Offensief der vrijgezellen ffizimancL Gebed van H. Vader tegen het vloeken. Kinderen van de Straat S0 LANGE DU DA BIST Niemand kan twee heren dienen* HARMONIE BIOSCOOP No. 37 UITGAVE VAN: DRUKKERIJ NICO HOBBELEN RIJEN - TELEFOON 343 (K 1692) - POSTGIROREKENING 28.32.41 Veertiende Zondag na Pinksteren. gebed paar dagen RIJEN Telefoon 303 Heer te dienen. Wie het wel weten en ook in hun leven hebben ondervonden zijn de heiligen. Zij zullen dan ook iets anders kunnen vertellen over de dicta tuur der goddelijke liefde dan wij ervan menen te weten. Er is in de schatten van onze geestelijke gedichten een kleine Hymne, welke ons daarvan een vermoeden geeft. „Nee lingua valet di- cere, nee littera exprimere quidsit Jesum dilligere”. ('Geen tong is in staat het uit te spre ken, geen woord in staat uit te drukken, slechts wie het ervaren heeft kan weten wat het is Jezus te beminnen.) Wie de moeite neemt iets van de levens der heiligen na te slaan en niet alleen de bizarre dingen te lezen, maar hun geestelijke belevenissen te volgen, die zal een glimp opvangen van het geen het zeggen wil „Eén heer te die nen"! Z.H. de Paus heeft een samengesteld voor de dagen, die zullen dienen als eerherstel voor het vloeken en, die op initiatief van het Comité voor het Mariaal Jaar van 8 tot 12 September ge houden zullen worden. De H. Vader zal persoonlijk dit gebed op 11 September om acht uur voor de Vaticaanse radio voorbidden. O, allerhoogste Drievuldigheid Vader, Zoon en Heilige Geest, gewaar dig U ofschoon van alle eeuwigheid in en door U zelf oneindig gelukkig, het eerbewijs, dat uit de hele schepping tot Uw hoge troon opstijgt, te aanvaarden; (jZEVEN EN TWINTIGSTE JAARGANG Belangrijk contingent. Hoewel de vrijgezel, met de schoon moeders en deurwaarders, maar al te vaak wordt geplaatst in de klasse, waarover dusgenaamde humoristen zo gaarne grapjes maken, neetait hij in onze samenleving een belangrijke plaats in. Niet alleen kwantitatief, maar ook kwa litatief. Nog afgezien van hen, die om religieuze redenen de ongehuwde staat verkiezen en zo veel prachtig en opof ferend werk verrichten, zijn er de on- gehuwden, die in de ziekenhuizen, of als pioniers op eenzame posten, het werk verrichten dat door gehuwden niet zonder veel bezwaren zou kunnen worden gedaan. Onze maatschappij kan het buiten de vrijgezellen niet stellen. Dat zou men echter niet zeggen wan neer men waarneemt hoe die maat schappij zich tegenover de vrijgezellen stelt. Er is veel on- en wanbegrip. Men realiseert zich niet het gemis van de ongehuwden en maakt zich er af met de opmerking „Waarom trouwen ze dan niet?’’. De vrijgezel, die altijd zijn benen „onder andermans tafel” moet steken, voert geen goedkope huishouding. De voordelen van de vrijgezellen tegenover de gehuwdenstaat zijn uiterst gering of zelfs denkbeeldig, de nadelen duidelijk aan te wijzen. feest te vieren en elkaar te ontmoeten.' Achter heel deze „Vrijgezelligheid” gaat een ernstig streven schuil. De on gehuwden willen verlost worden uit hun uitzonderingspositie. Zij willen gelijkberechtigheid met alle andere Ne derlandse burgers. Zij willen de fiscale regeling, die practisch een „vrijgezel lenbelasting” is, gewijzigd zien. Dat is een der eerste punten op hun program, dat er naar streeft de statis der onge huwden te verbeteren. (^ZATERDAG 11 SEPT. 1954 Extra lasten. Maar behalve dat neemt de vrijgezel nog een allesbehalve prettige „uitzonde ringspositie” in, zodra hij met de fiscus in aanraking komt. Een blik op de be lastingtabel 1954 (na de herziening dus) bewijst dat. De positie van de vrijgezel is, verge leken bij die van een echtpaar zonder kinderen, waarlijk niet voordelig. Want terwijl zulk een echtpaar eerst belasting begint te betalen bij een inkomen van 1.920,— (n.l. ƒ24.— per jaar) moet de vrijgezel al veel eerder gaan betalen en wordt hij bij een gelijk inkomen voor niet minder dan ƒ121,— aangeslagen. Stijgt het inkomen tot 2400,— dan betaalt het kinderloze echtpaar 90,— aan belasting, de vrijgezel echter 223.— dat is twee en een half maal zoveel! Een vrijgezel die iets meer ver dient dan 5000,— per jaar draagt aan de fiscus ƒ956,— dat is bijna 19% van zijn inkomen af! Streven naar gelijkheid. En zo moet men dan ook niet denken, dat de vrijgezellen in Nederland hun Bond hebben opgericht om eens per jaar in Grevenbicht een j Deze film vol gezonde romantiek in een omlijsting van tropische pracht, ge speeld door inlandse acteurs van Cen traal Afrika zal II boeien om zijn we reld van schoonheid en U in spanning houden vanwege de strijd op leven en dood om de vrijheid. Een Heldendicht van mannenmoed en meisjesadel! Deze film voert U naar het mysterie Afrika van een vijftig jaar geleden, waar de schoonheid van de azuren hemel, de wuivende palmen en het ge weld der neerstortende watermassa’s de omgeving vormen van het drama dat zich voltrekt. Het filmwerk „Bizimana” is aldus ge noemd naar de jonge hofdansmeester, die de hoofdrol vertolkt. In hem en in Chiza, de dochter van een invloedrijk stamhoofd, vinden we de eerste sporen van het ontwakend, vrijheid en blijheid gevend Christendom. De medicijnman zal echter voor niets terugdeinzen om het vreedzame werk der Paters te verhinderen. Dood, haat en vrees zaaiend buit hij zijn potitie uit. wend, zo smeken wij U, Uw ogen en Uw goddelijk gehoor af van die onge- lukkigen, die ofwel verblind door harts tocht ofwel door een duivelse impuls gedreven, in hun boosheid Uw naam, die van de Allerzuiverste Maagd Ma ria en van de Heiligen vloeken, Weerhoud, o Heer, de arm van Uw gerechtigheid, van al degene, die zich aan zulk een goddeloosheid schuldig maken en die Gij in het niet zou kunnen doen verzinken. Neen de lofzangen en eerbewijzen aan, welke zonder ophou den uit de natuur opstijgen: vanaf de wateren der fonteinen, die helder en geruisloos stromen tot aan de sterren, die schitteren en in onmetelijke banen, bewogen door Uw liefde, de hoge he melen doorlopen. Neem als eerherstel aan de lofzang, welke als wierook voor de altaren uit zovele heilige zielen op stijgt; zonder van de rechte weg af te dwalen, immers bewandelen wij het pad van Uw wetten en beijveren zich door werken van naastenliefde en boetvaar digheid Uw beledigde rechtvaardigheid te verzoenen; luister naar het lied van zovele uitverkorenen geesten, die hun leven wijden om U eer te brengen; hoor naar de altijddurende lofprijzing, welke de Kerk U op alle uren en over de gehele wereld brengt. En geef, dat, nadat de harten van hen, die U vloe ken, bekeerd zijn, alle tongen en alle monden eendrachtig het loflied mogen aanheffen, hetwelk zonder ophouden in het koor van de engelen weerklinkt: Heilig, Heilig, Heilig is God de Heer der legerscharen. Hemel en aarde zijn vol van Uw glorie. Amen. God is hard en onverbiddelijk. Deze waarheid is even juist en onaanvecht baar als God is Liefde, omdat alles wat wij over God kunnen zeggen slechts aspecten vormen van Zijn Ene, Onver anderlijke en Ondeelbare Wezen. En daarom is de onverbiddelijkheid, die God tegenover ons toont, wanneer Hij op de veertiende Zondag na Pinksteren door Zijn Kerk onderwijst, gelijk te stellen met Zijn Liefde. Zijn Liefde eist derhalve van ons niets meer en niets minder dan heel onze persoon, van de eerste dag af dat wij ter wereld komen tot aan onze laatste ogenblikken, dat wij met het lichaam verbonden zijn. „Niemand kan twee heren dienen”, staat er in het Evangelie van deze Zon dag, hetgeen een andere vorm is van dezelfde gedachte, die wij eerder verna men, toen Christus de Fariseër liet zeg gen: „Er staat geschreven, dat Gij de Heer Uw God zult dienen uit geheel Uw hart en met al Uw krachten.” Het Christendom is inderdaad als men het zo wil bezien, dictatoriaal. God zelf is het. Maar Hij is het in een zin, die voor iedereen begerenswaardig is, mits hij God goed begrijpt. Want de dictatuur van God is niet die van een wispelturig despoot of van een machts wellusteling, maar van een liefdevolle Vorst en van een algoede Vader. Gods rijk is de dictatuur der liefde, waarin God zelf Zijnerzijds een onbeperkte liefde schenkt, van de andere kant van zijn beminden ook met onverbiddelijke naijver de volledige liefde opeist. Dat is de betekenis van Christus woorden als Hij zegt: .Niemand kan twee heren die nen”. Slechts weinigen worden er op deze wereld gevonden, zelfs onder de mil- lioenen katholieken, die deze eis van God volledig en zonder enige beperking aanvaarden. Verreweg de meesten on zer trachten te schipperen tussen God en andere heren, tussen God en het geld, tussen God en de vrouwen, tussen God en de drank, tussen God en het ere-baantje. Van 's morgens vroeg tot ’s avonds laat voelen we ons omringd met aanbiedingen van verschillende heren, vormen van onze ongeregelde hartstochten, verschijningsvormen van de wereld of verlokkingen van de dui vel zelf. En elke dag laten wij ons op nieuw beetnemen, soms half tegen onze wil, soms met een plezierige toestem ming. Hoewel wij weten dat God zich de jaloerse God noemt en geen con currentie in Zijn liefde dult, proberen wij telkens opnieuw kool en geit sparen, van twee walletjes te eten, twee heren te dienen. We willen God niet haten, dat is waar, doch van de andere kant zouden we de andere heren toch ook niet graag aan de dijk zetten. Maar Christus woord blijft onverbiddelijk: „Twee heren dienen, uitgesloten, gaat niet!” Nemen we nu echter eens niet de negatieve zijde van dit goddelijk gebod, maar de positieve. Hoe vergaat het de mens, die definitief zijn keuze voor God heeft gemaakt en er in geslaagd is door een edelmoedig gebaar de andere heren ter zijde te zetten, ze de deur te wijzen? Zo iemand is als de Psalmist beschrijft in de 62ste Psalm, waar hij zegt: „Mijn God, Mijn God, van het eerste morgenlicht af zit ik op U te wachten, naar U dorst mijn ziel”. De ziel, de christen en katholiek, die defini tief de keuze van zijn Doopsel bezegelt, die ook in feite verzaakt aan de wereld en haar ijdelheden, zoals hij bij het ont vangen van dit Sacrament en bij de plechtige hernieuwing heeft beloofd, hij zal ingaan in de vreugde van het Rijk der Liefde. Wij hebben helaas te weinig begrip, wat het wil zeggen God als Van 17 tot 21 September a.s. zal in de Limburgse Gemeente Grevenbicht het Tweede Wereld-Vrijgezellencon gres worden gehouden. Alle café’s zul len schilderachtige brandpunten van gezelligheid worden, er wordt een feestelijke optocht „in het teken van de vrijgezel” gehouden, de initiatief nemer, gemeentesecretaris Greyn, en andere prominenten zullen er het vrij- gezel-zijn van vele kanten belichten. Wanneer men dit alles verneemt, ziet men alleen de „vrijgezelligheid”. Maar de pret in Grevenbicht geeft toch geen juist beeld van wat het streven is van de vrijgezellen-organisatie, die haar wieg had in dit genoeglijke Limburgse dorp. - Het gaat niet in de eerste plaats om het maken van wat pret onder elkaar, om een „ontmoetingspunt” of zoals an deren het cru uitdrukken een „huwe lijksmarkt”. Weekblad QilzéRijen Ouders en opvoeders attentie 1 Dinsdag enWoensdag 15 September om 8 uur Verwacht volgende week „Boem bij de luchtmacht" en „Sombrero”. En dan de veel besproken film „Anna”. met Henry Miller en Tove Maës e.a. Kinderen van de straat is een pleidooi voor de eenvoudige en waarachtige waarden van het leven. Een boeiende geschiedenis, die zich afspeelt in een huurkazerne in een grote Deense stad. Uit prachtig spel der kinderen, die het probleem behandelt der vrije tijdsbeste ding van de onbegrepen jeugd. Toegang alle leeftijden. Op velen verzoek die als duizenden en duizenden ’t verhaal van de film in „Libelle” hebben gelezen brengen wij deze week Zaterdag 11 en Zondag 12 en Maandag 13 September om 8 uur Zolang jij bij mij bent met Maria Schel en O. W. Fisher en Brigitte Horney De bedriegelijke schijn van de industrië le filmwereld. ondanks de verleiding blijft de jonge vrouw aan haar werkelij ke liefde trouw, Een film waar de gehe le wereld over spreekt. Toegang 14 jaar.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Gilze en Rijen - Weekblad Gilze-Rijen en Weekblad Gilze en Rijen samen | 1954 | | pagina 1