8 Anne Smit te leveren, Marlies van Aerde 4 belangen van de ondernemers tegen die van de werknemers de eerste duidelijk zwaarder laten wegen. In hoeverre vormt de opheffing van het verbod op nachtarbeid werkelijk een bijdrage tot de emancipatie van vrouwen? Uit het boven staande blijkt dat haar geestelijk en lichamelijk welzijn er in elk geval niets bij wint. Verder is het nog maar de vraag of de wetswijziging de keuzemogelijkheden van vrouwen vergroot. Vrouwen kunnen nu gedwongen worden nachtarbeid als 'passende arbeid' te aksepteren. Het argu ment wordt wel gebruikt dat nachtdienst voor vrouwen Juist heel gemakkeljjk is, omdat ze dan overdag het huishouden en de kinderen kunnen verzorgen; slapen is kennelijk niet meer nodig. Bovendien ontheft dit de overheid van de ver plichting meer aan adekwate kinderopvang en andere maatschappelijke voorzieningen te doen. Tegenstanders van het verbod op nachtarbeid voor vrouwen hebben vaak aangevoerd dat het om Daar hebben ik dan ook zeg- nu voor vrou- voor mannen een betuttelende regel gaat die in deze tyd van vrouwenemancipatie maar moet worden opgehevwn. De beschermingswet van vrouwenarbeid kan echter ook worden gezien als een progressief uitgangs punt voor het beschermen van alle arbeid. De strijd tegen het terugdraaien van beschermende maatregelen voor nachtarbeid is dan een strijd voor het behoud van verworven rechten. Op heffing van de ongelijke behandeling kan ook gebeuren door de uitbreiding van de beschermende maatregelen voor mannen. Door de talloze ont heffingen, verleend met betrekking tot mannen arbeid en in mindere maten tot vrouwenarbeid, is de Arbeidswet al lichtelijk uitgehold. Het toestaan van nachtarbeid voor vrouwen betekent een verdere uitholling van de wet van 1919, onder het mom van 'even slecht is ook gelijk'. Ik vind het ook problematies om het over mannen en vrouwen te hebben in een bepaalde zin, alsof er iets wezenlijk vrouwelijks of wezenlijk manne lijks zou bestaan. Terwijl wij het in de kursus ook hebben over heel veel vormen van vrouwelijk heid en mannelijkheid en dat daar op een gegeven moment ook raakvlakken zitten. Ook al geef ik on- middelijk toe dat de maatschappelijke posities van waaruit vrouwen moeten handelen ofde maatschappe lijke konstrukties en de beelden waarin ze moeten passen, nogal deformerend zijn en uiteindelijk van mannen toch iets heel anders maakt dan van vrouwen. Maar dat mannen zich van die problematiek bewust zijn, lijkt mij een goede zaak. Het geldt voor mannen namelijk precies hetzelfde, alleen zitten vrouwen maatschappelijk altijd in een lullige po sitie en dat is dus een ekstra probleem. Een van de problemen van de vrouwenbeweging is dat de man nen zich van deze problematiek niet bewust zijn en angst hebben om de feiten onder ogen te zien." Misschien nemen ze wel een voorschot, omdat ze weten dat het ultelndelijk betekent dat zij hun positie moeten inleveren. "Natuurlijk is het niet prettig om in maar ik denk dat het zo ontzettend fundamenteel moeizaam gaat,omdat er een hele diepgewortelde angst is en ze daarom niet kunnen en willen zien hoe het er voor vrouwen nu uitziet. Ik ben ook wantrouwig en oplettend maar iets anders is om permanent nee te zeggen tegen mannen in de groep. Maar je kunt het ook beschouwen als dat er toch een stukje van vrouwen wordt afgeno men. Ze sijpelen weer binnen." Er moeten altijd nog gevechten worden geleverd met mannen en die gaan tussen konkrete vrouwen en mannen, geen abstrakte begrippen. En dan zit je samen in een groep vrouwenstudies. Straks krijgt een man met vrouwenstudies op zijn lijst eerder een baantje dan de vrouwen. "Daar heb ik nog niet aan gedacht. Maar het ge beurt. Er is hier pas een vakature geweest voor een onderzoek naar de positie van werkende vrouwen op de hogeschool. Ik weet dat een vrouw daar op gesolliciteerd had, die dat uitstekend zou kunnen maar ze hebben daar dus een man op gezet. Dat ge beurt natuurlijk, maar dat is altijd gebeurt. We leven nou eenmaal in een door mannen gedomineerde maatschappij, waarbij alle regelingen, procedures afwegingen altijd ten gunste van die kant uitval len." Moet je dan niet heel zuinig op je eigen plek zijn. Dat vrouwenstudies een zaak van vrouwen blijft. "Het gaat erom wat dat op de lange duur betekent. We zijn nooit helemaal los van mannen geweest en zullen we ook wel nooit komen. Op allerlei gebied. Adriaansens en Peeters zijn ook voorzitter van de werkgroep vrouwenstudies. Want we hebben geen vrouwelijke prof. Zo werken al die dingen. En voor jou zullen ze geen regels afschaffen vervolg van pagina 5 gaat het prima, maar het is voor mij de eerste keer. Als een groep aan de orde stelt dat ze liever apart willen, dan gebeurt dat. Als dat niet zo is, dan gebeurt het niet. Wat daar in meespeelt zijn een aantal dingen. De tijden zijn veranderd, de studenten zijn anders dan vijf jaar geleden. Ze hebben minder problemen met de aanwe zigheid van mannen. Er is veel minder opgeladen woede, die eruit moet en waarvoor je die aparte plek nodig had. Verder heeft het volgens mij te maken met het toch wat akademiesernivo van kursus- sen en verder verschilt het volgens mij per onder werp. Je moet geen kursus seksualiteit doen met mannen erbij. Ik vind dat het bij een problema tiek als het gezin, heel goed kan. Er wordt van uit het perspektief van de vrouwen gekeken en daar moeten zij dan maar naar luisteren. Het zou wel een probleem zijn als zij daar hun perspektief elke keer tegenover zouden zetten. "--- - we het namelijk niet over. Dat zou gen. We hebben het nu over wat dat wen betekent. En dus niet, ja, maar ook

Kranten Regionaal Archief Tilburg

Vrouwenkrant Tilburg | 1985 | | pagina 8