 5 JAN. 1957
DERTIGSTE JAARGANG
Zij bieden allen
wederkerig hun beste
wensen aan voor
1957.
Bloedwraak der Navaho’s
UITGAVE VAN: DRUKKERIJ NICO HOBBELEN - RIJEN - TELEFOON 343 (K 1692) - POSTGIROREKENING 28.32.41
HKKHKHDHHBMHKHHBBESDIi
$1
BH
RH
Heer Deken,
EEN VERKENNER.
O.D.W.
20 JAAR VERKENNERIJ IN RIJEN.
benepen
een vrolijk spel in 3 bedrijven, bezorgt U een avond van welbestede humor
Onze Buus wordt tachtig jaar
op 7 januari.
12 jaar)
12 jaar)
Een sensationele prachtige Indianenfilm
in kleuren met bloedige gevechten.
Toegang 14 jaar.
de drie
verken-
Woensdag 8 uur.
en zondag 13 jan.
Wederom een prachtige en spannende
Italiaanse film met Antonella Lualdi en
Amedeo Nazzari.
Alleen een vrouw die liefheeft, kan zich
vernederen om haar man te redden.
Was zij wel schuldig, aan ’t geen men
vermoedde? Toegang STRIKT 18 jaar.
BIOSCOOP RIJEN TEL. 303
Zaterdag 8 Zondag 6.15 en 8.30 uur
maandag 14 jan. a.s.
n. Aanvang 8 uur.
huisgenoten f 0,75, militairen f 0,75, niet-leden f 1,25.
plaatsbespreken: zaterdag 12 jan. van 4—5 uur
de zaal. Plaatsbespreken a 10 ct per plaats.
gen. repetitie voor de jongens (t/m
gen. repetitie voor de meisjes (t/m
De Burgemeester van Gilze en
Rijen en Mevrouw van Mierlo-
Smits danken langs deze weg de
inwoners dezer gemeente voor
de vele goede wensen, welke zij
in enigerlei vorm bij de jaarwis
seling mochten ontvangen.
bestemd, de
de Islamieten
van India.
„De Drie Wijzen” keren in de geschie
denis steeds terug, maar wij zullen in het
alledaagse nooit de vinger Gods ontdekken.
Wij meten nog te veel met menselijke wijs
heid en niet met de goddelijke, welke zich
openbaart in het Kind in de Kribbe.
Weer ligt een jaar achter ons... En
wanneer de jonge volleybalvereniging haar
balans opmaakt van ’t afgelopen jaar komt
het tot gunstige bevindingen.
Het le team kampioen in haar afdeling.
De daarmee gepaard gaande promotie naar
de 2e klasse schonk uiteraard nog de
grootste vreugde.
Het 2e team kreeg 't wèl te doen met
tegenstanders, die niet te overwinnen wa
ren, maar deze konden toch niet beletten,
dat het een alleszins verdiende 2e plaats
kreeg toegewezen bij de eindschikking. Er
zit enige regelmaat in het eerste op de
eerste plaats, het tweede op de tweede
plaats.
De dames bleven bescheiden, maar klas
seerden zich toch eervol, ook al omdat het
de eerste competitie was voor hen.
Het ledental is momenteel ruim 70. Ge
zien de omstandigheden moet dit getal vrij
hoog geacht worden.
En als de vereniging dan de échte balans
opmaakt komen wé tot de gevolgtrekking,
dat het allemaal geen goud, zilver of papier
is, wat de klok slaat, maar dat er toch ook
geen reden aanwezig zijn erg pessimistisch
te denken over de cijfers aan de linkerkant
er van.
Ten slotte hopen we, dat O.D.W. het
nieuwe jaar inzet met alleen maar goede
en gunstige dingen. Gesterkt met de ge
dachten aan ’t voorbije jaar mogen we
aannemen, dat die hoop niet ijdel en even
min ongegrond verklaard gaat worden.
Tweede Kerstdag was voor de verken-
nersbeweging een zeer voorname dag, ze
bestond toen n.l. 20 jaar. Dit 4e lustrum is
met ware luister gevierd, ’s Morgens werd
door de Aalmoezenier een H. Mis opge
dragen, terwijl de verkenners zongen en
dialogeerden. Onder de H. Mis was ge
leggenheid tot communiceren. Na deze Mis
werd ons een ontbijt aangeboden in het
Patroonaat.
I
Met wat soort mensen zou men in deze
tijd nu de Drie Wijzen, de Drie Koningen,
kunnen vergelijken? Met types als Neruh,
of koning Feisal of de bekende Sovjet
schrijver Ilja Ehrenburg?
Wanneer wij dat eens deden, dan zou
den we ons kunnen voorstellen wat een
omwenteling het bezoek van de Drie Ko
ningen heeft betekend: het is het begin ge
worden van de grote stroom heidenen, dia
de leer van Christus hebben aanvaard en
waaruit de bekering van vele landen van
het Verre Oosten, gevolgd is. Stel, dat
Nehru zich met Tsoe en Lai en Soekarno
en nog andere grote figuren naar Rome
begaf, om zich daar te laten dopen. Zo
iets zou in de Oosterse wereld toch wel een
enorme beweging veroorzaken. Er zouden
heel veel bewoners van India, China en
Indonesië tot de Kerk van Christus komen,
vooral wanneer zulke vooraanstaande men
sen, in hun land terug, openlijk de groot
heid en ware betekenis van Christus zou
den verkondigen.
En nog opzienbarender zou het zijn als
Kroetjew en Boelganin, in plaats van hun
huichelachtige bezoeken, drinkpartijen en
scheldparades te houden, in eenvoud en
nederigheid in Rome of waar ook schuld
en dwaling zouden beleiden en de glorie
van Christus zouden verkondigen.
Hoe fantastisch zulk een keer ook aan
doet, in Gods Almacht is zo iets allerminst
onmogelijk. Maar de weg, die Hij een
maal ten aanzien van Wijzen heeft doen
bewandelen, moge nu zonderling schijnen,
in die tijden was hij vrij natuurlijk. Dat is
nu juist het wonderlijke in de geschiedenis,
dat God de dood-eenvoudige wegen be
wandelt, de gewone natuurlijke gang van
zaken volgt, om omwentelingen te veroor
zaken welke van historische betekenis
worden.
Juist vanwege onze korte en benepen
kijk op de gebeurtenissen zijn wij niet in
staat in deze dingen van elke dag te onder
scheiden wat voor God belangrijker is. In
onze dagen is het wellicht de gewone
arbeid der missionarissen, per boot en per
vliegtuig, naar Verre landen trekkend, die
Gods omwenteling teweeg brengt. Of mis
schien ligt een historisch keerpunt in het
optreden van een volslagen onbekende man
of vrouw. Wij weten dat alles niet. Maar
wel staat vast, dat God zich van zeer on
bekende mensen, priesters of leken, bedient,
om volkeren en naties tot zich te trekken.
Want de blijde boodschap is voor allen
mensen van Sovjet-Rusland,
van Afganistan en de Hindoes
een verloting
plaats, terwijl verder op de avond de
Aalmoezenier
Mijnheer Dillemen namens de
en dank tot de
zaterdag 12, zondag 13 en
in zaal: Katholiek Leven, Rije:
Toegangsprijs: K.A.B.-leden en
Kaartverkoop en
van 11 1 uur aan
Vrijdag 11 jan. te 7.30 u.
Zondag 13 jan. te 2.30 u.
Toegangsprijsf 0.25.
moest hij op de terugweg van een buiten
landse tournee zijn spullen bij gebrek aan
geld bij de douane achterlaten.
Een Amsterdams wasvrouwtje, tegelij
kertijd buurvrouw van de toen bijna troos
teloze Buziau, die er met witkwast en em
mer op uittrok om toch maar wat geld in
de huishoudla te kunnen brengen, bracht
hem weer terug op het pad van zijn oude
stiel door hem de voor die tijd geweldige
somma van veertig gulden •'i lenen. Van
kermissen en wisselvallige contracten bij
grotere en kleinere theaters, kreeg hij, toen
zijn naam zich reeds wijd en zijd had ver
spreid, vaste voet aan de grond. Vele ma
len is hij gehuldigd op de planken, zijn
levens- en voedingsbodem, en van tal van
ministers en burgemeesters namens hun
gehele gemeenten diepgaande geluk
wensen, die duidelijk van ontzag voor zijn
kunst spraken. Door Hare Majesteit Ko
ningin Wilhelmina werd hij tot Ridder ge
slagen in de Orde van Oranje Nassau.
Het was een hele drukte aan
lange tafels. Honderd welpen en
ners is dan ook geen kleinigheid. Het
groepsbestuur was eveneens aanwezig en
ook zij zullen wel goed gegeten hebben.
's Middags mochten de welpen naar de
film terwijl de verkenners met medewer
king van nog een andere groep uit Tilburg
een prachtig in elkaar gezet spel gingen
doen.
Na een tocht door sneeuw en ijs wer
den we na plm. 10 km lopen door de Ro
meinen in Jerusalem naar koning Herodes
geleid, waar we de opdracht kregen naar
een ster uit te zien die ons naar de kerst
stal zou leiden.
Toen om half 9 de Tilburgse troep huis
waarts ging, liep voor de Rijense verken
ners de dag ook ten einde, maar de vol
gende zou wéér een bijzondere zijn. Don
derdag gaven de welpen en verkenners
voor een zeer goed gevulde zaal, waarin
we o.a. de ZeerEerw. Heer Deken, dis
trictscommissaris, verschillende leidsters en
leiders uit de omtrek, alsmede zeer vele
oud-leiders en -leidsters ontdekten, hun
jaarlijkse oudersavond.
Deze avond mag zeer geslaagd genoemd
worden. De verschillende stukjes werden
vlot achter elkaar gespeeld.
Onder de pauze vond
Zeereerw.
Wijnen en
ouders, woorden van lof
leiding spraken.
Al bij al is dit feest een groot succes
geworden en we hopen over vijf jaar met
een nog groter feest voor de dag te
komen.
„Ik wil U”, aldus Buus, „ten overvloede
nog wel eens nadrukkelijk zeggen, dat ik
voor een vunzig gijntje in mijn werk nooit
te vinden ben geweest en er dan ook nim
mer een verdragen zal. Als iemand, wie
en waar ook, in de spoorwegcoupé of langs
de weg, een ongepaste mop of aardigheid
lanceert, zo’n grapje waar een luchtje aan
zit, nou dan krijgt-ie van mij dadelijk 'n
kouwe doucheToch ben ik geen
weesmeisje, hoor! Om de bliksem niet!
maar humor moet keurig zijnniet
gemeen, niet geraffineerdDit is
een uitspraak van Jo Buziau in de dertiger
jaren. Het is een uitspraak, die een critiek
is op vele huidige „artisten”, die zelfs voor
de radio de grenzen niet in acht weten te
nemen. Buziau heeft zich altijd aan deze
lijn gehouden. Zij is tegelijkertijd zijn
kracht geweest. Zijn humor heeft het hoog
ste peil bereikt, en als stijlvol kunstenaar
heeft hij zijn tijdgenoten Charley Chaplin,
Grock, de Fratellini’s en Mistinguette
overtroffen of tenminste geëvenaard. Wie
van ons ouderen herinnert zich niet bij een
jaarlijks of meerjaarlijks bezoek misschien
aan Buziau, diens suggestieve kracht over
een propvolle zaal, zijn schitterend uitbeel-
dingsvermogen waarbij hij al zijn mimische
gaven in het geding bracht of het nu was
in zijn felle rake parodie op het verwijfde,
moderne jongmens: boy, in zijn eenacter
van de geschiedenis van de verlopen koet
sier met zijn nog meer afgeleefd paard Epi-
nard of zijn kostelijke bewegingen als on
derdanig kellner. En wie kan zich niet het
biljartspel voor de geest halen, waarbij zijn
gezicht het spel van de niet-aanwezige
tegenspeler weergaf!
Sinds jaren woont Buziau nu te Rijswijk,
de laatste tijd teruggetrokken; hij houdt
zich, bescheidene, ondanks al zijn succes
sen over de gehele wereld ver van de plan
ken en de publiciteit. Alle huldebetoon, ook
nu hij tachtig wordt, vermijdt hij. Uit zijn
huwelijk met Wilhelmina Hartemink, die
hij in de revue heeftleren kennen, is hem
een zoon Emile geboren.
„Buus, met een ronde neus zo knalrood
als het vereiste achterlicht van een fiets en
met een scheve mond, die op tien voor
vieren staat”, zoals hij zo vaak op het
toneel verscheen, heeft zijn successen niet
op een presenteerblaadje opgediend gekre
gen. Als Amsterdamse jongen met ouders,
die eveneens optraden, kon er niet veel
geld aan zijn reeds vroeg geopenbaarde
toneellust worden gespendeerd. Hij had
echter het voordeel, dat hij tijdens het op
treden van zijn ouders aan de zorgen van
zijn grootmoeder werd toevertrouwd, nog
wel eens gemakkelijk weg kon glippen om
als programmajongetje, ijsverkoper in het
circus of aap in een revue een extra centje
te verdienen. Daar bouwde hij dan tonelen
van en gaf kindervoorstellingen op zolder
met entréeprijzen van de destijds nog ge
waardeerde somma van twee en een halve
cent. Toen hij als prof. Rikiri de eerste
schreden op het pad van succes had gezet,
„Help”, schreeuwde de drenkeling, „help
ik verdrink.”
„Het spijt mij”, antwoordde de man
langs de kant, „het spijt mij bijzonder, maar
ik kan niet zwemmen. Weet u wat, houdt
U het hoofd zolang boven water» Ik ga nu
direct zwemles nemen. Ik hoop zo weer
terug te zijn. Wordt U nu dus vooral niet
zenuwachtig, ik kom zo, U kunt op mij
rekenen.”
Mocht U van oordeel zijn, dat deze
would-be mensenredder gek is, dan zijn
wij het volkomen met elkaar eens.
Er is dus een vlotte kans, dat U het ook
met ons eens is, als wij beweren, dat al
degenen, die niet tot de B.B. toetreden, al
zouden zij het wel kunnen, eigenlijk even
dwaas handelen als de mensenredder hier
boven.
Want het is met de meeste van deze
mensen zó gesteld, dat zij wel helpen wil
len, maar zich niet de moeite willen geven
zich nu op het verlenen van hulp in B.B.-
verband voor te bereiden.
Het kost hun te veel moeite misschien,
of te veel tijd.
Laten zij over het gesprek tussen dren
keling en redder maar eens nadenken. La
ten zij bedenken:
Goede hulp is georganiseerde hulp.
Goede hulp is dubbele hulp.
Goede hulp moet geleerd worden.
Niet straks, maar nu!