mannen
tilburgse vrouwenstudies doen’t met
Angela van Rooij was in 1982 lid van de
werkgroep leerplan vrouwenstudies. Zij speelde
daar een belangrijke rol in het van de grond
tillen van het vak vrouwenstudies. Grote delen
van het leerplan zijn door haar geschreven.
4
inleiding
de redaktie
Ver-
voor
In 1982 werd zij een van de eerste medewerksters
vrouwenstudies in Tilburg.
tuurlijk wel, want ik had het geschreven.
In de kursussen, die ik totnu toe gehad heb,
zitten altijd nog praatgroepachtige aspekten.
Het zijn toch andere bijeenkomsten dan gewone
kolleges van de heren hier, maar het aandeel van
'kennisoverdracht' is groter geworden in de loop
der jaren. Dat heeft volgens mij met een hele
hoop dingen te maken. We hebben in dat rapport
de theorieontwikkeling zoals die internationaal
was als maatstaf genomen voor onze objektafbake-
ning. Ik denk dat je dat ook moet blijven doen.
Alle bewegingen die in die theorievorming plaats
vinden, die moet je meenemen in waar je het over
hebt. In de loop van de laatste jaren is de theo
rieontwikkeling pijlsnel gegaan en heeft zich op
een zeer abstrakt nivo ontwikkeld, met name de
feministiese interpretaties van een aantal moei
lijke heren als Foucault en Lacan en de psycho
analyse. Die ontwikkelingen hebben ons ook een
hele hoop te bieden. Wat wij met vorige theorie
ën en met het uitwisselen van ervaringen niet
vatbaar of verklaarbaar of overdraagbaar konden
maken, kan soms met die theorieën wel.
Studenten kennen die ontwikkeling. Die lezen bij
voorbeeld het Tijdschrift voor Vrouwenstudies en
zij willen die theorieën hier ook behandeld heb
ben. Die zijn niet meer tevreden met zelf een
onderzoekje doen. Het is niet zo dat alle groe-
Al eerder besteedden we aandacht aan vrouwen
studies op de hogeschool alhier. De aanleiding
was de oproep in het THB aan mannen om zich
vooral op te geven als kursist. De oorzaak was
en is een gevoel van ongenoegen over de veran
deringen in de zienswijze op het vak vrouwen
studies bij tilburgse docentes en studentes.
Twee van onze redaktrices waren in min of
meerdere mate betrokken bjj de eerste aanzetten
die in Tilburg werden gegeven om te komen tot
zo'n vak, de derde volgt dit vak op dit moment.
Zo konden we aardig vergelijken, en wat we zagen
stemde ons niet bij ster gelukkig.
Eén van de belangrijkste punten van vrouwen
studies was destijds de politieke relevantie.
Niet alleen moesten de ervaringen van vrouwen
leiden tot een bepaalde vraagstelling, maar ook
moesten vrouwenstudies verandering voor ogen
hebben, voor de deelnemende vrouwen en voor de
vrouwen daarbuiten. Dit standpunt leek verlaten
te zijn voor hobbyisme, a-politiek intellektua-
lisme of voor karrièrezuchtEn dat heeft ver
strekkende konsekwenties
Vier jaar geleden was de onderdrukking van
vrouwen door mannen nog uitgangspunt, gekoppeld
aan verschillen in machtsposities. Nu is Fou
cault favoriet, die vindt dat iedereen het
slachtoffer is van 'het systeem', door de rol
die dat systeem aan individuen oplegt. Dat
vrouwen op een andere manier slachtoffer zijn
ontgaat hem volkomen.
In het leerplan vrouwenstudies dat in 1982
voor de invoering van het vak vrouwenstudies
aan de sociale fakulteit werd geschreven,
komt de volgende uitspraak voor. Wat vind
jij nu van deze uitspraak: "Omdat feministies
onderzoek, onderwijs en theorievorming be
wustmakend, veranderend en emancipatoir willen
zijn, zal het binnen vrouwenstudies een moei-
zaamlaveren zijn tussen enerzijds praatgroep
achtige werkvormen en anderzijds droge informa
tieoverdracht, tussen enerzijds de poging het
nivo van louter uitwisseling van ervaringen te
overstijgen en anderzijds de poging van de
praktijk losgekoppelde ontpolitiseerde theorie
vorming te voorkomen."
"In de praktijk is ook gebleken dat het moeizaam
laveren is. Het begon er al mee dat hier vrouwen
aangenomen werden, die over vrouwenstudies nogal
verschillend dachten en die dus ook niet unaniem
achter dit soort uitspraken stonden. Ik zelf na-
Een andere konsekwentie is dat een onderzoeks-
geilheid naar buitenlandse vrouwen, zowel hier
als overzees, kon ontstaan. Vrijblijvend - zonder
de taal zelfs maar voldoende te beheersen, of
iets van de kuituur te begrijpen (een blonde on
derzoekster in Zuid-Amerika is al gauw een
hoer) worden onderzoekjes gedaan. Het beeld,
dat daaruit naar voren komt benadrukt zozeer
de veronderstelde zieligheid, dat de vrouwen er
haar niet meer in herkennen. Maar daar maakt
de witte wetenschapster zich niet druk over, ge
tuige de vrouw die het lef had een steungroep
van buitenlandse vrouwen te vormen, die haar
een keer in de drie maanden mocht adviseren
over haar lopende onderzoek. Dat dit soort on
derzoek geen zin heeft, ja zelfs gênant is,
staat buiten kijf.
Om onze vermoedens te toetsen zijn we gaan pra
ten met Angela de Rooij, wetenschappelijk mede
werkster. Zjj heeft het leerplan vrouwenstudies
ontwikkeld en is dus bij uitstek de geschikte
persoon om de ontwikkelingen te schetsen,
volgens de samenvatting van een paper dat
het vak vrouwenstudies werd geschreven. Daar
naast interviewde we Richeline Joe, een antil-
liaanse psychologe, die onderzoek doet dat valt
onder 'race and ethnicstudies'. We hadden ook
nog een reaktie van buitenlandse vrouwen op
wit vrouwenstudie-onderzoek willen geven, maar
de betrokken vrouwen hadden nog geen tijd gehad
om die reaktie te formuleren. Dat bewaren we
voor een volgende keer.