kunnen zjjn van haar.
Met bleek gelaat,
Een Jongeling werd
boven haar verkozen:
zijn vrienden hem.
Gelijk de koning van
't nieuw Jeruzalem.
verder dan zjj reiken kon.
Dreigende donderwolken
HU wist van ruimte
lijke ordening.
Daarom ging haar plaats
naar deez' jongeling.
Geen schuilplaats
werd haar nog geboden.
Alleen stond zD
in al haar noden.
duizenden hagelstenen
op haar. Zij vliedde
schichtig hene.
verborgen de zon.
Al ras kletterden
naar 't volk benêe,
dat d'benen strekt
Van 't Westen haalden
in haar eenzaam uur,
een Jonkvrouw van
de droevige figuur.
Haar blonde krullen
omspannen haar fjjn gelaat,
waarop de droefheid
schreeuwend te lezen staat.
0, Jonkvrouw, getekend door scha,
0, schone Anke Posthuma.
Verzekerd zijn zij
van 't pluche, vier Jaar.