Bisschoppelijk Mandement 1954 Het meisje van de voorpagina GROOT BAL (zaterdag BOKKEWEI RONDE VAN DE HARMONIE BIOSCOOP Duivels in het zadel Q ZEVEN EN TWINTIGSTE JAARGANG 5 JUNI 1954 No. 23 UITGAVE VAN: DRUKKERIJ NICO HOBBELEN RIJEN - TELEFOON 343 (K 1692) - POSTGIROREKENING 28.32.41 TWEEDE PINKSTERDAG II. Weekblad QilzeRijen af- BEZOEKT DE RIJEN en Debbie Tweede Pinksterdag van 711 uur m.m.v. ons dansorkest o.l.v. P. v. Rijen. Entree f 1,25, militairen in uniform f 1,- Toegang 18 jaar, Niet-dansers vrij en tree (geen staanplaatsen). Iedereen zegt het: Een bal in de Har- moniezaal wordt steeds gezelliger. Zaterdag 5aJuni en Zondag 6 Juni 8 u. I Love Melvin met Donald O.Connor Reynolds Een charmante musical met een amusant verhaal van een revuemeisje en een leer ling fotograafin prachtige kleuren op genomen. Alle leeftijden. Het hoogwaardig Episcopaat zal het op prijs stellen, indien ook de Weekbladen uitvoerig plaats wil len inruimen aan het Mandement. Daarom heeft Het een speciaal uittreksel laten samenstellen, dat wij in de komende weken zullen afdrukken. in de verhouding tussen stands- en vakor ganisaties, zoals zij jn het Communiqué van 1916 bepaald is, het primaat van het gees telijke tot uitdrukking komt. Een loutere vakcentrale zou ook al zouden daaraan bepaalde voordelen verbonden zijnfei telijk de economische en tijdelijke belangen zo kunnen vooropstellen, dat de eigenlijke taak van de standsorganisaties wezenlijk zou lijden. De bisschoppen staan tegenover een der gelijke ingrijpende hervorming dan ook ge reserveerd. Wel zou men de structuur en werkzaamheid van stands- en vakorgani satie nauwer aan elkaar kunnen doen aan sluiten. Met name zou de vakorganisatie nog meer haar kracht kunnen inzetten of haar medewerking kunnen verlenen bij de kerstening van beroep en bedrijf. 29-30 De bisschoppen laten daarop een bemoediging volgen om mede te werken aan de verwezenlijking van de publiekrech telijke bedrijfsorganisatie, waarin wij een verwezenlijking mogen zien van het chris telijk sociaal program. 31 Paus Pius XII heeft in de afgelopen jaren meermalen op de corporatieve orde ning gewezen als een gelukkig uitgangspunt voor het aanbrengen van maatschappelijke hervormingen. Helaas heeft men elders deze ideeën niet op het juiste ogenblik overgenomen. In Nederland is wel de juiste weg gekozen. Het grondplan ligt in de wet gereed. Thans is het woord aan de werk gevers en werknemers om bedoelde orga nen op te bouwen. De katholieke sociale organisaties moeten daarbij pioniers en voortrekkers zijn. 32. De bisschoppen wijzen in dit ver band op het belang van katholieke vakor ganisaties, zowel van ondernemers als van werknemers. De vakorganisaties zullen im mers de pijlers vormen waarop de publiek rechtelijke organen van de verschillende bedrijfstakken in ons land worden ge bouwd. De kracht en de oriëntatie van de vakorganisatie zal de invloed van de katho lieke sociale beweging in het nieuwe bestel zowel quantitatief als qualitatief bepalen. Wordt vervolgd. 19 In het tweede deel van het Man dement gaan de bisschoppen in het licht van bovenstaande beginselen en in aan sluiting op de gegeven richtlijnen in con crete in op een aantal vraagstukken, waar voor de katholieken zich op maatschappe lijk en staatkundig terrein geplaatst zien. 20 Vooreerst sporen zij met verwijzing naar de rijke vruchten van het verleden, de katholieken aan zich aan te sluiten bij en actief werkzaam te zijn in de katholieke sociale organisaties. 21-22 Zij constateren een zekere „or- ganisatie-moeheid” bij velen; bij anderen een reserve, die soms zelfs overgaat in onverholen critiek op de maatschappelijke organisaties. Deze komt voort uit de vrees, dat het georganiseerde leven ten nadele van de persoonlijke werkzaamheid en ver antwoordelijkheid te veel de verzorging Maandag Tweede Pinksterdag en Woensdag 8 Juni om 8 uur met Susan Hayward, Robert Mitchum en Arthur Kennedy. Het dramatische verhaal van mannen die hun leven riskeren in levensgevaarlijke gevechten met wilde paarden en stieren voor roem geld. De wildste show ooit in een film vertoond. H jaar. Verwacht: „Het grote geheim en „Achter de brede Missouri’’. Op Zondag 30 Mei hebben de Hoog waardige Bisschoppen van Nederland ge zamenlijk een Mandement het licht doen zien onder het opschrift ,,De Katholiek in het openbare leven van deze tijd." Dit document dat in brochure-vorm aan de kerken ter beschikking werd gesteld, om vat 47 pagina’s druks en bestaat uit onge veer 18.000 woorden. 1-2 Binnen het raam van de viering van het eeuwfeest van het herstel der hiërarchie herdenken de bisschoppen met dankbaar heid het vruchtbare resultaat van een eeuw apöstolisch werkzaamheid van de katho lieken in het openbare leven van Nederland en vinden daarin tegelijkertijd aanleiding om zich te bezinnen op de vraag in hoe verre de daarbij gevolgde wegen aanpas sing behoeven aan de nieuwe mens en de nieuwe tijd. Het stuk is opgebouwd uit drie delen. 3-5 In het eerste, meer fundamentele gedeelte worden de theologische grondsla gen uiteengezet, waarop de plicht van de christen berust zijn gehele levenshouding te integreren in zijh bovennatuurlijke waar digheid als Kind Gods en waaruit zijn roe ping volgt aan het Christendom gestalte te geven in deze wéreld. Elke scheiding tus sen godsdienst en leven moet als een fun damentele dwaling verworpen worden en ook het profane leven moet strekken tot verheerlijking van God, tegelijkertijd het levenskader scheppend, waarin de christen zowel zijn tijdelijk als eeuwig welzijn kan bewerken. Vandaar de taak van de christen mede te werken aan de opbouw van een christe lijke maatschappij en daardoor aan de bloei en de uitbreiding van het Godsrijk op aarde. 6-8 Twee extremen moeten daarom vermeden worden. Enerzijds zal hij niet mogen opgaan in het tijdelijke en hij zal wel in maar niet van deze wereld mogen zijn. Anderzijds dient hij zich te hoeden voor een vals spiritualisme, volgens welke de christen zich zou moeten distancieren van de vraagstukken van de wereld om zich terug te trekken in het louter geestelijke. „Er is een wereld, die wij moeten vluch ten, maar er is ook wereld, die wij moeten kerstenen," aldus de bisschoppen. Uit het evangelie moeten de volledige maatschap pelijke consequenties getrokken worden. Dit is een eis van „een waarlijk intregraal en christelijke humanisme", dat enerzijds onze persoonlijke zwakheid en zondigheid erkent en het kruis doet opnemen in schuld besef en boete; maar anderzijds ook de waarde van de natuur en van de natuurlijke krachten niet verkleint, doch in Gods ge nade geheiligd weet en gericht op Gods verheerlijking. 9 Daarna wordt ingegaan op de vraag welke wegen de Kerk dient te volgen om haar apostolische werkzaamheid in het openbare leven vruchtbaar te doen zijn. Blijft naast het persoonlijk apostolaat, zo als in het verleden een collectief en geor ganiseerd apostolaat ook voor deze tijd noodzakelijk? De bisschoppen verheugen zich erover dat in ons land meer en meer het besef doorbreekt dat er allereerst behoefte be staat aan christelijke persoc?ijkheden, die oprecht trachten het evangelie te beleven. Zij prijzen in verband hiermede het werk van de Katholieke Actie die langs de weg der vorming apostolisch ingestelde per soonlijkheden tracht te vormen ten dienste van de parochie, gezin en beroep en van het gehele georganiseerde katholieke leven. 10 Maar, zo vervolgen de bisschoppen, zelfs voor persoonlijke heiliging, maar vooral voor het apostolaat, kan de mens ook niet buiten maatschappelijke vormen. „Ook het organiseren behoort tot het apostolaat van de Kerk”. (Pius XII aan de Zwitserse bisschoppen 1943). 11 Zo werd dit in het verleden gezien. Maar ook in deze tijd blijven eigen katho lieke verenigingen noodzakelijk. Niet alleen om de zwakkeren te beschermen en te be waren in het heilig geloof, maar evenzeer om de leden te vormen tot een christelijke levenshouding in het openbare leven en tenslotte om krachten te bundelen ter door voering van een hervorming van de maat schappij op christelijke grondslag. Dit is des te meer noodzakelijk nu de maatschappij zich steeds sterker organiseert en de Overheid het maatschappelijk leven in toenemende mate in het overleg betrekt bij de bepaling van haar beleid. Willen wij in ons levensbeschouwelijk verdeelde land invloed geven aan de katholieke opvattin gen dan kan dit in een maatschappij als de onze moeilijk anders dan door georgani seerd optreden in eigen verbanden. 12-13-14 De bisschoppen zouden het daarom betreuren, wanneer het gelukkig verschijnsel, dat zich openbaar in een drang naar meer persoonlijkheid en persoonlijk apostolaat een nadelige terugslag zou heb ben op het katholiek organisatieleven. Plei tende voor voldoende ruimte voor vrijheid en initiatief en voor een open staan voor samenwerking met allen die het goede wil len, vragen zij anderzijds met grote aan drang van het katholieke volk zijn eenheid te bewaren. „Waar de katholieken hun eenheid missen, daar is de heilige Kerk haast altijd weer in de verdrukking geraakt en wat niet minder te betreuren valt daar hebben zij weinig constructief kunnen meewerken aan het welzijn der mensen in de openbare sfeer van het leven”. 15-16 Dit wil niet zeggen, dat men zijdigheid en isolement als een ideaal moet zien. Toegejuicht moet worden, dat het aan onze tijd eigen is meer in openheid te leven en royaler verbanden te leggen met hen die uit een andere overtuiging leven. Ge prezen wordt de oecumenische houding, die meer en meer merkbaar wordt en het apostoL.Ji optreden van leidende en in eigen kring gevormde figuren. De bisschop pen zien naast de kracht ook zeer wel de beperking, die in afgeslotenheid en exclu sieve bundeling is gelegen. Desnietemin menen zij op het behoud van de eenheid te moeten aandringen, omdat zij allereerst het oog moeten hebben op het geheel, daar zij verantwoordelijkheid dragen voor het geestelijk en eeuwig heil van allen. Daar om geven zij als grote richtlijn voor het optreden van de katholieken in het open bare leven: „één in eigen verband en van daaruit samenwerking met aqderen, met be~ houd van eigen zelfstandigheid. 17- Een gelukkige factor in de huidige ontwikkeling zien de bisschoppen in de groeiende apostolische instelling van de katholieke leken en hun verlangen om met de priester mede te werken in het aposto laat. Zij vragen wederkerig begrip bij prie ster en leek en een grote liefde voor het gemeenschappelijk ideaal om op soepele wijze de nieuwe vormen te scheppen, waar in deze samenwerking gestalte moet krij gen. 18 Ook vragen de bisschoppen, door God gesteld om „het heilige volk, van God” te leiden, dezelfde trouw en medewerking, die zij in het verleden van de gelovigen mochten ondervinden. Zij willen in hechte verbondenheid met hun priesters en in eer lijk beraad met de leken ook thans in deze gewichtige tijd blijven trachten het „volk Gods” vast en veilig te leiden. van de mensen aan zich zal trekken of uit het gevaar, dat de maatschappelijke groe peringen zich in haar eigen organisaties op sluiten en zo de sociale tegenstellingen eer der accentueren dan deze harmonisch op lossen. Ook achten sommigen de numme- riek zwakkere groepen van de maatschap pij bedreigd door de georganiseerde macht van massale groeperingen. De bisschoppen ingaande op deze bezwaren, stellen dat het begrijpelijk is, dat zulke gedachten opko men en zij worden niet geheel zonder grond genoemd. Zij moeten echter als men het geheel overziet, als schaduwzijden gezien worden van iets dat nodig is, of als moge lijke gevaren, die op soepele wijze moeten worden voorkomen. 23 Ook wordt ingegaan op de vrees van sommigen, die de maatschappelijke ontwikkeling meer vanuit theologisch standpunt bezien, dat de veelzijdige en sterk georganiseerde werkzaamheid van de katholieken in het tijdelijke de indruk zou kunnen wekken van een streven naar in vloed en macht in de wereld; dat haar geestelijke zending zodoende omsluierd zou kunnen worden voor degenen die buiten de Kerk staan. Hoe zeer er ook gevaren verbonden kun nen zijn aan het zich bezighouden met het tijdelijke, de Kerk, aldus de bisschoppen, mag zich niet terugtrekken in het zuiver geestelijke; zij heeft tot taak het evangelie te verkondigen voor onze tijd en onze ver houding en moet aan het christendom ge stalte geven in deze wereld. De katholieke leken en met name ook de leiders van de. sociale organisaties worden echter ver maand niet te vergeten, dat de aandacht op hen gevestigd is en dat men zich naar het optreden der katholieke organisaties onwillekeurig een beeld vormt van de Kerk. Haar activiteit moet doordrongen zijn van een echt christelijke bezieling en niet te zeer omgebogen worden naar het tijdelijke. 24 Alles overziende vragen de bis schoppen zich tenslotte af of er niet al te gemakkelijk en wel steeds met voldoen de kennis van zaken gedisputeerd wordt over de katholieke maatschappelijke orga nisaties. Zij bidden God, dat dit uitgebrei de en vruchtba apostolaat niet verloren moge gaan. 25. Wel wo.. van de leiders gevraagd zich te blijven bezinnen op nieuwe vormen en methoden, om het werk der sociale or ganisaties steeds meer vruchtbaar te maken en telkens weer aangepast aan de noden van de tijd. Uitdrukkelijk bevelen de bis schoppen kernvorming aan, om zo de katholieke sociale beweging qualitatief en quantitatief hoger op te voeren. Op deze wijze worden ook binnen de organisaties de vorming van persoonlijkheden bevor derd, die uit eigen overtuiging en uit eigen kracht als apostelen optreden en hun gees telijke en sociaal apostolaat met tact en durf zullen uitoefenen op persoonlijke wijze. 26 Anderzijds wordt erop gewezen, dat de betekenis en invloed van de katholieke sociale organisaties niet alleen moet ge meten naar de getallen van hen, die direct apostolisch werkzaam zijn. Zo gemakkelijk wordt geringschattend gesproken over z.g. papieren leden. Uitvoerig wordt belicht hoe ook dit lidmaatschap niet als waarde loos mag beschouwd worden en wel dege lijk ook een geestelijke achtergrond heeft. En ofschoon het de vurige wens blijft, dat zoveel mogelijk leden actief en apostolisch werkzaam zijn naar vermogen en omstan digheden blijven de bisschoppen er even zeer op aandringen dat alle katholieken lid worden van de voor hen bestaande organisaties. 27. Een aansporing wordt gegeven aan de priesters om nu het veelal niet meer nodig is dat zij hun kracht besteden aan het medeopbouwen van de organisaties, zich thans met volle priesterlijke toewijding te geven aan de vorming van de leden tot moderne christenen en apostelen. In het bijzonder moeten zij meeleven met degenen, die met hen apostelen willen zijn. 28. Hangende het onderzoek naar de wenselijkheid van wijziging in de tweele dige opbouw der katholieke sociale orga nisaties worden in dit Mandement slechts enkele fundamentele gedachten naar voren gebracht. De bisschoppen herinneren er aan, hoe

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Gilze en Rijen - Weekblad Gilze-Rijen en Weekblad Gilze en Rijen samen | 1954 | | pagina 1