De arbeidsproductiviteit
de landbouw.
in
CHARLIE CHAPLIN
FESTIVAL
Vliegtuig vermist
Harmonie-Bioscoop, Rijen
Grote vlucht uit de landbouw.
Ontvlucht uit de wereld
THERESIAFILM
Bespreek tijdig.
Telefoon 303
naar
van de bezetter, het werken bij de
het door het onderduiken ontwen-
geregelden arbeid, werkten alle
Toegang 18 jaar.
mische positie in het verleden van de land
arbeiders en de kleine boeren zal aan dit
euvel zeker ook niet vreemd zijn geweest.
Ten dele werd de productie sterk geremd
door factoren van meer zakelijke aard. Ik
noem slechts: het ontbreken van hof en land
door oorlogsgeweld en inundatie, het tekort
aan allerlei hulpmiddelen als werktuigen,
kunstmest en veevoeder, gepaard gaande met
een groot gebrek aan kleding, schoeisel en
rijwielen.
Tenslotte noem ik nog als remmende fac
toren van meer algemene aard: de geringe
waardevastheid van het geld, de werkelijke
of soms ook vermeende bevoorrechting van
bepaalde groepen en personen, het niet kun
nen kopen van allerlei gebruiksvoorwerpen
en andere benodigdheden en de vele rege
lingen en controle-maatregelen, terecht of ten
onrechte, dat laten we nu even in het mid
den, de vrijheidslievende plattelanders zo
vaak een doorn in het oog.
Aan al deze remmende factoren moest na
de bevrijding ook in de landbouw krachtig
het hoofd worden geboden. Opvoering der
productie in qualitatief en kwantitatief opzicht
was eis eis van eigen belang en eis van
volksbelang. Een sterke steun hiervoor ont
vingen de individuele boer, tuinder en arbei
der door het werk van de stands- en vak
organisaties, harmonieus samenwerkend in
de Stichting voor de Landbouw. De hoofd
afdeling Sociale Zaken van deze Stichting
bracht aanzienlijke verbetering teweeg in de
arbeidsvoorwaarden in land- en tuinbouw en
verkreeg de goedkeuring voor een loon, het
welk weliswaar nog ligt beneden dat van
andere bedrijfstakken op het platteland, maar
toch de toets van vergelijking hiermede aan
merkelijk beter kon doorstaan dan dat vroe
ger het geval was. Een kortere arbeidsduur
en een betere vacantieregeling werden inge
voerd, terwijl de instelling van een bedrijfs
pensioenfonds in een gevorderd stadium van
voorbereiding verkeert.
De vlucht van het land.
Aan de sociale positie van de land- en
tuinarbeider zal meer dan in het verleden
aandacht moeten worden geschonken. Er is
immers geen enkele reden voor te vinden
om de lonen en arbeidsvoorwaarden van den
landarbeider slechter te doen zijn dan die
van de plattelandsarbeiders in andere be
drijfstakken. Overigens behoeven niet alleen
sociale overwegingen hier een rol te spelen.
Voor het bedrijfsleven in de land- en tuin
bouw zou het zeer belangrijk zijn, indien in
de toekomst een verdere vlucht uit deze be
drijven tot staan zou kunnen worden ge
bracht. Ten gevolge van dit verschijnsel is
er op het platteland een schaarste aan ar
beidskrachten ontstaan, waardoor de produc
tie wordt geremd.
Dank zij de enquête in een 37-tal platte
landsgemeenten door ’t Landbouw Econo
misch Instituut ingesteld staan ons hier en
kele recente gegevens ten dienste. Hieruit
blijkt, dat in 1946 vergeleken met 1939 het
aantal vaste landarbeiders is verminderd met
11%, de losse landarbeiders met 24.4% en
de vaste inwonende knechts zelfs met ruim
60%. Het totaal aantal landarbeiders ver
minderde in deze gemeente met 3453, dat is
op een getal van 15061: 23%. Dit cijfer geeft
zeker te denjcen. Daarbij komt nog, dat
waarschijnlijk de volkstelling in 1947 zal
ons daarover zeker meer licht verschaffen
de vermindering hoofdzakelijk heeft plaats
gevonden in de jongere leeftijden, waardoor
de productie nu en in de toekomst in nog
erger mate -ernstig wordt geschaad.
De cijfers van het Landbouw Economisch
Instituut doen ons verder nog zien, dat de
achteruitgang van de agrarische beroeps
personen hoofdzakelijk heeft plaats gevon
den in de weidegemeenten en de zandge-
meenten rondom industriecentra.
Mechanisatie een uitkomst.
In verband met deze sterke achteruitgang
van het aantal landarbeiders is het belangrijk
te achten, dat het hoofdbestuur van de Stich
ting voor de Landbouw middels de daarvoor
ingestelde technische commissie ruime aan
dacht schenkt aan de verdere mechanisering
der landbouwbedrijven. Deze technische
commissie heeft vooral haar aandacht ge
schonken aan die machines, die speciaal in
de drukste tijden den boer en arbeider hun
taak helpen verlichten en de arbeidsproduc
tiviteit in sterke mate bevorderen.
In dit verband denke men vooral aan trac
toren, maaidorsers of combines, aardappel-
rooimachines, vlasplukmachines en melkma
chines. Aanpassing van deze machines aan
het Nederlandse bedrijfsleven en een meer
der verbruik daarvan schept de mogelijkheid
tot de verbouw van intensieve gewassen; ge
wassen derhalve, die een grote voedings
waarde opleveren of van belang zijn voor de
export. Meerdere invoering van deze ma
chines zal niet tot gevolg behoeven te hebben
Vervolg pag 4
Tot de organisaties, die zitting hebben
genomen in het Initiatief-comité tot opvoe
ring van de atbeidsproductie, behoort ook de
Stichting voor de Landbouw. Deze Stichting
is kort na de bevrijding tot stand gekomen
door de samenwerking van de organisaties
van ondernemers en arbeiders in de land
bouw. Landbouw, hier genomen in de meest
ruime zin, omvattende akker- en weidebouw,
veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw,
sierteelt, bosbouw en veenderij. Dit bedrijfs
orgaan stelt zich niet alleen ten doel de tot
standkoming van een publiekrechtelijke be
drijfsorganisatie voor de Nederlandse land
bouw en de sociaal-economische belangen
behartiging van de bedrijfsgenoten, maar ook
de opvoering van de productie van de arbeid
en de grond, opdat in een betere bevrediging
van de behoeften van het Nederl. volk kan
worden voorzien en de nu reeds zo belang
rijke export van producten van onze bodem
kan worden vergroot. Het behoeft daarom
geen betoog, dat de Stichting van de Land
bouw gaarne steunt het werk van het Initiq-
tiefcomité tot opvoering van de arbeiderspro-
ductiviteit en hierin een werkzaam aandeel
wil nemen. Naar het woord van den voor
zitter van dit comité zullen we allen, werk
gevers zowel als werknemers, in letterlijke
en figuurlijke zin onze mouwen moeten op-
stropen en onze landbouw wil daarin zeker
voor andere bedrijfstakken niet onderdoen.
Tengevolge van allerlei factoren was het met
de arbeidsproductiviteit in het bedrijfsleven
niet al te best gesteld.
Ook in de landbouw is
een zekere arbeidsonlust.
Volgens de gegevens van het Centraal
Planbureau bedroeg de arbeidsproductiviteit
in de Nederlandse industrie in September
1945: 58% en in November 1946: 76% van
het vooroorlogse peil. De juiste cijfers voor
de landbouw ontbreken ons hier, maar we
mogen wel aannemen, dat ook hier, hoewel
niet in deze... mate als in de industrie van
een verminderde arbeidsproductiviteit moet
worden gesproken. Om mee te kunnen hel
pen aan de genezing van een kwaal is het
nodig, dat we nagaan, welke oorzaken hier
toe hebben geleid. Deels zijn ze van persoon
lijke aard. Na de bevrijding viel allerwege
een zekere arbeidsonlust te constateren. De
spanning van de oorlog, de deportatie
het land
O.T. en
nen aan
op hun beurt in meerdere of mindere mate
hieraan mee.
In de steden zal ook de voedingstoestand
in deze een belangrijke factor zijn geweest,
voor het platteland was dit gelukkig in veel
mindere mate het geval. Deze arbeidsonlust,
ging gepaard met een zekere onverschillig
heid, een zucht naar genot, naar verandering,
naar het avontuurlijke. Een groot percentage
van boeren en landarbeiders wilde iets an
ders, een vrij belangrijk percentage ook gaf
de wens te kennen te willen emigreren naar
verre oorden. De slechte sociale en econo-
1
DIRECTIE: N. HOBBELEN, STAT1ONSSTR., RIJEN
REDACTIE A. P. HUYSMANS EN N. HOBBELEN
en
Wij verwachten Zaterdag 29 Maart
Woensdag 2 April de prachtige
Woensdag 26 Maart om 7.30
Charlie Chaplin, de koning der komieken, in de beste
kluchten ooit door Chaplin gemaakt en tot een ge
heel vereenigd. Toegang 14 jaar.
7.30 klokslag,
en 8 uur,
WEEKBLAD GILZE-RIJEN
UITGAVE VAN DRUKKERIJ N. HOBBELEN
RIJEN TELEFOON 343 - POSTGIRO 28.32.41
ZATERDAG 22 MAART 1947 - NUMMER 124
DERDE JAARGANG NA DE BEVRIJDING
Zaterdag 22 Maart om
Zondag 23 Maart om 5.30
Maandag 24 Maart om 7.30
met Valerie Hobson, Laurence Olivier en Ralph
Richardson. Een sensationeel verhaal van
spionnage, chantage en romantiek.
In het voorprogramma Binnen- en Buitenl. Nieuws.