hólland staat een huis
in
4
een
vermeld
in de diskussie over hoe institutionalisering
door een bepaalde manier van financiering tot
inkapseling in de bestaande maatschappelijke
verhoudingen kan leiden.
Als we het gesprek beginnen, heeft Katinka net
een telefonies interview voor een VPRO- program
ma achter de rug. Ze is boos. Het gesprek is
opgenomen op een kassettebandjeZe wil het even
laten horen. Het interview begint goed. Katinka
mag eerst uitleggen waarom Blijf van m'n lijf
Eindhoven de decentralisatie zo slecht vindt en
daarom per 1 januari de deuren sluit. Maar dan
wordt haar door de interviewster verweten dat
de medewerksters toch maar 'mooi' al die mis
handelde vrouwen in de kou zetten. "Waar laten
jullie al die vrouwen, die bij jullie nu in
huis zitten", is haar vraag. Er wordt geant
woord dat er voor andere opvang zal worden ge
zorgd. "Dus jullie schepen de andere Blijf van
m'n lijf huizen op met de vrouwen, die jullie
niet meer willen helpen." Katinka wordt boos en
zegt dat het de taak van de overheid is om voor
een goed opvangbeleid te zorgen. De interview
ster gaat enigzins schreeuwen en zegt dat zij
ook weleens boos wordt en dat ze de vrouwen dan
maar bij,de overheid op de stoep moeten zetten.
Dat ze nog best 10 jaar langer druk op de over
heid hadden kunnen uitoefenen om het overheids
beleid te veranderen. We zitten meteen midden
is de decentralisatie die de regering nu voor
stelt een miskleun. Bij susidleëring door
lagere overheden, zouden er logieserwijs zo
danige eisen aan het profiel van de bewoonsters
kunnen worden gesteld, dat vrouwen voor opvang
gedwongen worden om in de eigen regio of zelfs
stad te blijven. Met alle levensbedreigende ge
volgen die daar aan vast kunnen zitten. Boven
dien zal geen enkele provincie of gemeente zich
druk maken over het feit of er landelijk gezien
wel voldoende opvanghuizen zijn. Het kan er ook
op neerkomen dat bv. een provincie een of twee
Blijf van m'n lijf huizen binnen haar gebied
wel voldoende vindt en vervolgens besluit om
het derde Blijf van m'n lijf huis maar te slui
ten
Het verhaal is pas kompleet als erbij
wordt, dat Blijf van m'n lijf Eindhoven steeds
sterker ging ervaren dat ze als gevestigde hulp-
Hoewel in dit oer nederlandse lied niet direkt
wordt gepropageerd om vrouwen te mishandelen,
geeft het wel duidelijk aan wie de baas in het
huis is. Voordat de Blijf van m'n lijf huizen
werden opgericht, nu ongeveer tien jaar geleden,
werd vrouwenmishandeling vaak als omgangsvorm
binnen de kuituur van het huwelijk gezien of
met de mantel der liefde bedekt.
In de afgelopen 10 jaar zijn er verspreid over
het hele land 21 Blijf van m'n lijf huizen ont
staan. De regering geeft ruim 3 miljoen gulden
susidie aan deze opvanghuizen. Men zou haast
denken dat 10 jaar Blijf van m'n lijf een wezen
lijke verandering heeft bewerkstelligd in het
overheidsbeleid ten aanzien van vrouwenmishan
deling. De afgelopen weken verschenen er berich
ten in de pers dat een aantal Blijf van m'n lijf
huizen zichzelf willen opheffen, omdat ze geen
heil zien in het door de overheid ontwikkelde
decentralisatiebeleid. Blijf van m'n lijf Eind
hoven was de eerste die met de aankondiging kwam
dat de Stichting per 1 januari 1986 niet meer
zal bestaan. Met in het achterhoofd de gedachte
dat de Blijf van m'n lijf huizen voor de over
heid goedkope hulpverlening is,- de opvanghuizen
draaien naast een paar betaalde krachten groten
deels op vrijwilligsters-, maakte ik een af
spraak voor een gesprek over de beslissing van
Blijf van m'n lijf Eindhoven. Twee medewerk
sters, Katinka en Jolanda, deden het woord.
Blijf van m'n lijf Eindhoven bestaat nu 6 jaar.
Het opvanghuis heeft plaats voor 15 vrouwen
en ongeveer 25 kinderen. Momenteel werken er
15 medewersters 25 uur per dag. Zes daarvan
hebben een betaalde baan voor 20 uur. Deze
zes betaalde banen rouleren trouwens jaarlijks
onder de medewerksters. Men heeft nu een onder
bezetting omdat er in het licht van de nade
rende sluiting geen nieuwe medewerksters meer
zijn aangenomen.
Blijf van m'n lijf is als aktlegroep begon
nen en heeft ook toen ze met de opvang van
mishandelde vrouwen begon, nooit uit het oog
verloren dat aktievoeren tegen vrouwenmlshan-
ling evenzeer een pijler van haar bestaan was.
Het opzetten van opvanghuizen voor vrouwen is
nooit als einddoel gezien. Het was ook een ma
nier om de overheid met het probleem van vrou
wenmishandeling te konfronteren en op die ma
nier te dwingen om er een beleid over te ont
wikkelen. Binnen deze strategie paste het dat
alle Blijf van m'n lijf huizen uit dezelfde
pot van WVC gesubsidieerd werden. Het bood de
Blijf van m'n lijf huizen de mogelijkheid om
gekoördineerd druk uit te oefenen op de rege
ring om een begin te maken met een interdepar
tementale aanpak van de problematiek. Bovendien
is ook een serieuze en goede opvang voor mis
handelde vrouwen, alleen op centraal nivo goed
op te zetten. Vrouwen die onderdak zoeken in
een opvanghuis, gaan meestal naar een ander
deel van het land. Alleen al vanuit dat oogpunt