Blaffende Honden. Het tekort bij de Ziekenfondsen* OORZAAK: HET SYSTEEM IS TE KOSTBAAR. HARMONIE BIOSCOOP HET UUR DER VERGELDING (jVIER EN TWINTIGSTE JAARGANG^) UITGAVE VAN: DRUKKERIJ NICO HOBBELEN RIJEN - TELEFOON 343 (K 1692) - POSTGIROREKENING 28.32.41 No. 32 J (^ZATERDAG 11 AUG. 1951 Weekblad QilzeRijen Verwacht: „Gevleugelde Kruisvaarders” sa be- Gilze, Augustus 1951. I de ziek RIJEN Woensdag 15 Augustus Hemelvaartsdag Aanvang 8 uur Wed. Timmermans en kinderen. met Joel McCrea - Virginia Mayo-James Mitchel Keihard, vol spanning en intriges Het sensationele verhaal van een vogelvrij verklaarde, wiens laatste overval hem noodlottig werd - 18 jaar Langs deze weg betuigen wij onze oprechte dank aan H.H. Geestelijken, Eerw. Zusters, dokters, Aalmoezenier, personeel en bewoners van het kamp Princebossen, familie, vrienden en kennis sen voor de blijken van medeleven, onder vonden bij het overlijden van onze dier bare man en vader Adr. Timmermans. kenfondsmaatschappij heeft een legertje personeel en daar zit nu juist de knoop. Dat maakt de premie hoog en dat veroor zaakt de tekorten. Het hele systeem, ozals wij dat momenteel kennen, is te ingewik keld en derhalve te kostbaar. De werknemer krijgt Zaterdag bij zijn loon een ziekenfondscoupon van een gul den en deze wordt in de daarop volgende week opgehaald door de bode van het ziekenfonds, die er voor in de plaats een soort kwitantie uitreikt, waarop tevens staat welke arts en welke tandarts men heeft. Dit alles is veel te kostbaar. Waarom in plaats van een ziekenfondscoupon geen ziekenfondszegel? En iedere verzekerde een kaart, waarop deze zegels geplakt kunnen worden? Dan worden om te begin nen de honderden en nog eens honderden bodes overbodig en zo'n plakkaart zal bovendien veel minder kosten dan 52 Zaterdag 11 Zondag 12 en Maandag 13 Augustus, om 8 uur The Big Lift met MONTGOMMERY CLIFT, Paul Douglas Bruni Lobel De grote film over de beroemde lucht brug naar Berlijn. Berlijn, een enorme wildernis zonder bomen, wordt gered door de moedige jongens, die de geweldige pijlers van de beroemde luchtbrug vormen. Toegang H jaar. een vreemd milieu, vrees dat men han delt in strijd met de gebruiken, het be sef van eenzaamheid kunnen dit onaan gename gevoel wekken. En wat in de kleine kring der mensengemeenschap zijn werking doet, laat nog veel sterker zijn invloed gelden tegenover de groot heid van het geheimzinnige heelal. Kinderen voelen zich reeds vroeg door allerlei raadselen omringd. En al dit onbekende maakt de indruk van een bedreiging. Daarom is de beste bestrij ding van de angst een vertrouwelijke omgeving, waarin het kind zich thuis voelt. Hoe gemakkelijker een kind zich aanpast, te minder zal het door angst worden gekweld. Aanpassing niet al leen jegens de onmiddellijke omgeving van school en huis, maar evenzeer ten opzichte van de maatschappij, de na tuur, de levensvragen. Men zegt wel, dat in onze tijd de angst groter is dan vroeger. Ik weet het niet. Hoe hebben de mensen vroe ger gesidderd voor het onbekende voor spoken en duivels, voor vreemdelingen en vijanden, voor zonderling gevormde dieren en planten, waaraan het bijge loof toverij toeschreef! Maar met de uitroeiing van het bijgeloof is de angst nog allerminst verdwenen. Dat zij in deze tijd haar kop weer zo opsteekt, is te verklaren uit het gebrek aan aan passing in een wereld, waarin het maat schappelijk bestaan, het gezinsleven, de moraal en de omgangsvormen, de godsdienstige en wijsgerige opvattin gen kortom alle levensuitingen, zo vol onzekerheden zijn. Het is de plicht van de opvoeders, ten opzichte van de kin deren, deze onzekerheden tot het uiter ste te beperken en voor hen een rust punt te vormen in deze geestelijke en maatschappelijke chaos. Er wordt dikwijls door oudere mensen gesproken over „de goede oude tijd”. Alsof de tijd, waarin zij jong waren, zo veel beter was dan de tegenwoordige. De tijd, dat je drie goede sigaren had voor een dubbeltje en drie rookbare sigaretten voor één cent. De tijd, dat een wittebrood 13 cent kostte en een half pondje marga rine een stoter (12J^ ct.En de tijd, dat een tramritje in de grote steden 5 cent kostte en een vroegrit-retour 6 cent. Dat was ook de tijd, dat een heel gezin voor een dubbeltje i» de week in de „bus” was. En met die ,,bus” wordt niet bedoeld de autobus, want die bestond in het begin dezer eeuw nog niet. Daarmede werd be doeld het „ziekenfonds”, waarvan men a raison van 10 cent per week lid was, recht had op kosteloze geneeskundige verzorging en medicijnen. Ja, daar is wel wat veranderd sedert het begin van de 20ste eeuw. En we moeten onze ouderen gelijk geven, als we vast stellen, dat niet alles ten goede is veran derd. Om nu maar eens bij die „bus”, het ziekenfonds, te blijven. Tegenwoordig wordt heel wat meer dan een dubbeltje per week betaald. Een vrijwillig ver zekerde betaalt voor zich en zijn gezin met kinderen onder de 16 jaar ƒ2.20 per week. Dat zijn 22 dubbeltjes. En wie nu zou denken, dat de ziekenfondsmaatschap pijen allemaal millioenen achter de hand zouden hebben, heeft in zoverre gelijk, dat deze millioenen er inderdaad zijn. Of beter gezegd: ze zijn er niet. Want de ziekenfondsen hebben samen een tekort van enige millioenen. En daar zit men nu mee. Hoe moet dit tekort, dat jaarlijks hoger wordt, worden gedekt en wegge werkt? Het is maar een droeve geschiedenis geworden met die ziekenfondsmaatschap pijen sedert het Ziekenfondsenbesluit in werking trad, waardoor iedere werk nemer verplicht verzekerd werd. Vergro ting van het ledenaantal was het gevolg en men ging van de overigens logische gedachtengang uit, dat de maatschap pijen zich nu zeker zouden kunnen bedrui pen. Immers, de kleine, meestal particu liere ziekenfondsen, die men in haast iedere gemeente had, konden het ook bol werken en hadden doorgaans een aardig batig saldo! Dit is echter heel anders uitgelopen. Reeds eerder waren er tekorten. De Staat paste gedeeltelijk bij en een paar malen werden de premies verhoogd. Het gaf allemaal niets: nog steeds werken de zie kenfondsen met grote verliezen. En nu is maar de vraag: waar zit de oorzaak? Laten we dit even vaststellen: meestal iedere aangelegenheid, die particulier ini tiatief was en die door de Staat aange trokken werd, ging verlies opleveren. Niet alleen in ons land, als klassiek voorbeeld kan men ook Engeland noemen. Ook daar is ziekenverpleging e.d. staatszaak en sedert dien een bodemloze put. Beginnen we bij het begin. We hadden dus voorheen in vrijwel iedere stad en dorp een vereniging, die het risico bij ziekte e.d. op zich nam, en waarvan men lid kon worden voor een betrekkelijk ge ring bedrag. De bestuursleden deden hun werk pro deo en hoogstens werd aan de penningmeester eens per jaar een kleine gratificatie verleend. Als de kas het kon lijden. En dat was meestal wel het geval. Deze verenigingen hadden geen be staanszin meer, toen het ziekenfondsen besluit in werking trad. Er waren grotere maatschappijen en daarbij moest men zich aansluiten of men wilde of niet. Maar hier werkte men niet pro deo. Iedere tóe- zijn vroeger verbrand, omdat haar om geving ze als heksen vreesde. En de angst voor de duivel heeft sommige mensen waanzinnig gemaakt. Uit dit alles blijkt, dat angst veelal geen redelijke grondslag heeft en als een ongemotiveerd gevoel uit het bin nenste oprijst. Het lijkt er soms op, dat dit gevoel slechts een aanleiding zoekt om zich voor zijn uiting te rechtvaar digen. Daarom is angst bij kinderen en volwassenen zo moeilijk te bestrijden. Een paniek ontstaat vaak door een volmaakt onschuldige aanleiding. Het is niet het onbetekende begin van een brandje dat gevaarlijk is,' maar het ge vaar ligt in de angst, die de paniek veroorzaakt. Zelfs weten wij tegen woordig, dat het gevaar voor oorlog niet zozeer is gelegen in politieke tegenstellingen, als wel in de angst voor elkander, die tot zotheden als on begrensde bewapening leidt. Als die wederzijdse angst er niet was, zou ver moedelijk blijken, dat de politieke ge schillen vrij gemakkelijk zonder geweld uit de weg konden worden geruimd. Als de donder rolt, is het gevaar voor bliksem-inslag geweken, want de donder is slechts het onschadelijk na spel van het weerlicht. Toch schreeu wen de kinderen van angst als zij de donder horen. Dit ontschuldige gegrom maakt ze van streek evenals het on schuldige geblaf van het hondje. En het geeft niet, of men al zegt, dat het hondje niet bijt en dat de donder niet doodt. Angst is ongemotiveerd. Als wij er aan denken, welk een langrijk verschijnsel de angst in het mensenleven is, zullen wij niet, gelijk die omstanders, om kinderangst lachen, maar wij zullen, als die man uit het venster, er onze ernstige aandacht aan wijden. Angst heeft somwijlen zijn lichamelijke oorzaak, want sommige ziekten en afwijkingen veroorzaken angst. Meestal echter is dit gevoel van psychische aard. Het geweten kan angst voortbrengen en daarom is het zaak, het nog teergevoelige innerlijk van jonge kinderen niet al te zeer te bezwaren met gedachten aan verkeerd- doen en zondigen. Vaker nog is het ge brek aan samenhang met de omgeving een reden voor angst. Verlegenheid in Een tafereeltje zoals men iedere dag kan waarnemen: een kind, dat aange blaft wordt door een hond en dat hier bij een keel opzet van angst. In dit geval was het een heel klein hondje, wat die angst nog belachelijker maakte. De omstanders hadden dan ook veel schik, maar een man, die uit een ven ster het schouwspel gadesloeg, keek ernstig. Die man dacht: Zo heb ik mij vroeger als kleine jongen ook wel aan gesteld en... zo stel ik me nóg wel aan, hoewel ik nu de vijftig ben gepasseerd. Dingen, waar ik doodsbenauwd voor was en die mij deden rillen van af grijzen en die per slot van rekening toch volkomen onschadelijk bleken te zijn geweest. Ongemotiveerde angsten niet alleen bij kinderen komen ze voor; ze plagen de mens van de wieg tot het graf. Eerst als men het bestaan ervan is gaan inzien, doen ze geen kwaad meer. Men kan een klein jongetje niet aan het verstand brengen, dat dit blaffende hondje niet bijt. Hij is nog nooit door een hond gebeten en weet dus niet wat het betekent, door een hond gebeten te worden. Misschien weet hij niet eens, dat een hond bijten kan! Het is het geluid van het blaffen alleen, dat hem deze angst bezorgt. Wat is er voor onschuldiger dier dan een schaap? Eens had ’n jongetje mij mee getroond om het geitje te zien, dat er gens achter in een wei stond. Maar op weg daarheen voelde ik op een bepaald ogenblik hoe het handje mij vastkneep en hoe de ogen strak gingen staan. De jongen durfde niet verder. Want daar liep in de wei een vreemd beest, dat hem van angst deed sidderen. Dat beest waseen schaap! Maar de jongen had nog niet eerder een schaap gezien en het zonderlinge wollige wezen op die dunne poten leek hem gevaarlijk. Evenals dat andere kind uit het geluid, leidde deze jongen zijn angst af uit de aanblik. Kan men een bijgelovig mens over tuigen, dat het gekreun, dat in een oud gebouw op een stormachtige nacht ontstaat door het zwiepen van een plank of een boomtak, niet wordt ver oorzaakt door een spook? Arme oude vrouwen, die geen kip kwaad deden, weekkwitanties. Dit systeem zou zeker een paar millioen 's jaars besparen. En voor de vrijwillig verzekerden is de op lossing deze ziekenfondszegels verkrijg baar stellen op het postkantoor. Overigens, dat systeem van „verplicht” en „vrijwillig” verzekerde is ook een on ding. Waarom moet de laatstgenoemde een hogere premie betalen dan de eerst genoemde, terwijl de loongrens voor hem nota bene nog lager is? Gelijke monniken, gelijke kappen. De werknemer en kleine zelfsttandige zullen, als ze worden, toch door dezelfde arts behan deld worden en krijgen voor dezelfde kwaal ook dezelfde medicijnen, poeiers of pillen. We kunnen dus concluderen, dat het systeem niet deugt. Een vereenvoudiging der werkzaamheden in bovengenoemde zin zal tevens ten gevolge hebben, dat het administratieve werk op de bureaux van de ziekenfondsmaatschappijen wordt ver eenvoudigd en men minder personeel no dig heeft. Deze maatschappijen moeten zichzelf kunnen bedruipen. Geen premie verhogingen meer, die is al hoog genoeg. Tè hoog. Minder rompslomp, minder per soneel en de overblijvenden een beetje harder werken. Dan zullen er zeker geen tekorten meer zijn. En anders maar weer terug naar de ouderwetse „bus”. Met par ticuliere verenigingen zonder gesalarieerde bestuursleden. Het ging toen tenminste in zoverre beter dan nu, dat het minder kostte en er ook geen tekorten van enige millioenen waren.

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Gilze en Rijen - Weekblad Gilze-Rijen en Weekblad Gilze en Rijen samen | 1951 | | pagina 1