Ik was in de hemel.
5
I
J
I
Boeren*
Gezins- AvoncL
HARMONIE BIOSCOOP
„RASMUS DE
WONDERDOKTER”.
LOKKENDE
WILDERNIS
TIJGERHAAI
Groot Feestconcert
No. 8
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1954
ZEVEN EN TWINTIGSTE JAARGANG
DRUKKERIJ NICO HOBBELEN - RIJEN - TELEFOON 343 (K 1692) - POSTGIROREKENING 28.32,41
UITGAVE VAN:
Qilze-Rijen
Weekbl
ZONDAG SEXAGESIMA
de t.b.c.-
t
RIJEN
nu weer de jeune
had de tegenovergestelde taak,
naar sterker, meer-gepassioneerde
uw „Rasmus”.
v.i.
Wij brengen Comedia’s Comedianten n
ere-saluut voor wat ze, met „Rasmus
inzonderheid Maandag j.l., ons aan toneel
kunst hebben geschonken. Comedia in
toneel-topvorm! Wanneer deze enthou
siaste acteurs en actrices hun excelsior-
devies willen getrouw blijven, zal de vol
gende uitvoering 'n zware opgaaf blijken,
om boven het nu behaalde succes uit te
spelen. Desniettemin: ze zijn er toe in staat.
Want
gezet
Zaterdag 20 en Zondag 21 Februari om
7.30 uur Maandag GEEN bioscoop
Zondag 21 Februari
door onze Harmonie „Vlijt [en Een
dracht” ter herdenking van ’t feit dat
de Harmonie 40 jaar in de Hatmoni»-
zaal thuis is.
met Jean Peters en Jeffrey Hunter
Een spannend avonturenverhaal uit het
oerwoud, een prachtig ongerept natuur
gebied. Sensatie en romantiek. 14 jaar.
in de Noord-Oostpolder gewerkt hebben.
Zij zijn zelfstandiger dan degenen die altijd
bij moeder thuis hebben gezeten.
Heel duidelijk schetste hij de toestand
in de landen, waarheen meestal geëmi
greerd wordt, t.w. Canada, Australië, Nw.
Zeeland, Frankrijk. Diverse mogelijkheden
en moeilijkheden werden onder de loupe
genomen.
Wat het Katholicisme betreft, aldus spr.,
komt men vaak terecht in een land met
weinig katholieken, ’n land waar de kerk
niet zo gemakkelijk te bereiken is, n land
waar men stevig in de schoenen moet staan
om katholiek te blijven. De ouders dienen
ginds meer aandacht aan de godsdienstige
vorming van hun kinderen te schenken.
Wondermogelijkheden moet men van geen
enkel land verwachten. De eerste jaren zijn
meestal moeilijk. Hij drukte de mensen op
het hart, vooral niet te emigreren zonder
goed voorbereid te zijn.
Jonge mensen die hier geen mogelijkhe
den zien, moeten door de ouders niet wor
den tegengehouden, doch eerder worden
aangespoord.
Het aplaus bewees, dat de spreker zeer
in de smaak gevallen was. De avond werd
volgemaakt met: Optreden van jonge boe-
ren eh boerinnen (zangnummers); optreden
van jonge boeren (declamatie); optreden
van jonge boerinnen (toneelspel getiteld
„Een onwaarschijnlijk spel”.
Een gehouden collecte voor
bestrijding bracht 95.75 op.
zeggen
mens,
lichaam, ik weet het niet
werd tot in de derde hemel
Ziet dit is het vooruitzicht van allen,
die als goede christenen willen leven. Het
is de ongekende vreugde, het absolute ge
luk, dat na de dood ons gratis wordt ge
schonken. Wijzen en heiligen hebben er
verstandige en ontroerende woorden over
gezegd, verwaanden en „geleerden” hebben
er zeer domme en zeer onzakelijke beschou
wingen aan gewijd, alle eeuwen door. Sint
Paulus zegt ervan: „Het paradijs, waar hij
geheimnisvolle woorden hoorde, die het
geen mens geoorloofd is te spreken. Wat
dit Paradijs ongeveer moet zijn lezen wij
in de levens van diegenen, „die ons zijn
voorgegaan in het teken van het Geloof en
in de slaap van de Vrede rusten”. Zij spre
ken over de onzegbare vreugde van de
Vereniging met God, waarover het een
voudige gedichtje Jesu dulcis memoria zegt:
„Slechts die het ervaren heeft, weet wat
het is God te beminnen.”
Maar hoe is St. Paulus tot zulk een
duizelingwekkende hoogte kunnen stijgen?
Ach, hij had dat eigenlijk allemaal liever
niet verteld, hij had dat voor zich willen
houden, hij, de man die overigens het hart
wel op zijn tong heeft. En dan lezen wij
die indrukwekkende lijst van pijnen en
smarten, van verdriet, van offers, pijnigin
gen, kwellingen en doodsdreigingen. Zo is
het altijd en overal in het geestelijk leven
van iedere gelovige geweest, die door God
tot iets meer dan het middelmatige werd
uitverkoren.
Zo zal het ook voor ons zijn, dat moeten
wij ons goed realiseren. De vaders en moe
ders die sukkelen met hun eigen gezond
heid, met blindheid, met een ongeneselijke
kwaal, een achterlijk en ziekelijk kind. Men
kent die situatie, waarin men diep in de
put zit en dan nog iets erbij krijgt. „Ook
dat nog!” roepen we dan uit. Dit zijn levens
waarin God met harde hand grijpt en toe
slaat. Dat zijn meestal de levens, die tot
de „betere stand” in het christelijk leven
worden geroepen. Zij, die Gods gesel aan
den lijve ondervinden zijn de mensen voor
wie in grotere of kleinere mate, in vroegere
of latere jaren, de situatie ontstaat, waarin
St. Paulus geraakt is: de innige vereniging
met God, de beleving van het Paradijs.
En is het niet, dat we tijdens ons leven
zover komen, dan is het toch voor iedere
goede christen later, als het koor aan onze
lijkbaar zingt: „Naar het Paradijs mogen
de Engelen U geleiden!”.
Er zijn anderen, die tot deze hoge uit
verkiezing geraken, doordat zij vrijwillig
zich zelf een reeks van offers opleggen, ja
zelfs God om ellende vragen. Dat zijn de
armen van geest, de heiligen-onder-de trap,
de kluizenaars en de missionarissen
evenals Sint Paulus zelf kortom al de
genen, die de acht zaligheden hebben aan
vaard als dè weg tot God. Zij zullen God
zien, nu of later, maar eenmaal met onfeil
bare zekerheid.
De les van Sexagesima, de les uit de
ontroerende herderlijke brief van St. Paulus
is voor ons dus juist bij het begin van de
Vasten, is dus tweeërlei:
1. dat wij het lijden, dat God ons over
zendt aanvaarden in volkomen over
gave aan zijn beslissing;
Welk sterfelijk mens, tenzij de hoog
verheven Moeder Gods, is het ooit over
komen, dat hij ofschoon levend in dit stof
felijk bestaan, kon zeggen als St. Paulus
in het epistel van Zondag Sexagesima doet:
„Ik was in de hemel Zeker er zijn heiligen
geweest en er leven er heden ten dage
waarschijnlijk nog velen onder ons, die in
diepe vereniging met God, het aardse be
staan opgebruiken. In zeker opzicht wor
den ook zij voor korte tijd in de eeuwig
heid opgenomen en treden zij een der
kamers binnen van het Kasteel der Ziel,
waarover Teresia van Avila zo wonder
schoon geschreven heeft. Maar wie kan
met Sint Paulus „Er was eens een
die met het lichaam of buiten het
opgenomen
De winter komt terug.
Met ”n oostenwind in de rug.
Dit rijmpje is niet van onszelf; we heb
ben het uit de krant. Rijmelarij is trouwens
onze sterkste zijde niet.
Wat we eigenlijk maar zeggen willen is
dit: we krijgen nog ’n na-wintertje. Zorgt,
dat ge er op gekleed bent, en-eet 'ns
wat steviger dan gewoonlijk. Dat wapent
U tegen de kou en tegen de griep!
Volgende week Zondag zal die na-win-
ter op z’n hoogtepunt komen. Dat voelen
we zo aankomen.
Nu, dan wordt er voor een stevige hap
gezorgd, reken maar.
Let op, volgende week Vrijdag volgen
nadere berichten over de koude Zondag,
28 Februari 1954.
2. dat wij, indien ons daartoe de kracht
wordt gegeven, de offers zoeken. Heus,
de Vasten, als periode van vrijwillige
boetvaardigheid, raakt niet uit de tijd.
Voor de christenen van alle eeuwen heen
is het eindstation: de HEMEL.
Het enige spoor, dat er heen voert is
dat der offerbereidheid naar het voorbeeld
van Sint Paulus.
Als spreker was aangezocht de heer Ir.
Wellen, die overal in het land talrijke
lezingen houdt, en hier kwam spreken
over „Emigratiemogelijkheden”. Spr. vond
een dergelijke bijeenkomst een bij uitstek
geschikte, gezien het hele boerengezin nu
aanwezig was. Uitgaande van het stand
punt, dat slechts één zoon in elk boeren
bedrijf kon opvolgen, zal voor de andere
kinderen nieuwe bestaansmogelijkheden
gezocht moeten worden. De ouders doen er
goed aan, hier tijdig aan te denken. Over
't algemeen wordt daar te laat aan ge
dacht. Studies zullen dan later ten volle
beloond worden. Rijen ligt, wat studie
mogelijkheden betreft, zeer gunstig. Onkos
ten, of niet gemist kunnen worden mogen
in deze niet meespreken.
De beste emigranten zijn volgens spre
ker degenen die als militair in Indië ge
weest waren of degenen die als pionier
alle Kijens chauvinisme op zij
in dit ensemble zitten krachten,
die, tot de juiste ontplooiing gebracht, zich
met de beste Brabantse toneelkunstenaars
kunnen meten. Met deze uitspraak hopen
we, dat er in de toekomst geen sprake zal
zijn van „over t paard tillerij van enige
negatie der kleinere rollen, n verschijnsel,
dat helaas nog lang niet uit onze Rederij
kerskamers is verdwenen. Zo er ooit in
één toneelspel de betekenis van n kleine
rol naar voren is gekomen, dat wel in
„Rasmus de Wonderdokter”. Hierover
straks nog 'n kort woord.
Al zijn we volstrekt niet blind voor de
kleine vlekken, die de best-gespeelde partij
steeds nog kunnen aankleven mogen we
verklaren, dat de titelrol, in handen van
Nico Hobbelen, op bijna volmaakte wijze
is vertolkt geworden. Ramus werd niet
gespeeld maar gelééfd in houding, actie,
mimiek, kleedij en stil spel. Naast en om
hem heen speelden Karel Meyer, als Dr.
Haller, Sjef van Dongen als Ulf, z’n zoon,
Ophelia (Jo Franken) z’n huishoudster en
Wilh. Haagh als Lili, Hallers dochter. Dit
viertal vormde de pijlers van het stuk en
ze zijn sterk genoeg gebleken de hele con
structie met glans te dragen. Die glans lag
onweersprekelijk het sterkst op het tweede
bedrijf, ’n juweeltje van toneel-decor, in
landelijke sfeer, te voorschijn getoverd door
Jos Theeuwes, die eenvoudig niets of nie
mand ontziet om z n doel te bereiken: de
toneelverzorging tot in het minutieuse.
Karel Meyer, de onbuigzame, zelf-verzeker-
de man van de wetenschap in I en II wist
z’n rol in de vereiste natuurlijke vorm te
gieten, 'n vorm, die zeer veel facetten moest
vertonen en geleidelijk aan moest terugzak
ken naar de tam-geworden vader, gegrepen
door het noodlot. Hij heeft z n rol levens
waar vertolkt.
Sjef van Dongen, ook
premier,
z’n spel
Wij verwachten volgende week: A C
maken schoon schip. De schrik van de
tweede compagnie. De duivelsbrigade.
momenten op te voeren, z’n innerlijke strijd
uitvechtend tussen kinderlijke liefde, res
pect en z’n pas opgedane medische weten
schap als jong dokter. Tegen die taak
toonde hij zich volledig opgewassen, ’n
Zeer apart, maar sympathiek figuurtje
leverde Jo Franken als het ietwat mis
maakte, achterlijke slavinnetje. En, juist
door haar soberheid wist zij te ontroeren.
Zonder charge, zonder dik-opleggerij,
kwam haar stille adoratie voor „Rasmus”
het kind in haar ogen, tot uiting. Mej.
Wilh. Haagh als Lili kwam reeds boven
het niveau van het middelmatige uit, doch
haar intonatie en modulatie vragen om
nog hoger opvoering boven dat middel
matige uit: ’n kwestie van durven en doen.
Het talent is er.
Ziehier het korte woord over de kleine
rol: Nel Hendriks, als Klara Andersen,
heeft het doorslaand bewijs geleverd, dat
'n kleine rol 'n heel stuk onvergetelijk kan
maken. Onze prognostic betreffende haar
laatste optreden in de Rozenkrans, is be
waarheid geworden: in haar schuilt n
kracht, die dringend ontwikkeling eist en
zij zal ons nog heel veel schoons schenken.
Aangrijpend, ja snijdend, was haar plot
seling verschijnen als de, door smart half-
waanzinnige, moeder, en keurig beheerst,
bleef Anderesen, haar man, Adr. Biemans,
op de achtergrond.
Men gebruikt zo vaak het woord fan
tastisch. Laat ons het hier doen voor de
kleine partij van Morten Gamst, Piet van
Loon. Klein van omvang was z’n rol, maar
prachtig van uitbeelding en uitnemend ge
steund door Truus Hermens als Bodil, de
feeks, die later zo wonderdokterig door
Morten werd getemd. Piet van Loon en
Truus hebben met dit spel hun goede repu
tatie gehandhaafd. Jac. Bink, de huisknecht
Niels, heeft eveneens ondervonden, dat 'n
ogenschijnlijk onbelangrijke rol het geheel
op bewonderenswaardige wijze kan steu
nen. Jos Raaymakers, als pottenbakker
Give, heeft dit volkomen begrepen: hij heeft
de onbenulligheid benut om 'n kostelijk
tafereeltje te creëren.
Het publiek heeft z’n bewondering niet
onder stoelen of banken gestoken. Het
bewees z’n sterk-gespannen aandacht door
de ademloze stilte en het stormachtig ap
plaus. De grime in handen van de Firma
de Bruin-Claus, was uitermate verzorgd,
de costumering geheel in stijl met het stuk.
De regisseur heeft zich van z n beste artis
tieke zijde doen kennen.
Comedia... proficiat met
Woensdag 23 Febr. om 7.30 uur
William Holden, Nancy Olsen
William Bendix
Een onderzeeboot in gevaarmag de
commandant een leven opofferen om haar
van de ondergang te reddenEen har
de doch tevens diepmenselijke film, tegen
een romantische achtergrond. Toeg. 14 jr.
Dinsdag 16 Febr. werd voor de eerste
maal in Rijen een Boeren-Gezinsavond ge
houden, in navolging van andere afdelingen,
die dergelijke avonden reeds eerder hiel
den. Het succes van deze avond is zo
schitterend geweest, dat eenparig te kennen
gegeven werd, elk jaar zon’ avond te orga
niseren. De animo bij de Jonge Boerinnen
en de Jonge Boeren voor zang, dans, mu
ziek en toneelspel is er ten zeerste door
gegroeid.
Nadat 's morgens een gezongen H. Mis
was opgedragen tot intentie van de Boeren
stand van Rijen, stroomde des avonds de
gezellig ingerichte feestzaal van de heer
C. Kin (zaal Tivoli) vol met leden van
de R.K. Boerenbond, Boerinnenbond en
Jonge Boerenstand.
De heer J. van Beek, voorzitter van de
R.K. Boerenbond, richtte tot alle aanwe
zigen een welkomstwoord en sprak de
hoop uit, dat deze avond tot volle tevre
denheid van ieder zou slagen. Die hoop
is werkelijkheid geworden.
Mevr. Jo v. d. Heikant, voorzitster van
de Boerinnenbond zette daarna het doel
van deze avond uiteen. Het moest een
avond worden van ontwikkeling en ont
spanning.
Als spreker