17
mevrouw a.
mevrouw s.
znZ n
Aden
wordt vastgesteld
aan de hand
van het aantal jaren,
dat men
voor
in de
waarin
en
1 2
meetellen
voor
En dan het fiktieve arbeidsver-
belang wordt, wanneer de duur
heid
van de uitkering wordt bepaald.
Het feitelijke arbeidsverleden
Om in aanmerking te komen
een NWW-uitkering langer dan een
J jaar moet het feiteljjk arbeids
verleden minstens 3 Jaar zijn in
de 5 jaar voorafgaand aan de
werkloosheid
Fiktief en feitelijk moeten
bU elkaar worden opgeteld om de
duur van de uitkering te bepalen.
Deze periode krijgt men 70% van
het laatst verdiende loon, daar-
duur
Jaar
Z jaar
1 jaar
Hjaar
2 jaar
2|jaar
3 jaar
4 jaar
5 jaar
Mevrouw A. is 34 jaar en heeft
twee kinderen van 10 en 8 jaar.
In het begin van haar huwelijk
heeft ze een aantal jaren ge
werkt, vóór dat ze besloot te
gaan studeren. Ze dacht dat haar
studie te kombineren was met het
krijgen van kinderen: dat viel
aardig tegen. Het is immers niet
eenvoudig om zelf te studeren
daarnaast de kinderen uit de
buurt te houden van man-lief,
die ook een studie volgt. De op
lossing voor dit probleem was
een gebrekkige: een scheiding.
Een en ander had tot gevolg dat
mevrouw A. haar studie niet vol
tooide
Sinds drie jaar solliciteerde zjj
naar de meest uiteenlopende baan
tjes. Ze ko uitelndelIJk een on
derzoeksbaan krijgen van een jaar
met een minimumloon. Nu staat ze
weer op straat. In het kader van
de NWW krjjgt ze 1? jaar een ge
wone uitkering en 1 jaar een
vervolguitkering, (zie tabel).
Dat is langer dan in de vroege
re situatie omdat nu ook reke
ning gehouden wordt met verzor
ging van kinderen. Jammer alleen
is wel dat ze er financieel niet
op vooruit gaat. Want 70% van
het minimumloon is nu eenmaal bij
stand. Het verschil is wel dat
ze nu elke week een inkomsten-
kaart moet inleveren, in de bij
stand hoeft dat maar een keer
De duur van de uitkering is
gekoppeld aan het arbeidsver
leden, met als voorwaarde, dat
er minstens 3 jaar gewerkt
moet zijn in de 5 jaar vooraf
gaand aan de werkloosheid. An
ders is de uitkering sowieso
maar een half jaar. Voor dit
arbeidsverleden, dat zowel van
toepassing is bij de gewone als
de vervolguitkering, telt de
verzorging van kinderen ook
mee. Voor kinderen van 0-6 j.
helemaal, voor kinderen tussen
6-12 j. voor de helft,
arbeidsverleden
I- 4 jaar
5- 8 jaar
10-14 jaar
15-19 jaar
20-24 jaar
25-29 jaar
30-34 jaar
35-39 jaar
40 Jaar en meer
na kun je in aanmerking komen
voor een vervolguitkering (70%
van het minimum), maar ook daar
voor moet het feitelijke arbeids
verleden tenminste 3 jaar zijn.
leden. Dit is de periode tussen
e
het 18 jaar en de dag 5 jaar
vóór het ingaan van de werkloos-
Mevrouw S. is 55 jaar en arts.
Ze heeft na haar studie altijd
gewerkt, zij het part-time toen
de kinderen klein waren. Om die
reden is ze ook in het onderwijs
gaan werken. Als zoveel onder
wijsgevenden leidde dat tot over
spannenheid. De nieuwe wet ga
randeert niet langer een inko
men van 75% van haar laatstver
diende loon. De uitkerende in
stantie vindt dat zij haar 'rest-
kapaciteit' (50%) kan aanwenden
in haar vroegere beroep: dat
an konsultatieburo-artsDat
lukt dus niet.
Ze kan er nu rekening mee hou
den dat na vier jaar haar inko
men daalt met zo'n ƒ1000,- per
maand
een dienstbetrekking had
ten minste 8 uur per week
vjjf jaar voorafgaand aan de werk
loosheid. Nieuw is, dat de jaren
'men' voor kinderen jon
ger dan 6 jaar heeft gezorgd vol
ledig meetellen,en de jaren waar
in voor kinderen tussen 6 en
jaar gezorgd is, voor de helft